Een oude familie Zael uit Zegveld

Inleiding

In de 17e eeuw dragen een flink aantal personen in of rond Zegveld de naam Zael of Sael. Ze zijn onder te brengen in drie families. Een familie Zael die eerst de naam Ouwenbreur of Ouwenbroer gebruikte, de broers Gijsbert en Hendrick Philipsz Zael, mogelijke nakomelingen van Gijsbert Philipsz Zael uit Aarlanderveen1, en deze familie Zael.

Deze familie Zael begint met een Gijsbert Gerritsz die vrij zeker de vader is van Gerrit Gijsbertsz Zael. Hij heeft vijf kinderen, die nog in of rond Zegveld wonen. Zijn kleinkinderen beginnen uit te waaieren over de omgeving.

Voor het gemak heb ik in de hele genealogie de naam Zael gebruikt.

Genealogie

I. Gijsbert Gerritsz.

Het kapittel van Sint Marie te Utrecht hief bisschopspacht in het oude gebied Miland, omvattende Zegveld en Kamerik-Mijzijde2. Ghijsbert Gerritsz wordt in de parmije van 1556 verschillende keren genoemd als eigenaar van land in Zegvelderbroek. In 1563 wordt zijn land overgezet op andere eigenaars. Het gaat om Jan Petersz, Jan Ghijsbertsz Zael en Willem Claesz. In 1567 worden een aantal van deze percelen van Jan Ghijsbertsz Zael overgeschreven op Willem Claesz. Interessant genoeg is het perceel van 14,5 morgen in 1617 in handen gekomen van Gerrit Gijsbertsz Sael.

Gezien dat verdere gegevens ontbreken, is het niet mogelijk om precies te volgen wat er is gebeurd. Het is niet ondenkbaar dat Ghijsbert Gerritsz in 1563 is overleden en dat zijn landen zijn verdeeld onder zijn zoon Jan Gijsbertsz Zael en mogelijk schoonzonen Jan Petersz en Willem Claesz. Misschien dat het perceel van 14,5 morgen tijdelijk door Willem Claesz is gebruikt tot Gerrit Gijsbertsz Sael mondig was.

Zegvelderbroek

1556: Ghijsbert Gerritsz weer 12 morgen
Hij zelf 5 morgen
Heijnrick Dircxsz 2,5 morgen nu Ghijsbert van Heijnrick Dircxsz ½ morgen
Ghijsbert Gerritsz 2,5 morgen
Heijnrick Dircxsz 2 morgen
1557: Gijsbert Gerritsz weer 12 morgen
Hij zelf 8 morgen
Henrick Dircsz 4 morgen
1563: Ghijsbert Gherritsz weer 12 morgen
Hij zelf 8 morgen
Nu Jan Petersz 4 morgen
Nu Jan Gijsbertsz Sael 4 morgen
Heijndrick Dirricksz 4 morgen
1567: Jan Pietersz weer 12 morgen
Hij zelf 4 morgen nu Willem Claesz
Jan Ghijsbertsz Sael 4 morgen nu Willem Claesz
Willem Gerritsz 4 morgen
1617: Gerrit Jansz Rant 8 morgen
Balthasaer Anthonisz 4 morgen

Zegvelderbroek

1556: Ghijsbert Gerritsz weer 18 morgen
Hij zelf 14,5 morgen
Clement Dircxsz 3,5 morgen
1563: Ghijsbert Gerritsz weer 18 morgen
Hij zelf 14,5 morgen
Nu Willem Claesz 14,5 morgen
Clement Dirricksz 3,5 morgen
1567: Willem Claesz weer 18 morgen
Hij zelf 14,5 morgen
Clement Dircksz 3,5 morgen
1617: Gerrit Gijsbertsz Sael 14,5 morgen
Jacob Dircksz 3,5 morgen

Zegvelderbroek

1556: Ghijsbert Gerritsz 16 morgen
1563: Ghijsbert Gerritsz 16 morgen
Nu Willem Claesz 8 morgen
Nu Jan Gijsbertsz Zael 8 morgen
1567: Willem Claesz 8 morgen
Jan Ghijsbertsz Zael 8 morgen nu Willem Claesz
1617: Jan Meijndersz

Zegvelderbroek

1556: Ghijsbert Gerritsz 12 morgen
1563: Ghijsbert Gerritsz 12 morgen
Nu Jan Petersz 6 morgen
Nu Jan Gijsbertsz Zael 6 morgen
1567: Jan Pietersz 6 morgen
Jan Ghijsbertsz Zael 6 morgen
1617: Mathijs Martensz 12 morgen

Gijsbert Gerritsz wordt ook vermeld in de manualen van ontvangst van het oudschildgeld onder Zegveld. Het perceel van 14,5 morgen is herkenbaar. Dat geldt ook voor Jan Meijnertsz, hoewel het oppervlak van het perceel niet hetzelfde is geregistreerd.

Oudschildgeld Zegvelderbroek

1536: Gerrit Salisz 26,5 morgen keizerlijk pachtland, bruikt Gijsbert Gerritsz bij ede per morgen per jaar voor 23 stuivers 14 oudschild 20,5 stuivers.
1599: Nu eigenaar en bruiker Elbert Jansz van 12 morgen en Gerrit Gijsbertsz Sael eigenaar van 14,5 morgen, bruiker Roloff Gijsbertsz.
1536: Jan Claesz in den Haeck bruikt 1 morgen land aan het einde van het voorgaande perceel, gesteld op 1 oudschild.
1536: Nog bruikt voorn. Gijsbert 11,5 morgen keizerlijk pachtland, bij ede per morgen per jaar voor 25 stuivers, dus 6 oudschild 35,5 stuivers.
1599: Nu eigenaar en bruiker Jan Meijnertsz3

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Jan Gijsbertsz Zael.
2. Gerrit Gijsbertsz Zael, volgt II.

Er woonde eind 16e eeuw in Zegveld ook een Teetgen, getrouwd met Henrick Adriaensz. Ze wordt een keer genoemd als Teetgen Gerrit Gijsbertsz Saelsdr en als Teetgen Ghijsbert Saelsdr.

4-3-1583: Aert Jansz bakker, wonende te Oudewater, voor zichzelf en als man en voogd van Aecht Jansdr, zijn huisvrouw, die erfgename was van Dirck Gerritsz, haar oom, in zijn leven mede wonende te Oudewater, tegen Henrick Adriaensz, wonende in Zegvelderbroek, en Teetgen Gerrit Gijsbertsz Saelsdr, zijn huisvrouw, als eigenaars van 25 morgen land aldaar gelegen, eertijds eigendom van Willem Claesz, gedaagden. De hof was onderpand in een gerechtsbrief van 30-6-1561 waarover rente moest worden betaald. Gezien de rente al een tijd niet was betaald, moest er worden overgegaan op de verkoop van de 25 morgen land gelegen in Zegvelderbroek, vallende onder het Kapittel van Sint Marie, met huis, hof, schuur en berg, strekkende van de Broekerdijk tot de Oude Meije, belend boven Roeloff Jansz c.s. en beneden het Kapittel van Sint Marie. Henrick van Wintershoven, pander van het Hof van Utrecht, was bij de gedaagden thuis geweest om daar 10 jaar aan renten, 18 gulden per jaar, te vorderen. De rente is niet betaald, dus is een procedure opgestart voor het verkopen via decreet. De pander had op 27-8-1582 nog gesproken met Ellert Jansz, zoon van de huisvrouw van Henrick Adriaensz die “antwoorden mij dat hij zijn oem ende moeder die boetschap doen soude als zij thuijs gecomen zoude zijn”. Op 19-9-1582, na het doen van de drie kerkgeboden in Zegveld en op het stadhuis van Montfoort, is ten huize van de schout van Zegveld, Henrick Gerritsz, de 25 morgen in het openbaar verkocht. Cornelis Gerritsz, wonende te Woerden, had het hoogste bod van 452 gulden. Claes Gijsbertsz, wonende te Zegveld, was zijn borg. Thonis Francken, wonende te Zegveld, voor zichzelf en namens Claes Adriaensz, brouwer te Leiden, en de weduwe en erfgenamen van Dierck Hermansz, was opposant. Op 20-12-1582 werd het decreet afgerond. [Het is me niet duidelijk wat er precies gebeurt, maar het blijkt dat “die voorsz. landen ende goederen vercocht zouden worden opte lasten van veertien hondert gulden hooftsoms die daer op souden blijven staen tot behouff vanden geenen die bij preferende ofte concurrende bevonden zoude worden daer toe gerechticht te zijn”. Claes Adriaensz, brouwer te Leiden, bood 50 gulden.4

Oudschildgeld Zegvelderbroek
Fenne Jacobs bruikt 25 morgen keizerlijk pachtland, bij ede per morgen per jaar voor 25 stuivers, dus 14 oudschild 37 stuivers.
Nu eigenaar en bruiker Henrick Adriaensz.5

4-5-1608: Procuratie. Teetgen Ghijsbert Saelsdr woenende tot Segvelt wede. ende boedelharster van za. Henrick Adriaensz voor haer selven ende als moeder ende mitsdien legitime mombersche over die drie naegelaeten kijnderen bijden voorn. Henrick Adriaensz geprocreert constitueert mit handen van mr. Jan van Haeffen adt. inden voorsz. Hove haren gecoren voocht in desen Clemens van Haeffen procur. in omnibus ad lites cum potestate substituendi in communi forma. Actum t’Utrecht den 4en maij 1608.6

Een kaart van Jan Jansz Douw en Steven Pietersz van Brouckhuijsen uit 1647 door Johannes Douw de jonge herzien in 1687.7

II. Gerrit Gijsbertsz Zael, overl. tussen 19-11-1620 en 20-12-1622, tr. Grietgen Jansdr, overl. voor 7-2-1642. Ze won. te Woerden tr. 2e tr. gerecht Linschoten 24-5-1630 (o.s.) Hypolitus Anthonis8.

7-12-1587: Gerrit Gijsbertsz Zael, wonende te Zegveld, is schuldig aan Marrichgen Ariensdr 162 gulden. Op 8-6-1592 heeft Gerrit Gijsbertsz Zael de 150 gulden met 12 gulden aan rente betaald aan de moeder van het weeskind.9

Gerrit Gijsbertsz Zael is voogd van zijn kleinkinderen, de kinderen van Sijmon Cornelisz Hoochbrug en Geertgen Gerritsdr.10

16-4-1608: Alia. Compareerde Gerrit Gijsbertsz Sael woenende tot Segfelt constitueert ende maeckt machtich weede in omnibus ad lites in communi forma. Actum t’Utrecht den xvjen aprilis 1608.11

27-5-1620: Gerrit Ghijsbertsz Sael, wonende te Zegveld, testeert. Hij benoemt tot erfgenamen Jannichgen, Marichgen, Neeltgen en Ghijsbert, zijn vier kinderen, en de kinderen van Geertruijt Gerrits, zijn dochter. Geertruijt krijgt de lijftocht van de goederen van haar kinderen.12

20-12-1622: Compareerde Gijsbert Gerritsz Sael woonende tot Segfelt als mede erffgenaem van Gerrit Gijsbertsz Sael sijnen vader ende die sake aennemende voor Grietgen weduwe vanden voorn. Gijsbert Gerritsz sijnen moeder ende inde qualite aennemende d’er..ementen van den processe bij d’voorn. Gerrit Gijsbertsz ende als impte. in appel gesustineert jegens Jan Armboutsz soo hij pretendeert te procederen gede. constitueert ende maeckt machtich weede in ominus ad lites in communi forma. Actum t’Utrecht den 20 decemb. 1622.13

12-6-1632: Jan Sijmonsz Verhouff, weduwnaar van Goutgen Sijmonsdr, geassisteerd door Gerrit Sijmonsz Verhouff, zijn broer, aan de ene, Cornelis Sijmonsz als broer van voornoemde Goutgen Sijmonsdr, geassisteerd door Huijbrecht Jansz, zijn zwager, als ooms en gerechte bloedvoogden van Jannitgen Jansdr, nu ca. 9 jaar oud, en Cijtgen Jansdr, nu 5 jaar oud, minderjarige kinderen van voornoemde Jan Sijmonsz Verhouff, verwekt bij Goutgen Sijmonsdr, aan de andere zijde, komen tot een uitkoop van de moederlijke erfenis van de kinderen. Alleen de kinderen hebben recht op de erfenis uit de boedel van Gerrit Gijsbertsz Zael, de overleden grootvader van Goutgen Sijmonsdr. Ze krijgen ook de kleding van Goutgen en al het zilverwerk. Jan Sijmonsz Verhouff houdt verder alle roerende en onroerende goederen in de boedel, waarbij hij belooft zijn kinderen te onderhouden en op te voeden tot de leeftijd van 20 jaar. Op dat moment krijgen de kinderen 1.075 gulden. Als onderpand stelt hij zijn hofstede met huis, bergen en schuren met 3,5 morgen land gelegen in ‘s-Gravenbroek, nog 7 morgen 2 hond land in Alys Ambacht en nog 4 morgen 2 hond land in ‘s-Gravenbroek.14

7-2-1642: Jacob Jacobsz Verhorst, weduwnaar van Marijtgen Gerritsdr, voor de helft erfgenaam van haar goederen, aan de ene, Gijsbert Gerritsz Sael en Claes Elbertsz, getrouwd met Neeltgen Gerritsdr, elk voor henzelf en hen samen sterkmakende voor Jacob Cornelisz, getrouwd met Jannetgen Gerritsdr, kinderen en erfgenamen van za. Grietge Jansdr, die weduwe was van Poel Thonisz, allen wonende in het Sticht Utrecht, voor het resterende vierde deel van de gehele boedel, aan de andere zijde. Na een proces van meer dan drie jaar voor het gerecht van Bodegraven en het Hof van Holland vanwege het testament van voornoemde za. Marijtgen Gerritsdr en andere kwesties, “nopende de actien ende pretensen die inden boedel soo bij des comparants voorkinderen de voorn. comparanten erffgenamen omme meerder portie als t’vierdepart te mogen hebben”, hebben ze besloten om het proces te staken en tot een akkoord te komen. Jacob Jacobsz Verhorst zal alle goederen behouden, evenals de 4.085 die Adriaen Gerritsz Twaelffhoven heeft beloofd te betalen voor 4,5 morgen land in de Binnenpolder en de oude 5 morgen 2 hond Broekveld door hem bij zijn huwelijk ingebracht, maar ook alle schulden. De erfgenamen krijgen 900 gulden met een gouden ring en een zilveren ducaton.15

12-5-1642: Jacob Jacobsz, weduwnaar en erfgenaam van de helft van de goederen van Maria Gerritsdr, zijn overleden huisvrouw, voor drie vierde deel, Gijsbrecht Gerritsz Sael, Claes Elbertsz, getrouwd met Neeltgen Gerritsdr, vervangende de andere kinderen en erfgenamen van za. Grietgen Jans, allen wonende in het Sticht van Utrecht, voor het resterende vierde deel, verkopen aan Arien Gerritsz Twaelffhoven ca. 4,5 morgen land in de Zwammerdamse Binnenpolder, strekkende van de Rijn tot over de Dammekade, belend ten oosten Pieter Cornelisz van Diemen en ten westen Jan Cornelis Dirck Pietersz. De koopsom van 4.085 gulden is betaald met geld of een obligatie.16

Oudschildgeld Zegveld

1536: Jan Aelbertsz 2 morgen 1,5 hond land, hem zelf toebehorende, bij ede per morgen 42 stuivers, dus 2 oudschild 10,5 stuivers.
1599: Nu eigenaar en bruiker Gerrit Gijsbertsz Sael.
1536: Nog bruikt voorn. Egbert 11,5 morgen keizerlijk pachtland van zijn moeder, bij ede per morgen per jaar voor 3 car. gulden, dus 16 oudschild 18 stuivers.
1599: Nu eigenaars van deze twee percelen Gijsbert [= Gerrit] Gijsbertsz Sael en Geertgen, zijn dochter, bruiker voorn. Gerrit.

Oudschildgeld Zegvelderbroek

1536: Gerrit Salisz 26,5 morgen keizerlijk pachtland, bruikt Gijsbert Gerritsz bij ede per morgen per jaar voor 23 stuivers 14 oudschild 20,5 stuivers.
1599: Nu eigenaar en bruiker Elbert Jansz van 12 morgen en Gerrit Gijsbertsz Sael eigenaar van 14,5 morgen, bruiker Roloff Gijsbertsz.
1536: Nog de voorn. Domdeken 20 morgen land, bruikt Gijsbert Gerritsz.
1599: Nu eigenaar van deze drie percelen de thesaurier van Sint Marie, bruikers Gerrit Gijsbertsz Sael, Bastiaen Aelbrechtsz, Jacob Oliersz en Claes Jansz.
1536: Berbara Ermbouts weduwe 11,5 morgen land, bruiken Engbert en Aernt Ermboutsz, broer, haar zonen, bij ede per morgen per jaar voor 20 stuivers, dus 5 oudschild 20 stuivers.
1599: Nu eigenaresse Gerritgen Gerritsdr, bruiker Gerrit Gijsbertsz Sael.18

Zegvelderbroek

1567: Egbert Ermboutsz weer 13 morgen
Hij zelf 5 morgen
Jan Egbertsz t’Segvelt 4,5 morgen
Nu Engbert Ermboutsz 4,5 morgen
Merten Petersz 3,5 morgen
Engbert Ermboutsz 13 morgen
1617: Henrick Gerritsz 4 morgen
Gerrit Gijsbertsz Sael 9,5 morgen
Henrick Gijsbertsz 3,5 morgen
Gerrit Gijsbertsz Sael 3,5 morgen
Cornelis Meurs 9,5 morgen17

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Geertgen Gerritsdr, volgt IIIa.
2. Jannichgen Gerritsdr Zael, volgt IIIb.
3. Maria Gerritsdr, volgt IIIc.
4. Gijsbert Gerritsz Zael, volgt IIId.
5. Neeltgen Gerritsdr, volgt IIIe.

IIIa. Geertgen (Geertruijt) Gerritsdr, tr. 1e Sijmon Cornelisz Hogeburch, overl. voor 28-5-1612, zoon van Cornelis Sijmonsz Hogeburch, tr. 2e Cornelis Meesz, overl. voor 29-7-1626, zoon van Mees Dircxsz en Niesgen Cornelisdr.

28-5-1612: Willem Cornelisz Hogeburch aanvaart de voogdij over de drie weeskinderen van Sijmon Cornelisz, zijn broer, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, diens huisvrouw. Willem Jansz van Rhijn stelt zich voor hem borg.19

2-4-1613: Willem Cornelisz Hogeburch, voor zichzelf en als voogd van Reijer Cornelisz, zijn innocente broer, Willem Dircxsz als man en voogd van Grietgen Cornelisdr, Reijer Cornelisz als man en voogd van Maritgen Cornelisdr, Harman Jacobsz als man en voogd van Catharina Cornelisdr, Engebrecht Jansz als man en voogd van Maritgen Jansdr, Wouter Cornelisz, predikant van Sluipwijk, als man en voogd van Maritgen Pietersdr, Willem Cornelisz met Wouter Cornelisz als voogden hen sterkmakende voor Aelbert Pietersz, en voornoemde Willem Cornelisz Hogeburch met Gerrijt Ghijsbertsz Zaell als voogden van de weeskinderen van Sijmon Cornelisz Hogeburch, allen erfgenamen van Cornelis Sijmonsz Hogeburch, hun vader en grootvader, zijn gekomen tot een akkoord over de boedelscheiding van Cornelis Sijmonsz Hogeburch. Er worden verschillende stukken land verdeeld, waaronder verschillende stukken land in Alphen, Bodegraven en Zegvelderbroek (naast Jan Mijnertsz). De weeskinderen van Sijmon Cornelisz Hogeburch krijgen voor hun deel de helft van 8 morgen erfpachtland gelegen in het Steekt onder Alphen, strekkende van de Rijn over de Toegang tot de Nieuwkade, belend ten oosten Aelwijn van der Hooch en ten westen de erfgenamen van jonker Ghijsbrecht van Mathenesse, waarvan Willem Cornelisz Hogeburch de andere helft ontvangt, en 788 gld. 2 st. 3 pen. aan geld en rente.20,21

24-2-1616: Willem Dircxsz, wonende te Bodegraven, neemt van za. Willem Cornelisz Hogeburch, zijn zwager, de voogdij over van de weeskinderen van Sijmon Cornelisz Hogeburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr. Dirck Willemsz, zijn zoon, stelt zich borg.22

24-2-1616: Heden zijn tot een akkoord gekomen Willem Dircxsz en Gerrijt Ghijsbertsz Zaell als voogden van de weeskinderen van za. Sijmon Cornelisz Hogeburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, en Heijnrick Jansz en Pieter Cornelisz als voogden van de weeskinderen van za. Hillegont Willemsdr, verwekt bij voornoemde Heijnrick Jansz, vanwege 8 morgen erfpachtland gelegen in het Steekt onder Alphen “twelck zij tegens ten naesten jaere gelijckelicken te cope zullen doen leggen omme te vercopen mits zoo veel aengaet van den huijge der selver landen den voorn. Pieter Cornelisz zeeckere twee jaeren in huijre aengestaen hebbende”.23

23-5-1617: Gerrijt Ghijsbertsz Zael als grootvader en Willem Dircxsz, wonende te Bodegraven, voogden van de weeskinderen van Sijmon Cornelisz Hogeburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, voor de ene helft, en Heijnrick Jansz Nes als vader en Pieter Cornelisz in het Steekt onder Alphen als voogden van de kinderen van Hillegont Willemsdr, verwekt bij voornoemde Heijnrick Jansz Nes, voor de andere helft, samen eensdeels erfgenamen van za. Willem Cornelisz Hogeburch, verkopen aan Cornelis Thomasz, wonende op de Hogeburg onder Alphen, 8 morgen 2 hond erfpachtland in het Steekt, strekkende van de Rijn tot de Ruigekade, belend ten oosten Aelwijn Verhooch en ten westen Jan Woutersz en de kinderen van Oude Dirck Gerritsz als bruikers. De pacht moet betaald worden aan het Duitse Huis in Utrecht. Schuldbrief van 6.500 gulden volgt.24

19-11-1620: Rekening van de ontvangst en uitgaven die Dirck Willemsz, namens zijn vader Willem Dircxsz, wonende te Bodegraven, en Gerrit Ghijsbertsz Saell, grootvader van de weeskinderen, hebben gehad vanwege de weeskinderen van za. Sijmon Cornelisz Hoochgeburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, sinds de laatste rekening. Cornelis Sijmonsz leert schrijnwerken van Dammas Huijgen te Woerden. Cornelis Meesz is de stiefvader van de kinderen.25

10-1-1623: Rekening van de ontvangst en uitgaven die Dirck Willemsz, namens zijn vader Willem Dircxsz, wonende te Bodegraven, en Gerrit Ghijsbertsz Zaell hebben gehad vanwege de weeskinderen van za. Sijmon Cornelisz Hoochgeburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, sinds de laatste rekening. Jannetgen Sijmons leert naaien van Neeltgen Cornelis te Bodegraven. Op 3-1-1622 heeft Goutgen Sijmons 150 gulden ontvangen waarvan ze haar bruidskledij kan kopen. Op 10-4-1622 krijgen Jan Sijmonsz [Verhouff] en Goutgen Sijmons samen 300 gulden. Cornelis Sijmonsz gaat in de leer bij Pieter Dircxsz, timmerman te Bodegraven. Gerrit Ghijsbertsz Zaell hoort niet bij de ondertekenaars, Jan Sijmonsz, getrouwd met Goutgen Sijmonsdr, wel.26

5-1-1624: Jan Sijmonsz Verhouff als man en voogd van Goutgen Sijmonsdr, Willem Dircxsz en Ghijsbert Gerritsz Zaell als ooms en voogden van Cornelis Sijmonsz en Jannitgen Sijmonsdr, onmondige weeskinderen van za. Sijmon Cornelisz Hoochburch, verwekt bij Geertgen Gerritsdr, in zijn leven gewoond hebbende op de Hoogburg te Alphen, zijn gekomen tot een boedelscheiding van de goederen hen aanbestorven bij het overlijden van voornoemde Sijmon Cornelisz Hoochburg en Cornelis Sijmonsz Hoochburch, hun grootvader. Jan Sijmonsz Verhoeff krijgt 1.820 gulden aan geld, een obligatie op Cors Jacobsz, wonende op de Hoogburg, van 720 gulden aan hoofdsom en rente, nog een hoofdsom sprekende op de landen en goederen van Cornelis Meesz te Zegveld van 266 gld. 10 st. aan hoofdsom en rente, nog een obligatie op Jan Adriaensz te Bodegraven van 105 gld. 10 st. aan hoofdsom en rente, nog een obligatie op Dirck Jansz te Bodegraven van 125 gulden, nog een obligatie op Adriaen Jacobsz te Zwammerdam van 200 gulden, nog een obligatie op Dirck Adriaensz te Zwammerdam van 112 gulden aan hoofdsom en rente, nog een obligatie op Ghijsbert Huijbertsz te Bodegraven van 105 gld. 10 st. aan hoofdsom en rente. Van Ghijs Phillipsz in Zegveld krijgt hij geld vanwege de koop van een koe, van Claes Elbertsz te Zegveld vanwege landpacht. Alles bij elkaar is zijn gedeelte 3.745 gld. 4 st. waard. Jannichgen Sijmons krijgt vier vijfde deel van ca. 9,5 morgen land in Zegeld, gemeen met Claes Elbertsz, haar oom, belend ten westen Grietgen Gerritsdr, weduwe van Gerrit Ghijsbertsz Saell, nog een vierde deel van ca. 11,5 morgen land in Zegvelderbroek, gemeen met haar oom Claes Elbertsz, met verschillende obligaties. Cornelis Sijmonsz krijgt een vierde deel van voornoemde 9,5 morgen en het vierde deel van voornoemde 11,5 morgen, met verschillende obligaties.27,28

29-7-1626: Ghijsbert Gerritsz Zael als broer en voogd van Geertien Gerrits, weduwe van Cornelis Meesz, volgens een vertoonde procuratie, Pieter Meesz als voogd van de onmondige kinderen van Cornelis Meesz, verkopen Jan Meesz een erf, Cornelis Meesz in zijn leven aangedeeld, strekkende van de Hoge Rijndijk tot de Rijn, belend ten westen Niesien Cornelisdr, ten oosten Matheus Willemsz Verhouff. De koopsom is 100 gulden.29

24-5-1628: Pieter Meesz, voor zichzelf en als voogd van de onmondige weeskinderen van Cornelis en jonge Jan Meesz, met Ghijsbert Gerritsz Zael, mede voogd van moederszijde van de kinderen van Cornelis Meesz, en Jacob Dircksz, mede voogd van het kind van jonge Jan Meesz, Pieter en Mees Dircksz, elk voor zichzelf, verkopen Jan Meesz hun deel van een huis en erf, geërfd van hun moeder, in de Loet van Alphen, strekkende van de Rijn tot de Hoge Rijndijk, belend ten westen Pieter Louwen en ten oosten hijzelf. De koopsom is 200 gulden.30

ALPHEN

10B. 1½ morgen land strekkende van de Hoghen Burcht tot aan de Rijn, belend ten oosten: Cornelis Ewoutsz. c.s. (1653: Aert Jansz. Versloot), ten westen: Dirck Beuckelsz. (1653: Maertien Jansdochter).
6-10-1600: Sijmon Cornelisz. na overdracht door Cornelis Martijnsz. namens Ermtgen Martijnsdochter (II, fol. 162).
5-12-1610: Cornelis Sijmonsz., onmondig, voogden: Cornelis Sijmonsz. en Gerrit Gijsbertsz. Zael bij dode van zijn vader Sijmon Cornelisz. (II, fol. 162).
13-2-1614: Willem Dircksz. Swaen te Bodegraven na overdracht door Willem Cornelisz. Thorenburch [= Hogeburch] namens Cornelis Sijmonsz., de zoon van zijn broer (II, fol. 162v).
13-4-1614: Philips Claesz. van Leeuwen, schout te Alphen, na overdracht door Willem Dircksz. Swaen (II, fol. 162v).31

Oudschildgeld Zegveld

1536: Nog bruikt voorn. Egbert 11,5 morgen keizerlijk pachtland van zijn moeder, bij ede per morgen per jaar voor 3 car. gulden, dus 16 oudschild 18 stuivers.
1599: Nu eigenaars van deze twee percelen Gijsbert [= Gerrit] Gijsbertsz Sael en Geertgen, zijn dochter, bruiker voorn. Gerrit.32

Uit het eerste huwelijk (volgorde onbekend):
1. Goutgen Sijmonsdr, overl. voor 12-6-1632, tr. 1623 Jan Sijmonsz Verhouff, won. te Reeuwijk, overl. na 24-9-165933, zoon van Sijmon Jansz Verhouff en Niesgen Jansdr.

Uit dit huwelijk:
1. Jannitgen Jansdr Verhouff, geb. 1623.
2. Cijtgen Jansdr Verhouff, geb. 1627.

2. Jannichgen Sijmonsdr, begr. Amsterdam Oude Kerk 27-9-1635, tr. Huijbert Jansz van Leeuwen, won. te Amsterdam (1637).

Uit dit huwelijk:
1. Sijmon Huijbertsz, begr. Amsterdam Oude Kerk 27-9-1635.

Janneken Sijmens hu. van Huijbert Janse en har soon Sijmen Huijbert komen vant ..unpat

3. Cornelis Sijmonsz Hoogburch, jm. van Zwammerdam, won. te Hoorn (1637), tr. NG Hoorn 27-4-1642 Maria Jans Plaetmans, jd. van Brussel, won. te Hoorn.

Uit dit huwelijk, allen NG ged. te Hoorn:
1. Geertruijt Cornelis Hoogburch, ged. 18-1-1643.
2. Geertruijt Cornelis Hoogburch, ged. 27-3-1644.
3. Sijmon Cornelisz Hoogburch, ged. 23-4-1645.
4. Sijmon Cornelisz Hoogburch, ged. 7-3-1649 (get. Jefijen Gerrits).
5. Geertruijt Cornelis Hoogburch, ged. 17-5-1650.
6. Fijtie Cornelis Hoogburch, ged. 11-10-1654 (get. Lijsbet Sijmes).

Uit het tweede huwelijk (volgorde onbekend):
4. Grietgen Cornelisdr, tr. voor 28-6-1638 Maerten Ghijsbertsz. Hij otr. 2e NG Zegveld 21-3-1660 Sijghje Dirckx, weduwe van Jacob Jacobsz van der Burgh.

25-9-1660: Maerten Gijsbertsz, wonende te Zegveld, en Jan Gijsbertsz Zael als voogd van de onmondige kinderen van voornoemde Maerten Gijsbertsz, verwekt bij Grietien Cornelis, transporteren aan Marcelis Harmansz van Boeckholt een huis en erve aan de Zegvelder Meije, strekkende van Anthonis Jansz Spruijt tot de Diepe Meije, belend ten oosten Peter Sijmonsz van Staveren en ten westen Claes Philipsz.34

5. Elisabeth Cornelisdr.
6. Cornelis Cornelisz.

IIIb. Jannichgen Gerritsdr Zael, overl. voor 15-4-167535, tr. 1e Jacob Cornelisz, overl. voor 28-6-1638, tr. 2e NG Zegveld 1641 Jacob Cornelisz. Hij tr. 1e Lijsbeth Jans en 2e NG Zegveld 4-1640 Annighje Lauris, weduwe van Aart Janse.

22-4-1633: Adriaen Maertensz, wonende aan de Zegvelder Meije, transporteert aan Jacob Cornelisz en Lijsbeth Jans, echtelieden, 2 morgen 3 hond land in Zegvelderbroek, belend ten oosten Louris Dircxsz en ten westen de weduwe van Balsen Thonisz, strekkende van de pastorielanden tot de Slimmenwetering, belast met een hoofdsom van 500 gulden toekomende Jan Pietersz van Broechuijsen, oud-burgemeester van Woerden.36

28-6-1638: Cornelis Sijmonsz Hoochburch, wonende te Hoorn, Jan Meusz, wonende te Alphen als bloedvoogd van Elisabeth en Cornelis, Maerten Ghijsbertsz voor zichzelf en als man en voogd van Grietgen Cornelisdr, voornoemde Cornelis Sijmonsz zich sterkmakende voor Huijbert Jansz van Leeuwen, transporteren aan Jannichgen Gerrits Saell, weduwe van Jacob Cornelisz, 2 morgen 65 roeden land gelegen in Zegvelderbroek, gemeen in een weer van 14,5 morgen die Ghijsbert Gerritsz Saell, Claes Elbertsz en voornoemde Jannichgen Gerrits bezitten, strekkende in het geheel van de Broekwetering tot de Oude Meije aan de thesaurier de Goijer te Utrecht zijn land, belend ten oosten Cornelis Jacobsz en Mathijs Jansz en ten westen Mathijs Martensz, belast met bisschopspacht.37

19-2-1645: Jan Meusz Ruijs transporteert aan Jannichgen Gerrits Zael, nu huisvrouw van Jacob Cornelisz, ca. 1 morgen land gelegen in Zegvelderbroek, strekkende van za. Mees Gerritsz Ruijs tot de Broekwetering, belend ten oosten de weduwe van Segerum Gerritsz en ten westen de Haakwetering.38

16-12-1680: Jacob Adriaensz Fockert en Lijsbet Jacobs, weduwe van Hendrick Jacobsz Zaell, gesterkt met Jacob Hendricxe Zaell, haar zoon en gekozen voogd, transporteren aan Cornelis Gerritsz Spengen, wonende te Kamerik Staten Gerecht, twee vierde delen in 7 morgen 1 hond 50 roeden wei- en hennepland met een huis gelegen in Zegvelderbroek, belend ten noorden Jan Janssen Swanicken en ten zuiden Dirck Leuloven als bruiker, strekkende van de Broekerdijk tot de heer Anthonij Oetgens, heer van Waveren, en nog een twee vierde delen van 1 morgen weiland gelegen in Zegvelderbroek, strekkende van za. Mees Gerritsz Ruijsch tot de Broekerwetering, belend ten oosten de weduwe van Segrum Gerritsz en ten westen de Haakwetering.39

7-8-1684: Jacob Adriaensz Fockert, voor zichzelf, voor een vierde deel, zich sterkmakende voor de kinderen van Segrum van Eijck, de kinderen van Willem Poolen van Es en de weduwe van Hendrick Jacobsz Zaell, ieder voor een vierde deel, allen erfgenamen van Jannetje Gerrits Zaell, transporteren aan Geertruijt Stuermans, weduwe van Anthonij van Veenendaell, in leven schout van Kamerik-Mijzijde, ca. 5 hond hooiland gelegen in Zegveld, strekkende van de weduwe van Pieter Willemsz Boerefijn oostwaarts tot de Oude Meije, belend ten zuiden voornoemde weduwe van Pieter Willemsz Boerefijn en ten noorden de erfgenamen van Vlooswijck.40

Bovenstaande akte geeft vier erfgenamen van Jannetje Gerrits Zaell. Willem Poolen van Es was getrouwd met Marrichgen Jacobs. De weduwe van Hendrick Jacobsz Zaell is Lijsbet Jacobsdr. Mijn vermoeden was dat het hier ging om vier schoonzonen. In de volgende drie aktes komen deze personen terug.

Jacob Adriaensz Fockert lijkt echter geen schoonzoon te zijn. Op 15-4-1665 stellen Pieter Jansen van Spengen en Willemina Adriaens Focker, wonende in Kamerik-Mijzijde, huwelijkse voorwaarden op. Willemina wordt geassisteerd door Jacob Ariaensen Focker, haar broer, en Segerom Segeromsen van Eijck, haar oom.41 Op 27-12-1662 stellen Claes Claesz Blijenburch en Jannichgen Ariensdr Fockert, wonende in Kamerik-Mijzijde, huwelijkse voorwaarden op. Jannichgen wordt geassisteerd door Jan Stevensz, haar stiefvader, Geertgen Jacobsdr, haar moeder, en Jacob Ariensz Fockert, haar broer.42

In 1684 wordt Jacob Ariensz Fockert voor zichzelf in het rijtje met schoonzonen genoemd. Dat gaf verwarring. Mijn vermoeden is dat de boedel van zijn ouders inmiddels is gescheiden, waarbij Jacob de 5 hond land uit de erfenis van Jannetje Gerrits Zaell in bezit kreeg. Als zijn moeder Geertgen Jacobsdr de zus van de vrouw van Segerom Segeromsz van Eijck is, dan is het ineens heel logisch dat Segerom de oom van Jacob Ariensz Fockert is.

14-5-1678: Condities en voorwaarden waarop notaris Peter Leechburch als curator van de desolate boedel van Willem Poolen van Nes en Marrichgen Jacobs, in hun leven echtelieden, gewoond hebbende te Kamerik-Mijzijde, vermogens een appoinctemente van commissie d.d. 14-10-1675, in het openbaar verkoopt de navolgende landerijen en huizen die voornoemde Willem Polen van Nes nomine uxoris zijn aanbestorven door het overlijden van Jannichgen Gerritsz Zaall. Het betreft als eerste een gerecht vierde deel van ca. 3,5 morgen weiland gelegen in Zegveld, strekkende van de Zegvelderwetering tot de Rietvelder landscheiding, belend ten zuiden Huijch Luijten als bruiker en ten noorden Andries de Graaff te Amsterdam.43

30-3-1679: De kinderen van za. Segrum Segrumsz van Eijck, in leven gewoond hebbende in Kamerik-Mijzijde, met consent van hun crediteuren, transporteren aan Anthonij van Veenendaell, schout van Kamerik-Mijzijde, een vierde deel van 3,5 morgen weiland gelegen in Zegveld, belend ten zuiden Huijgh Luijten als bruiker en ten noorden de heer Andries de Graeff te Amsterdam, strekkende van de Zegvelderwetering tot de landscheiding met Rietveld; nog het vierde deel van 5 hond hooiland gelegen in Zegveld, strekkende van Cornelis Heijndricksz Zael tot de Oude Meije, belend ten zuiden de erfgenamen van voornoemde Zael en ten noorden de heer Vlooswijck.44

9-3-1680: Anthonij van Veenendaell, schout van Kamerik-Mijzijde, Hendrick Jacobsen Zaell en Jacob Arisen Fockert transporteren aan sr. Adriaen van den Berch en Johan Ketelaer, kooplieden te Rotterdam, drie vierde delen van 3,5 morgen weiland gelegen in Zegveld, strekkende van de Zegvelderwetering tot de landscheiding met Rietveld, belend ten zuiden Huijch Luijten als bruiker en ten noorden de heer Andries de Graeff te Amsterdam.45

Waarschijnlijk uit het eerste huwelijk (volgorde onbekend):
1. Marrichgen Jacobsdr, overl. voor 15-4-1675, tr. Willem Poolen van Nes (Es), won. te Kamerik-Mijzijde, overl. voor 15-4-1675.
2. Lijsbet Jacobsdr, tr. Hendrick Jacobsz Zael (Ouwenbroer), zoon van Jacob Cornelisz Ouwenbroer en Neeltgen Ariens de Bruijn46.
3. N.n. Jacobsdr, tr. Segerom Segeromsz van Eijck, zoon van Segerom Gerritsz en Lijsbeth Segeroms.47
4. Geertgen Jacobsdr tr. Adriaen Fockert.

Het gaat hier waarschijnlijk om Arien Jansz Fockert, die in 1650 schepen van Kamerik-Mijzijde was. Hij zal de zoon van Jan Willemsz Fockert zijn, die in 1617 als huurder in Kamerik-Mijzijde een aantal buurmannen een verklaring laat afleggen.

IIIc. Maria Gerritsdr, overl. voor 7-2-1642, tr. Jacob Jacobsz Verhorst, won. Bodegraven.

9-5-1632: Jacob Jacobsz Verhorst en Merrichgen Gerritsdr, echtelieden, wonende te Bodegraven, verkopen aan Jacob Cornelisz de helft van een vijfde deel van een hofstede en landen waar Gijsbert Saell nu woont, met huis, hof, berg en schuur in het geheel 14,5 morgen groot, belend ten oosten Cornelis Jacobsz en Huijch Dircxsz en ten westen Thijs Maertensz, strekkende van de Broekerdijk tot heer Anthonij Oetgens, heer van Waveren etc., belast met bisschopspacht. Verhorst heeft dit getransporteert samen met nog een deel, zijn vrouw aanbestorven door het overlijden van haar ouders.48

Een doos mit een brieff competerende de kinderen van Jacob Jacopsz Verhorst.
6-2-1641: Op huijden den vj feb. 1641 hebben Jacob Jacobsz Verhorst de jonge ende Cars Jacobsz Verhorst wt de weeskist gelicht een doos met brieven ende vorder bedanckt schout ende weesmrn. mitsgaders haer voochden van haer goede dministratie ende vochdie. Actum als boven.49

7-2-1642: Jacob Jacobsz Verhorst, weduwnaar van Marijtgen Gerritsdr, voor de helft erfgenaam van haar goederen, aan de ene, en de andere kinderen en erfgenamen van za. Grietge Jansdr aan de andere zijde, komen tot een akkoord na meer dan drie jaar een proces te hebben gevoerd met elkaar. De comparant meent dat zijn voorkinderen recht hebben op een groter deel. Jacob Jacobsz houdt alle goederen en keert een bedrag uit aan de andere kinderen van Grietge Jansdr.50

12-5-1642: Jacob Jacobsz, weduwnaar en erfgenaam van de helft van de goederen van Maria Gerritsdr, zijn overleden huisvrouw, voor drie vierde deel, en de andere kinderen en erfgenamen van za. Grietgen Jans verkopen aan Arien Gerritsz Twaelffhoven ca. 4,5 morgen land in de Zwammerdamse Binnenpolder.51

Uit dit huwelijk:
1. Jacob Jacobsz Verhorst, won. te Bodegraven, tr. voor 6-3-164252 N.n. Gijsbertsdr, dochter van Gijsbert Jansz van der Mij en Heijndrickgen Willemsdr Brunt.53
2. Cars Jacobsz Verhost, won. te Zwammerdam.

IIId. Gijsbert Gerritsz Zael, won. Zegvelderbroek, overl. tussen 21-12-1652 en 1-12-1659, tr. Gijsbertgen Jansdr (dochter van Jan Tonis Bouwensdr en Belichgen Jansdr).

Jan Tonis Bouwensz door opdracht van jor. Steven van der Does 40 mergen verheergewaden mit 10 croonen 25en maij 1616, fol. 161. Octroij vande voorsz. 40 mergen ditto. Belichge Jans wed. van Jan Tonis Bouwen met d’helffte vande voorsz 40 mergen. Te verheergewaden mit 10 croonen den 28 april 1621, fol. 271. Gijsbertie Jan Tonis Bouwensdochter ende Gijsbert Gerretsz haer man in Segvelderbroeck mit 1/4 vande voorsz. 40 mergen te verheergewaden uts. fol. uts. Marichge Jan Tonis Bouwense dochter getrout aen Jan Jansz de Boer t’ander 4e deel vande voorsz. 40 mergen te verheergewaden uts., fol. uts. 272. Jan de Boer en sijn wijff lijfftochte den anderen 19 maij 1626, fol. 62. Jan Jansz de Boer als getrouwt aen Marichie Jan Tonis Bouwensz dochter vermits overlijden van Belichie Jans sijn huijsvrouw moeder met 10 mergen te verheergewaden uts. 2 8b. 1634, fol. 131 verso. Gijsbert Gerritsz als man ende vocht van Gijsbertie Jan Tonis Bouwensz dochter door doode van Belichie sijn huijsvrouw moeder 2 8b. 1634 fol. 132 verso mit 10 mergen met 10 croonen uts. (…) Gijsbertie verwerft octroije 24 april 1646 fol. 7. Antonis Gijsbertsz door opdracht van Gijsbertie sijn moeder mit 1/4 van 40 mergen 25 april 1646, fol. 7. Item uts. mit noch 1/4 van 40 mergen datum uts. Dese lenen heeft Tonis versz. den 13e 8b. 1657 affgecoft ende aende heer van Raesvelt voldaen met 1500 gul., ende is t’leenrecht daer van voort gerecht aldaer aenden voorsz. Tonis opgedragen.54

20-12-1622: Compareerde Gijsbert Gerritsz Sael woonende tot Segfelt als mede erffgenaem van Gerrit Gijsbertsz Sael sijnen vader ende die sake aennemende voor Grietgen weduwe vanden voorn. Gijsbert Gerritsz sijnen moeder ende inde qualite aennemende d’er..ementen van den processe bij d’voorn. Gerrit Gijsbertsz ende als impte. in appel gesustineert jegens Jan Armboutsz soo hij pretendeert te procederen gede. constitueert ende maeckt machtich weede in ominus ad lites in communi forma. Actum t’Utrecht den xx decemb. 1622.55

Genoemd als weerbare man in Zegvelderbroek in 1639.56

19-5-1644: Elisabeth Cornelis, weduwe van Thomas Ermboutsz, geassisteerd door Jacob Cornelisz en Ermbout Jansz, haar gekozen voogden, en met Claes Claesz Diboersvelt, haar zwager, transporteren aan Gijsbert Gerritsz Zael ca. 8 morgen hooiland in Zegvelderbroek, strekkende van de Slimmenwetering tot de Oude Meije, belend ten oosten Gerrit Dircksz Mastwijck en ten westen Gerrit Claesz van Vlooswijck.57

19-5-1644: Elisabeth Cornelis, weduwe van Thomas Ermboutsz, geassisteerd door Jacob Cornelisz en Ermbout Jansz, haar gekozen voogden, en met Claes Claesz, haar zwager, transporteren aan Gijsbert Gerritsz Zael ca. 3 morgen wei- en hooiland in Zegvelderbroek, strekkende van de Beursloot tot de riettuin, belend ten oosten Cornelis van der Mij en ten westen Willem Jansz Camerijck.58

25-4-1646: Gijsbert Gerritsz Zaell, wonende in Zegvelderbroek, voor zichzelf en als man en voogd van Gijsbertje Jan Tonis Bouwensdr, draagt over door donatie inter vivos aan zijn tweede zoon Anthonis Gijsbertsz Sael twee vierde delen van 40 morgen land, door hem als man en voogd van zijn huisvrouw te leen gehouden van het Leenhof van Nijenrode, volgens de leenbrieven van 28-4-1621 en 20-10-1634, tot ondersteuning van hem en Aertge Gerritsdr uit Rietveld, zijn aanstaande bruid. Anthonis Gijsbertsz Zaell accepteert de overgift.59

1-2-1647: Arien Cornelisz, aanstaande bruidegom, geassisteerd door zijn vader Cornelis Aertsz aan de ene, en Annichge Gijsbertsdr, aanstaande bruid, geassisteerd door haar vader Gijsbert Gerritsz Saell aan de andere zijde. Ze zijn voornemens om te trouwen. De bruidegom krijgt van zijn vader 4.000 gulden in rentebrieven en geld boven zijn uitzet. De bruid krijgt van haar vader 3.500 gulden in rentebrieven en geld. Mocht een van beiden overleden zonder dat er kinderen zijn geboren, dan gaat het ingebracht goed terug naar de familie. Mocht de bruidegom dan eerst overlijden, dan mag de bruid 1.000 gulden houden.
Ondertekenaars: Cornelis Ariensz Buijerman, Arien Cornelisz Burman, Ghijsbert Gerritsen Sael, Annichgen Gijsberts Sael en Claes Elbertsz60

Gijsbert Gerritsz Sael, oud-heemraad van het Grote Waterschap van Woerden, is op 18-3-1652 gekozen voogd van Marrichgen Hendricxdr, weduwe van Gijsbert Rutten, wonende te Zegveld, bij de boedelscheiding met haar kinderen.61

21-12-1652: Gijsbert Gerritsz Sael, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, en Gijsbertgen Jansdr, echtelieden, wonende te Zegvelderbroek, testeren. Ze zijn beiden ziek. Op 6-8-1634 hebben ze, uit kracht van het octrooi van het Hof van Utrecht d.d. 15-2-1634, voor schout en schepenen van Zegveld en Zegvelderbroek een testament gepasseerd. Dit testament blijft gelden wat betreft het leenland dat hun zoon Teunis Gijsbertsz Sael bij zijn huwelijkse voorwaarden heeft toegewezen gekregen. Inmiddels zijn de huisvrouwen van hun twee zonen Jan en Teunis Gijsbertsz Sael overleden, beiden kinderen nalatend. Ze hebben allebei nog geen vertichting geregeld. Ze willen niet dat door hun overlijden de boel teveel wordt verdeeld. Ze willen dat hun goederen gaan naar hun zonen, zolang zij in leven zijn, niet naar diens kinderen. Mocht een zoon overlijden, dan hebben diens kinderen recht op een staak.62

1-12-1659: Jan Gijsbertsz Sael, Tonis Gijsbertsz Sael en Jan Jansz Swanicken de jonge, getrouwd met Annichgen Gijsbertsdr Sael, alle kinderen en erfgenamen van za. Gijsbert Gerritsz Sael, in leven gewoond hebbende te Zegvelderbroek, delen de boedel en goederen van hun overleden vader. Jan Gijsbertsz Zael krijgt een hofstede met ca. 9 morgen boomgaard, hennep- en weiland, met een huis, bergen, en schuren, gelegen in Zegvelderbroek, ca. 4 morgen hooiland gelegen in Zegvelderbroek en ca. 2,5 morgen hooiland gelegen in Hoge Zegvelderbroek, door Gijsbert Gerritsz Zael in leven gekocht van Cornelis Hendricksz van Eijck. Jan Jansz Swanicken de jonge als man en voogd van zijn huisvrouw krijgt ca. 7 morgen 1,5 hond boomgaard, hennep- en weiland met berg en schuur, gelegen in Zegvelderbroek, de helft van ca. 8 morgen hooiland gelegen in Zegvelderbroek, waarvan de wederhelft de huisvrouw van voornoemde Jan Jansz Swanicker is aangedeeld als moederlijk goed, brieven en obligaties. Tonis Gijsbertsz Zael krijgt voor zijn deel, behalve de landen die hij al uit de boedel van zijn overleden ouders heeft ontvangen, brieven en obligaties.63

17-2-1665: Jan Gijsbertsz Zael, wonende in Zegvelderbroek, zich sterkmakende voor Teunis Gijsbertsz Zael, zijn broer, en Jan Jansz Swanicken, getrouwd met Annichgen Gisbertsdr Zael, zijn zus, samen kinderen en erfgenamen van Gijsbert Gerritsz Zael, machtigen Ludolph de Wit, procureur bij het Hof van Utrecht, om tegen de kinderen van Herman Tijsz de Rijck geld te ontvangen en kwitantie van zijn ontvangst te passeren.64

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Annichgen Gijsbertsdr Zael, overl. voor 4-3-1679, tr. 1e NG Noorden 24-2-1647 Adriaen Cornelisz Buerman (van Wieringen), jm. van Noorden, overl. voor 10-2-165965, zoon van Cornelis Adriaensz Buerman en Maritgen Jansdr66, tr. 2e NG Noorden 14-4-1659 Jan Jansz Swanicken, weduwnaar van Nellichgen Claes Swanevelt, dochter van Claes Cornelis Wiggertsz en Jannichgen Claesdr Hoogerwerf67.

1-2-1647: Arien Cornelisz, aanstaande bruidegom, geassisteerd door zijn vader Cornelis Aertsz aan de ene, en Annichge Gijsbertsdr, aanstaande bruid, geassisteerd door haar vader Gijsbert Gerritsz Saell aan de andere zijde. Ze zijn voornemens om te trouwen. De bruidegom krijgt van zijn vader 4.000 gulden in rentebrieven en geld boven zijn uitzet. De bruid krijgt van haar vader 3.500 gulden in rentebrieven en geld. Mocht een van beiden overleden zonder dat er kinderen zijn geboren, dan gaat het ingebracht goed terug naar de familie. Mocht de bruidegom dan eerst overlijden, dan mag de bruid 1.000 gulden houden.
Ondertekenaars: Cornelis Ariensz Buijerman, Arien Cornelisz Burman, Ghijsbert Gerritsen Sael, Annichgen Gijsberts Sael en Claes Elbertsz68

16-3-1659: Jan Jansz Swanicken, weduwnaar van Neelichgen Claes, wonende te Noorden, aanstaande bruidegom, aan de ene, en Annichie Gijsberts Sael, weduwe van Adriaen Cornelisz, mede wonende aldaar, aanstaande bruid, aan de andere zijde, stellen huwelijkse voorwaarden op. De bruidegom brengt in 15 morgen land met de helft van een huis gelegen in Oud-Kamerik, een huis staande te Noorden onder Zevenhoven, waar hij in woont, nog 1 morgen weiland gelegen te Noorden onder Nieuwkoop en zijn inboedel en huisraad ter waarde van 400 gulden. De bruidegom heeft broers met namen Jan Jansz Swanicker en Dirck Jansz Swanicker. De bruid brengt in 15 morgen wei- en hooiland met huis, berg en schuur gelegen in drie partijen, 8 morgen op de Vliet, 3 morgen met het huis en 4 morgen in Zegveld, gelegen onder Noorden, Nieuwkoop en Zegveld. Ze brengen daarnaast allebei nog een kapitaal in via rentebrieven en obligaties.69

3-6-1666: Claes Corsz van Beijeren, onze buurman, is schuldig aan Maerten Arijensz Buerman, zoon van Annitgen Gijsberts Zaell, verwekt bij za. Arijen Cornelisz Buerman, 3.400 gulden aan geleend geld ontvangen van Jan Jansz Swanicken, getrouwd met voornoemde Annetgen Gijsberts Saell, en administrateur van de goederen van de kinderen van voornoemde Arijen Cornelisz Buerman. Als onderpand geldt zijn huis met erf en getimmerte, de hennep en het weiland erbij, gelegen in Noorden, strekkende van de Voorwetering tot Gijsbert Cornelisz Calslagen of de oude dijk, belend ten oosten Jan Jansz Swanicken en ten westen de Vliet; nog twee kampen land naast elkaar gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop, strekkende van Arijen Maertensz tot Arijen Maertensz en Michiel Louwen, belend ten oosten Lauris Crijnen en ten westen Gijsbert Cornelisz Calslagen, Jacob Cornelisz Boetekees en de weduwe van Aerd Maertensz; nog een kamp hooiland gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop, strekkende van de Masloot tot de Meije, belend ten oosten Jacob Cornelisz Boetekees en de kinderen van voornoemde Arijen Cornelisz Buerman en ten westen de weduwe van Jan Gertsz Coos; nog een partij hennep- en weiland gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de noordzijde van de Vorendijk tot de Achterweg, belend ten oosten de Bruggevaart of Gijsbert Dircksz Tibbe en ten westen Michiel Louwen; nog een kamp hooiland gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop Buitenweg, strekkende van Arijen Maertensz tot Pieter Cornelisz Baillius, belend ten oosten Gijsbert Jacobsz Tol en ten westen Gijsbert Cornelisz Calslagen.70

30-7-1666: Cornelis Jacobsz schipper, wonende bij de Meije onder Bodegraven, is schuldig aan de twee minderjarige weeskinderen van za. Arijen Cornelisz Buerman, verwekt bij Annetgen Gijsberts, 300 gulden aan geleend geld, ontvangen van Jan Jansz Swanicken, getrouwd met voornoemde Annetgen Gijsberts Saell. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen in het dorp Nieuwkoop, strekkende van de Vorendijk tot de boomgaard van IJsbrand Jansz van Leeuwen, belend ten oosten Anthonis van Wieringen en ten westen Jan Hendricksz en IJsbrant Jansz.71

6-10-1668: Cornelis Maertensz, wonende in het Noordeinde van Nieuwkoop, is schuldig aan Gerrit Arijensz, zoon van Annetgen Gijsbertsdr Zaell, verwekt bij Arijen Cornelisz Buerman, 400 gulden aan geleend geld, ontvangen van Jan Jansz Swanicken, getrouwd met voornoemde Annetgen Gijsberts Zaell en administrateur van de goederen van de kinderen van voornoemde Arijen Cornelisz Buerman. Als onderpand geldt een kampje hooiland van 1 morgen 172 roeden gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop Buitenweg, strekkende van de weduwe van Jan de Rijck tot de weduwe van Jacob Spruijt, belend ten oosten Elbert Fransz van Wieringen en Johan de Vogell en ten westen Willem Jansz Poell en Jan Hendricksz Cruijswijck.72

4-3-1679: Jan Jansz Zwanicken, eerst weduwnaar van Nelligje Claas en laatst van Annitgen Gijsberts Zael, die eerder weduwe was van Arien Cornelisz van Wieringen, aan de ene, Maarten van Wieringen en Gerrit van Wieringen, meerderjarige zonen van voornoemde Arien Cornelisz van Wieringen en Annetgen Gijsberts Zael, Jan Hendricksz Kruijswijk, aangesteld door de baljuw en welgeboren mannen om Gijsje en Jan Jansz Zwanicken, minderjarige kinderen van voornoemde Zwanicken en Annetgen Gijsberts, te helpen bij de deling, aan de andere zijde. Voornoemde Zwanicken en Annetgen Gijsberts Zael zijn getrouwd met huwelijkse voorwaarden op 16-3-1659, waarbij geen sprake was van gemeenschap van goederen. Er zijn nog steeds flinke schulden in de boedel, waardoor er geen geld overblijft als alles wordt geliquideerd. Daarom doet Zwanicken afstand van de boedel en goederen, zodat de vier kinderen zelf de boedel onderling kunnen verdelen. Maarten en Gerrit van Wieringen loten samen een huis en erf met getimmerte met een naastgelegen weiland van ca. 3 morgen gelegen in Noorden, strekkende van de Voorwetering tot Maarten Claasz te Zevenhoven, belend ten oosten Maarten Leendertsz Col en ten westen Maarten van Wieringen c.s.; nog ca. 5 morgen hooiland gelegen in Achttienhoven, strekkende van de Boswetering tot de Oude Meije, belend ten oosten de heer N.N. te Amsterdam en ten westen de kinderen van Bartholomeus van Swanenburg; nog verschilende kampen wei- en hooiland met een akker gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop Binnenweg, ca. 8 morgen groot, waaronder 4 morgen weiland en 4 morgen hooiland, strekkende van de Voorwetering tot de Masloot, belend ten oosten de Vliet en ten westen Gijsbert Crijnen; nog ca. 7 morgen 3 hond weiland met enkele kleine henneptuintjes en een oude wedde gelegen in Lage Broek, strekkende van de Broekerdijk tot de Oude Meije of de vrouwe van Jaarsveld. Ze keren uit aan Gijsje en Jan Swaniken de jonge 260 gulden. Gijsje en Jan Swanicken de jonge krijgen het achterste deel van een huis en erf met een hooiberg en getimmerte met het naastgelegen wei-, hooi- en hennepland, samen ca. 12 morgen groot, gelegen in Oud-Kamerik, strekkende van de weduwe van Pieter de Haens deel van het huis en erf tot de Kamerikerwetering; nog een kamp hooiland gelegen als voren, ca. 3 morgen groot, strekkende van de Kamerikerwetering tot Maarten Claasz, belend ten noorden de heer van Achttienhoven en ten zuiden de weeskinderen van Jan Willem Luijten; nog een kamp hooiland in de Zegvelder Hoge Broek, ca. 8 morgen groot, strekkende van de Slimmenwetering tot de Oude Meije, belend ten oosten Hendrick van Zevenhoven en ten westen de nazaten van de heer Vlooswijk; nog een kamp weiland, ca. 5 hond groot, gelegen in Noorden, strekkende van de Zevenhovense dijk en Cornelis de Snijders weduwe tot Pool Tijsz Focker, belend ten oosten het voornoemde erf en de weduwe van Aert Tijs Crijnen en ten westen Bastiaen Vergeer. Elk kind moet het vierde deel van de schulden en lasten in de boedel voldoen.73

Uit het eerste huwelijk (volgorde onbekend):
1. Maerten Ariensz Buerman (van Wieringen).
2. Gerrit Ariensz Buerman (van Wieringen).
Uit het tweede huwelijk, allen ged. NG te Noorden:
3. Maria Jans Swanicken, ged. 11-1-1660.
4. Gijsje Jans Swanicken, ged. 19-12-1660.
5. Johannes Jansz Swanicken, ged. 1-4-1663 (get. Willemtje Willemsdr).
6. Maria Jans Swanicken, ged. 16-5-1666.
7. Gijsbert Jansz Swanicken, ged. 28-8-1667.
8. Gijsbert Jansz Swanicken, ged. 24-2-1669.
9. Maria Jans Swanicken, ged. 23-11-1670.

2. Jan Gijsbertsz Zael, volgt IVa.
3. Teunis Gijsbertsz Zael, volgt IVb.

IVa. Jan Gijsbertsz Zael, won. te Zegvelderbroek, overl. voor 14-8-1675, tr. Merrichgen Huijgen de Hooch, overl. voor 21-12-1652 (dochter van Huijg Jacobsz de Hooch en Grietgen Jansdr).

Genoemd als weerbare man in 1639 in Zegvelderbroek.74

21-12-1652: Gijsbert Gerritsz Sael en Gijsbertgen Jansdr, wonende te Zegvelderbroek, testeren. Inmiddels zijn de huisvrouwen van hun twee zonen Jan en Teunis Gijsbertsz Sael overleden, beiden kinderen nalatend. Ze hebben allebei nog geen vertichting geregeld. Hun goederen gaan naar hun zonen, zolang zij in leven zijn, niet naar diens kinderen. Mocht een zoon overlijden, dan hebben diens kinderen recht op een staak.75

11-3-1657: Jan Ghijsbertsz Zaell, weduwnaar van Merrichgen Huijgen d’Hooch, aan de ene, en Huijch Jacobsz d’Hooch als grootvader en voogd van Jacob Jansz Zaell en Geertgen Jans Zael, onmondige kinderen, verwekt bij voornoemde Jan Ghijsbertsz Zaell, aan de andere zijde, komen tot een uitkoop van de moederlijke erfenis van de kinderen. De kinderen krijgen voor hun deel elk 1.000 gulden als ze 18 jaar oud zijn. Jan Ghijsbertsz Zaell zal zijn kinderen opvoeden en onderhouden. De kinderen krijgen nog de kleding en het zilverwerk dat van hun moeder was.76

8-2-1658: Gerrit Baltensz, wonende te Zegveld, verkoopt aan Jan Gijsbertsz Saell, wonende in Zegvelderbroek, een weertje land met heen-, wei- en hooiland, te verongelden voor 5 morgen, gelegen in Zegveld, strekkende van de dijk tot de Oude Meije, belend ten oosten Cornelis Poolen Griffioen en ten westen Claes Claesz Hoogerwerff te Kamerik. De koopsom is 3.900 gulden.77

1-12-1659: Jan Gijsbertsz Sael, Tonis Gijsbertsz Sael en Jan Jansz Swanicken de jonge, getrouwd met Annichgen Gijsbertsdr Sael, alle kinderen en erfgenamen van za. Gijsbert Gerritsz Sael, in leven gewoond hebbende te Zegvelderbroek, delen de boedel en goederen van hun overleden vader. Jan Gijsbertsz Zael krijgt een hofstede met ca. 9 morgen boomgaard, hennep- en weiland, met een huis, bergen, en schuren, gelegen in Zegvelderbroek, ca. 4 morgen hooiland gelegen in Zegvelderbroek en ca. 2,5 morgen hooiland gelegen in Hoge Zegvelderbroek, door Gijsbert Gerritsz Zael in leven gekocht van Cornelis Hendricksz van Eijck.78

29-5-1660: Gerrit Baltensz Bosch, wonende te Zegveld, na vertoon van kwitantie d.d. 27-2-1658, transporteert aan Jan Ghijsbertsz Zael een weertje hennep-, hooi- en weiland te verongelden voor 5 morgen.79

25-9-1660: Maerten Gijsbertsz, wonende te Zegveld, en Jan Gijsbertsz Zael als voogd van de onmondige kinderen van voornoemde Maerten Gijsbertsz, verwekt bij Grietien Cornelis, transporteren aan Marcelis Harmansz van Boeckholt een huis en erve aan de Zegvelder Meije, strekkende van Anthonis Jansz Spruijt tot de Diepe Meije, belend ten oosten Peter Sijmonsz van Staveren en ten westen Claes Philipsz.80

1-12-1661: Cornelis Cornelisz Griffioen verhuurt aan Jan Gijsbertsz Zaell een hofstede gelegen in Kamerik-Mijzijde van ca. 17 morgen land en 5 morgen hooiland gelegen in Kamerik Staten Gerecht voor de duur van zes jaar voor 630 gulden per jaar.81

17-1-1663: Cornelis Jacobsz en Jan Jacobsz, broers, wonende in Zegvelderbroek, verkopen aan Jan Gijsbertsz Zaell, mede wonende aldaar, een perceel hennep- en weiland te verongelden voor 1,5 morgen met twee huisjes, de verkopers aanbestorven van hun overleden vader, belend ten oosten de koper zelf, ten westen Cornelis Jan Luijten als bruiker, ten noorden de koper en ten zuiden de Haakwetering. De koopsom is 1.665 gulden.82

27-4-1664: Jan Jacobsz, ook zich sterkmakende voor zijn broer Cornelis Jacobsz, wonende in Zegvelderbroek, met vertoon van een kwitantie d.d. 7-2-1663, transporteert aan Jan Ghijsbertsz Zael een perceel hennep- en weiland te verongelden voor 1,5 morgen.83

7-6-1664: Dirck Emmericx van Ruijtenbeeck verkoopt aan Jan Gijsbertsz Zael, wonende in Zegvelderbroek, een perceel hooiland gelegen in Zegvelderbroek van 10 morgen 2 hond min 14 roeden groot, belend ten oosten Willem Sijmonsz bruiker, ten westen Joost Martensz c.s., strekkende van de koper tot de weduwe van Jan Hendricksz. De koopsom is 5.200 gulden.84

17-2-1665: Jan Gijsbertsz Zael, wonende in Zegvelderbroek, zich sterkmakende voor Teunis Gijsbertsz Zael, zijn broer, en Jan Jansz Swanicken, getrouwd met Annichgen Gisbertsdr Zael, zijn zus, samen kinderen en erfgenamen van Gijsbert Gerritsz Zael, machtigen Ludolph de Wit, procureur bij het Hof van Utrecht, om tegen de kinderen van Herman Tijsz de Rijck geld te ontvangen en kwitantie van zijn ontvangst te passeren.85

28-4-1665: Jan Gijsbertsz Zael, wonende in Zegvelderbroek, en Jan Joosten Liesvelt, wonende in Zegveld, machtigen de heer Werkhoven, procureur bij het Hof van Holland, in het proces tegen Dirck Emmericx van Ruijgenbeeck.86

18-6-1665: Joost Gerritsz van Liesvelt, wonende te Zegveld, stelt zich borg voor Jan Joosten van Liesvelt, wonende te Zegveld, en Jan Gijsbertsz Zael, wonende te Zegvelderbroek, in de proces tegen Dirck Emmericx van Ruijtenbeeck voor het Hof van Utrecht.87

21-5-1667: Pieter Huijgen de Hooch, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, wonende te Zegveld, aan de ene, en Jan Gijsbertsz Zaell als vader en voogd van zijn twee kinderen, met namen Jacob Jansz en Geertgen Jans Zaell, verwekt bij Merrichgen Huijgen de Hooch, zijn overleden vrouw, die een zus was van voornoemde Pieter Huijgen de Hooch, samen kinderen en erfgenamen van za. Huijch Jacobsz de Hooch, hadden nog ongedeeld de boedel en goederen van hun vader en schoonvader in bezit. Boedelscheiding. Pieter Huijgen de Hooch neemt alle schulden in de boedel op zich. Uit de 32 morgen land die Huijch Jacobsz de Hooch heeft nagelaten krijgt hij 10 morgen land. Pieter Huijgen de Hooch krijgt nog eens 2 morgen land, waartegen Jan Gijsbertsz Saell voor zijn kinderen alle dieren en het bouw- en melkgereedschap krijgt. De overige 20 morgen met huis en verder getimmerte hebben ze gedeeld. Jan Gijsbertsz Saell heeft bij zijn huwelijk het huwelijks goed ontvangen, wat niet gold voor Pieter Huijgen de Hooch. Als compensatie krijgt hij van Jan Gijsbertsz alle dieren en het bouw- en melkgereedschap.88

22-5-1667: Jan Gijsbertsz Zaell, als vader en voogd van zijn twee kinderen met namen Jacob Jansz en Geertgen Jans Zaell, verwekt bij Merrichgen Huijgen de Hooch, die een dochter was van za. Huijch Jacobsz de Hooch, overleden te Zegveld, verkoopt aan Pieter Huijgen de Hooch, zijn zwager en oom van de kinderen, 10 morgen land met de helft van het getimmerte, gelegen in een hofstede van 32 morgen land in Zegveld, waarvan de andere landen eigendom zijn van voornoemde Pieter Huijgen. De koopsom is 7.000 gulden.89

3-7-1667: Jan Ghijsbertsz Zaell, wonende in dit gerecht, als vader en voogd van Jacob en Geertgen Jans Zaell, verwekt bij Merrichgien Huijgen d’Hooch, na vertoon van een kwitantie d.d. 25-5-1667, transporteert aan Pieter Huijgen de Hooch, zijn zwager, 10 morgen land uit de boedel van hun overleden grootvader Huijch Jacobsz d’Hooch en Grietgien Jans, hun grootmoeder.90

1-6-1669: De heer Gerardus d’Leeuw, met procuratie voor het gerecht van de stad Amersfoort gepasseerd op 18-12-1668, als curator van de desolate boedel van Diderick Emmericx van Ruijtenbeeck, transporteert aan Jan Ghijsbertsz Zael een perceel hooiland gelegen in Zegvelderbroek, ca. 10 morgen 160 roeden groot, belend ten oosten Willem Sijmonsz bruiker, ten westen Joost Maertensz c.s., strekkende van de koper tot de weduwe van Jan Hendricxsz.91

29-4-1671: Baltus Aertsz Verlaen jongman, wonende te Teckop, geassisteerd door Aert Gerritsz Verlaen, zijn vader, en Gerrit Baltensz Bosch, zijn oom, mitsgaders Cornelis Willemsz, zijn zwager, aanstaande bruidegom, aan de ene, en Geertgen Jans Zael, jonge dochter van Zegvelderbroek, geassisteerd door Jan Gijsbertsz Zael, haar vader, aanstaande bruid, aan de andere zijde. De bruidegom brengt in de goederen uit zijn moederlijke erfenis. De bruid brengt 4.000 gulden in uit de erfenis van haar moeder en grootouders. Geen gemeenschap van goederen.92

2-5-1677: Jacob Janssen Sael, meerderjarige zoon van Jan Gijsbertsz Sael, voor zichzelf, en Roemert Cornelisz Schuijlenburgh getrouwd met Geertge Jans Sael, met wie hij kinderen heeft, zijn schuldig aan juffr. Elisabeth van Nes wonende te Woerden, 1.300 gulden vanwege het casseren van een obligatie op 25-5-1672 door Jan Gijsbertsz Zael, hun vader en schoonvader, gepasseerd. Als onderpand geldt een huis en erf met bergen, een schuur en getimmerte en ca. 10,5 morgen wei- en hennepland, gelegen in Zegvelderbroek, strekkende van Cornelis Jansz Outhuijsen tot de erfgenamen van Neeltge Dircxs Groenescheij, belend ten oosten de landen van de Prins van Oranje en ten westen voornoemde Outhuijsen als bruiker; nog 4 morgen hooiland gelegen als voren, strekkende van de Broekerwetering tot de erfgenamen van Willem Dirck Huijgen, belend ten oosten Jan Willemsz Outslooth als bruiker en ten westen de erfgenamen van mr. Willem Meijer; nog 2,5 morgen hooiland gelegen in Hoge Zegvelderbroek, strekkende van de Broekerwetering tot Geertge Cornelis van Eijck, belend ten oosten Phillips Cornelisz als bruiker en ten westen juffr. de Graeff; nog 11 morgen hooi- en weiland gelegen als voren, strekkende van de Beursloot tot Jan Jansz de Jonge als bruiker, belend ten oosten de landen van de Prins van Oranje en ten westen de erfgenamen van Neeltge Dircxs Groenescheij; nog op 5 morgen weiland gelegen in Zegveld, strekkende van de Zegvelderwetering tot de Oude Meije, belend ten oosten Gijsbert Griffioen en ten westen Maerten Jansz den Boer.93

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Geertgen Jansdr Zael, won. te Teckop, overl. voor 3-5-1683, otr. 1e gerecht Zegveld 30-4-1671 (o.s.) Baltus Aertsz Verlaen, jm. van Teckop, overl. voor 15-2-1674, zoon van Aert Gerritsz Verlaen en N.n. Baltensdr Bosch, tr. 2e 1674 Romert Cornelisz Schuijlenburch, zoon van Cornelis Jansz Schuijlenburch en Neeltgen Romerts94,95. Hij tr. 1e 10-9-167096 Metgen Crijnen Verlaen, verm. dochter van Crijn Gerritsz Verlaen en Merrichgien Chielen Spruijt97, en 3e Margareta Cornelis.

29-4-1671: Baltus Aertsz Verlaen jongman, wonende te Teckop, geassisteerd door Aert Gerritsz Verlaen, zijn vader, en Gerrit Baltensz Bosch, zijn oom, mitsgaders Cornelis Willemsz, zijn zwager, aanstaande bruidegom, aan de ene, en Geertgen Jans Zael, jonge dochter van Zegvelderbroek, geassisteerd door Jan Gijsbertsz Zael, haar vader, aanstaande bruid, aan de andere zijde. De bruidegom brengt in de goederen uit zijn moederlijke erfenis. De bruid brengt 4.000 gulden in uit de erfenis van haar moeder en grootouders. Geen gemeenschap van goederen.98

15-2-1674: Romert Cornelisz Schuijlenburgh, weduwnaar van Metgen Quirijnen Verlaen, wonende te Kamerik-Mijzijde, aanstaande bruidegom, aan de ene, en Geertgen Jansdr Zael, weduwe van Baltus Aerts Verlaen, wonende in Teckop, geassisteerd door Antonis Gijsbertsz Zael, haar oom en gekozen voogd, en Jacob Jansz Zael, haar broer, aan de andere zijde, treden in het huwelijk. De bruidegom en bruid brengen in alle goederen beschreven in de specificatie. Geen gemeenschap van goederen.99

3-9-1674: Romert Cornelisz Schuijlenburgh en Geertje Jansdr Zaell, echtelieden, wonende te Teckop, testeren. Hij benoemt tot erfgenaam zijn vrouw Geertgen Jansdr Zael. Zij benoemt tot erfgenamen haar man Romert Cornelisz Schuijlenburch en haar voorkind Gerrighje Baltus Verlaen, verwekt bij Baltus Aertsz Verlaen.100

14-8-1675: Roemert Cornelisz Schuijlenburgh, voor zichzelf en als man en voogd van Geertgen Jans Sael, met wie hij kinderen heeft, is schuldig aan sr. Adriaen van Sant, burger en koopman in Utrecht, 800 gulden. Als onderpand geldt een stuk land die zijn vrouw op 11-2-1675 door scheiding tussen de comparant en de mede-erfgenamen van Jan Gijsbertsz Sael, zijn overleden schoonvader, ten deel is gevallen.101

3-5-1683: Romert Cornelisz Schuijlenburch, weduwnaar van Geertgen Jans Zaell, aan de ene, en Jacob Jansz Zaell als oom van moederskant van Gerritgen Baltens Verlaen, verwekt bij Balten Aertsz Verlaen en voornoemde Geertgen Jans Zaell, eerst echtelieden, en Gerrit Cornelisz Schuijlenburch als oom van vaderskant van Cornelis en Metgen Romerts Schuijlenburch, verwekt bij voornoemde Geertgen Jans Zael, aan de andere zijde, zijn na de inventarisatie van de boedel gekomen tot een uitkoop van de kinderen. De comparant behoudt alle goederen in de boedel, inclusief de schulden. Hij keert uit aan de drie kinderen als ze mondig worden of trouwen elk een derde deel van 400 gulden. Van de rente zal de comparant de drie kinderen opvoeden en onderhouden.102

30-3-1686: Jacob Janssen Zaell, voor zichzelf, en Roomert Cornelisz Schuijlenburgh, weduwnaar en boedelhouder van Geertjen Jans Zaell, beiden voogden van Cornelis en Metgen Romerts Schuijlenburgh, nagelaten minderjarige kinderen van voornoemde Geertjen Jans Zael en Roomert Cornelisz Schuijlenburgh, transporteren aan juffr. Christian van der Straten, weduwe van dr. Elbert Homell, een perceel wei-, hooi- en hennepland van ca. 10 morgen 160 roeden groot, gelegen in Zegvelderbroek, belend ten oosten de Prins van Oranje en ten westen dr. Michael Mosch, strekkende van Cornelis Jansz Outhuijsen tot de weduwe van Jan Hendricksz.103

Uit het eerste huwelijk:
1. Gerrigje Balten Verlaen.
Uit het tweede huwelijk (volgorde onbekend):
2. Cornelis Romertsz Schuijlenburch.
3. Metgen Romerts Schuijlenburch.
4. Joannes Romertsz Schuijlenburch, ged. RK Woerden 14-10-1679 (get. Gritie Cornelis).
5. Nicolaa Romertsz Schuijlenburch, ged. RK Woerden 16-2-1693 (get. Neeltie Cornelis).

2. Jacob Jansz Zael, overl. tussen 30-3-1686 en 20-5-1689.

9-6-1675: Jacob Jansz Zael, jm. wonende in Zegvelderbroek, machtigt Johan Freser, schout van Kamerik en Zegveld, om uit zijn naam voor het Hof van Utrecht het request te presenteren i.v.m. de uitkoop van zijn vaderlijke erfdeel met Romert Cornelisz Schuijlenburch, getrouwd met Geertje Jansdr Zael, zijn zus, met assistentie van twee van zijn ooms “vermits hij compt. in het versz. contract verre over de helft vermeijnt verhort te sijn”.104

1-5-1676: Jacob Jansz Saell en Roemert Cornelisz Schuijlenburch als man en voogd van Geertgen Jans Saell, erfgenamen van za. Jan Gijsbertsz Saell en Marrichien Huijgen de Hooch, hun overleden ouders, in leven wonende te Zegvelderbroek. In de oorlog waren alle dieren door soldaten meegenomen en hun ouders huis voor een gedeelte geruïneerd. Er is dus veel geld nodig om alle onkosten te betalen, het huis te repareren, nieuwe dieren te kopen en het land te cultiveren. Om te voorkomen dat het land ongecultiveerd zou blijven, wilde de heer Johan Theodoor van Alckemade hen 1.800 gulden lenen met 6,25% rente. Dat was heel vriendelijk, want andere geldschieters vroegen 8% of meer aan rente. Ze wilden de heer Van Alckemade 200 gulden en een vierendeel boter geven, maar de volle rente blijven betalen.105

20-5-1689: Condities waaronder in het openbaar zijn verkocht door Joan van der Pant, schout van Kamerik-Mijzijde, de nagelaten goederen van za. Jacob Janssen Zael om daaraan voorgeschoten geld te verhalen.106

IVb. Teunis Gijsbertsz Zael, won. te Kamerik-Mijzijde (1654) en Portengen (1662), tr. 1e Aertgen Gerritsdr Geestdorp, overl. voor 7-10-1654 (dochter van Gerrit Philipsz Geestdorp en Marichgen Luijten), tr. 2e Maria Huijgen van Westerheuvel (Huijg Cornelisz van Westerheuvel en Trijntgen Cornelisdr van Veen). Zij tr. 1e Jan Dircksen Maenendach.

7-10-1654: Compareerde Thonis Gijsbertsz Saal als getrouwt hebbende Marrichgien Huijgens wede. van Jan Dircksen Maenendach ende constitueerde Achtevelt in omnibus ad lites in communi forma.107

20-10-1654: Cornelis Luijten, Hendrick Ariensz, getrouwd met Aeltgen Luijten, Willem Dircxsz, getrouwd met Geertgen Luijten, Marichgen Luijten, weduwe van Gerrit Philipsz Geestdorp, en Dirckien Luijten, weduwe van Aert Phillipsz Geestdorp, zijnde beide weduwen geassisteerd door hun voornoemde broer en gecoren voogd Cornelis Luijten, mitsgaders Jan Albertsz, vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij de Annichgen Luijten, zijn overleden vrouw, alle kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Marrichgen Dircxdr, die weduwe was van Luijt Cornelisz, hun overleden moeder en grootmoeder. Ze hebben op 01-11-1653 met elkaar de boedel gedeeld. Cornelis Luijten: 2 morgen land in de Indijk, strekkende van over de Beudijkerdijk tot het land van Reijer Bastiaensz Kemp, belend ten oosten de kinderen van Nijs Cornelisz Grootenhuijs als bruiker en ten westen Pieter Albertsz van Wieringen. Hendrick Ariensz: ca. 3 morgen land mede in de Indijk “de Horncamp”, belend ten westen en noorden de Gerverscopdijk, ten oosten de weduwe van Dirck Willemsz aan den Putcop en ten zuiden de halver Breudijker molensloot. Jan Albertsz: een huis en erf te Woerden op de Bleijenhoek, strekkende van de straat tot het erf van Wilburchgen Dirck Jonge Jansdr weduwe, ten zuiden Gijsbert Dieloffsz en ten noorden Cornelis Quirijnen met hun huizen en erven, tevens een obligatie. Willem Dircxsz: , Marichgen en Dirckien Luijten: obligaties en geld. De boedel is zo goed als mogelijk is gelijk verdeeld. De akte is door iedereen ondertekend, behalve door Marichgen Luijten. Zij is na de boedelscheiding overleden, waardoor in haar plaats Tonis van Hooff, getrouwd met Sweertgen Gerritsdr Geestdorp, en Tonis Gijsbertsz Sael, vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij Aertgen Gerritsdr Geestdorp, zijn overleden vrouw, deze akte hebben ondertekend.108

27-10-1654: Antonis van Hooff, man en voogd van Sweertgen Gerritsdr Geestdorp, en Tonis Gijsbertsz Sael, vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij Aertgen Gerritsdr Geestdorp, samen met Cornelis Luijten en Philips Jansz Geestdorp, oud-burgermeester van Woerden, mede-voogden van de voornoemde nagelaten kinderen van Aertgen Gerritsdr Geestdorp, kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van de overleden Marrichgen Luijten, die weduwe was van Gerrit Phillipsz Geestdorp, hebben verkocht aan Jan Maertensz Verlaen en Fijchgen Teunisdr, echtelieden, wonende te Kamerik, een flink aantal roerende goederen (dieren, gereedschap, huisraad), afkomstig uit de hofstede Het Ooievaarsnest gelegen op Rietveld, evenals 100 pond kaas. De koopsom is 6.025 gulden, te betalen in 3.600 gulden contant geld in 1654 en de rest in 1655. Dit alles met de voorwaarde dat de kopers de hofstede en de landen mogen huren. Maerten Gerritsz Verlaen, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, stelt zich borg. Op 08-12-1654 heeft Jan Maertensz Verlaen aan Tonis van Hooff en Teunis Gijsbertsz Sael 1.600 gulden betaald, als onderdeel van de koopsom.109

23-12-1654: Anthonis Gijsbertsz Saell, wonende in Kamerik-Mijzijde, testeert uit kracht van een octrooi door de heer baron Van Wittenhorst als bezitter van het Leenhof van Nijenrode. Hij leent twee keer 10 morgen, twee vierde delen van 40 morgen land, gelegen in Kamerik-Mijzijde, van het Huis Nijenrode. Hij benoemt tot zijn erfgenamen zijn kinderen die hij heeft gekregen bij Aertgen Gerrits van ‘t Ooievaarsnest, zijn overleden huisvrouw, en de kinderen die hij met zijn huidige huisvrouw Maria Huijgen van Westerheuvel zal krijgen.110

10-01-1656: Antonis van Hooff, man en voogd van Sweertgen Gerritsdr Geestdorp, dochter en mede-erfgenaam van Marichgen Luijten, die weduwe was van Gerrit Phillipsz Geestdorp, aan de ene, en Teunis Gijsbertsz Zael, vader en voogd van Gerrit en Belichge, zijn onmondige kinderen verwekt bij Aertgen Gerritsdr Geestdorp, die mede een dochter was van voornoemde Marichgen Luijten, en daarom mede-erfgenamen, mitsgaders Cornelis Luijten als oom en Philips Jansz Geestdorp, oud-burgermeester van Woerden, en Jan Albertsz, samen naast voornoemde Teunis Gijsbertsz Zael voogden van de voornoemde twee weeskinderen, aan de andere zijde. Zij hebben de boedel, die Marichgen Luijten heeft nagelaten, gescheiden in twee gelijke delen. Anthonis van Hooff: ca. 2 morgen land in het Tournoysveld onder Woerden, belend ten oosten Willem Huijgensz van der Geer, ten westen de Greft, strekkende van het land van voornoemde Vergeer af tot Cornelis Polen Griffioen; nog ca. 3 morgen 4,5 hond land op ‘s-Gravensloot, belend ten oosten en westen de erfgenamen van Jan Dircxsz Schuijlenburch, strekkende uit de halve sloot van het oude land tot aan de Gelderse Kade toe; nog obligaties en rente ter waarde van 9.353 gulden. De kinderen van Aertgen Gerritsdr Geestdorp: ca. 3,5 morgen in de Houdijk op Blochoven, belend ten oosten het Convent van Oudwijk, ten westen Gerrit Jansz Geestdorp, strekkende uit de Kamerijker wetering tot aan het land van de erfgenamen van Herman Corsz; nog ca. 2 morgen 2 hond land op de Breeveld, gemeen met de 2 morgen 2 hond van Dirckgen Luijten, de tante van de voornoemde kinderen, belend in het geheel ten oosten Hugo Verweij, schout van de Lange Ruige Weide, en ten westen de erfgenamen van Dirck Cornelisz Vermij, strekkende volgens de brieven; nog obligaties en uitstaande schulden 1900 gulden met 76 gulden rente tot een totaal bedrag van 9.353 gulden 4 stuivers.111

Gerrit Jansz Geestdorp bruikt 27 morgen 240 roeden (A t/m K) en Gijsbert Jansz Geestdorp 10 morgen 155 roeden (L t/m N) van het convent van Oudwijk te Utrecht.112 De kinderen van Aertgen Gerritsdr Geestdorp erven van Marichgen Luijten o.a. een stuk land in de Houdijk. Dat lag waarschijnlijk dichtbij het land in de afbeelding.

13-9-1662: Anthonis Gijsbertsz Sael en Merrichje Huijgen van Westerhuvel, echtelieden, wonende in Portengen, testeren. Ze prelegateren aan zijn oudste zoon 50 gulden in plaats van zijn voordeel. Mocht zijn oudste zoon dat niet genoeg vinden, dan heeft de zoon alleen recht op de naake, legitieme portie. Ze benoemen tot hun erfgenamen zijn gezamenlijke kinderen in gelijke delen. De oudste zoon of leenvolger krijgt 25 gulden eens.113

28-11-1664: Antonis van Hooff, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, man en voogd van Sweertgen Gerritsdr Geestdorp, voor zichzelf, en als aangetrouwde oom en mede-voogd van Gerrit Teunisz Zael en Belichgen Tonisdr Zael, nagelaten kinderen van Aertgen Gerritsdr Geestdorp, mitsgaders Tonis Gijsbertsz Zael, vader, en Jan Albertsz, oud-waarsman van het voornoemde waterschap, wonende te Kamerik, samen mede-voogden van de voornoemde Gerrit en Belichgen Tonisz Zael, samen erfgenamen van Marichgen Luijten, die in haar leven weduwe was van Gerrit Philipsz Geestdorp. Ze hebben machtig gemaakt Ludolph de Wit, procureur voor het Hof van Utrecht, in een zaak tegen de kinderen en erfgenamen van Crijn Pietersz Cassenaer, overleden in de Houtdijken. Crijn Pietersz Cassenaer en Cornelis Luijten, ook overleden, waren samen 800 gulden schuldig aan Marichgen Luijten, elk de helft. De erfgenamen van Cornelis Luijten hebben inmiddels het bedrag afgelost. De bedoeling is dat er beslag wordt gelegd op de nagelaten goederen van Crijn Pietersz Cassenaer.114

24-12-1664: Antonis Gijsbertsz Sael, wonende in Portengen, testeert. Als eerste approbeert hij de testamentaire dispositie die hij met zijn huisvrouw Merrichgen Huijgen van Westerheuvel op 13-9-1662 bij notaris Gijsbert van Bijlevelt en getuigen te Utrecht had gepasseerd. Hij heeft aan zijn twee voorkinderen, gekregen in zijn voorgaande huwelijk met Aertgen Gerritsdr Geestdorp, zijn overleden huisvrouw, verkocht een hofstede met ca. 20 morgen land gelegen in Kamerik-Mijzijde. De intentie was dat de kinderen uit zijn tweede huwelijk met Merrichgen Huijgen van Westerheuvel zijn hofstede en landen in Portengen zouden erven. Hij bepaalt dat de kinderen uit zijn tweede huwelijk zullen behouden de helft van de hofstede met 24 morgen land, in het bezit van de comparant, gelegen in Portengen met huis, berg, schuur en getimmerte. De nakinderen moeten dan voor iedere morgen 720 gulden in de gezamenlijke boedel brengen. Zijn voorkinderen hebben geen rechten op de hofstede en landen in Portengen. Op 13-11-1669 is dit testament gerevoceerd.115

13-11-1669: Anthonis Gijsbertsz Sael, wonende in Portengen, revoceert het testament dat hij op 24-12-1664 voor notaris Gerard van Gorcum en getuigen te Woerden heeft gepasseerd.116

20-11-1669: Tonis Gijsbertsz Sael en Marrichgen Huijgen van Westerheuvel, echtelieden, wonende in Portengen testeren. Volgens de huwelijkse voorwaarden voor notaris Cornelis van Vechten zouden ze een specificatie maken van de ingebrachte goederen. Tot nu toe hadden ze dat nog niet gedaan. Tonis Gijsbertsz had in het huwelijk gebracht 4.000 gulden die hij nog in bezit had na de uitkoop van zijn twee voorkinderen. Marrichgen Huijgen van Westerheuvel bracht in 4.000 gulden met daarnaast nog kleding en juwelen. Tijdens hun huwelijk zijn ze verschillende bedragen aanbestorven. Thonis Gijsbertsz kreeg 2.000 gulden uit de erfenis van zijn moeder Gijsgen Jans en 5.900 gulden uit de erfenis van zijn vader Gijsbert Gerritsz Sael. Marrichgen Huijgen kreeg 1.400 gulden uit de erfenis van haar vader Huijch Crelisz van Westerveld, 1.375 gulden van haar moeder Trijntgen Crelis van Veen, 375 gulden van de kinderen van haar broer Peter Huijgen van Westervelt, 1.250 gulden van haar broer Jacob Huijgen en nog 70 gulden van haar oom Jacob Crelisz Veen.117

16-3-1676: Cornelis Willemsz Spengen, man en voogd van Grietien Aerts Verlaen, Gerrit van Vueren getrouwd met Aeltgen Aerts Verlaen en Willem Jansen Schuijlenburg als voogd naast Antonis Gijsbertsen Zael van Gerrighje Baltens Verlaen, nagelaten dochter van Baltus Aertsen Verlaen, kinderen en kleinkinderen van Aert Gerritsen Verlaen, verkopen aan mr. Hubert van Gorcum advocaat een legaat van 400 gulden, die Maerten Gerritsen Verlaen aan Aert Gerritsz Verlaen had gelegateerd, en de boedels van goederen van Hendrick Gerritsen Verlaen en Willem Jansen Zegveldt (roerende en onroerende goederen, rentebrieven, obligaties, acties en cediten) zoals het door hen in 1673 is nagelaten. Alles samen 800 gulden, elk voor een derde deel.118

27-6-1677: Pieter Doene Hooghlant, wonende tot Delft, getrouwd met Chrijntge Dircx, voor een zevende deel, Cornelis Cornelisz Veen, voor zichzelf en zich sterkmakende voor Arij Jansz van Meurs, idem voor de vijf kinderen van Leendert Adriaensz Vergouw, de drie kinderen van Jacob Baltensz van der Ruijt en de twee kinderen van Cornelis Pietersz van Veen, ook voor een zevende deel, Cornelis Cornelisz Westenheuvel, wonende in Zoeterwoude, voor zichzelf en zich sterkmakende voor Leendert Huijgen, wonende te Langelaar over Rijn, Dirck Huijgen, wonende in Diemermeer, Teunis Gijsbertsz Zael, getrouwd met Maertgen Heugen Westenheul, wonende in Portengen in het Sticht van Utrecht, Jacob Heijndericxsz, getrouwd geweest met Annetgen Huijgen Westerheuvel in Westbroek in het voornoemde Sticht, ook voor een zevende deel, Jan Adamsz Nieuwenbroeck, wonende in ‘s-Gravenhage, voor zichzelf en vervangende Dirck Adamsz Nieuwenbroeck en Leendert Adamsz Nieuwenbroeck, ook aldaar, en het nagelaten weeskind van Cornelis Adamsz Nieuwenbroeck, wonende te Nootdorp, Maritgen Adams van Nieuwenbroeck, wonende te Veur, ook voor een zevende deel, eigenaars van 2 morgen 3 hond land. Ze verkopen aan Cors Sijmonsz Meurs, wonende te Voorburg, Heijnderick Ariensz Veen en Pieter Pietersz Veen, ook wonende aldaar, samen vier derde [= zevende] delen in 2 morgen 3 hond land genaamd Spijt van Backhuijs, gelegen in het Rodenrijs onder Berkel, waarvan de kopers het resterende deel bezitten, strekkende van de Rodenrijseweg en Nanningh Sijmons tot Leendert Jansz van Alphen, belend ten zuiden voornoemde Van Alphen en ten noorden de Tempelse uitweg. De koopsom is 600 gulden.119

6-11-1692: Cornelis Thijsz Groenevelt, getrouwd met Leuntje Thonis Sael, die een dochter en mede-erfgenaam is van Anthonis Gijsbertsz Sael en Marrigjen Huijgen van Westerheuvel, haar overleden ouders, mitsgaders een mede-erfgenaam van haar overleden zus Gijsbertje Thonis Sael, aan de ene, en Jan Elbertsz de Jongh, getrouwd met Belichje Thonis Sael, eerder weduwe van Samuel de Back en naderhand van Jan Petit, aan de andere zijde, zijn tot een akkoord gekomen. De tweede comparant zal aan de eerste comparant betalen 200 gulden ter voldoening van een vijfde deel uit de helft van een hoofdsom van 2.050 gulden, onderdeel van een plecht van 3.600 gulden gevestigd op een hofstede met 24 morgen land gelegen in Portengen, waarvan de eigenaar ds. Thomas Bubbenius is. De 200 gulden is ook ter voldoening van meerdere erfenissen.120

Uit het eerste huwelijk (volgorde onbekend):
1. Gerrit Tonisz Zael, overl. na 5-6-1690121.
2. Belichgen Tonis Zael, jm. won. te Woerden, overl. na 7-4-1701122, tr. 1e stadstrouw Rotterdam 2-10-1674 Samuel de Bacq, jm. van Rotterdam, begr. Rotterdam 14-11-1675, zoon van Jacobus de Back en Helena Adriaensdr Hartevelt123, tr. 2e Jan Petit, tr. 3e voor 9-3-1686124 Jan Elbertsz de Jongh, zoon van Elbert Claesz de Jongh en Aeffgen Sijmons125.
Uit het tweede huwelijk (volgorde onbekend):
3. Gijsbertje Tonis Zael, overl. voor 6-11-1692.
4. Leuntje Thonis Zael, tr. 1e Cornelis Thijsz Groenevelt, zoon van Thijs Jansz Groenevelt126, tr. 2e voor 23-11-1696127 Gerrit Willemsz ten Oever128, overl. 12-11-1722.

IIIe. Neeltgen Gerritsdr, won. Zegveld, tr. Claes Elbertsz van der Wiel, hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden (1648)129, won. te Zegveld.

29-4-1637: Cornelis Sijmonsz Hoochburch, wonende te Hoorn en Huijbert Jansz, wonende te Amsterdam, transporteren aan Claes Elbertsz de helft van 21 morgen land in twee percelen, de een 11,5 morgen in Zegvelderbroek en de andere 9,5 morgen in Zegveld, met nog de helft van een huis, berg en schuur staande op de 9,5 morgen land, waarvan de wederhelft al in het bezit is van Claes Elbertsz. De 11,5 morgen is strekkende van de Haakwetering tot de Diepe Meije, belend ten oosten Willem Hendricxsz en ten westen Elbert Sijmonsz c.s.; de 9,5 morgen land is strekkende van de Zegvelderwetering tot de Oude Meije, belend ten noorden Gerrit Ghijsbertsz Saells erfgenamen en ten zuiden mr. Steven te Amsterdam.130

Genoemd in 1639 als weerbare man in Zegveld.131

15-4-1643: Claes Elbertsz, schepen van Zegveld, en Neeltje Gerijtsdr, echtelieden, testeren. Ze wijzen de langstlevende de lijftocht toe van al hun goederen.132

14-11-1645: Claes Elbertsz en Neeltge Gerritsdr, echtelieden, wonende in Zegveld, testeren. Alle voorgaande testamenten worden tenietgedaan, met uitzondering van het testament van 15-4-1643 voor deze notaris en getuigen. Ze benoemen tot erfgenamen de kinderen van Hillichje Claes, hun dochter, nu huisvrouw van Cornelis Henrixsz Zael, voor de ene helft, en de kinderen van Geertge Claes, hun andere dochter, nu huisvrouw van Tonis Jansz Spruijt, voor de andere helft, waarbij hun dochters het lijftocht krijgen van de goederen bij het overlijden van hun man.133

10-2-1647 (o.s.): Willem Heijndricksz Stehouwer, wonende te Zegveld, voor zichzelf en vervangende zijn broers en zussen, gezamenlijke erfgenamen van za. Merrichgen Willems, hun moeder, weduwe van Heijndrick Gijsbertsz, overleden te Zegveld, verkoopt aan Claes Elbertsz, wonende te Zegveld, 10 morgen land gelegen in Zegveld, strekkende van de Zegvelderwetering tot de Oude Meije, belend ten oosten de weduwe van haar Jacob Bicker en ten westen Joost Gerritsz. De koopsom is 5.000 gulden.134

5-7-1651: Claes Elbertsz van der Wiel, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, consenteert aan Marten Gijsbertsz, wonende aan de Zegvelder Meije, heet gebruik van een zodde met het gemenelandskade gelegen aan het einde van ca. 11,5 morgen land van Claes Elbertsz, strekkende dit land van de Haakwetering tot de Diepe Meije, de zodde gelegen over de kade. Marten Gijsbertsz en zijn nakomelingen mogen ten eeuwige dagen de zodde gebruiken, er profijt van trekken en er op timmeren, maar de grond blijft eigendom van Claes Elbertsz.135

3-7-1655 (o.s.): Claes Elbertsz van der Wiell, oud-hoogheemraad van het Grote Waterschap van Woerden, vanwege zijn hoge ouderdom en de zwakheid van zijn lichaam niet meer in staat om zijn landerijen in Zegveld goed te beheren, geeft zijn landen over aan zijn twee kinderen, met namen Cornelis Heijndricksz Saell als man en voogd van Hillichgen Claesdr van der Wiell en Tonis Jansz Spruijt, getrouwd met Geertgen Claesdr van der Wiell. Het betreft 11 morgen 3 hond land in Zegvelderbroek, 10 morgen land in Zegveld genaamd Het Lege Weer, 9 morgen 3 hond land in Zegveld waar het huis op staat waarin Claes Elbertsz woont, en nog 8 morgen 4 hond land met een leeg huis in Zegveld. Cornelis Heijndricksz Saell en Tonis Jansz Spruijt nemen deze landen aan. Claes Elbertsz van der Wiell mag de rest van zijn leven blijven wonen in de kamer. Hij krijgt van zijn schoonzonen elk jaar 700 gulden uitgekeerd. Cornelis Heijndricksz Saell valt ten deel de 8 morgen 4 hond land met het lege huis in Zegveld en de 10 morgen land in Zegveld. De 11 morgen 3 hond land in Zegvelderbroek op de Hoge Broek en de 9 morgen 3 hond land in Zegveld met het huis van Claes Elbertsz vallen toe aan Tonis Jansz Spruijt.136

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Hillichgen Claesdr van der Wiel, overl. voor 18-3-1672, tr. Cornelis Hendricxsz Zael, overl. voor 6-6-1677137, zoon van Hendrick Philipsz Zael138.

7-10-1661 (o.s.): Aeltgen Jans Schuijlenburch, weduwe van Gijsbert Philipsz, wonende te Oud-Kamerik, geassisteerd door Franck Laurusz van Loenersloot, schout van ‘s-Gravensloot, aan de ene, Dirck, Jan, Philips en Jan Gijsbertsz de jonge, broers, en Brechgen Gijsbertsdr, geassisteerd door Cornelis Heijndricksz Saell, Dirck Willemsz als man en voogd van Grietgen Gijsberts, nog Grietgen Gijsberts de jongste en Merrichgen Gijsberts, samen moeder, broers, zussen en zwager, verkopen aan Cornelis Gijsbertsz, hun zoon, broer en zwager, een aantal dieren, gereedschap, e.d. Hij betaalt hiervoor 5.000 gulden.139

In de akte hierboven worden alle kinderen van Gijsbert Philipsz Zael genoemd. Hij heeft twee zoons met de naam Jan Gijsbertsz Zael, doorgaans aangeduid met de oude en de jonge, die vaak voor verwarring zorgen met de Jan Gijsbertsz Zael uit deze familie.

20-5-1668: Cornelis, Pooll, Adriaen en Philips Hendricxsz Zaell, broers, voor henzelf, mitsgaders Thomas Dircxsz Poelman, mede voor zichzelf, hen sterkmakende voor de kinderen van hun overleden zussen, transporteren aan Hendrick en Cornelis Maertensz, broers, 2 morgen 1,5 hond hooiland gelegen in Oud-Kamerik, gemeen met nog 1,5 hond huurland, strekkende van de landscheiding westwaarts tot de Greft, belend ten zuiden de gemeente- of Houtkade van kamerik-Mijzijde en ten noorden Johan Leechburch c.s. Hendrick en Cornelisz Maertensz verdelen het land onderling.140

12-6-1669: Cornelis Henricksz Zael en Hillichie Claes, echtelieden, wonende te Zegveld, testeren. De langstlevende krijgt de lijftocht van alle goederen. Mocht Marrichie Cornelis, hun jongste dochter, ongetrouwd blijven, dan krijgt ze 500 gulden. Dit prelegaat vervalt als ze toch trouwt. Tot erfgenamen benoemen ze hun kinderen Thijs Cornelisz, Geertie Cornelis, Cornelia Cornelis, Aelbert Cornelisz, Gerrit Cornelisz en voornoemde Marrichie Cornelis. Hierbij moet rekening gehouden worden met wat de kinderen bij hun huwelijk hebben ontvangen. Uitsluiting van de weeskamer.141

18-3-1672: Cornelis Heijndricksz Zaell, oud-hoogheemraad ‘s lands en Grote Waterschap van Woerden, wonende in Zegveld, weduwnaar van Hillichgen Claesdr van der Wiell, aan de ene, en Thijs Cornelisz Saell, Pieter Ariensz Verburch als man en voogd van Geertge Cornelis Zaell, Cornelia Cornelis Zaell, Elbert Cornelisz Saell en Gerrit Cornelisz Zaell, mitsgaders Philips Heijndricksz Zaell, wonende te Woerden, oom en  geassumeerde voogd van Merrichgen Cornelis Zaell, nog minderjarig, allen kinderen van voornoemde Hillichgen Claes van der Wiell, verwekt bij Cornelis Heijndricksz Saell, aan de andere zijde, komen tot een uitkoop van hun moederlijke goed. Ze hebben de kleding van hun moeder ontvangen. De vader mag alle goederen houden, waartegen hij elk kind 1.000 gulden uitkeert.142

17-5-1672: Cornelis Hendrickse Zael, oud-hoogheemraad van ‘s lands en Grote Waterschap van Woerden, was op 18-3-1672 met zijn kinderen, verwekt bij Hillichgen Claesdr van der Wiell, zijn overleden huisvrouw, gekomen tot een uitkoop van de moederlijke erfenis van zijn kinderen. Pieter Ariensz Verburgh, getrouwd met Geertgen Cornelis Zaell, was aanbedeeld de helft van ca. 3,5 morgen land gelegen in Zegveld, belend ten oosten Jannighie Gerrit Zaell en ten westen Aert Jansz Geesdorp, met de rechten volgens het transport gepasseerd op 6-5-1654. Cornelis Hendrickse Zael doet afstand van al zijn rechten op het land.143

Uit dit huwelijk (volgorde onbekend):
1. Thijs Cornelisz Zael, won. te Zwammerdam (1664), Aarlanderveen (1668) en Rijpwetering (1675), tr. 1e voor 26-10-1664144 Lijsbeth Pieters Noordwijck, overl. voor 30-5-1671145, dochter van Pieter Sijmonsz en Maritgen Jans146, tr. 2e voor 9-5-1675147 Reijmpje Thonis van Sijp, dochter van Thonis Cornelisz van Sijp en Pietertgen Pietersdr.
2. Geertgen Cornelis Zael, tr. Pieter Ariensz Verburch, zoon van Arien Meertensz148. Hij tr. 2e gerecht Rietveld en de Bree 11-2-1677 Neeltge Barents van Leeuwen, jd.
3. Cornelia Cornelis Zael, tr. voor 27-11-1681 Jan Leendertsz Verkade, zoon van Leendert Jacobsz Verkade en Neeltje Cornelis ’t Lam149. Hij tr. 2e voor 8-2-1687 Cornelia Jansdr van Greuningen150.
4. Elbert Cornelisz Zael, won. te Noord-Waddinxveen (1687), tr. 1e Barber Sijmonsdr van Tol, dochter van Sijmon Ewoutsz van Tol en Margareta Willemsdr van Leeuwen151, tr. gerecht Reeuwijk 2-6-1687 2e Maria Jans van Leeuwen, dochter van Jan Aertsz van Leeuwen.
5. Gerrit Cornelisz Zael, overl. na 26-11-1690152.
6. Merrichgen Cornelis Zael.

2. Geertgen Claesdr van der Wiel, tr. Thonis Jansz Spruijt.

Op 5-5-1676 transporteren Cornelis, Cornelia, Neeltgen, Grietien en Claesien Anthonis Spruijt, kinderen van de overleden Teunis Jansz Spruijt en Pietertge Claes, ca. 11,5 morgen gelegen in Zegvelderbroek, strekkende van de Haakwetering tot de Diepe Meije, belend ten noorden Jacob Jansz Koppert c.s. en ten zuiden Jacob Jansz Zael c.s.153 Het is mogelijk dat er Geertgen Claes had moeten staan in plaats van Pietertgen Claes. Teunis Jansz Spruijt heeft mogelijk deze 11,5 morgen gekregen van zijn schoonvader Claes Elbertsz van der Wiel.

AFKORTINGEN
AHR: Archief Hoogheemraadschap Rijnland
ELO: Erfgoed Leiden e.o.
GAAR: Gemeentearchief Alphen aan den Rijn
HUA: Het Utrechts Archief
OV: Ons Voorgeslacht
RHCRL: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard
SAR: Stadsarchief Rotterdam

NOTEN

1 Historisch Leiden in Kaart en HUA, Hof van Utrecht 227-2, 26-4-1558 (scan 226/400).
2 Manualen van ontvangst van de bisschopspacht.
3 Oudschildgeld Zegveld 1536 en 1599.
4 HUA, Hof van Utrecht 188-11 (scan 60/653).
5 Als noot 3.
6 HUA, Hof van Utrecht 233-2 (scan 512/607).
7 AHR, A-4297.
8 OV, Trouwboek Linschoten 1615-1811 (G.W. Brouwer-Verheijen).
9 RHCRL, wk Woerden 3, fol. 332 (FS scan 383/443).
10 Zie voor de aktes onder IIIb.
11 HUA, Hof van Utrecht 233-2 (scan 502/607).
12 HUA, ona Utrecht 56, aktenr. 26 (scan 50/131).
13 HUA, Hof van Utrecht 233-3 (scan 160/1012).
14 RHCRL, ora Reeuwijk 4, fol. 168, 12-6-1632 (FS scan 325/665).
15 GAAR, ora Zwammerdam 19, fol. 268v (FS scan 284/645).
16 GAAR, ora Zwammerdam 19, fol. 272 (FS scan 287/645).
17 Als noot 2.
18 Als noot 3.
19 GAAR, wk Alphen 2, aktenr. 73 (FS scan 248/492).
20 Ibidem, aktenr. 76 (FS scan 250/492).
21 GAAR, ora Alphen 4, fol. 164v en 166, 2-4-1613 (517/593).
22 GAAR, wk Alphen 2, aktenr. 103 (FS scan 280/492).
23 Ibidem, aktenr. 102 (FS scan 280/492).
24 GAAR, ora Alphen 5, fol. 75 (FS scan 81/647).
25 GAAR, wk Alphen 3, aktenr. 1 (FS scan 310/492).
26 Ibidem, aktenr. 26 (FS scan 359/492).
27 Ibidem, aktenr. 43 (FS scan 401/492).
28 GAAR, ora Alphen 6, fol. 204 (FS scan 354/647).
29 GAAR, ora Alphen 8, fol. 40v (FS scan 497/647).
30 GAAR, ora Alphen 9, fol. 48v (FS scan 602/647).
31 OV, Repertorium op de lenen van de hofstad Poelgeest te Koudekerk.
32 Als noot 3.
33 RHCRL, ora Reeuwijk 7, fol. 243 (FS scan 353/598).
34 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 61A.
35 Ibidem, aktenr. 262.
36 RHCRL, ora Zegveld 2374, aktenr. 28.
37 RHCRL, ora Zegveld 2374, aktenr. 61.
38 RHCRL, ora Zegveld 2375, aktenr. 38.
39 RHCRL, ora Zegveld 2377, aktenr. 42, 16-12-1680.
40 Ibidem, aktenr. 88.
41 HUA, ona Utrecht 608, aktenr. 231.
42 RHCRL, ona Woerden 8544, aktenr. 20.
43 RHCRL, ora Zegveld 2397, aktenr. 3B.
44 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 261.
45 RHCRL, ora Zegveld 2377, aktenr. 20.
46 RHCRL, ona Woerden 8543, aktenr. 3, 10-4-1661. De familie Ouwenbroer uit Kamerik wordt Zael.
47 RHCRL, ona Woerden 8540, aktenr. 61, 11-8-1658.
48 RHCRL, ora Zegveld 2374, aktenr. 23.
49 RHCRL, wk Bodegraven 2, fol. 28, 6-2-1641 (FS scan 36/519).
50 Als noot 15, voor de hele akte.
51 Als noot 16, voor de hele akte.
52 RHCRL, wk Bodegraven 2, fol. 43 (FS scan 56/519).
53 Zie het genealogische artikel De familie Brunt met wortels in Bodegraven en Willeskop.
54 HUA, Huis Nijenrode te Breukelen 8, fol. 55v (scan 66).
55 Als noot 13.
56 Zegveld – Weerbare mannen 1639.
57 RHCRL, ora Zegveld 2375, aktenr. 31.
58 Ibidem, aktenr. 32.
59 HUA, ona Utrecht 260, aktenr. 36.
60 RHCRL, ona Woerden 8508, aktenr. 16.
61 RHCRL, ona Woerden 8534, aktenr. 41.
62 RHCRL, ona Woerden 8534, aktenr. 70.
63 RHCRL, ona Woerden 8541, aktenr. 94.
64 RHCRL, ona Woerden 8547, aktenr. 22.
65 ELO, ora Nieuwkoop en Noorden 66, fol. 6 (FS scan 12/659): Arijen Cornelisz Buermans wede. is belender.
66 ELO, ora Nieuwkoop en Noorden 64, fol. 45, 7-10-1647 (FS scan 52/605): Cornelis Ariensz Buijerman en Maritgen Jans worden genoemd als belenders.
67 RHCRL, ona Woerden 8513, aktenr. 80, 19-1-1654.
68 Als noot 60.
69 HUA, ona Utrecht 409, aktenr. 14.
70 ELO, ora Nieuwkoop en Noorden 67, fol. 62 (FS scan 360/659).
71 Ibidem, fol. 71v (FS scan 371/659).
72 ELO, ora Nieuwkoop en Noorden 67, fol. 167 (FS scan 469/659).
73 ELO, ora Nieuwkoop en Noorden 68, fol. 220 (FS scan 235/555).
74 Als noot 56.
75 Als noot 62.
76 RCHRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 14.
77 RHCRL, ona Woerden 8515, aktenr. 21.
78 Als noot 63.
79 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 58.
80 Als noot 34.
81 RHCRL, ona Woerden 8518, aktenr. 92.
82 RHCRL, ona Woerden 8515, aktenr. 118.
83 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 95.
84 RHCRL, ona Woerden 8546, aktenr. 61.
85 Als noot 64.
86 RHCRL, ona Woerden 8547, aktenr. 31.
87 Ibidem, aktenr. 41.
88 RHCRL, ona Woerden 8522, aktenr. 30.
89 RHCRL, ona Woerden 8516, aktenr. 20.
90 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 117.
91 Ibidem, aktenr. 150.
92 RHCRL, ona Kamerik 931, aktenr. 45.
93 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 236.
94 RHCRL, ona Woerden 8506-II, aktenr. 66, 22-7-1661
95 RHCRL, ora Kamerik en de Houtdijken 980, aktenr. 58, 13-5-1669.
96 RHCRL, ona Kamerik 931, aktenr. 22, 6-12-1670.
97 RHCRL, ora Harmelen 718, fol. 133, 7-9-1693. Metgen wordt niet genoemd, omdat ze kinderloos is overleden.
98 Als noot 92.
99 RHCRL, ona Woerden 8551, aktenr. 8.
100 Ibidem, aktenr. 56.
101 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 211.
102 RHCRL, ona Woerden 8554, aktenr. 2.
103 RHCRL, ora Zegveld 2377, aktenr. 116.
104 RHCRL, ona Woerden 8551, aktenr. 123.
105 HUA, ona Utrecht 362, aktenr. 38.
106 RHCRL, ora Zegveld 2397, aktenr. 27.
107 HUA, Hof van Utrecht 236-1 (scan 620/1089).
108 RHCRL, ona Woerden 8536, aktenr. 130.
109 Ibidem, aktenr. 132.
110 HUA, ona Utrecht 352, aktenr. 97.
111 RHCRL, ona Woerden 8538, aktenr. 2.
112 HUA, Sint Stevensabij van Benedictinessen te Oudwijk bij Utrecht 78, fol. 49 (scan 29/50).
113 HUA, ona Utrecht 452, aktenr. 148.
114 RHCRL, ona Woerden 8546, aktenr. 92.
115 Ibidem, aktenr. 29.
116 HUA, ona Utrecht 633, aktenr. 85.
117 HUA, ona Utrecht 633, aktenr. 87.
118 RHCRL, ona Woerden 8551, aktenr. 158.
119 SAR, ora Berkel 94, fol. 65 (FS scan 74/394).
120 HUA, ona Utrecht 794, aktenr. 103.
121 RHCRL, ora Woerden 51, fol. 132. Het betreft een vierde deel van 7 morgen in Laag-Breeveld. Op 7-4-1701 verkoopt Beelitje Zaal haar vierde deel van dit land.
122 HUA, ona Utrecht 1083, aktenr. 12, 30-3-1701 en RHCRL, ora Woerden 53, fol. 1.
123 SAR, ona Rotterdam 922, aktenr. 254. Hillegond wordt op 10-11-1654 Remonstrants gedoopt te Rotterdam als dochter van Jacobus de Back en Helena Hartevelt. Jacobus en Helena trouwen Stadstrouw Rotterdam 9-5-1628.
124 RHCRL, ona Woerden 8554, aktenr. 83.
125 HUA, ona Utrecht 645, aktenr. 48, 22-11-1675.
126 RHCRL, ora Kamerik en de Houtdijken 981, aktenr. 76, 9-5-1690 (o.s.).
127 Ibidem, aktenr. 195.
128 RHCRL, ona Kamerik 932, aktenr. 19, 13-11-1722. Gerit Willemsz ten Oever is laatst weduwnaar van Pleuntje Tonisdr Zaal.
129 RHCRL, ona Woerden 8509, aktenr. 78, 26-6-1648.
130 RHCRL, ora Zegveld 2374, aktenr. 55 en 67.
131 Als noot 56.
132 HUA, ona Utrecht 257, aktenr. 33.
133 HUA, ona Utrecht 259, aktenr. 103.
134 RHCRL, ona Woerden 8514, aktenr. 61.
135 RHCRL, ona Woerden 8533, aktenr. 63.
136 RHCRL, ona Woerden 8520, aktenr. 17.
137 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 245. Belending van de nazaten van Cornelis Hendricxsz Sael.
138 RHCRL, ona Woerden 8534, aktenr. 1, 12-1-1652.
139 RHCRL, ona Woerden 8515, aktenr. 104.
140 RHCRL, ora Kamerik en de Houtdijken 980, aktenr. 41.
141 HUA, ona Utrecht 583, aktenr. 47.
142 RHCRL, ona Woerden 8513, aktenr. 145.
143 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 181.
144 ELO, ona Leiden 418, aktenr. 175, 26-10-1664 (pagina 327/385).
145 ELO, ona Leiden 1116, aktenr. 27 (pagina 44/175).
146 GAAR, ora Aarlanderveen 64, fol. 136v, 6-6-1668 (FS scan 324/553).
147 ELO, ora Alkemade 86, fol. 190v (FS scan 199/517).
148 RHCRL, ona Woerden 8513, aktenr. 101, 28-1-1659.
149 ELO, ona Leiden 1356, aktenr. 126 (pagina 196/207).
150 ELO, ona Leiden 1362, aktenr. 12 (pagina 98/394).
151 GAAR, ora Alphen 26, fol. 53, 29-6-1695 (FS scan 63/547).
152 Gerrit Cornelisse Sael is doopgetuige bij de doop Anna, dochter van Elbert Cornelisse Sael, RK Reeuwijk.
153 RHCRL, ora Zegveld 2376, aktenr. 224. 

Laatste update:
20 oktober 2024: Enkele aktes toegevoegd en tekstuele wijzigingen aangebracht.
17 oktober 2024: Onder Jannichgen Gerritsdr Zael: Lijsbet Jacobsdr is niet hertrouwd met Jacob Ariensz Fockert.