Oudschildgeld - Nederkwartier 1685
Het register van het oudschildgeld is te vinden in het archief van Het Utrechts Archief:
HUA, Inventaris van de archieven van de financiële instellingen van de landsheer 1529-1581 en van daarop volgende gewestelijke besturen (toegangsnr. 37), inv.nr. 1678.
Het archiefstuk is gedateerd op 1685, maar samengesteld in 1686. Tussen blokhaken staat het folionummer waarop de inschrijving te vinden is in inv.nr. 1675 (1536 en 1599).
Reijerskop Creuningens gerecht
Reijerscop St. Peters gerecht
Hermelerweert
Harmelen ende Haanwijk
Gerverscop ende Breudijk Naaltwijcx geregt
Gerverscoop van der Meulens gerecht
Cockengen Lockhorst
Cockengen en Spengen
Gieltgensdorp
Vleuten der heeren geregt van Oudemunster t’Utregt
Themaat Melis Uittenengs geregt, nu Egmont van de Nijenburch
[Bestand 9, fol. 5]
Reijerskop Creuningens gerecht
[Fol. 18] Adriaan van Rijswijk in den Hage, aght mergen lants, bruijckt Jacob Hermansen, s’jaars om xxij k. gls. facit x oudschilt xx sts.
Nu eijgenaarsse juffrouw Margareta Albouts ende bruijcker Dirck Willemsz.
Nu eijgenaars Christoffel Leder ende Adriaan van Dam ider voorde helfte, bruijcker van ‘t geheel den gemelten van Dam.
Die heeren van den Dom t’Utregt, drie mergen lants, bruijkt Jacob Gerritsz Keijser, s’jaars om iij oudschilt.
Den eijgendom blijft, ende burijckt nu Cors Huijbertsz.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Frederick Lauwen.
Den abt van St. Pauls t’Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Willem Jansen s’jaars om xix k. gls. facit ix oudschilt ij sts.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Jansz Gansvanger.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Gerrit Hermansen van Breuckelen.
[Bestand 10, fol. 5v]
t’Convent vanden Daal, seven mergen lants, bruijkt Cors Willemsen, den mergen s’jaars lv stuijvers facit ix oudschilt vij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Willem Jansen.
Den eijgendom blijft, bruijckers Cornelis Dircksen van Bijlevelt, ende de weduwe van Sweer Dircksen.
[Fol. 18 verso] Nogh de bekeerde zusteren t’Utrecht, acht mergen lants ende vijff hont, bruijkt Cors voors. s’jaars om xx k. gls. facit ix oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Cornelis Jansen.
Den eijgendom blijft ende nu bruijcker Splinter Evertsz van Rossum.
[Fol. 6]
Nogh Marijcken Peter Ponssoens weduwe ter Goude, ses mergen lants, bruijckt Cors voors. s’jaars den hoop om v k. gul. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu den eijgendom aande bekeerde zusteren, bruijcker Cornelis Jansen.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker den voorn. Splinter van Rossum.
Nogh mijn vrouw van der Haaren in Brabant off haar naecommers, derdehalff mergen lants, bruijkt Cors voors. s’jaars den mergen om xxx sts. facit j oudschilt xxxiij st.
Nu eijgenaar de heer van Montfoort, bruijcker Dirck Willemsen.
Nu eijgenaars Gerrit Jansen Hollaar, ende juffr. Ducq, bruijcker den voorn. Hollaar.
[Bestand 11, fol. 6v]
[Fol. 19] Nogh St. Bartholomeus Gasthuijs t’Utrecht twee mergen drie hont lants, bruijckt Cors voors. ‘sjaars den hoop om iiij k. gul. facit ij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Jansen.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Jansen Hollaar.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Henrick Claassen des jaars om viij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Cornelisz de Leeuw.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijker Gerrit Hermansen van Breuckelen.
Nogh Willem Bor van Amerongen, twee mergen lants, bruijckt Henrick voors. s’jaars om ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaars van eene mergen de kinderen van jonr. Berent Proeijs, heer van Hogeland, ende nu bruijcker Adriaan Huijbertsz, ende van den ander mergen nu eijgenaar Justus Leeghburgh secretaris, ende nu bruijcker Gerrit Dircksen van de Horst.
[Fol. 7]
[Fol. 19 verso] Nogh bruijckt Henrick voors. ses mergen lants hem selver toebehorende, bij eede des jaars de mergen om iij k. gls. facit viij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker voorde een helft vande voors. twee ende ses mergen Cornelis Jansen Gansvanger, ende voorde ander helfte eijgenaar ende bruijcker Jelis Daamsz.
Nu eijgenaars van den helfte sijnde drie mergen de kinderen van jonr. Proeijs voors., ende nu bruijcker Adriaan Huijbertsz, ende nu eijgenaar vande andere drie mergen Justus Leegburg secretaris, ende nu bruijcker Gerrid Dircksen van de Horst.
Nogh Pons Joostensz, vier mergen lants, bruijckt Henrick voors. s’jaars om iiij oudschilt.
Nu eijgenaar Jan van Resant, ende bruijcker Jacob Cornelisz Keijser.
Nu eijgenaars de pottmrs. van St. Jacob, ende nu bruijcker Pieter Cornelisz Hartsprongh.
[Bestand 12, fol. 7v]
Die heeren vanden Dom t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Loeff Pelgrumsen s’jaars om xij goude guldens facit viij oudschilt.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster, ende nu bruijcker Gerrit Hermansen van Breuckelen.
Nogh die heeren voors., twaalff mergen lants, bruijckt Loeff voors. den mergen om 3 k. gls. facit xvij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaars den heeren van Oudemunster, ende nu bruijcker Thonis Leendertsen.
[Fol. 20] Harman van Raveswaaij, ses mergen lants, bruijckt Henrick Jansen s’jaars om xix k. gls. x sts. facit ix oudschilt xij sts.
Nu eijgenaarse de weduwe van mr. Hendrick van Cuijck, bruijcker Peter Cornelisz.
Nu eijgenaarse Maria van Schaijck, ende nu bruijcker Gerrit Dircksen van de Horst.
[Fol. 8]
Nogh de kerck van Ste. Geertruijd t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Henrick voors. s’jaars den mergen iij k. gls. v sts. facit iiij oudschilt xxvij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Peter Cornelisz.
Nu eijgenaarse als boven, bruijcker als voren.
Philips Morren erffgenamen, vij mergen lants, bruijckt Jan Zijbertsz s’jaars om xxiij k. gls. facit x oudschilt xl sts.
Nu eijgenaar Jan van Resant, ende bruijcker van vijff mergen Jacob Cornelisz Keijser, ende van twee mergen de voors. Jan van Resant, ende Jacob Petersen bruijckers.
Nu eijgenaars de potmrs. van St. Jacob, ende nu bruijcker Peter Cornelisz Hartsprongh.
[Bestand 13, fol. 8v]
[Fol. 20 verso] t’Convent van Ste. Catharijnen t’Utrecht met haar medewerckers, anderhalff mergen lants, bruijckt Cornelis Claas Daamsz s’jaars den mergen om xxx sts. facit j oudschilt iij sts.
Eijgenaars t’convent van Ste. Catharinen, ende den Heijligen Geest tot Montfoort, ende bruijcker Huibert Huijgens.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Gerrit Henricksen Roelen in Cattenbroeck.
Nogh bruijckt Cornelis voors. anderhalff mergen lants, hem selven toebehorende, den mergen bij eede om ij k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar den Heijligen Geest tot Montfoort, ende Huijbert voors. bruijcker.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker uts.
t’Convent van Ste. Catharinen t’Utrecht negen mergen lants, bruijckt Adriaan Gerritsz, den mergen s’jaars om xxxiiij sts. facit vij oudschilt xij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Dirk Gerritsz van drie mergen, Jan Holler van twee mergen, Dirck Petersz van twee mergen, ende Thonis Holler van twee mergen.
Nu eijgenaar van twee mergen de heer State Schadé, ende bruijcker Jan Gerritsz van den Hoeck, nu eijgenaar Adriaan Cornelisz Hollaar van twee mergen ende oock bruijcker, nu eijgenaar ende bruijcker van twee mergen Gerrit Jacobsz Hollaar, het voors. convent blijft den eijgendom van drie mergen, ende bruijcker Gerrit Dirck Gerritse weduwe op Mastwijk.
[Fol. 9]
Nogh het voors. convent, drie mergen lants, bruijckt Simon Woutersz de mergen s’jaars om xix sts. facit j oudschilt xv sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Otto Jansen.
Nu eijgenaar do. Michiel Mos ende nu bruijcker Gerebert Gerritsz.
[Fol. 21] Nogh t’convent voors., drie mergen lants, bruijckt Aart Aartsz de mergen s’jaars om xxxv stuijvers facit ij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaan Jansen.
Nu eijgenaars de heeren Schadé ende Benthum, bruijcker Gerrit Gerritse op de Heemstede.
[Bestand 14, fol. 9v]
Nogh het voors. convent, vier mergen lants, bruijckt Agniesje Steven Aartsz s’jaars den mergen om xxxv sts. facit iij oudschilt xiiij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Adriaan Jansz voors.
Nu eijgenaar van j5 mergen den heer Schadé ende Benthum, ende nu bruijcker Gerrit Gerritsz op de Heemstede, ende van j5 mergen blijft den eijgendom aan’t voors. convent, ende nu bruijcker Gijsbert Gerritsz van Attevelt, nogh blijft den eijgendom van eene mergen aan het convent voors., ende nu bruijcker Jan Petersen.
Lambertgen Aartsz Schinckels weduwe, bruijckt twee mergen anderhalff hond lants, haar selven toebehorende de mergen s’jaars om ij k. gls. facit ij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar Tristant, ende bruijcker Thonis Hollaar.
Nu eijgenaar Jacob Gerritsz Hollaar, mitsgrs. als bruijcker.
[Fol. 10]
Nogh het convent van Ste. Catrijnen voornt. anderhalff mergen lants, bruijckt Willem Gijsbertsz s’jaars om drie k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Meertensz.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Leendert Gijsbertsz.
[Fol. 21 verso] Nogh den heer van Creuningen, dardehalff mergen lants, bruijckt Willem voors. den mergen s’jaars om xxxv sts. facit ij oudschilt iij sts.
Nu den deecken van St. Peter eijgenaar, bruijcker Cornelis Willemsz van der Hoeff.
Nu eijgenaar jonr. Willem van den Burgh, ende nu bruijcker Aart Petersen.
[Bestand 15, fol. 10v]
Nogh het convent van St. Catharinen, drie mergen lants, bruijckt Peter Petersz des jaars om iij oudschilt.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Simon Henricksen Roelen.
Claas Mattheusz t’Utrecht, twee mergen een hond lants, bruijckt Joost Woutersz s’jaars den mergen om iij k. gls. facit iij oudschilt ix sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers Elbert Elbertsz, ende Evert Woutersen elcx voorde helft.
Nu eijgenaar ende bruijcker Adriaan Jansen van Dam.
Nogh het convent van Ste. Catharinen voors. negen mergen lants, bruijckt Wouter Hermansen s’jaars om xviij phls. gls. facit x oudschilt xxx sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker van drie mergen Joris Melisz ende van ses mergen Joris Dircxen den Grooten.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker van drie mergen Jan Petersz, ende van ses mergen de weduwe van Jacob Claasen den ouden.
[Fol. 11]
[Fol. 22] Nogh het convent van Soest, vier mergen lants, bruijckt Wouter voors. s’jaars om x k. gls. facit iiij out schilt xxxij st.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Jan Gerritsz.
Nu eijgenaars t’convent ofte comptoir van den Gebeneficieerde goederen binnen Utrecht, ende nu bruijcker Gijsbert Woutersen Knaap.
Den abt van St. Pauls t’Utrecht, twaalff mergen lants, bruijckt Gerrit Gerritsz s’jaars om xxiiij k. gls. facit xj oudschilt xviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Frederick Thijssen.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Willemsz.
[Bestand 16, fol. 11v]
Nogh Melis Uittenengh, seven mergen lants, bruijct Gerrit voors. s’jaars om xiiij k. gls. een stop botteren a xxxv sts. facit vij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar jonr. Lambert van Bueren, ende bruijcker Gijsbert Willemsen, ende Henrick Jansen elcx de helft.
Nu eijgenaar van dardehalff mergen Peter Leeghburgh notaris, bruijcker Gerrit Breborst, van iij5 mergen eijgenaarsse de weduwe van Arien Eersten Kuijff als mede bruijckersse, nogh van eene mergen eijgenaarsse ende bruijckersse Grietjen Eersten Pauws kinderen.
Nogh die kerck van St. Jacobs t’Utrecht, j5 mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om vj k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Claas Dircksen.
Nu eijgenaars ende bruijckers de kinderen van Grietjen Eersten Pauw.
[Fol. 22 verso] Nogh het convent van Ste. Catharinen tot Utrecht, dardehalff mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om xxxv sts. de mergen facit ij oudschilt iij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansen.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijckster de weduwe van Arien Eersten Kuijff.
[Fol. 12]
Nogh bruijckt Gerrit voors. vierdehalff mergen lants hem selven toebehorende, bij eede de mergen s’jaars om ij k. gls. facit iij oudschilt xiij sts.
Nu eijgenaar jonr. Godert de Coninck, ende bruijcker Hendrick Jansen.
Nu eijgenaar de heer Harman van Welle, bruijker Gerrit de Cramer tot Harmelen.
Gerrit Petersen, wonende in Gerverskop, bruijckt derdehalff mergen lants, hem selver toebehorende s’jaars om ij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar jonr. Godert de Coninck, ende bruijcker Hendrick Jansen voors.
Nu eijgenaar ende bruijker als vooren.
[Bestand 17, fol. 12v]
Die heeren vanden Dom t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Jacob Geerlofsz s’jaars om ij gouden gls. facit j oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar Willem Vereem blijcker, ende nu bruijcker Aart Petersz op Mastwijck.
[Fol. 23] Nogh Hieronimus scholaster t’Antwerpen, seventien mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars om xvij oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Frederick van Bueren, ende bruijcker Gijsbert Cornelisz.
Nu eijgenaar den heer van Zuijdoort, ende nu bruijcker Gijsbert Gerritsz van Toll.
Nogh die vrouw van Haren t’Antwerpen off haar nacommers, twee mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars den mergen om xxxij sts. facit j oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar den heere van Montfoort, ende bruijcker Gijsbert Cornelisz.
Nu eijgenaar Adriaan van Dam, ende bruijckt Marrighje Wouters Knaap.
[Fol. 13]
Nogh bruijckt Jacob voors. twee mergen lants, hem selven toebehorende, bij eede de mergen om ij k. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaars Jan Gerritsz ende Gijsbert Cornelisz, ende bruijcker Gijsbert Cornelisz.
Nu eijgenaar ende bruijcker als boven.
Die heeren vanden Dom t’Utrecht, ix mergen lants, bruijckt Willem Willemsz s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Gerritsz.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijkster de weduwe van Bastiaan Martensen.
[Fol. 23 verso] Nogh die heeren van Oudemunster t’Utrecht, dartien mergen lants, bruijckt Willem voors., de vijff mergen … oudschilt, ende die aght mergen twee phls. gls. facit xiiij oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Gerritsz.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijkster van vijff mergen de weduwe van Bastiaan Maartense ende van drie mergen Jacob Gerritsz Hollaar, item vande vordere 5 mergen Willem Claasen den ouden.
[Bestand 18, fol. 13v]
Nogh bruijckt Willem voors. een mergen lants, hem selven toebehorende, bij eede s’jaars om xl stuijvers.
Nu eijgenaarsse de weduwe van Dirck Gijsen, ende bruijcker Cornelis Dircksen.
Nu eijgenaar het Capittel van Oudemunster, ende bruijckt de weduwe van Bastiaan Martensz.
Die heeren van Ste Marrien t’Utrecht, tien mergen lants, bruijckt Cornelis Jacobsz s’jaars om xiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Thonis Petersz voorn.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Willem Claasen den ouden.
Nogh Huijgh Foeijt t’Utrecht, dardehalff mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om x k. gls. facit iiij oudschilt xxxij sts.
Nu eijgenaar Johan van Resant, bruijker Thonis Petersz.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem Claasen den ouden.
[Fol. 14]
[Fol. 24] Nogh Henrick van Davens kinderen, twee mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om x k. gls. facit iiij oudschilt xxxij sts.
Nu eijgenaar Johan van Resant, bruijcker Thonis Petersz.
Nu eijgenaar ende bruijcker als voren.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, vier mergen lants, bruijcker Jan Lauwensz s’jaars om x k. gls. facit iiij oudschilt xxxij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Andries Thonisz.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijckster de weduwe van Bastiaan Martensen.
[Bestand 19, fol. 14v]
t’Convent van St. Catherijnen t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Jan Jansen Poel s’jaars om xxvij k. gls. een stop botteren xxxv stuijvers [facit] xiij oudschilt xxxiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker van veertien mergen, de weduwe van Frederick Cornelisz, ende bruijcker van twee mergen Jan Gerritsz.
Den eijgendom blijft, bruijcker nu vande veertien mergen Lauwrens Willemsz van de Tol, ende van den twee mergen de weduwe van Bastiaan Martensen.
t’Convent vanden Duijtschenhuijs t’Utregt, aght mergen lants, bruijkt Govert Willemsz s’jaars om vij oudschilt xxxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Peter Hendricksen.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Lauwrens Willemsz van der Tol.
[Fol. 24 verso] Jacob Cruijsinghs weduwe, elff mergen lants, bruijckt Dirck Jan Mauritsz weduwe, s’jaars om xxij k. gls. facit x oudschilt xx sts.
Nu eijgenaars Jacob Sijbertsz ende juffr. van Lantscroon elcx voorde helfte, bruijcker Herman Cornelisz.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck Wouterse Knaap.
[Fol. 15]
Nogh die vrouw vanden Daal, sestehalff mergen lants, bruijckt de weduwe voors. de mergen s’jaars om 3 k. gls. 5 sts. facit viij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Herman Cornelisz.
Den eijgendom die blijft, ende nu bruijcker Dirck Wouterse voornoemt.
Nogh Lubbert Jansen t’Utrecht, anderhalff mergen lants, bruijckt de weduwe voors. s’jaars om iiij k. gls. facit ij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Claas Dircxen.
Nu eijgenaars Gerrit Jansen Hollaar ende juffr. Duck, bruijcker de voorn. Hollaar.
[Bestand 20, fol. 15v]
Luijt Jansen, bruijckt eene mergen hem selven toebehorende bij eede, s’jaars om j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Goert Luijten.
Nu eijgenaars de kinderen van Ludolph de Roij, in sijn leven pander vande ed. mo. heeren Staten s’lants van Utrecht, ende nu bruijcker Gijsbert Adriaansen van den Bergh.
[Fol. 25] Noch Goossen van Schaijcks erffgenamen eene mergen lants, bruijkt Luijt Jansen voornt. s’jaars om j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Goert Luijten.
Nu eijgenaars ende bruijcker als boven.
Die heeren van Ste. Catharinen t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Jan Dircxen, s’jaars den mergen om ij k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe van Luijt Tijssen.
Nu eijgenaarsse de weduwe vande heer Nicolaas van Rooijen, ende nu bruijcker Cornelis Willemsz.
[Fol. 16]
Nogh die heer van Creuningen, vier mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars den mergen om xxxij sts. facit iiij oudschilt ij st.
Nu eijgenaars de Lombaarden t’Utrecht, ende Adriaan van Schaijck elcx de helfte, bruijckerse de voors. weduwe van Luijt Thijssen.
Nu eijgenaars den armen noothulp tot Utrecht, ende nu bruijker Cornelis Willemsz.
Nogh Ste. Huijberts gilde, ende St. Nicolaas kerck t’Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars den mergen om ij k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Luijt Thijssen.
Nu eijgenaar Jacob Gerritsz Hollaar, op Mastwijk mitsgaders als bruijcker van vier hondert ende vijftigh roeden ende van twee mergen hondert vijftigh roeden lants, nu eijgenaar ende bruijcker Evert Jansen op Mastwijck.
[Bestand 21, fol. 16v]
[Fol. 25 verso] Nogh bruijckt Jan twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede den hoop s’jaars om iiij k. gls. facit j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaarsse ende bruijckersse de voors. weduwe van Luijt Thijssen.
Nu eijgenaar den armen noothulp binnen Utrecht, ende nu bruijcker Cornelis Willemsz.
t’Convent van Ste. Catharinen t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Weijer Willemsz, s’jaars om x phls. gls. een stop botteren xxxv sts. facit vj oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Thijs Gerritsz,
Nu eijgenaar den heer Martens, ende bruijcker Gijsbert Willemsz.
Nogh het Convent voornt., ses mergen lants, bruijckt Dirck Wernaartsz s’jaars om twaalff phls. guldens facit vij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Gijsen.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Dirck Gijsbertsz van Rooijen.
[Fol. 17]
Jan Cornelisz Honselaar, sevendehalff mergen lants hem selver toebehorende bij eede sjaars om xiij k. gls. facit vj oudschilt viij std.
Nu eijgenaar van anderhalff mergen Claas Hendricksz, ende van dardehalff mergen, eijgenaar ende bruijcker Philiphs Jans, ende twee mergen competeert ende bruijckt Johan Matthijsz Bosch.
Nu eijgenaars vande anderhalff mergen de kinderen van mr. Abraham van Wesel, ende bruijckt Cornelis Willemsz, van ij5 mergen eijgenaarse Cornelia Veldhuijsen, bruijckt Aaltje Claas, ende vande twee mergen nu eijgenaarse de weduwe van Jan Aartsz Bosch oock bruijckster.
[Fol. 26] Nogh het convent van Catharinen tot Utrecht voornt., seven mergen lants, bruijckt Jan Gijsbert Jansz s’jaars die mergen om een gouden Wilhelmus schilt facit iiij oudschilt xxxv sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Jansen.
Nu eijgenaar den heer Martens, ende nu bruijcker Gijsbert Willemsz in Reijerskop.
[Bestand 22, fol. 17v]
Nogh het convent voors. vier mergen lants, bruijckt Marten Willemsz s’jaars om ij k. gls. de mergen facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit Jan Roelen.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Sijmon Henricksen Roelen, in Reijerscop.
[Bestand 23, fol. 19]
Reijerscop St. Peters gerecht
Reijerscop Meerlo nu Ste. Peters gerecht.
[Fol. 27] Jan van Udens erffgenaamen, agt mergen lants, bruijckt Cornelis Pool, s’jaars om xij oudschilt.
Eijgenaars de heeren van St. Peters, bruijker Cornelis Jansen.
1665. Den eijgendom blijft aande heeren van Ste. Peter, ende werden de voors. agt mergen gebruijckt bij de weduwe van Jan Pietersen.
1686. Den eijgendom blijft aande voors. heren van St. Pieter, ende werden deselve agt mergen als nu gebruijckt bij Jan Jansen van den Bijl.
Nogh aght mergen lants, bruijckt Jan Aartsen, s’jaars om xv oudschilt.
Nu eijgenaars de heeren van St. Pieter, ende bruijcker Jacob van Cleeff.
1665. Den eijgendom blijft aande heeren van Ste. Peter, ende de aght mergen worden mede gebruijckt bijde weduwe van Jan Pietersen.
1686. Den eijgendom blijft aande voornoemde heeren van St. Pieter ende worden nu mede gebruijckt bij Jan Jansen van den Bijl.
[Bestand 24, fol. 19v]
Nogh aght mergen lants, bruijckt Wouter Huijgen s’jaars om xv oudschilt.
Nu eijgenaars de voornde. heeren van Ste. Peter, ende bruijcker Aart Coorn ende Sweer Matheussen de helft.
1665. Den eijgendom blijft aande voors. heeren van Ste. Peter, ende de agt mergen werden gebruijckt in twee partijen, te weten Cornelis Jansen bruijckt vier mergen op vij5 oudschilt, ende Arien Aartsen Coorn de resterende vier mergen, almede om vij5 oudschilt.
1686. Den eijgendom blijft aande gemelte heeren van St. Pieter, ende wort nu de geheele aght mergen gebruijckt aan twee parceelen, alse bij Cornelis Jansen van den Bijl, vier mergen op vij5 oudschilt ende Gerrit Hermansen van Breuckelen, de resterende vier mergen, mede om vij5 oudschilt.
Nogh aght mergen bruijckt Henrick Jansen s’jaars om xij oudschilt.
Nu eijgenaars de voorn. heeren van Ste. Pieter, ende bruijcker Peter Cornelissen.
1665. Den eijgendom blijft aande selve heeren van Ste. Peter, ende de voorn. aght mergen worden gebruijckt bij Cornelis Gijsbertsen Knaap.
1686. Den eijgendom blijft aande voors. heren van Ste. Pieter, ende de aght mergen worden gebruijckt bij Gerrit Dircksen van den Horst.
[Fol. 20]
[Fol. 27 verso] Nogh aght mergen lants, bruijckt Herman Cocq om xj oudschilt.
Nu eijgenaars de voorn. heeren van Ste. Peter, ende bruijcker Sweer Matheussen.
1665. Den eijgendom blijft aande voors. heeren van Ste. Peter, ende de voors. aght mergen werden gebruijckt bij Cornelis Jansen.
1686. Den eijgendom blijft aande voors. heren van Ste. Peter, ende de aght mergen werden als nu gebruijckt bij Cornelis Jansen van den Bijl.
Nogh sestehalff mergen lants, bruijckt Willem Jan Henricksen s’jaars om ix oudschilt.
Nu eijgenaars de voorn. heeren van Ste. Peter, ende bruijcker Cornelis Jansz Gansevanger.
1665. Den eijgendom blijft aande voors. heeren van Ste. Peter, ende de voors. sestehalff mergen werden gebruijckt bij Jan de Gansevanger.
1686. Den eijgendom blijft aande voornde. heeren van Ste. Peter, ende wort nu gebruijckt bij Cornelis Jansen van den Bijl.
[Bestand 25, fol. 20v]
De heeren van Ste. Paulus t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Jan Henricksen s’jaars om ses guldens facit ij oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft ende bruijcker Cornelis Jansen Gansman.
1665. Den eijgendom blijft aande voors. heeren van Ste. Pauls, ende de voors. drie mergen worden gebruijckt bij Peter Claassen.
1686. Den eijgendom blijft aande voors. heeren van St. Pauls, ende de selve drie mergen werden gebruijckt bij Gerrit Hermansz van Breuckelen.
Jacob van Wena, wonende inde Dortsche Weerden, 19 mergen lants, bruijckt Weijer Willemsz s’jaars om xlix k. guldens ses stuijvers facit xx oudschilt xx sts.
Nu eijgenaar mr. Antonis van Cuijck, ende bruijcker Gerrit Jansen van tien mergen, mitsgaders Jan Lauwen van negen mergen.
1665. Nu eijgenaarsse juffr. Martens van tien mergen, leggende op xij oudschilt 15 sts. vj penningen, gebruijckt werdende bij Dionijs Gijsbertsz, ende de heeren van Ste. Peter eijgenaars vande resterende negen mergen, leggende op elff oudschilt 5 stuijvers, gebruijckt werdende bij Jan Cornelissen Lauwen.
67 mergen 3 hont, 99 oudschilt 36 sts.
[Bestand 26, fol. 22]
Hermelerweert
[Fol. 28 verso] St. Margariten Gasthuijs tot Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Dionijs Jacobsz s’jaars den hoop om viij5 k. gls. facit iiij oudschilt ij [sts.]
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Albert Thonissen.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Arien Huijbertsz van der Meije.
Nogh Gosens weduwe van Voord t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Dionijs voors. s’jaars om viij5 k. gl. facit iiij oudschilt ij sts.
Nu eijgenaar mr. Daniel van den Bergh, ende bruijker Aalbert Thonisz.
Anno 1686. Nu eijgenaar den e.h. heer Ludolph de With, heer van Hermelen, Harmelerweert, etc. ende bruijcker Arien Huijbertsz van der Meije.
Nogh Dirck van Zuijlen van Hermelen, een en twintigh mergen lants, bruijckt Dionijs voornoemt den mergen om 4 k. gls. facit xl oudschilt.
Nu eijgenaarsche de weduwe van mr. Jaspar van den Bergh, ende bruijcker Dirck Cornelissen.
Anno 1686. Nu eijgenaar jonr. Jacob van den Borgh, heer van Oudaan, Soesbergen, etc. ende bruijcker Arien Huijbertsz van der Meije.
[Bestand 27, fol. 22v]
Aaffgen Henrick de Jongens weduwe, een mergen lants, bruijckt Elbert Elbertsz Bijll s’jaars om j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Steven van Helsdingen ende Margariet Vermeer, ende bruijcker Geurt Jansen.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van ‘t convent van Bethlehem t’Utrecht, ende bruijcker Joris Cornelisz van der Wel.
[Fol. 29] Nogh Koert de Gruijters weduwe t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Elbert voors. s’jaars om drie Wilhelmus schilt facit ij oudschilt iij sts.
Nu eijgenaar Bastiaan de Wijs, ende bruijcker Geurt Jansz.
Anno 1686. Nu eijgenaars de heeren regenten van ‘t convent van Bethlehem tot Utreght, bruijcker Joris Cornelisz van der Wel voors.
[Fol. 23]
Nogh Frederick Evertsz tot Utrecht, een mergen lants, bruijckt Elbert voors. s’jaars om ij k. gls. facit xl stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijcker in erffpaght, de voorschreve Geurt Jansen.
Anno 1686. Nu eijgenaar ende bruijcker Joris Cornelisz van der Wel voors.
Nogh het convent van Bethlehem buijten, Aaffgen Henrick de Jongen, ende Henrick Knoops weduwen binnen Utrecht, t’saamen vijftien mergen lants, bruijckt Elbert voors. s’jaars om xxxiiij5 phls. gl. facit xx oudschilt xxij5 sts.
Den eijgendom van vij5 mergen blijft aan’t convent voornt., ende van de andere vij5 mergen lants zijn nu eijgenaars Maragriet van Leuwen ende de erffgenamen van Steven van Helsdingen, bruijckers Marten Janse van 12 mergen ende Geurt Jansz van drie mergen.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van het convente van Bethlehem voors., bruijker Joris Cornelisz van de Wel voors.
[Bestand 28, fol. 23v]
[Fol. 29 verso] Heer Gerrit van den Waal, vicaris t’Oudemunster t’Utrecht, xx mergen lants, bruijckt Jan Jacobsz Spruijt s’jaars om xx gout gls. facit xiij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar Jan Claasz Focker, ende bruijcker Cornelis Nijssen Hertoogh.
Anno 1686. Nu eijgenaar de heer Dirck Cromhout tot Amsterdam, ende bruijcker Willem Schrevelsz van Bolshuijsen.
De weduwe van Greunevelth t’Utrecht, aght mergen lants, bruijckt Aart Henricksz van Zijl s’jaars om xvj k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Cornelis van Engelen, chirurgijn t’Utrecht, bruijckersche Niesjen weduwe van Jan Joosten van Binnendijck.
[Fol. 24]
Dirck van Zuijlen opte Hair, ses mergen lants, bruijckt Dirck Delgis t’Harmelen s’jaars om vj phls. gls. facit iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Thijs Gijsbertsz.
Anno 1686. Nu eijgenaarsse de vrouwe douagiere van jonr. Cornelis Frederick de Ridder van Groenesteijn zal., bruijcker Jacob Cornelissen Proeijt.
[Fol. 30] Die Calander Broederschap t’ Buurkerck tot Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Joost Jansz tot Harmelen s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Govert Joostens.
Anno 1686. Eijgenaarsse de weduwe van heer advt. Vermeer, ende bruijcker Willem Schrevelsz van Bolshuijsen.
[Bestand 29, fol. 24v]
Die Gemeene Choorgesellen tot Utrecht tot Oudemunster, elff mergen lants, bruijckt Huijgh Willemsz s’jaars den mergen om een phls. schilt facit vj oudschilt xxv sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Govert Joosten.
Anno 1686. Eijgenaars de gemeene vicarissen t’Oudemunster, bruijcker Willem Schrevelsz van Bolshuijsen voors.
Die vicarije t’ Buerkerck t’Utrecht, seven mergen lants, bruijckt Aalbert Willemsz Duercant s’jaars om vij phls. gls. facit iiij oudschilt vij sts.
Nu possesseur Thonis van Zijll, bruijcker Jan Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaars de regenten van de Buurkerck, bruijckersse Niesjen weduwe van Jan Joosten Binnendijck.
[Fol. 30 verso] Nogh die gemeene vicarissen t’Oudemunster t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Aalbert voorschreven den mergen s’jaars om een phls. gl. facit ij oudschilt iij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van Oudemunster, bruijckersse Niesjen weduwe van Jan Joosten Binnendijck.
[Fol. 25]
Aaffgen die weduwe van Leeuwen t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars den mergen iij k. gls. facit iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar Aart Bruijnens, ende bruijckt Henrick Jansz Goeman.
Anno 1686. Eijgenaarsse mevr. Charlotte van Ledenbergh, vrouwe douagiere Casenbroot, bruijckersse de voors. weduwe Niesjen.
Nogh Aalbert Bijndop tot Utrecht, twee ende een halff mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars den mergen iij k. gls. facit iij oudschilt xxiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse mevr. Charlotte van Ledenbergh, vrouwe douagiere Casenbroot, bruijckersse Niesjen Jan Joostensz weduwe.
[Bestand 30, fol. 25v]
Nogh Roeloff Grouwerts t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars om vij phls. gls. facit iiij oudschilt vij sts.
Nu eijgenaar Aart Bruijens, ende bruijckt Cornelis Jansz den Ouden.
Anno 1686. Eijgenaarsse vrouwe Charlotte van Ledenbergh, vrouwe douagiere Casenbroot, ende bruijckersse Niesjen Jan Joostens weduwe.
[Fol. 31] Nogh bruijckt Aalbert voors. iiij5 mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede s’jaars om iiij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar Aalbert Jacobsen van Meurn, ende bruijcker Dirck Petersz.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouwe van Encoert, vrouwe douagiere Cornelis Frederick de Ridder van Groenesteijn, ende bruijcker Jacob Cornelisz Proeijt.
[Fol. 26]
Nogh die commandeur tot Harmelen, een halff mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars om x stuijvers.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis Dircksen den Grooten.
Anno 1686. Eijgenaar den heer commandeur tot Harmelen, bruijckerse Niesjen, weduwe van Jan Joostensz voorschreve.
Nogh die heeren van den Dom t’Utrecht, een mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars om xxj stuijvers.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Cornelis voorschreve.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van den Dom, ende bruijckerse Niesjen, weduwe van Jan Joosten.
Nogh die heeren van St. Marrien t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Aalbert voors. den mergen om xvj5 sts. facit xxxiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrick Jansz Goeman.
Anno 1686. De voors. heeren van St. Marrien t’Utrecht eijgenaars, ende bruijckersse Niesjen weduwe Jan Joostensz.
[Bestand 31, fol. 26v]
[Fol. 31 verso] t’Convent van Daal buijten Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Jan Loefsz, schout tot Linschoten, den mergen om 26 sts. facit j oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Govert Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaars het voors. convent van den Daal, ende bruijcker Willem Claasz aan den Heldam.
Nogh het Bagijnhoff tot Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Jan voors. den mergen s’jaars om een gout gulden facit vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Govert Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaars het Bagijnhoff voors., bruijcker Joris Cornelisz van der Wel.
Nogh die heeren van Oudemunter t’Utregt, twaalff mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om xv k. gls. facit vij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Nijsz.
Anno 1686. Eijgenaar de heer van den Werve, domheer t’Oudemunster, ende bruijcker Sander Cornelisz.
[Fol. 27]
Nogh die heeren voors., een mergen lants, bruijckt Frederick Evertsz t’Utregt s’jaars om j k. gulden.
Den eijgendom blijft, bruijker Geurt Jansz.
Anno 1686. Eijgenaarsse mevr. Sweserengh, bruijker Joris Cornelisse van der Well.
[Fol. 32] Nogh bruijckt Frederick voors. drie mergen lants, hem selver toebehorende, den mergen s’jaars om xxvj sts. facit j oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Steven van Helsdingen ende Maragriet Vermeer, bruijcker Geurt Jansz.
Anno 1686. Eijgenaarsse mevr. Sweserengh, ende bruijcker Joris Cornelisse van de Well.
[Bestand 32, fol. 27v]
Die gemeene vicarissen tot Oudemunster t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Marten Jansz Poel tot Harmelen s’jaars den mergen om een phls. schilt facit xj oudschilt ij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Adriaan Jansz.
Anno 1686. Eijgenaars de gemeene vicarissen voors., ende Nijs Aartsz Breedborst bruijcker.
Dirck van der Horst tot Overmeer, seven mergen lants, bruijckt Willem Jansz aan de Breudijck s’jaars den mergen om v k. gls. facit xvij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar den deken van St. Jan met sijn medewerckers, bruijcker Meus Dionijsz.
Anno 1686. Den hoogh. ed. welges. heere Wijnant de Renesse van Wulp, heer van Oldenpol, eijgenaar, ende bruijckers Franck en Arien van Rietvelth.
De heeren van St. Marrien t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijckt Jan Cornelissn Hotteman aan de Bruedijck in erffpaght, bij eede s’jaars den mergen een oudschilt facit ij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Nijsz Hertoogh in erffpaght.
Anno 1686. Eijgenaarsse mevr. van der Aa, bruijckers Arien ende Franck van Rietvelth.
[Fol. 28]
[Fol. 32 verso] Dirck van Zuijlen van Hermelen, bruijckt xix mergen lants, hem selver toebehorende, de mergen geëstimeert op vier k. gls. facit xxxvj oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar jonr. Maximiliaan van Baaxen, bruijckt Jan Matthijsz Bosch.
Anno 1686. Eijgenaar den e.h. mr. Ludolph de With, heer van Hermelen, Harmelerweert, etc., ende Arien Cornelissen van Veldhuijsen bruijcker.
Willem Gijsbertsz bruijckt ij5 mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede s’jaars den mergen j phls. gl. facit j oudschilt xx5 sts.
Nu eijgenaar ende bruijckt Francois van Sneeck.
Anno 1686. Eijgenaar jonr. Diderick van Blocklant, bruijckers Franck ende Arien van Rietvelt.
203 mergen lants
220 oudschilt xx stuijvers.
[Bestand 33, fol. 29]
Harmelen ende Haanwijk
[Fol. 33] Dirck van Zuijlen van Hermelen, xxj5 mergen lants, hem selver toebehorende, bij provisie geestimeert elcke mergen op v k. gls. facit lj oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar jonr. Frederick van Baacxen, bruijckers Dirk Henriksz ende Cornelis Andriesz.
Anno 1686. Eijgenaar den hoogh ed. welgeb. heere van Sandenburgh, ende bruijckers de weduwe van Jacob Claasz den Ouden, ende Roek Dircksen van ‘t Uijthoff, ider voorde helfte.
Dat Uithoff van St. Catharinen tot Harmelen, agt en twintigh mergen en een halff, den mergen s’jaars om drie k. gls. vier stoppe boteren, elcke stop xxxv sts. facit xliiij oudschilt ij sts.
Nu eijgenaar als vooren, ende bruijckers Evert Woutersz van ij5 mergen, ende Dirck Meertensz van xxvj mergen.
Anno 1686. Eijgenaars den convente van St. Catharijnen t’Utrecht, bruijcker van xxvj mergen, Dirck Loeven ende vande resterende twee ende een halff mergen, bruijcker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
[Bestand 34, fol. 29v]
Willem Foeijt, als besitter eenre vicarije inde Buurkerck t’Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Gerrit Dircksz s’jaars om xiiij5 k. gulden een stoppe botters xxxv sts. facit vij oudschilt xxxj sts.
Nu eijgenaarsse juffr. van Cuijck, ende bruijckt Bruijn Jacobsz.
Anno 1686. Eijgenaar de voors. Foeijts vicarie inde Buurkerck, bruijcker Nijs Aartsen Breedborst.
Nogh een vicarije inden Dom, daar heer Henrick inde Clock die pachten aff ontfanght, drie mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om iij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Bruijn Jacobsz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren vanden Dom, bruijckt Nijs Aartsz Breedborst voors.
[Fol. 33 verso] t’Convent van Soest, ses mergen lants, bruijckt Weijer Willemsz bij eede s’jaars den mergen om een gout gulden facit iiij oudschilt.
Nu eijgenaar Anthonis van Haesten, ende bruijcker Basen Aartsz.
Anno 1686. Eijgenaar den hooch ed. welgeb. heere van Sandenburgh etc., ende bruijcker Loeff Dircksz van ‘t Uithoff.
[Fol. 30]
t’Convent van St. Catharijnen t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Dirck Warnartsz s’jaars om xij k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Gijsen.
Anno 1686. Eijgen aan St. Catharijnen, bruijkt Dirck Gijsbertsz Ruijft.
Die joffr. van Doeijenburgh, aght mergen landts, bruijckt Elbert Willemsz s’jaars om xix k. gls. een stop botters xxxv sts. facit ix oudschilt xxxvij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Govert Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaar de heer Dirck Cromhout tot Amsterdam, bruijcker Willem Schrevelsz van Bolshuijsen.
[Bestand 35, fol. 30v]
[Fol. 34] Gijsbert van Baaxen, negen mergen lants, bruijckers Jan Gijsbertsz ende Jan Cornelisz, des jaars om xxxv k. gls. facit xvj oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Baars.
Anno 1686. Eijgenaar den heere Dirck Cromhout tot Amsterdam, ende bruijcker den notaris Bijlevelth.
Den commandeur tot Harmelen, twaalff mergen lants, hem selver toebehorende ende hij bruijckt bij eede s’jaars den mergen om drie k. gls. facit xvij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Elbert Elbertsz.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. heere commandeur, ende bruijcker Jan Elbertsz van Rietvelth.
Anna Peter Evertsz weduwe, aght mergen lants, bruijckt Dirck Berentsz s’jaars om x oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker van den eene helft Jan Jansz van Veen, ende de ander helfte eijgenaarsse Fijchjen weduwe inde Weert, bruijker Adriaan Adriaansz.
Anno 1686. Voorde een helfte eijgenaarsche juffr. Maria Leeghburgh, ende bruijckt Joris Cornelisz van der Wel voorde ander helfte eijgenaar ende selfs bruijcker Adriaan Cornelisz van Velthuijsen.
[Fol. 31]
Den commandeur tot Harmelen, tien mergen lants, bruijckt Peter Jansz s’jaars om liij k. gls. x sts. facit xxv oudschilt xx sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Arien Mouritsz van seven mergen, ende Willem Wolfertsz van drie mergen.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. commandeur, ende bruijckersse van seven mergen de weduwe van Cornelis Bastiaansz, ende van den andere drie mergen Thonis Joosten van Broeckhuijsen.
[Fol. 34 verso] Nogh Gijsbert Harmansz, een huijs met … roeden lants, bruijckt Peter Jansz, s’jaars om v k. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaarsse de weduwe van jonr. Dirck van Wanroo.
Anno 1686. Eijgenaars ende bruijckers Willem Gerritsz van Heemskerck voor een deel, Mijndert Woutersz voor ‘t twede deel, en Tonis van Schaijck voor het derde deel, en oock bruijcker voor het derde deel, mr. Reijnier van Doose koster tot Harmelen.
[Bestand 36, fol. 31v]
t’Convent van St. Catharinen t’Utrecht, xix mergen lants, bruijckt Aart Petersz s’jaars om l k. gls. facit xxiij oudschilt xxxiiij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker van xiij mergen Joachim Cornelisz, ende van ses mergen Balsen Aartsz.
Anno 1686. In eijgendom aan ‘t voors. convent, bruijcker Huijbert Crijnen met sijn susters en broers.
Nogh den commandeur tot Harmelen, ende bruijckt Aart voors., negen mergen lants, des jaars den mergen om vijff k. gls. facit xxj oudschilt xviij sts.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. commandeur, ende bruijckt Aal, weduwe Arien Eersten.
[Fol. 32]
Nogh deselve aght mergen lants, bruijckt Willem Jansz, s’jaars den mergen v k. gls. facit xix oudschilt ij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijckers voor de eene helft van den negen ende aght mergen Adriaan Janse ende voor de ander helfte Abraham Henricksen.
Anno 1686. Eijgenaar den heer commandeur voors., ende bruijckersse Aaltjen weduwe van Cornelis Bastiaansz.
[Fol. 35] Juffr. van Grennevelt, elff mergen lants, bruijckt Simon Woutersz s’jaars om twaalff goude guldens facit viij oudschilt.
Nu eijgenaarsche de weduwe van jonr. van Braakel, bruijcker Otto Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar do. Michiel Mosch tot Woerden, bruijcker Gervert Gerritsz Hogerwerff.
Nogh deselve elff mergen lants, bruijckt Jan Sijbertsen s’jaars om viij oudschilt.
Nu eijgenaar Willem van Rhijnevelt, ende bruijcker Dirck Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar do. Gentman t’Utrecht, ende bruijcker Claas Willemsz Wit in Haanwijck.
[Bestand 37, fol. 32v]
Het Bagijnhoff t’Utrecht, xxiiij mergen lants, bruijckt Gijsbert Jansz s’jaars om xxx k. gls. een mud haver x sts. facit xiiij oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Claas Cornelissen Bom.
Anno 1686. Eijgenaar de heer Justus Vermeer tot Utrecht, ende bruijckt Reijer Gijsbertsz Geestdorp.
Nogh Frederick van Roodenburgh, ij5 mergen lants, bruijckt Ghijsbert voors. s’jaars om j5 stop boter facit j oudschilt x5 sts.
Nu eijgenaar Henrick Botter van Snellenbergh ofte sijn doghter, bruijcker Claas Cornelisz Bom.
Anno 1686. Eijgenaar den ed. hoogh gebooren heere N. van der Borgh, heer van Veldhuijsen en Rosweijde etc., bruijcker Reijer Gijsbertsz Geestdorp, in Haanwijck.
[Fol. 33]
[Fol. 35 verso] Mevro. van Daal, sestien mergen lants, bruijckt Gerrit Peter Florisz, den mergen s’jaars om twee k. gls. facit xvj oudschilt iij sts.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe van Thonis Jansz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren vanden convente van Daal, bruijckersse Niesjens Willems Hartspronck jongedochter, in Haanwijck.
Mijn vrouw van den convente St. Servaas tot Utrecht, vijftien mergen lants, bruijckt Berent Jansz s’jaars om xxiiij k. gls. facit xj oudschilt xviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Frederick Cornelisz Honselaar.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten vanden convente St. Servaas t’Utrecht, ende bruijcker Jan Cornelissen Bom, in Haanwijck.
[Bestand 38, fol. 33v]
t’Convent van St. Catharinen t’Utrecht, vj5 mergen lants, bruijcker Berent voors. s’jaars om xvj k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz van Rhijn.
Anno 1686. Eijgenaars het voors. convent, bruijcker Willem Claasz aande Heldam.
Dirck van Zuijlen van Harmelen, seventien mergen lants, bruijckt Gerrit Petersz s’jaars om xxxiiij phls. gls. facit xx oudschilt viij st.
Nu eijgenaar jonr. Frederick van Baaxen, ende bruijcker Jacob Woutersz.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Daniel van den Bergh, advt. s’Hooffs van Utrecht, ende bruijckt Evert Cornelisz Damman.
[Fol. 36] Nogh den commandeur tot Harmelen, twee mergen lants, bruijckt Gerrit voors. om xl stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jacob Woutersz.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. advt. Van den Bergh, ende bruijcker gemelten Evert Cornelisz Damman.
[Fol. 34]
Nogh het convent van St. Catharijnen tot Utrecht, ses mergen lants, ende bruijckt Gerrit voors. om v oudschilt x sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker jonr. Dirck van Wanroo.
Anno 1686. Eijgenaar het voors. convent, ende bruijcker Evert Cornelisz Damman voors.
Nogh bruijckt Gerrit voors. ses mergen lants, hem selver toebehorende, s’jaars om negen k. gls. ses stuijvers facit iiij oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker voorde een helfte Jacob Woutersz, ende voorde ander helfte eijgenaar een weeskint tot Leijden, ende bruijckt Adriaan Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijcker voorde een helft Willem Claasz aanden Heldam, ende voorde ander helft jonr. N. van Rhemen tot Utrecht, ende bruijckt Evert Cornelisz Damman.
[Bestand 39, fol. 34v]
t’Convent van St. Catharina tot Utrecht tien mergen lants, bruijckt Marten Willemsz den mergen s’jaars om ij k. gls. een stoppe bootern xxxv st. facit x oudschilt xv sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit Jan Roelen.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren vanden voors. convente, ende bruijcker Simon Henricx in Reijerscop.
[Fol. 36 verso] t’Convent voors. twaalff mergen lants, bruijckt Jan Cornelisz s’jaars om xviij k. gls. facit viij oudschilt xxiiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar het voors. convent, bruijckersse Aaltje Claas jongedoghter, in Haanwijck.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Jan Cornelisz s’jaars om v oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Philips Jansz van Rhijn.
Anno 1686. Eijgenaars de voors. heeren van Oudemunster, bruijckersse Aaltjen Claas in Haanwijck jongedoghter.
[Fol. 35]
Die Balijer ende convent van St. Catharinen tot Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt het convent voors. selver, bij eede s’jaars den mergen om iij k. gls. facit xxij oudschilt xxxvj sts.
Eijgenaars ende bruijckers het voors. convent.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van den voors. convente, ende bruijckersse van negen ende een halff mergen Aaltjen, weduwe van Cornelis Bastiaansz, ende vande vordere vj5 mergen bruijcker den rentmr. van St. Catharinen.
Den commandeur tot Hermelen, twaalff mergen lants, bruijckt Claas Willem Jansz, om xxx oudschilt.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Arien Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. heere commandeur van Harmelen, ende bruijcker Huijgh Cornelisz Bom.
[Bestand 40, fol. 35v]
[Fol. 37] De heeren van den Dom tot Utrecht, tien mergen lants, bruijckt Aart [= Aalbert] Willemsz, om xij oudschilt.
Nu possesseur Jan van Cuijck, ende bruijckt de weduwe van Jacob Petersz.
Anno 1686. Eijgenaar sr. Lobij, vicaris, ende bruijckt Claas Cornelisz Bom.
Nogh mr. Jan van Dam, vier mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars om viij k. gls. facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar N. Louwerman, ende bruijcker Jan Joostensen.
Anno 1686. Eijgenaar sr. Jacobus Versteegh, vicaris, ende bruijckersche Niesjen, weduwe van Jan Joosten Binnendijck.
Nogh Adriaan van Lantscroon, ses mergen lants, bruijckt Aalbert voors. s’jaars om xv k. guldens facit vij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar N. van Renesse, ende bruijcker Jan Joostensz.
Anno 1686. Nu eijgenaar de heer Daniel Gabrij, vicaris St. Jan tot Utrecht, ende bruijckersse Niesjen, weduwe van Jan Joosten voorschreve.
[Fol. 36]
t’Convent van Wittevrouwen t’Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Aalbert voors. om xxvij k. gls. facit xij oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren vanden voors. convente ende bruijckersse Niesjen, weduwe van Jan Joosten voorschreve.
[Fol. 37 verso] Frederick Gijsbertsen, agt mergen lants, bruijckt Gijsbert sijn soon bij eede s’jaars den mergen om iiij k. gls. facit xv oudschilt x sts.
Nu eijgenaarsche Margariet van Leuwen, bruijcker Henrick Jansz.
Anno 1686. Eijgenaar sr. Gijsbert van Bijlevelth, notaris ‘s Hoofs van Utrecht, ende bruijker Gijsbert Gerritsz van Attevelth.
Nogh juffr. van Lievendaal, ses mergen lants, bruijckt Gijsbert voors. s’jaars om sestien goude guldens facit x oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar jonr. Vincent, heer van Lockhorst, ende bruijcker Aalbert Thonisz.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. notaris Bijlevelth, bruijcker Joris Cornelisz van der Well.
[Bestand 41, fol. 36v]
Frederick Evertsz, bruijckt een mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede s’jaars om j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaarsche Fijchje weduwe inde Weert, ende bruijcker Adriaan Adriaansz.
Anno 1686. Eijgenaar ende selffs bruijcker Adriaan Cornelissen van Veldhuijsen.
Heer Jacob van Oudewater, vicaris ten Dom t’Utrecht, twintig mergen lants, bruijckt Gijsbert Harmensz den mergen s’jaars om vier k. gls. facit xxviij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar heer Gijsbert van Schaijck, ende bruijcker Dirck Petersz van negen mergen, ende Cornelis van elff mergen.
Anno 1686. Eijgenaar Simon et Juda vicarie inden Dom t’Utrecht, ende bruijcker Marten Thijs van Segvelt, woont in Harmelerweert.
[Fol. 37]
[Fol. 38] Gijsbert Harmensz, een hoffstede groot ontrent een halff hont lants, bruijckt Adriaan Geerlofsz om j5 oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gerrit Joosten.
Anno 1686. Eijgenaar de heer Francois Ormea, bruijckt Thomas Meertensz.
Nogh een hoffstede groot ontrent een halff hont lants, bruijckt het selffs ij oudschilt.
Nu eijgenaars ende bruijckers Peter Smit ende Adriaan Govertsz.
Anno 1686. Eijgenaars de kinderen van Jan Bosch ende Jan van Schaijck, oock selffs bruijckers.
Nogh Peter Luijtgens, ses mergen lants, bruijckt Gijsbert voors. den mergen s’jaars om vijff k. gls. facit xiij oudschilt xij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker vande een helft Jan Dircksz Hoets, ende van den andere helft de erffgenamen van Thonis Jansz op de Heemstede ende bruijcker Jacob Thonisse.
Anno 1686. Vande een helft eijgenaar sr. Pieter Leechburgh, notaris s’Hoofs van Utrecht ende bruijcker Nijs Aartsz Breedborst ende voorde andere helft eijgenaar ende bruijcker selffs, Jacob Gerritsz aan den Haanwijckersluijs.
[Bestand 42, fol. 37v]
Nogh het convent St. Catharinen t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijckt Ghijsbert voors. s’jaars den mergen om iij5 k. gls. facit iiij oudschilt vij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Evert Woutersz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van ‘t voors. convent ende bruijker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
[Fol. 38 verso] Gerrit Dircksz negen mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsz om xxxv k. gls. facit xvj oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaarsse de weduwe van mr. Jaspar van den Bergh, bruijcker Dirck Cornelisz.
Anno 1686. Eijgenaar jonr. Jacob van der Borgh, heer van Oudaan, Soesbergen etc., bruijcker Arien Huijbertsz van der Meije, in Harmelerweert.
[Fol. 38]
Willem de Bastaart tot Montfoort, vier mergen lants, bruijckt Aart van Zijll s’jaars om x k. gls. twee mud haver, ende t’mud x sts. facit v oudschilt.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster, ende bruijcker Dirck Petersz.
Anno 1686. Eijgenaars de voors. heeren tot Oudemunster t’Utrecht, ende bruijcker Gijsbert Gerritsz van Attevelth.
Jan Ghijsbertsen, bruijckt tien mergen lants, hem selver toebehorende, bij eede den mergen s’jaars om ij k. guldens facit ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaarsche de weduwe van Jan Robbertsz van Dreunen, bruijcker Jan Matthijsz.
Anno 1686. Eijgenaar ende selffs bruijker Arien Cornelissen van Veldhuijsen.
[Bestand 43, fol. 38v]
Itgen Sanders, twee mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz s’jaars om j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaarse ende bruijcker als voren.
Anno 1686. Eijgenaar ende oock selff bruijcker Arien Cornelisz van Veldhuijsen.
[Fol. 39] t’Convent van Betlehem, ses mergen lants, bruijckt Jan Jacobsen s’jaars om ses oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Hendrick Jansz Goeman.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van ‘t voors. convent, ende bruijckers Cornelis Warnartsz van den Bosch ende Gerrit Harmansz in Reijerscop.
Goosen van Voorst weduwe, ses mergen lants, bruijckt Jan voors. om aghtien k. gls. facit viij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Hendrick Jansz Goeman.
Anno 1686. Eijgenaars ende selffs bruijckers Cornelis Warnartsz van den Bosch ende Gerrit Harmansz in Reijerscop.
[Fol. 39]
Adriaan van Leuwen tot Oudewater, twaalff mergen lants, bruijckt Adriaan Petersz s’jaars den mergen om vier k. gls. facit xxij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Pedro Ormea taffelhouder tot Utrecht, bruijker Cornelis Jansz den Ouden.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Jacob Ormea, heer van ‘s Graveslooth ende bruijcker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
Nogh Heijl van der Eemdt, ses mergen lants, bruijckt Adriaan voors. s’jaars om vijftien k. guldens facit vij oudschilt xxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker als vooren.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Bernardt Costerus advocaat s’Hoofs van Utrecht, nomine uxoris, ende bruijcker Loeff Dircxe van ‘t Uijthoff.
[Bestand 44, fol. 39v]
[Fol. 39 verso] Nogh Geertruid Cornelis Vereindts weduwe, ses mergen lants, bruijckt Adriaan voors. s’jaars om xv k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Nu eijgenaars ende bruijker als vooren.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Barnart Costerus, advt. s’Hoofs van Utrecht, nomine uxoris, ende bruijcker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
Nogh het convent van St. Catharinen tot Utrecht, seven mergen lants, bruijkt Adriaan voors. s’jaars om xviij k. gls. facit vj oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Jansz den Ouden.
Anno 1686. Eijgenaars het voors. convent, ende bruijckerse de weduwe van Jacob Claassen den Ouden.
Nogh t’convent voorschreve dartien mergen lants, bruijckt Jost Woutersz s’jaars om xxxij sts. den mergen facit ix oudschilt xxxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Evert Woutersz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van den convente St. Catharijnen tot Utrecht, ende bruijcker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
[Fol. 40]
Nogh Jan van Voort, iiij5 mergen lants, bruijkt Joost voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaars den H. Geest tot Utrecht, bruijkers Evert Woutersz en de weduwe van Thonis Jansz ider de helft.
Anno 1686. Eijgen t’voors. Geesthuijs t’Utrecht ende bruijcker Claas Willemsz Wit in Haanwijck.
[Fol. 40] Nogh ses mergen lants, bruijckt Joost voors. hem selver toebehorende, geëstimeert bij eede s’jaars om vj oudschilt.
Nu competeert het recht van erffpaght de erffgenamen van Neeltjen Wouters ende sijn selver bruijckers.
Anno 1686. Eijgenaar van iiij5 mergen lants, Isacq Dircksen aande Meern voor sijne onmundige kinderen, bruijckers Gerrit Gijsen Ruijff ende Adriaan Luijten Vogel ende van 450 roeden eijgenaars Claas Cornelisz Klucht voor sijn onmundige soon ende selffs bruijcker ende van den resterende 450 roeden eijgenaars ende selffs bruijckers Tijs Gerritsz van Dams weduwe, ende Jacob Gerritsz van Dam aan den Haanwijckersluijs.
[Bestand 45, fol. 40v]
Den commandeur tot Harmelen, twee mergen lants, bruijckt Petertjen Claas Henricx weduwe s’jaars om ix5 k. gls. facit iiij oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Abraham Henricksz.
Anno 1686. Eijgenaar den voors. commandeur, bruijckersse Aal, Cornelis Bastiaanses weduwe.
St. Nicolaas clooster t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Georgh Frederick Honselaars weduwe s’jaars den mergen om xviij sts. facit ij oudschilt xxiiij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Frederik Cornelisz Honselaar.
Anno 1686. Eijgenaar de heer Frederick Elioth, ende bruijker Jan Cornelisz Bom, in Haanwijck.
[Fol. 41]
Nogh St. Hiobs Gasthuijs, vier mergen lants, bruijckt Georgh voors. s’jaars den mergen een phls. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Frederick Cornelisz Honselaar.
Anno 1686. Eijgenaar den heer Frederick Elioth, ende bruijcker Jan Cornelisz Bom, in Haanwijk.
[Fol. 40 verso] Nogh twee mergen lants, Georg voors. selver toebehorende geëstimeert bij eede s’jaars den mergen ij k. gls. facit j oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker als vooren.
Anno 1686. Eijgenaar den heer Frederik Elioth, ende bruijcker Jan Cornelisz Bom, in Haanwijk.
[Bestand 46, fol. 41v]
Heer Jacob Ruijff, vicaris tot Oudemunster t’Utrecht, agt mergen lants, bruijkt Dirck Elgisses s’jaars om xix phls. gls. facit xj oudschilt xiij sts.
Nu eijgenaar heer Henrick vicaris tot Oudemunster t’Utrecht, bruijcker Thijs Gijsbertsz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren t’Oudemunster t’Utrecht, bruijcker Jacob Cornelisz Proeijt.
Nogh het convent van Oudwijck buijten Utrecht, iiij5 mergen lants, bruijckt Dirck voors. s’jaars om xij5 k. gls. facit v oudschilt xl sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit Willemsz.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Jacob Ormea, heer van ‘s Graveslooth, bruijckers Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff, ende Lammert op ‘t Spijck.
Heer Jan van Huchtenbroeck, vier mergen lants, bruijckt Adriaan Huijbertsz s’jaars om xv k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Adriaan Adriaansz.
Anno 1686. Eijgenaars ider voorde helft de heeren Francois Ormea ende mr. Jacob Omrea heer van ‘s Graveslooth en bruijker Gerrit Dircksz Verhorst.
[Fol. 42]
[Fol. 41] Mr. Joost t’Buurkerck, agt mergen lants, bruijckt Herman Woutersz s’jaars om xx k. gls. facit ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaars St. Bartholomaeus Gasthuijs tot Utrecht bruijcker Jan Baltensz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren vant pestgasthuijs tot Utrecht, bruijcker Dirck Jansz van Dam in Haanwijck.
Nogh Jan van Asch, vijff mergen lants, bruijckt Harman voors. s’jaars om v oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker, Frederick Cornelisz Honselaar.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van ‘t pestgasthuijs tot Utrecht, bruijcker Dirck Jansz van Dam voorschreve.
[Bestand 47, fol. 42v]
t’Bagijnhoff t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Harman voors. den mergen s’jaars om xxiij sts. facit j oudschilt xxvij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Baltensz.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren regenten van ‘t pestgasthuijs voors., ende bruijker Dirck Jansz voorschreve.
Nogh vijff mergen lants, Harman voors. selffs toebehorende, s’jaars den mergen om een oudschilt facit v oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Frederick Cornelisz Honselaar.
Anno 1686. Eijgenaar de heer advt. N. van Loon, ende bruijker Tomas Tijmensz van Campen.
[Fol. 41 verso] Die heeren van den Dom tot Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Jan Sweertsz s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Jansz snijder.
Anno 1686. Eijgenaar den ed. heere Ludolph de With heer van Hermelen, Harmelerweert etc. ende bruijker Huijgh Cornelisz Bom.
[Fol. 43]
Nogh het convent van St. Catharinen t’Utrecht aght mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om xvj k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijckers van ses mergen Jan Jansen cuijper ende van twee mergen Cornelis Jansen Grootenhuijs.
Anno 1686. Van ses mergen eijgenaars de heeren regenten van St. Catharijnen, ende bruijker Willem Claassen aan den Heldam, ende vande andere twee mergen eijgenaar den heere commandeur van Hermelen, bruijker Arien Jansz van Dam.
Die heeren van St. Peter tot Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Cornelis Evertsz s’jaars om vijftien phls. gls. facit viij oudschilt xxxix sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Dircksen den Grooten.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van St. Peter voors., ende bruijker mr. Everhart Houwert adt. s’Hoofs van Utrecht.
Nogh Aart Sem, vier mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om twaalff phls. gls. facit vij oudschilt vj st.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Dircksen den Grooten.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Everhard Houwert, advt. s’Hoofs van Utrecht, ende Adriaan Langstraat, bruijckersse Elisabeth Fredericx.
[Bestand 48, fol. 43v]
[Fol. 42] Den commandeur tot Harmelen, vijff hont lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om xl stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelisz voors.
Anno 1686. Eijgenaars mr. Everardt Houwert, advt. s’Hoofs van Utrecht ende Adriaan Langhstraat, ende bruijckerse Elisabet Fredericx.
Nogh vijff hont lants, Cornelis voors. selver toebehorende bij eede s’jaars j oudschilt xx5 sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis voors.
Anno 1686. Eijgenaars den voors. advt. Houwert ende Adriaan Langhstraat, ende bruijckersche Elisabeth Fredricx.
[Fol. 44]
Doeckus Jansen, borger tot Utrecht, seven mergen lants, bruijkt Willem Gijsbertsz s’jaars om xiiij5 goude guldens facit ix oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster, bruijker Cornelis Nijssen Hertooch.
Anno 1686. Eijgenaars de voors. heeren van Oudemunster, ende bruijckers Dirck Claasz den Ouden brouwer ende Thonis Aartsz Gansevanger tot Harmelen.
Juffr. van Rutenborgh, vier mergen lants, bruijckt Marten Jansz s’jaars om ses phls. gls. een stop boteren xxxv sts. facit iiij oudschilt xxvij sts.
Nu eijgenaarsche de weduwe van mr. Jaspar vanden Bergh, bruijker Henrick Jansen vleijshouder.
Anno 1686. Eijgenaar jonr. Jacob van der Burgh, heer van Oudaan, Soesbergen etc., ende bruijker Arien Huijbertsz van der Meije, in Harmelerweert.
[Fol. 42 verso] Nogh Henrick van Raveswaij, twee mergen lants, bruijkt Marten voorschreve, s’jaars om seven k. gls. facit iij oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar jonr. Maximiliaan van Baaxen, bruijker Henrick Jansen voors.
Anno 1686. Eijgenaar ende selffs bruijker sr. Cornelis Leeghburgh, wijnkooper tot Utrecht.
[Bestand 49, fol. 44v]
Adriaan van Hindersteijn, negen mergen lants, bruijkt Denijs Jacobsz s’jaars om ses en twintigh k. gls. facit xvij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar mr. Willem van Radelant, bruijker Govert Joostensz.
Anno 1686. Eijgenaar sr. Cornelis Leeghburgh, wijnkoper tot Utrecht en bruijker Willem Schrevelsz van Bolshuijsen.
Nogh juffr. van Voorn, elff mergen lants, bruijckt Dionijs voors. s’jaars om twee en twintigh phls. gls. facit xiij oudschilt iiij sts.
Nu eijgenaar Daniel van den Bergh, ende bruijker Govert Joosten.
Anno 1686. Eijgenaar mr. Daniel van den Bergh advt. Hoofs van Utrecht, ende bruijker Loij Aartsz van Pappelendam aan den Heldam.
[Fol. 45]
Jaspar Aartsz, bruijkt twee mergen lants, hem selver toebehorende bij eede s’jaars om negen k. gls. facit iiij oudschilt xij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Nijssen Hertooch.
Anno 1686. Nu eijgenaar ende bruijker Willem Claasz aan den Heldam.
[Fol. 43] Margariet Henrick Danielsz weduwe, bruijkt vier mergen lants, haar selver toebehorende, s’jaars bij eede den mergen twee k. gls. facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Balsen Aartsen.
Anno 1686. Eijgenaarsche jo. Catharina van Assendelft, ende bruijker Jacob Gerritsz aan de Haanwijckersluijs.
[Bestand 50, fol. 45v]
Den commandeur tot Harmelen, twaalff mergen lants, bruijckt den rentmr. van St. Catharinen t’Utrecht, ende Geurt des Baliers dinaer, s’jaars den mergen om iiij k. gls. facit xvij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Aart Hellinck.
Anno 1686. Eijgenaar den heere commandeur van Harmelen, ende bruijker Claas Cornelisz Bom.
Den scholaster van Oudemunster t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Gerrit van Rewijk s’jaars om negentien k. gls. facit xiij oudschilt xxxiiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijkersse de weduwe van Dirck Gerritsz Proeijt.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van Oudemunster tot Utrecht, bruijker Jacob Cornelisz Proeijt.
Anna Jacob Everts ende haar suster, vier mergen lants, bruijkt Jan Loeffsz s’jaars om xvj5 k. gln. facit vij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Claas Hednricksz.
Anno 1686. Eijgenaar Willem Claasz aan den Heldam.
[Fol. 46]
[Fol. 43 verso] t’Convent St. Catharijnen t’Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Paulus tot Woerden, s’jaars om vijff k. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijker het voors. convent.
Anno 1686. Eijgenaars het voors. convent ende bruijker Jan Kees Louwen in Reijerskop.
Harman van Zuijlens goet ontrent j5 mergen lants metten boomgaart, bruijkt joffr. Barbara sijn wijff, s’jaars om ses k. guldens facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaars ende bruijkers de erffgenamen van Pedro Ormea tafelhouder tot Utrecht.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker mr. Bernart Costerus advt., nomine uxoris.
[Bestand 51, fol. 46v]
Den Balier St. Catharinen t’Utrecht, agtien mergen lants, bruijkt Wouter Harmansz s’jaars om xxxvj phls. gls. een stop boteren xxxv stuijvers facit xxij oudschilt xij sts.
Den eijgendom blijft, bruijkers Evert Woutersz van vijff mergen, ende Joris Melissen van dartien mergen.
Anno 1686. Eijgenaars de heeren van Ste. Catrijnen t’Utrecht, bruijcker van dartien mergen lants Jan Petersz van Nes in Reijerskop, ende van vijff mergen bruijker Loeff Dircksz van ‘t Uijthoff.
Aalbert Danielsz, een huijs ende een hoffstede ontrent een halff hont groot, bruijkt hij selver geëstimeert op j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Luijten voor twee deelen, ende Jan Gijsen bruijker voor het derde deel.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Dirck Claasen den Ouden, brouwer tot Harmelen.
[Fol. 44] Willem Gijsbertsz, een huijs ende een hoffstede ontrent een hond groot, bruijkt hij selver geëstimeert op ij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Romert Cornelisz voor twee deelen, ende Cornelis Nijssen Hertoog voor het derde deel ende bruijker.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Claas Cornelisz Klucht.
[Fol. 47]
Jaspar Aartsz een huijs ontrent een hont groot, bruijkt hij selffs, geëstimeert op j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Elbert Elbertsz.
Anno 1686. Eijgenaar de voors. Klucht, ende is oock bruijker.
Weijn Gerrits, een huijs ende een hoffstede, ontrent vijff a ses roeden groot, bruijkt hij selver geëstimeert op 1/2 oudschilt.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersse Pieter Jacobsz sijn schoondoghter.
Anno 1686. Eijgenaars ende bruijkers Jan Elberden en Weijntje Elberden van Rietvelth.
[Bestand 52, fol. 47v]
[Fol. 44 verso] Balthazar Dircksen, een huijs en erfjen bruijckt hij selver j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Jacobsz secretaris.
Anno 1686. Eijgenaars voors. Jan ende Weijntjen Elberts van Rietvelth.
Claas Harmensz een huijs ende een hoffstede groot ontrent een halff hont xxxj5 stuijver.
Nu eijgenaar ende bruijker Henrick Pelgrums Rademaker.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenaamen van Jan Henricksz van Vlooten, bruijker Pieter Cornelisz Ruijsch.
Jan Dircksen, een huijs ende erffjen bruijkt Claas Rijcoutsz, om j oudschilt.
Nu eijgenaarsse ende bruijkersse de weduwe van Daniel Aalbertsz.
Anno 1686. Eijgenaar Mattheus Bom, bruijker Johannes van Poelweert, schout tot Harmelen.
[Fol. 48]
Nogh Jan Dircksz voors. een hofstede, bruijkt Cornelis Willemsz, om ij oudschilt.
Nu eijgenaarsse ende bruijkersse de weduwe van Daniel Aalbertsz.
Anno 1686. Eijgenaars ende oock bruijkers Marten Jansz de Bruijn ende Jan Martensz de Bruijn sijn soon.
[Fol. 45] De koster een erff, bruijkt hij selver, om j oudschilt.
Nu eijgenaars als vooren, ende voorde helft bruijker Dirck Cornelisz, voorde ander helft Jan Willemsz cum socio.
Anno 1686. Eijgenaars ende bruijkers Gerrit Gijsen Ruijff voor een deel, Arien Pietersz van Dijck voor het twede, ende Jan Buijs voor ‘t derde deel.
Claas Gijsbertsz een huijs ende erffjen ontrent een halff hont lant groot ende is selver brujker, om 1/2 oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Elbert Elbertsz.
Anno 1686. Eijgenaar Cornelis Mattheusz Verlaan, ende bruijker Jan Gerritsz van den Hoeck.
[Bestand 53, fol. 48v]
Den Kerckweg toebehoorende de gemeene gebuijren, bruijkt Peter Costers weduwe, om j oudschilt viij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Abraham Henricksz.
Anno 1686. Eijgenaars de gemeene gebuijren, ende bruijcker Nijs Gerrit Luijten in Harmelen.
De koster een huijsinge ende hoffjen, bruijkt Jan Loeffsz, om xxiiij stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz snijder.
Anno 1686. Eijgenaar N. Vien, ende bruijker Frans Gerritsz van Abcoude.
651 mergen, een hont lants
885 oudschilt 20 stuijvers
[Bestand 54, fol. 50]
Gerverscop ende Breudijk Naaltwijcx geregt
[Fol. 46] De jonr. van Zuijlen, sestien mergen lants, daar van eijgenaar is, anno 1599 aangebraght, op xlv oudschilt xxx sts.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenamen van den heer van Wulven, bruijkers Dirck Hermensz ende Cornelis Blom.
De heeren van Ste. Peter t’Utrecht, eijgenaars van een mergen een hont lants, om ij oudschilt xxxij sts.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenamen vanden heer van Wulven voornt., bruijkers Dirck Hermensz ende Cornelis Blom voorsz.
‘t Capittel vanden Dom heeft in eijgendom agt mergen lants, om xvj oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaars als boven, bruijker Gijsbert Thonisz opde Wel.
[Bestand 55, fol. 50v]
Juffr. Lijsbet en Gijsbert van Zuijlens dogter, eijgenaars van tien mergen lants, op xxvj oudschilt ij sts.
Anno 1686. Eijgenaar de vrouw van Rijnesteijn, bruijker Frans Rietvelt.
Jacob Willemsz van Dorssen, eijgenaar van seven mergen lants, op xiiij oudschilt xij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw van Rijnesteijn, bruijkersse Claartjen Willems.
‘t Convent van Catharijnen heeft in eijgendom veertien mergen lants, om xij oudschilt viij sts.
Anno 1686. Eijgenaar als boven, bruijcker Franck Rietvelt.
‘t Convent van Wittevrouwen, heeft in eijgendom vier mergen lants, om vij oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaar het voors. convent ende is hier van bruijker Franck Rietvelt voorschreve.
[Fol. 51]
‘t Bartholomaeus Gasthuijs t’Utrecht, heeft in eijgendom tien mergen lants, om xiiij oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Franck Rietvelt.
De heeren van Ste. Peter t’Utrecht, hebben in eijgendom een mergen, drie hondert roeden, om ij oudschilt xxxvj sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Franck Rietvelt.
Willem Jansz, eijgenaar van vier mergen lants, om vij oudschilt vj sts.
Anno 1686. Eijgenaars ende bruijkers Franck ende Arien Rietvelt.
[Bestand 56, fol. 51v]
Die vicarije van Ste. Peter t’Utrecht, eijgenaars van vijff mergen twee hont lants, jaars om v oudschilt xxx sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Franck Rietvelt.
De heeren van Ste. Peter t’Utrecht eijgenaars van twee ende een halff mergen lants, om iiij oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Harmensz.
Jan Gijsbertsz, eijgenaar van twee mergen een hont lants, om iij oudschilt xxxvj sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijcker Dirck Harmensz.
Jan van Doornick, eijgenaar van seven mergen lants, geëstimeert op xiiij oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijcker Dirck Hermansz.
[Fol. 52]
De Jacobi kerck t’Utrecht, heeft in eijgendom drie mergen lants, om iij oudschilt xxxiiij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Meerten Bosch.
Jr. van Hichtenbroeck cum socio, eijgenaars van vijff mergen lants, om ix oudschilt xxij sts.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenamen van jonr. van der Burgh, bruijker Gerrit Ghijsz.
Juffr. van Doeijenburgh, eijgenaarsse van ses mergen lants, om viij oudschilt xxiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Adriaan Veldhuijsen.
[Bestand 57, fol. 52v]
Hendrick Fredericksz, eijgenaar van ses mergen lants, om x oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar Dirck Claasz Brouwer, bruijcker Dirck Harmensz.
Ste. Angenieten clooster t’Utrecht, heeft in eijgendom drie mergen lants, om v oudschilt xxx sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijckersse Neeltjen Dircks.
Ste. Peter t’Utrecht, heeft in eijgendom twee mergen lants, om iij oudschilt xxxiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaar het Angenieten clooster, bruijckersse Neeltjen Dircx voors.
Claas Gijsbertsz is eijgenaar van vijff mergen lants, geëstimeert om ix oudschilt xxxij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse Margarita van Grijp van Valckesteijn, bruijckersse Neeltjen Dirck voors.
[Fol. 53]
Juffr. van Zuijlen, eijgenaarsse van vier ende twintigh mergen lants, om lix oudschilt xxij sts.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenamen van der Heggen, bruijker Thonis Reijertsz.
Gerrit Pietersz, eijgenaar van dardehalff mergen lants, om ij oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Dirck van de Bilt.
Jonr. Adriaan van Renes, eijgenaar van veertien mergen lants, geëstimeert op xxvj oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse juffr. Geertruijd Schrieck, bruijker Arien Jansz Crom.
[Bestand 58, fol. 53v]
Huijgh Pot, eijgenaar van seven ende een halff mergen lants, om xvj oudschilt xl sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw Van der Wiele, bruijker Arien Crom.
De heeren van Wijck, eijgenaars van aght ende twintigh mergen lants, om xxxiiij oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar van der Does, bruijker Cornelis Jansz van Cooten.
De heeren van Wijck, eijgenaars van twee mergen lants, om ij oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Blom.
[Fol. 54]
De heeren van Wijck, eijgenaars van aght mergen lants, om viij oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Blom voorschreve.
Lijsbet Sijmons weduwe eijgenaarsse van aght mergen lants, om x oudschilt xxx sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker, Cornelis Cornelisz Blom.
Gijsbert Cornelisz, eijgenaar van drie mergen lants, om vj oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Cornelis Cornelisz voorschreve.
Jan Oom Jansz, eijgenaar van vier mergen lants, om iiij oudschilt xxxij sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom voorschreve.
[Bestand 59, fol. 54v]
Dirck Gelisz, eijgenaar van drie ende een halff mergen, om v oudschilt xxx sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom voorschreve.
Jan Oom Jansz voors., eijgenaar van vijff mergen twee hondert roeden, om vij oudschilt xxvj sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom.
‘t Convent van Servaas, heeft in eijgendom drie mergen lants, om iiij oudschilt vij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Blom voors.
‘t Convent van den Daal, heeft in eijgendom elff mergen lants, om xj oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijkersse de weduwe van Meerten Bosch.
[Fol. 55]
Jr. Claas van Abcoude, eijgenaar van een mergen lants, om xl stuijvers.
Anno 1686. ‘t Weeshuijs tot Woerden eijgenaar, bruijker Meerten Willemsz Bosch.
Jan Henricksz, eijgenaar van negen mergen lants, om ix oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar het weeshuijs van Woerden, bruijcker Meerten Bosch.
‘t Convent van Catharijnen, heeft in eijgendom seven mergen lants, om x oudschilt xl sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Meerten Bosch voors.
[Bestand 60, fol. 55v]
‘t Selve convent van den Daal, heeft in eijgendom twaalff mergen lants, om xij oudschilt xvj sts.
Den eijgendom blijft over 1686, ende bruijker Thonis Pietersz.
Elliges Jacobsz, eijgenaar van ses ende een halff mergen om v oudschilt xxxvij sts.
Anno 1686. Eijgenaar sr. Lucas van Voorts, bruijker Jan Aarden.
Wouter Sijmonsz, eijgenaar van vier ende een halff mergen lants, om iiij oudschilt xij sts.
Anno 1686. Eijgenaar Lucas van Voorts voors., bruijker Jan Aarden voors.
Huijgh Poth, eijgenaar van vijff ende een halff mergen lants, geëstimeert op xj oudschilt xxxiij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw Van der Wiele, bruijker Dirck Pietersz.
[Fol. 56]
‘t Capittel van St. Jan, heeft in eijgendom twintigh mergen lants, om xxj oudschilt.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Dirck Pietersz voors.
Claas Jansz, eijgenaar van ses mergen lants, geëstimeert op viij oudschilt xxxix sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Dirck Pietersz voorschreve.
De heeren van Ste. Peter t’Utrecht hebben in eijgendom twee en twintig mergen lants, om xix oudschilt ij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe van Isaack Abrahamsz.
[Bestand 61, fol. 56v]
Hillegont Veens, eijgenaarsche van vier mergen een hont lants, om iiij oudschilt vij sts.
Anno 1686. Eijgenaar den heer Van den Ham, bruijker Reijer Pietersz van Nes.
Merrighjen Dirck Claasz, eijgenaar van een mergen vijff hont lants, om ij oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar den heer Van den Ham, bruijker Reijer Pietersz voors.
De Potbroeders inde Jacobikerck t’Utrecht, vijff mergen lants, om iij oudschilt xiiij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijcker Reijer voornt.
Willem Huijgen, eijgenaar van seven mergen lants, aangebraght op 6 oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Eijgenaar de Jacobikerck voors., bruijcker voors.
[Fol. 57]
‘t Convent van Servaas, heeft in eijgendom tien mergen lants, om viij oudschilt xiiij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Huijgen.
Dirck van der Horst, eijgenaar van vijftien mergen lants, om xxvj oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Eijgenaars jonr. Frederick Vuijttenham ende jonr. Marten van Blocklant t’saamen, bruijker Claartjen Willems.
Willem Dircksz, eijgenaar van een mergen lants, geëstimeert op ij oudschilt xxxvj sts.
Anno 1686. Eijgenaars jonr. Frederick Vuijttenham ende jonr. Blocklant voors.
[Bestand 62, fol. 57v]
Cornelis Willemsz, eijgenaar van vier ende een halff mergen, om viij oudschilt j5 sts.
Anno 1686. Eijgenaarse ende bruijckersse Claartjen Willems.
Mattheus Block, eijgenaar van sestien mergen lants, om xviij oudschilt xxiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaar de Buurkerck t’Utrecht, bruijker Jacob Jansz van Noorden.
Huijgh Poth, eijgenaar van vier mergen lants, om ix oudschilt ij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw Van der Wiele, bruijcker Jacob Jansz.
[Fol. 58]
Anthonis Gerritsz, eijgenaar van dardehalff mergen lants, om iij oudschilt xxxiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse juffr. Margarita Grijp van Valckesteijn, bruijker Roelant Goes.
‘t Convent van Bregitten, heeft in eijgendom aght mergen lants, om xj oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Roelant Goes.
Adriaan Sijmonsz, eijgenaar van dardehalff mergen lants, om iiij oudschilt ij sts.
Anno 1686. Eijgenaar het Capittel van Oudemunster, bruijker Cornelis Cornelisz van Leeuwen.
Lijsbeth Sijmons doghter, eijgenaarsse van vijff mergen lants, om vj oudschilt xxviij sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Jan van der Laack.
[Bestand 63, fol. 58v]
‘t Convent van Catharinen, heeft in eijgendom viij5 mergen lants, om xj oudschilt xxxviij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Crijnen.
De heeren van Ste. Peter t’Utrecht, eijgenaars van vier mergen vijff hond lants, om xj oudschilt xxj sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijkersse de vrouw van Wijnesteijn.
Juffr. van Naaltwijk, eijgenaarsse van twee mergen lants, om ij oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaar Cornelis Henricksz Freeken suster, bruijker Cornelis Henricksz voors.
Claas Jansen, eijgenaar van vijftehalff mergen lants, des jaars geëstimeert om vj oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaars de erffgenaamen van juffr. van Stralen, nu Lucas van Voorts, bruijker Cornelis Warnartsz.
[Fol. 59]
Juffr. van Naaltwijk, eijgenaarse van vier mergen lants, om v oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaars Cornelis Jansen van Leeuwens erffgenamen, bruijker Cornelis Cornelisz van Leeuwen.
‘t Convent van St. Catharinen, heeft in eijgendom viij5 mergen lants, om xv oudschilt vj sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Jansen van Leeuwen.
Elisabeth van Zuijlens doghter, eijgenaarsse van ses mergen lants, s’jaars geëstimeert op xv oudschilt xxvj sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw van Rhijnesteijn, bruijker Jacobus Grasvelt.
[Bestand 64, fol. 59v]
Claas Jansen, eijgenaar van vijftehalff mergen lants, om vj oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker Cornelis Jansen van Leeuwen.
Hermen Messemaaker, eijgenaar van vier mergen lants, om iiij oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw Van der Heggen, bruijker Cornelis Henrikse van Leuwen.
Ste. Peter t’Utrecht, eijgenaar van ses mergen lants, om xiiij oudschilt xij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, ende bruijckersse de weduwe van Isaacq Abrahamsz Blom.
[Fol. 60]
Juffr. van Naaltwijck, eijgenaarsse van twee mergen lants, op ij oudschilt xlj sts.
Anno 1686. Eijgenaar ende bruijker, Huijgh Jansz Truerniet.
‘t Convent van Wittevrouwen clooster t’Utrecht, heeft in eijgendom veertien mergen lants, om x oudschilt xxxv sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Isaacq Gerritsz.
‘t Capittel van Oudemunster, heeft in eijgendom twaalff mergen lants, om ix oudschilt xvij sts.
Anno 1686. Den eijgendom blijft, bruijker Isaacq Gerritsz.
515 mergen
776 oudschilt 32 stuijvers
bedragende in gelt 1398-4-
[Bestand 65, fol. 61]
Gerverscoop van der Meulens gerecht
[Fol. 57] Die Waaterschap van Bijlevelt, drie mergen lants genaamt de Lege Cade, anno 1599 aangebraght op den naam vande voors. Waaterschap als eijgenaars, ende Hillichje Cornelis Gijsbertsz weduwe bruijckersse, op ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaar sr. van Voorst, bruijcker Gerrit Leendertsz Twaalfhoven.
[Fol. 56 verso] Hillighje Cornelis Gijsbertsens weduwe, ses mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den voors. Hillichje als eijgenaarsse ende bruijckersse, op viij oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaar jonr. Frederick Uijttenhamme, bruijker Gijsbert Jansz Veen.
[Fol. 57] ‘t Gemeene lant, twee mergen, anno 1599 aangebraght op den naam van ‘t voorschreve gemeene lant, als eijgenaar ende Hillichje voorschreve bruijckersse, op j oudschilt xiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaar jonr. Frederick Uittenhamme voors., bruijcker Gijsbert Jansz Veen voornt.
[Bestand 66, fol. 61v]
[Fol. 56] Gisbert Cornelissen, ses mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven Gijsbert als eijgenaar en bruijker, op v oudschilt.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw van Rhijnesteijn, bruijker Peter Jansz van Arleveen.
[Fol. 56 verso] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, tien mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande voors. heeren als eijgenaars, ende Hillichje Cornelis Gijsbertsz weduwe bruijckersse, om xiij oudschilt xiiij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de vrouw van Rijnesteijn voors., bruijker Pieter Jansz van Arleveen.
[Fol. 56 verso] Die heeren van den Reguliers t’Utrecht, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren als eijgenaars, ende Hillighje voors. bruijckersse, op j oudschilt xviij sts.
Anno 1686. Eijgenaarsse de voorn. vrouw van Rijnesteijn, bruijcker Peter Jansz van Arleveen voorschreve.
[Fol. 62]
[Fol. 56 verso] ‘t Convent van Vrouwen clooster aan den Bilt, 4 mergen anno 1599 aangebraght op de selve naam, bruijkersse Hilligje voors., op iij oudschilt xxxv sts.
Eijgenaar als boven, bruijker Peter Jansz.
[Fol. 55 verso] Nogh t’voornoemde Vrouwen clooster, twaalff mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van ‘t selve convent onder dartigh mergen als eijgenaar ende bruijker Henrik Fredericksz, op x oudschilt xxviij sts.
Waar van den eijgendom nogh het voors. convent competeert, bruijker nu Cornelis Willemsz de Bruijn.
[Fol. 56] De heeren van Ste. Peter t’Utrecht, xv5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren als eijgenaars, ende Henrick Wermertsz bruijker op xxj oudschilt xiiij sts.
Daar van tegenwoordigh nogh eijgenaars sijn de voors. heeren, bruijker Cornelis Willemsz de Bruijn voornt.
[Bestand 67, fol. 62v]
[Fol. 55 verso] Frederick Evertsen t’Utrecht, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght in agt mergen, welke aght mergen leggende sijn in twee parcelen, als vier mergen een ende een halff hont, op den naam van den selven Frederick Evertsz als eijgenaar ende bruijker Henrick Wernertsz voors., ende iij5 mergen j5 hont op den naam van Henrick voors. als eijgenaar ende bruijker voor dese portie, op v oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar den voors. Cornelis Willemsen de Bruijn, die deselve is gebruijckende.
[Fol. 55 verso] ‘t Convent van Vrouwen clooster aande Bilt, aght mergen drie hont drie en veertigh roeden lants, anno 1599 aangebraght in aghtien mergen lants, dewelke aangebraght sijn onder dartigh mergen op den naam van ‘t voors. convent als eijgenaar, ende bruijker Hendrick Fredericksen voor dese portie, op vij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Henricksz van Leeuwen.
[Fol. 55 verso] Frederick Evertsz t’Utrecht, vier mergen lants anno 1599 aangebraght onder agt mergen, welke agt mergen leggende is aan twee parcelen, als vier mergen j5 hont, op den naam vande voornoemde Frederick Evertsen als eijgenaar, ende Hendrick Wernertsz bruijker, ende iij5 mergen j5 hont op den naam van Hendrick voors. als eijgenaar ende bruijker voor dese portie op v oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaarsse Merrighje Hendrick van Leeuwen, bruijcker den voors. Cornelis Hendricksz van Leeuwen.
[Fol. 63]
[Fol. 55] Diloff Jansen, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght onder vijftien mergen, op den naam van Diloff voornt. als eijgenaar ende bruijcker op ij oudschilt.
Nu eijgenaar Huijgh Jansen Truerniet, die mede bruijcker is.
[Fol. 55] ‘t Convent van Vrouwen clooster aande Bilt, negen mergen lants twee hont seven en vijftigh roeden, anno 1599 aangebraght in aghtien mergen, dewelke aangebraght sijn onder dartigh mergen op den naam van ‘t voors. convent als eijgenaar, ende bruijcker Henrick Fredricksen voor dese portie op viij oudschilt xvj sts.
Daar van ‘t voors. convent als nogh den eijgendom competeert, bruijcker Huijgh Jansz Truerniet voors.
[Bestand 68, fol. 63v]
[Fol. 55] Hendrick Fredricksen, drie mergen lants, anno voors. aangebraght op den naam van den selven als eijgenaar ende bruijcker op ij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker den voors. Huijgh Jansz Truerniet.
[Fol. 55] Diloff Jansz, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght onder vijftien mergen op den naam van Diloff voors. als eijgenaar ende bruijcker op ij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Cornelis Jansz van Leuwen, off de heer Plucque, bruijcker Cornelis Cornelisz van Leeuwen.
[Fol. 64]
[Fol. 55] De heeren van Ste. Pauwels t’Utrecht, twaalff mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selve heeren als eijgenaars, bruijcker Cornelis Roelofsen, op vij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen van Cornelis Jansz van Leuwen off de heer Plucque, bruijker Cornelis Cornelisz van Leeuwen voornt.
[Fol. 55] ‘t Convent van Vrouwe clooster aande Bilt, twaalff mergen lants, anno voors. aangebraght op den naam van ‘t selve convent als eijgenaar, ende Diloff Jansen als bruijker, op ix oudschilt xxviij sts.
Waar van jegenwoordigh den eijgendom nog aan ‘t selve convent competeert, bruijcker Cornelis Crijnen Verlaan.
[Fol. 55] Jo. van Snellenbergh met haare kinderen xj5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve als eijgenaars, ende Diloff voors. bruijker op iij oudschilt xxxj5 sts.
Nu eijgenaarsse de vrouw van Rijnesteijn, bruijker Cornelis Crijnen Verlaan voornt.
[Bestand 69, fol. 64v]
[Fol. 55] Jo. Snoeijen tot Calcker, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den voorschreve jo. Snoeijen als eijgenaarsse, ende Diloff voors. bruijker, op ij oudschilt xxxviij5 sts.
Nu eijgenaarsse de voorn. vrouw van Rijnesteijn, bruijcker den voors. Cornelis Verlaan.
Diloff Jansen voornt., vier mergen lants, anno 1599 aangebraght in vijftien mergen lants, op den naam vanden voors. Diloff als eijgenaar ende bruijcker op ij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaarsse de voors. vrouw van Rijnesteijn, bruijcker Cornelis Verlaan voornt.
[Fol. 55] Diloff Jansen voors., vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selven Diloff als eijgenaar op ij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaarsse ende bruijckersse de weduwe van Willem Jansz van Leeuwen.
139 mergen lants
129 oudschilt 40 stuijvers
[Bestand 70, fol. 66]
Cockengen Lockhorst
[Fol. 62 verso] Anthonis van Schoenenborgh, xj5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven als eijgenaar, ende Cornelis Gerritsz bruijker, jaarlijcx om x oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaar jonr. Alard Soudenbalch, bruijker Gerrit Leendertsen Twaalffhoven.
[Fol. 63] De lantcommandeur t’Utrecht, ij5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven als eijgenaar, ende bruijcker Cornelis voors. op j oudschilt x5 stuijver.
Waar van nu eijgenaar ende bruijcker is den voors. Gerrit Leendertsz Twaalffhoven.
[Fol. 63] Nogh de lantcommandeur, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven, bruijker Cornelis voors., om j oudschilt xxxiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Gerrit Leendertsen Twaalffhoven voornt.
[Bestand 71, fol. 66v]
[Fol. 62] ‘t Convent vanden Daal, seven mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van ‘t selve convent, ende bruijcker Cornelis voors. op vj oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, aan ‘t voors. convent, bruijcker Gijsbert Jansz Verleer.
[Fol. 63] Steven van Zuijlens weduwe, negen mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selve ende bruijcker Claas Willemsz, op viij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaars van vj5 mergen de erffgenamen van den vrouw Van der Heggen, ende van ij5 mergen jo. Schrieck, weduwe van den heer Van der Wielen. Bruijcker van vj5 mergen Beernt Wieren, ende vande andere ij5 mergen Gerrit Leendertsz Twaalffhoven.
[uts.] Herman van Raveswaeij, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven, ende bruijcker Claas Willemsz, op iij oudschilt iiij sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen vande vrouw Van der Heggen, bruijcker Beernt Wieren.
[Fol. 67]
[Fol. 63] Anthonis van Schoenenborgh iij5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven, ende bruijcker Claas voorschreve op iij oudschilt xxxj5 sts.
Nu eijgenaarsse juffr. Schrieck weduwe vande heer Van der Wielen, bruijcker Gerrit Leendertsz Twaalffhoeven.
[uts.] Nogh een halff mergen Claas Willemsen voorschreve selffs toebehorende, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven als eijgenaar ende bruijcker op xviij stuijvers.
Nu eijgenaars de erffgenamen vande vrouw Van der Heggen, bruijcker Beernt Wieren.
[uts.] Jan Jansen Crusinck xxxij mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven als eijgenaar ende bruijker op xix oudschilt ij sts.
Nu eijgenaars van sestien mergen de heeren van ‘t Capittel van Oudemunster, bruijker Willem Jansz Hogenhout. Ende van den vordere sestien mergen nu eijgenaarsse de vrouw van Sandenburgh, bruijcker van deselve Jan Jacobsz Plomp.
[Bestand 72, fol. 67v]
[Fol. 64] De heeren van St. Jan t’Utregt, aght mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren, ende bruijker Jan Jacobsz, op iiij oudschilt xxiiij sts.
Waar van den eijgendom blijft aande voornde. heeren, bruijckersse Aafgen Dircx weduwe van Cornelis Jansz Plomp.
[uts.] Jan Jacobsen, sestien mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven als eijgenaar en bruijker, op ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar van twaalff mergen Egbert Jurriaansz van Enckhuijsen. Ende vande andere vier mergen nu eijgenaar Jacob van Veenvelt schout. Bruijckersse vande voors. sestien mergen lants Aafgen Dircx weduwe van Cornelis Jansz Plomp voornt.
[Fol. 65] ‘t Convent vande Preekheeren t’Utrecht, agt mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren ende bruijker Marten Jansz, om v oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar jonr. Jan Borre van Amerongen, bruijcker Jan Dionijssen van Dam.
[Fol. 68]
[Fol. 65] Nogh gebruijckt Marten Jansz voors. aght mergen hem selffs toebehorende, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven als eijgenaar ende bruijker, op v oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar jonr. Jan Borre van Amerongen voornt., bruijker Jan Dionijssen voors.
[uts.] Juffr. Cornelia, weduwe van Lockhorst, xxxvj mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve, en bruijcker Govert Jansz, op xxix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar van iiij5 mergen de heer van Dedem. De heeren van Ste. Peter tot Utrecht eijgenaars van vijff ende een halff mergen lants. Den Armen Buchel t’Utrecht eijgenaars van drie ende een halff mergen. Ende van ij5 mergen eijgenaar. Bruijcker van dese sestien mergen Aart Henricksen Verlaan. Nogh eijgenaar van agt mergen den voors. heer van Dedem. Ende de heer Charles Parmentier heer van Heeswijck eijgenaar van agt mergen. Bruijcker van dese sestien mergen Warnart Gerritsz van Spengen. Ende vande vordere vier mergen nu eijgenaar ende bruijker Willem Jansz van Spengen.
[Bestand 73, fol. 68v]
[Fol. 66] De schout tot Leijden vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven ende bruijcker Govert voors., om ij oudschilt xxviij sts.
Waar van nu eijgenaar ende bruijcker is Willem Jansz van Spengen voornoemt.
[Fol. 64] Nogh de schout tot Leijden, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven, ende bruijkt Margriet Marten Clauwen weduwe, om j oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker van een mergen Jan Boelen. Ende vande andere een mergen eijgenaar ende bruijcker Jan Blom.
[Fol. 69]
[Fol. 64] Margriet Marten Clauwens weduwe, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght opde naam van den selve als eijgenaarsse ende bruijkersse, op j oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker van een mergen Jan Boelen. Ende vande andere mergen eijgenaar ende bruijcker Jan Blom.
[uts.] Claas Gijsbertsz tot Hermelen vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven, ende bruijker Cornelis Jansz op iij oudschilt xxxiiij sts.
Waar van nu eijgenaar ende bruijcker is van twee mergen Jan Boelen. Ende vande vordere twee mergen, nu eijgenaar ende bruijker Jan Blom.
[Bestand 74, fol. 69v]
[Fol. 64] De pastoor tot Cockengen, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven ende bruijcker Herman Bartsz ende Margriet sijn moeder op iij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker den voornde. Jan Blom.
[uts.] Juffr. Verhaar, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selve ende bruijcker Hermen voors. op ij oudschilt xvj sts.
Waar van nu eijgenaar ende bruijcker is Jan Blom voornoemt.
[uts.] Willem Lobe t’Utrecht, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven ende bruijcker Hermen voors., om ij oudschilt iiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Blom voors.
[Fol. 65] Onse Lieve Vrouwen Broederschap tot Cockengen twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op de naam van deselve ende bruijker Hermen voors., om j oudschilt viij sts.
Waar van nu eijgenaar ende bruijker is den voornoemde Jan Blom.
[Fol. 70]
[Fol. 65] Alidt Hoeij t’Utrecht twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van deselve ende bruijker Hermen voors. op j oudschilt iiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Blom voornoemt.
176 mergen lants
129 oudschilt 1 stuijver
in gelt 232-4-14
[Bestand 75, fol. 71]
Cockengen en Spengen
[Fol. 58] Die kosterije tot Cockengen, vier mergen lants, bruijckt Marten Jansen s’jaars om iiij5 k. gl. facit ij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Albert Golofsen.
[uts.] Nogh Jan Jansen, iij5 mergen lants, bruijckt Marten voors., des jaars de mergen om xxvj sts. facit ij oudschilt vij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Albert Golofsen voors.
[uts.] Nogh bruijckt Marten voors. xj5 mergen lants hem selver toebehorende, s’jaars bij eede die mergen een phls. gl. facit vj oudschilt xxxv5 sts.
Nu eijenaar ende bruijker Albert voors.
[uts.] Nogh heer Aart Venroeij, priester St. Andries t’Utrecht twee mergen en een vierendeel van een mergen lants, bruijckt Marten voors., s’jaars om ij phls. gl. facit j oudschilt viij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Aalbert voors.
[Bestand 76, fol. 71v]
[Fol. 58 verso] Nogh heer Cornelis Franck, en die kerck tot Cockengen, twee mergen en drie vierendeel van een mergen lants, bruijckt Marten voors., s’jaars om iij k. gls. facit j oudschilt xxiiij sts.
Den eijgendom wort bij Jan van der Vecht gesustineert hem te competeren, bruijcker Aalbert voorschreve.
[uts.] Die papelijke prove tot Cockengen, aght mergen lants, bruijckt Herman Berten, een mergen om ij k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker de weduwe van Cors Thomasz.
[uts.] Nogh deselve vier mergen lants, bruijckt Herman voors., s’jaars de mergen ij k. gls. facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe voors.
[Fol. 72]
[Fol. 59] Die papelijke prove tot Cockengen, agt mergen lants bruijckt Cornelis Jansen, s’jaars den mergen twee k. gls. facit viij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Peter Louffen.
[uts.] Onse Lieff Vrouwen gilde op de Vaart, twee mergen lants, bruijckt Marten Clauwen weduwe, die mergen s’jaars om xxx sts. facit j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Thomas Cornelissen.
[uts.] Nogh Willem Crom, drie mergen drie hont lants, bruijckt Margariet voors., s’jaars om drie stoppen botteren die stop op xxxv sts. facit ij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Thomas voors.
[Bestand 77, fol. 72v]
Nogh Onse Lieve Vrouwen Broederschap tot Cockengen, een mergen lants, bruijckt Margariet voors., s’jaars om xxv stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Thomas voors.
[Fol. 59 verso] Nogh St. Agnieten clooster t’Utrecht, vijff hond lants, bruijckt Margariet voors., s’jaars om xx stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Thomas Cornelissen.
[uts.] Nogh seventien mergen lants, Margariet voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om een phls. gls. facit x oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Thomas voors., van negen mergen lants, Claas Clasen Tol, van vier mergen, en Gerrit Dircksz insgelijcks vier mergen.
[uts.] De heeren van St. Jans t’Utrecht, vier en twintigh mergen lants, bruijkt Gijsbert Aartsen s’jaars om xlv k. gls. ij stoppen botteren, die stop xxxv sts. facit xxiij oudschilt iiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Hendrick Willemsen Prins.
[Fol. 60] Mijn vrouw van den Daal, buijten Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Claas Claasen, s’jaars om xix5 goude gulden facit xiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Henrik Dirksen.
[uts.] Nogh den abt van St. Pauls t’Utrecht, agt mergen lants, bruijckt CLaas Clasen voors., s’jaars om x phls. gls. facit v oudschilt xl sts.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe van Claas Jansen.
[uts.] Nogh die kerckmrs. van St. Jacobskerck tot Utrecht iiij5 mergen, bruijckt Claas Claasen voors., s’jaars om ij oudschilt.
Nu eijgenaars de kinderen ende erffgenamen van Jacob van Eelgis, bruijker Henrik Dirksen.
[Bestand 78, fol. 73v]
[Fol. 60] Nogh iij5 mergen, Claas voors. selver toebehorende, s’jaars de mergen om xxx sts. facit ij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker als boven.
[uts.] Die Carthuijsers buijten Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Eerst Dircksz, s’jaars de mergen om xxiij sts. facit iij oudschilt xij sts.
Nu bruijcker Cornelis Dircksz Veen.
[uts.] Nogh t’convent van St. Agnieten t’Utregt, ses mergen ende twee hond lants, bruijckt Eerst voors., s’jaars om vij5 k. gls. facit iij oudschilt xxiiij sts.
[Fol. 74]
[Fol. 60v] Nogh heer Peter St. Marien t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Eerst voors., s’jaars de mergen xx sts. facit xl stuijvers.
Nu eijgenaar de soon van Bernt van Coesveld, bruijcker Cornelis Dircksen Veen.
[uts.] Nogh die Choorgesellen te Buurkerck vier mergen lants, bruijckt Eerst voors., den mergen s’jaars om xxij5 sts. facit ij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis voors. [uts.]
[Fol. 61 n. 2] Nogh Onse Lieve Vrouwen Broederschap, ij5 mergen lants, bruijckt Eerst voors., s’jaars om ij phls. gls. den hoop facit j oudschilt viij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis voors.
[Bestand 79, fol. 74v]
[Fol. 61 n. 1] Nogh Dirck van Zuijlen van der Haar, drie mergen lants, bruijckt Eerst voors., s’jaars de mergen om xxxviij sts. facit ij oudschilt xxx sts.
[Fol. 61] Nogh Cornelis Dircksz, een mergen lants, bruijckt Eerst voors., s’jaars om xx stuijvers.
[uts.] Nogh tien ende een halff mergen lants, Eerst voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen j Pls. gl. facit vj oudschilt x5 sts.
[uts.] Nogh Jan Meertensens erffgenaamen, vier hond lants, bruijckt Eerst voors. s’jaars om xij stuijvers.
[Fol. 75]
[Fol. 61 verso] ‘t Convent van den Daal buijten Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Marichjen Tijs Jans, s’jaars om xix gouden gls. facit xij oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, en wert twee deelen van drie deelen gebruijckt bij Willem Petersen, en het een derdendeel bij Jacob Petersen Slegt.
[uts.] Nogh heer Adriaan van Renes, agt mergen lants, bruijckt Marrighjen voors., s’jaars den mergen xxxviij sts. facit vij oudschilt x sts.
Nu eijgenaar heer Jan van Renes, bruijcker Willem Sleght.
[Fol. 62] Nogh vier mergen lants, bruijckt hij van vier personen, wonende tot Abcoude ende Nichtevecht, s’jaars om ij oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaar ende bruijckers Willem ende Sleght invoegen voors.
[Bestand 80, fol. 75v]
[Fol. 62] Nogh die Choorgesellen te Buurkerck, twee mergen lants, bruijckt Marrichjen voors., s’jaars xlv sts. den hoop facit j oudschilt iij sts.
Den eijgendom blijft, bruijckers Willem ende Sleght invoegen voorschreve.
[uts.] Nogh die kerck ende pastorije tot Camerick een halff mergen lants, bruijkt Marrigjen voors., s’jaars om xij5 stuijver.
Den eijgendom blijft, bruijckers Willem ende Sleght invoegen voorschreve.
[uts.] Nogh die pastorije tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Marrighjen voors., s’jaars om xij5 stuijver.
Den eijgendom blijft, bruijckers invoegen voorschreve.
[Fol. 76]
[Fol. 62 verso] Nogh een mergen lants, Marrighjen voors. selver toebehorende, s’jaars om xxv stuijvers.
Nu eijgenaar Willem Pietersz, en wert bij hem en Sleght gebruijckt invoegen voors.
Spengen
[Fol. 66 verso] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz, s’jaars die mergen om een oudschilt facit xvj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Dirck Aalbertsen.
[uts.] Nogh die kerck en memorie priesters St. Jacobs t’Utrecht, een mergen lants, bruijckt Jan voors., s’jaars om xij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Dirck voors.
[Bestand 81, fol. 76v]
Spenger meent groot ontrent anderhalff mergen, bruijckt Gerrit Simontsen, s’jaars om iiij k. gls. facit j oudschilt xxxviij sts.
Dit blijft alst is en wort gebruijckt bij Jan Gerritsen Botterman.
[Fol. 67] Nogh Ons Lieff Vrouwen autaar tot Cockengen een mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsen voors., s’jaars om xij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Dirck Aalbertsz voorschreve.
[uts.] Nogh het Heijligh Sacraments Broederschap St. Jacobs t’Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsen voors., s’jaars om ix k. gls. x sts. facit iiij oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Gerritsen Botterman.
[Fol. 77]
[Fol. 67] Nogh Henrik Valkenaar, aght mergen lants, bruijckt Jan voors., s’jaars om ix k. gls. x sts. facit iiij oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft aande erffgenamen van Henrick Valkenaar, bruijcker Dirck Aalbertsen.
[uts.] Nogh Joost Dircksens erffgenaamen en Claas Willemsen, een mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz, s’jaars om xxj stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voors.
[uts.] Nogh Claas Gijsbertsen tot Hermelen, drie mergen lants, bruijckt Jan voors., s’jaars om ij phls. gls. facit j oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Dirck voorschreve.
[Bestand 82, fol. 77v]
[Fol. 67v] Nogh achtien mergen lants, Jan voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om xx sts. facit viij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers van negen mergen Dirck Aalbertsz voors., ende vande vijffde halff morgen Hubert Gerritsen, ende van den resterende vijffde halve mergen Marten Hermansen Pack.
Nogh Gerrit Gerritsen, drie mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz voors., s’jaars de mergen xvj sts. facit j oudschtil vj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Gerritsen Botterman.
St. Margarieten Gasthuijs t’Utrecht, aght mergen lants, bruijckt Gerrit Gerritsen s’jaars de mergen xx sts. facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Marten Harmansen.
[Fol. 78]
[Fol. 68] Nogh heer Adriaan van Renes, aght mergen min twee hond lants, bruijckt Gerrit voors., s’jaars de mergen xxxviij sts. facit vij oudschilt x sts.
Nu eijgenaar Jan van Renes, en bruijcker Marten voorschreve.
Gijsbert Sijs en sijn moeder, ses mergen lants, bruijckt Gerrit voors., s’jaars om vij oudschilt viij5 sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Marten Harmansz voorschreve.
Nogh Joost Dircksens erffgenaamen en Claas Willemen een mergen lants, bruijckt Gerrit voors., s’jaars om xxiiij stuijvers.
Nu eijgenaar die pastorije en vicarije tot Cockengen, bruijker Marten voors.
[Bestand 83, fol. 78v]
Nogh viij5 mergen en twee hont lants, Gerrit voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om j phls. gln. facit v oudschilt ij5 sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Marten voors.
[Fol. 68 verso] ‘t Convent van den Daal, xiij mergen lants, bruijckt Gerrit Henricksen, s’jaars om xiij phls. gls. facit vij oudschilt xxxj st.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Gerritsen Bruijnen.
Nogh Joost Dircksens erffgenaamen ende Claas Willemsen, drie mergen lants, bruijckt Gerrit voors. de mergen s’jaars om 24 st. facit j oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Aart Ram en Peter van Santen, bruijcker Cornelis Henricksen Hoeck.
[Fol. 79]
Nogh Henrickjen Willem Henricksen, seven mergen twee hont lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars de mergen om xxv sts. facit iiij oudschilt vij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Claasen.
Nogh die papelijcke prove tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Gerrit voors. om xij st. dus xij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Henricksen.
[Fol. 69] Nogh Onse Lieve Vrouwen Broederschap tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om xij stuijvers.
[Bestand 84, fol. 79v]
Nogh die pastoor St. Jacobs t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars den mergen om xx sts. facit ij oudschilt xvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Clasen.
Nogh Nies Jan Jansens weduwe, met haar kinderen, een halff mergen lants, bruijkt Gerrit voors. om x stuijvers.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Aart Ram ende Peter van Santen, bruijcker Cornelis Henricksen.
Nogh xvij5 mergen ende een hondt lants, Gerrit voorschreve selver toebehorende, des jaars om xxj sts. de mergen facit viij oudschilt xxxv st.
Nu eijgenaars ende bruijckers van agt mergen lants Cornelis Gerritsen Bruijnen, ende van nogh aght mergen lants eijgenaars ende bruijckers Aalbert Golofsen ende Gerrit Willemsen, en vande resterende anderhalff mergen sijn eijgenaars Aart Ram met Peter van Santen, bruijcker Cornelis Henricksen.
[Fol. 80]
[Fol. 69 verso] De heeren van St. Jans t’Utrecht, seventien mergen lants ende een hoffsteeghjen, groot een halff mergen lants, bruijkt Henrick Willemsen, s’jaars om xij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Cornelis Cornelissen.
Nogh Jan Borren weduwe, vierdehalve mergen lants, bruijckt Henrick voors. s’jaars om iiij k. gls. facit j oudschilt xxxviij st.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Cornelissen.
[Bestand 85, fol. 80v]
Nogh xv5 mergen lants, Henrick voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de hoop om x oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis voors.
[Fol. 70] Cornelis Otten t’Utrecht, vier mergen lants, bruijcker Gerrit Gerritsen van Gelre, s’jaars de mergen om xiiij sts. facit j oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Joost Petersen.
De memorie priesters St. Jacob t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars de mergen om xx sts. facit j oudschilt xxxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Joost voors.
Nogh die Poth St. Jacobs t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Gerrit voors., die mergen om xx sts. facit xl stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Jacobsen.
[Fol. 81]
Nogh die kerck van Cockengen, twee mergen lants, bruijker Gerrit voors., den hoop om j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Willem voors.
[Fol. 70 verso] Nogh die pastoor tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om xij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Dirck Aalbertsen.
Nogh xj5 mergen lants, Gerrit voors. selver toebehorende bij eede s’jaars de mergen om xx sts. facit v oudschilt xx sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers te weten Dirck Aalbertsen van vij5 mergen lants, ende Willem Jacobsen van iij5 mergen lants.
[Bestand 86, fol. 81v]
Cornelis Dircksz Sichtemaker, dartien mergen lants, bruijckt Tomas Segerumsen, den mergen een gouden gulden, en twee stoppe botteren, de stop xxxv sts. facit x oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaars ende bruijkers van aght mergen Cornelis Cornelisse, en vande vijff mergen Joost Petersen.
[Fol. 71] Nogh die kerck tot Cockengen, een mergen lants, bruijckt Thomas voors. om xix stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Joost voors.
Nogh Onse Vrouwen Broederschap tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijkt Thomas voors. s’jaars om x stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Joost voorschreve.
[Fol. 82]
Nogh die pastoor tot Breuckelen ende heer Gerrit van de Wall, een halff mergen lants, bruijckt Thomas voors., om vj stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Joost voors.
Nogh een mergen lants, Thomas voors. selver toebehorende, s’jaars om xxviij stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Joost voors.
[Fol. 71 verso] Peter Jan Bontensen, tot Vrelandt, sestien mergen lants min een hont, bruijckt Pieter Dircksz de mergen s’jaars om xxxiiij sts. facit xij oudschilt xl sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van Johan Bruijnis t’Utrecht, bruijckersse Lijsje Jacob Cornelis Boelhouders weduwe.
[Bestand 87, fol. 82v]
Nogh ses mergen ende een hond lants, Peter Dircksen voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om j phls. gln. facit iij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker als vooren.
Nogh Herman van Hemelen, drie mergen lants, bruijckt Peter voors., s’jaars de mergen om xxj sts. facit j oudschilt xxj sts.
Nu verhuurt bij mr. Dirck Verkerck, aande weduwe van Jacob Cornelisz Boelhouwer.
[Fol. 72] Nogh Onse Lieven Vrouwen Broederschap ter noot Gods St. Jacobs t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Peters voors., den mergen om xxj sts. facit j oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe voors.
[Fol. 83]
Nogh Gerrit Henricksen, anderhalff mergen lants, bruijckt Peter voors., s’jaars om xxxj5 stuijver.
Nu verhuurt bij mr. Dirck Verkerck aan Gerrit Dircksen.
Nogh die kerck tot Cockengen, een mergen lants, bruijckt Peter voors., s’jaars om xxij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe van Boedelhouwer.
Nogh die pastorije tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Peter voors., s’jaars om xij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe voors.
[Bestand 88, fol. 83v]
[Fol. 72 verso] Nogh die Broederschap tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt Peter voors., s’jaars om xj5 stuijver.
Den eijgendom blijft, bruijckersse de weduwe voors.
Die kerck van Cockengen, seven mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsen s’jaars de mergen om xx sts. facit iij oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Gerrit Cornelissen Aller, bruijker Jan Swanicksz.
Nogh Aart Roelens weduwe, vijff mergen lants, bruijckt Cornelis voors., s’jaars de mergen om xxij sts. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker als boven.
[Fol. 84]
Nogh Alid van Hoeij, anderhalff mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsen, de mergen xxij sts. facit xxxiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker voorschreve.
[Fol. 73] Nogh viij5 mergen lants, Cornelis voors. selver toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om xviij sts. facit iij oudschilt xxvij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker als boven.
‘t Clooster St. Cicilien t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Dirck Willemsen, s’jaars de mergen om xviij sts. facit xxxvj stuijvers.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Aart Ram met Peter van Santen, bruijker Cornelis Henricksen.
[Bestand 89, fol. 84v]
Nogh heer Gerrit van de Wal, een mergen lants, bruijckt Dirck voors. s’jaars om xvj stuijvers.
Nu eijgenaars ende bruijckers voors.
Nogh bruijckt Dirck voors. xxxv mergen lants, hem selven toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om xx sts. facit xvj oudschilt xxviij st.
Nu eijgenaars Lenard Schouten, als getrouwt hebbende de weduwe van Adriaan Tonissen de Rijck, van twintig mergen, bruijcker Cornelis Gerritsen Deun, ende van den resterende vijftien mergen, competerende de erfgenaamen van Aart Ram en Peter van Santen, bruijcker Cornelis Henricksen.
[Fol. 73 verso] Nogh het clooster St. Cicilien t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Jan Henricksen t’Utrecht, s’jaars de mergen om xx st. facit j oudschilt xxxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Tonis Tonissen.
[Fol. 85]
Nogh Gerrit Gerritsen sijn wijffs broeder, aght hond lants, bruijckt Jan voors., s’jaars de mergen om xviij sts. facit xxiiij stuijvers.
Nu eijgenaarsse de weduwe van Jan Cornelissen Helmont, bruijker Willem Gijsbertsen.
Nogh bruijckt Jan voors., vijftien mergen min twee hond lants, hem met sijn wijff, broeder ende susters toebehorende, s’jaars de mergen xxij sts. facit vij oudschilt xiij5 sts.
Nu eijgenaar ende bruijker als voors.
[Fol. 74] Armbout Ruijsch, vijff ende dartigh mergen lants, hem selver toebehoorende, geëstimeert s’jaars op xxij sts. de mergen facit xviij oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers Adriaan Hendricksen, van agt en twintigh mergen, ende de resterende seven mergen competeren de erffgenaamen van Aart Ram met Peter van Santen, bruijcker Cornelis Hendricksen.
[Bestand 90, fol. 85v]
‘t Convent van St. Cicilien t’Utrecht, iij5 mergen lants, bruijckt jonge Gerrit Gerritsen, s’jaars de mergen om xx sts. facit j oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar Lenard Schouten, als getrouwt hebbende de weduwe van Adriaan Tonissen de Rijck, bruijker Cornelis Gerritsen Deun.
Nogh die Potbroeders St. Jacobs t’Utrecht, een mergen ende vier ende een halff hond lants, bruijckt jonge Gerrit voors. s’jaars om xl stuijvers.
[Fol. 86]
Nogh die kerck tot Cockengen, een mergen lants, bruijckt jonge Gerrit voors., om xxiiij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit Willemsen.
[Fol. 74 verso] Die pastoor tot Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt jonge Gerrit voors., s’jaars om x stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit voors.
Nogh Onse Lieve Vrouwen Broederschap te Cockengen, een halff mergen lants, bruijckt jonge Gerrit voors., om x stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit voors.
Nogh bruijckt jonge Gerrit voors., een mergen lants, die verstorven sijn, daar hij de eijgenaar niet aff en weet, des jaars om xx stuijvers.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Aart Ram met Peter van Santen, bruijker Cornelis Henricksen.
[Bestand 91, fol. 86v]
[Fol. 75] Nogh dartien mergen ende anderhalff hond lants, hem selver met sijn moeder ende susters toebehorende, bij eede s’jaars de mergen om xx sts. facit vj oudschilt xiij sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Aart Rame met Peter van Santen, van vijff mergen, bruijker Cornelis Hendricksen, ende vande vijffde halve mergen Lenard Schouten, als getrouwt hebbende de weduwe van Adriaan Tonissen de Rijck, bruijker Cornelis Gerritsen Deun, ende resterende vierde halff mergen ende anderhalff ont werden verhuurt bij mr. Dirck Verkerck, ende worden gebruijckt bij Gerrit Willemsen.
Dat Lasarus huijs, buijten de Wittevrouwen poort t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Dirck Roelofsen s’jaars om xx sts. facit j oudschilt xviij sts.
Wort verhuurt bij Albert Proeijs, bruijker Gerrit Willemsen.
[Fol. 87]
Nogh bruijckt Dirck voors. seven mergen lants, hem selver toebehorende s’jaars de mergen om xxv sts. facit iiij oudschilt vij sts.
Nu eijgenaar Albert Proeijs, bruijcker Gerrit voorschreve.
[Fol. 75 verso] Nogh vier mergen lants, Dirck voors. toebehorende, en hij bruijkt bij eede s’jaars de mergen om xxv sts. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker als voren.
Peter Reijertsen en juffr. Lijsbeth sijn huijsvrouw, iiij5 mergen lants, gebruijkt Hermen Barten, s’jaars om xiiij phls. gls., een stop botteren xxxv sts. facit ix oudschilt vij sts.
Nu eijgenaar Jan de Gruijter en Willem Coppier, bruijckers Marten Dircksen ende Thomas Cornelissen.
[in de marge: volgens appnt., staande op de reqte. van jonr. Johan van Zuijlen van den Haar, heer van Cockengen, Spengen, etc. welke reqte. ende appnte. met het extract uit desen registre van dese aangetogen twee notulen geliasseert is, aande legasse van commissien, acten, instructien]
[Bestand 92, fol. 87v]
Nogh hout Peter voors., aan hem anderhalff mergen lants, dat hofsteden sijn, daar sijn huijs op staat, ende Cors Jansen Snijder comen Hendrick Jan Simonsz ende Hendrick Dirck Corssens weduwe Margriet, Aart Sijssen weduwe, ende Herman Jacobsz, hebbende elck een huijs op staande, ende dat anders is hout ende hennipland, belopende t’samen ses mergen geëstimeert s’jaars om xij oudschilt j str.
Nu eijgenaars Jan de Gruijter en Willem Coppier, uitgesondert de erfjens bij henl. in erffpacht uitgeslagen, bruijkers van het hout en hennipland Marten en Tonis voors., ende d’andere erfjens Abraham van Berckhout, Thomas Cornelissen ende Cornelis Pietersen Backer, Jan Jacobsen, Meerten Hendricksen, de weduwe van Peter Cornelissen ende Jan Meertensz.
[in de marge: nog uit het voors. rapport ende behoorl. ondersoeck dienvolgende gedaan datmen uit de leggers ofte registers vanden Oudschiltgelden niet anders heeft cunnen bevinden dan dat de vijff halve mergen lants eertijts gebruijkt geweest sijnde bij Herman Barten ende den Heer remonstrant alhier nu toebehorende twee maal in ‘t Oudschiltgelt geset sijn te weten eens alleen op negen oudschilt en seven stuivers en bovendien nogh onder ses mergen, waar van den aanb. Peter Rijerssen, anderhalff mergen, wesende een hofstede aan hem behield, op xij oudschilt j str., vermits hij ten eijnde derselver aanbrenginge onder Spengen t’samen aldaar niet meer was possiderende dan ses mergen, waar van Herman Barten voornt. de voors. vijftalve mergen gebruijckt, ende den voors. Peter Reijersz anderhalff mergen aan hem behield, ordonneren den ontf. van den oudschiltgelden Jacob van Wijck alleen aangebragt sijn vrij ende ontlast te houden ende d’auditeur van sijne rek. de notule dienaangaande in rek. ende oudschiltboeke gebragt te rojeren, mitsgaders martini aanstaande gedaan t’Utrecht den 3 9b. 1624 ordont. ter ordonne. vande voors. gedept., ende was get. Ant. van Hilten.]
[Fol. 88]
[Fol. 76] Mr. Johan Philips, procureur, iij5 mergen lants, geheten die Geren, bruijckt Cornelis Gerritsen, s’jaars om ix5 k. gln., twee stoppen botteren die stop xxxv sts. facit vj oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar Lubbert Thomasz van der Well, bruijcker Michiel Jacobsen.
Nogh mr. Jan Philips voors., iij5 mergen lants, oock geheten die Geren, wesende de wederhelfte van iij5 mergen voors., bruijckt Jan Jacobsen s’jaars om x k. gls. ij stoppen botteren, de stop xxxv sts. facit vj oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker als vooren.
Jan Huijsch, heeft een erfgen, gelegen aan Cockengen kerckhoff, geheten Liesvelt, groot wesende ontrent vijff hond lants daar den selven Jan Huijsch, huijs, getimmer ende bouwerije op staat, met nogh een cleijn huijsjen hem toebehorende, met Onse Vrouwen Broederschaps huijs, des schouten huijs, en Peter Clasen huijsjen, s’jaars om viij gls. facit iij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar van twee delen van drie delen Claas Classen Tol, ende van ‘t ander deel eijgenaar ende bruijker Lambert Jansz Poth.
[Bestand 93, fol. 88v]
[Fol. 76 verso] Cornelis Jansen bruijckt twee mergen lants, van Claas Gijsbertsz tot Hermelen, geheten het Cleijne Geertgen, daar mede in is een hennipwerff daar een huijs op staat, den voors. Claas toebehorende, daar Willem Gerritsen nu ter tijd in woont, met nogh een off twee kleijne hennip ofte wermoes hofkens, belopende te samen twee mergen lants, die twee mergen s’jaars den mergen ij k. gls. facit j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Hendricksen Brouwer.
Die kerck van Cockengen, s’jaars een hofken, bruijckt Jacob Tijmansz, om xxx stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Michiel Jacobsen.
[Fol. 89]
[Fol. 77] Willem Gerridsen, een hennipwerff, ontrent groot twee hond lants, met een huijs behoort Claas Gijsbertsen tot Hermelen, s’jaars om ij oudschilt xxxiiij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Hendricksen, brouwer tot Cockengen.
[Bestand 94, fol. 90]
Gieltgensdorp
[Fol. 85] De heeren van Ste. Pauls t’Utrecht, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande voors. heeren, ende Hendrick Hendricksen Moen als bruijker, op iij oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaars de erffgenamen van jonr. Egbert van Boecop, bruijker Jacob Willemsen Smallaan.
[Fol. 85] Hendrick Hendricksen Moen voors., drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven Hendrick Hendricksen Moen als eijgenaar ende bruijker, op iij oudschilt xxiiij st.
Nu eijgenaar de erffgenamen van jonr. Egbert van Boecop voornt., ende bruijker den voornde. Smallaan.
[Fol. 85] Gerrit van Lichtenbergh, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden voors. Lichtenbergh als eijgenaar, ende bruijker Hendrick Hendricksen Moen, op j oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van jonr. Egbert van Boecop, bruijker Jacob Willemsen Smallaan voorschreve.
[Bestand 95, fol. 90v]
[Fol. 89] Nogh drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden voornoemde Lichtenbergh als eijgenaar, ende Pons Hendricksen bruijker, op vj oudschilt xxxiij sts.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen, bruijker Jacob Willemsz Smallaan voornoemt.
[Fol. 87] De heeren van Oudemunster, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren, ende bruijker Adriaan Gijsbertsz, op iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen als vooren, bruijker den voorn. Jacob Smallaan.
[Fol. 91]
[Fol. 87] De heeren regenten van Ste. Barbaren Gasthuijs t’Utrecht, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van Ste. Barbaren Gasthuijs voors., ende Adriaan voornt. als bruijcker, op ij oudschilt.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van jonr. Boecop voors., bruijker Jacob Smallaan voornoemt.
[Fol. 87] Gerrit van Lichtenbergh, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven Lichtenbergh, ende den voornde. Adriaan als bruijker, op ij oudschilt xxxvj st.
Nu eijgenaars de voornoemde erffgenaamen, bruijcker den voors. Smallaan.
[Fol. 89] Nogh vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden voornde. Lichtenbergh als eijgenaar, ende Pons Hendricksz bruijker, op ix oudschilt ij sts.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen, bruijker Jacob Smallaan voornt.
[Bestand 96, fol. 91v]
[Fol. 85] Jaspar Adriaansen Verwoert, bruijckt negen mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van Jan Jansz van Meeren erffgenaamen t’Utrecht als eijgenaars, ende Anthonis Gerritsen als bruijcker, op viij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar den heer van Nijenroode, bruijker Claas Hermensz de Jongh.
[Fol. 86] Jan Kemtinck t’Utrecht, vij5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven Kemtinck ende bruijker Anthonis Gerritsen, op x oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Cornelisz Honselaar.
[Fol. 86] Onse Lieff Vrouw tot Breuckelen, een halff mergen lants, anno 1599 aangebracht op den naam vande selve Lieff Vrouw, ende Anthonis voors. als bruijker op xx stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirk Honselaar voornoemt.
[Fol. 92]
[Fol. 86] De twee weeskinderen tot Zuijlen, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve weeskinderen als eijgenaars, ende bruijker Pieter Pietersz op ij oudschilt xvj sts.
[Fol. 88] Jacobjen Jan Pauwelsens weduwe met haar kinderen, veertien mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande voorschreve weduwe met haar kinderen, ende bruijker Willem Eersten op xv oudschilt.
Van welke voors. twee parcelen tot sestien mergen nu eijgenaarsse is jo. Christina van Straaten. Bruijcker vande eene aght mergen den voorn. Dirck Honselaar, ende vande andere aght mergen bruijcker Cornelis Gijsbertsz Verwoert. [Fol. 88]
[Fol. 86] Barbara van Bemmel t’Utregt, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght opde naam vande selve, ende Anthonis Gerritsz als bruijcker, op ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaarsse jo. van Doeijenburgh, bruijker Cornelis Gijsbertsz Verwoert voors.
[Bestand 97, fol. 92v]
[Fol. 86] Anthonis Gerritsz, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve als eijgenaar ende bruijker, op iiij oudschilt xxxij sts.
Nu eijgenaar de heer Gerrit Kick, bruijker Cornelis Gijsbertsz Verwoert voornt.
[Fol. 86] Joost van Schroijesteijn t’Utrecht, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den selven, bruijker Antonis Gerritsz, op iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar den heer van Nijenroode, bruijcker Claas Hermensz de Jongh.
[Fol. 93]
[Fol. 87] Geertruijt van de Lingen t’Utrecht, twee mergen lants, anno 1599 aangebraght in tien mergen op de naam vande selve, ende bruijker Floris Hendricksz, op ij oudschilt xij5 str.
Nu eijgenaar den heer van Nijenroode voors., bruijcker Claas Hermensen de Jongh voornt.
[Fol. 87] Hendrick Pietersz tien mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven Hendrick Pietersen, ende bruijker Floris voors., om x oudschilt xxviij st.
Nu eijgenaar den voors. heer van Nijenroode, bruijcker den voornde. Claas Hermensz de Jongh.
[Fol. 86] Pieter Pietersz, aght mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven Pieter Pietersz als eijgenaar ende bruijcker, op ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar de heer do. Pelt, bruijcker Gerrit Willemsen Spits.
[Bestand 98, fol. 93v]
[Fol. 87] Geertruid van den Lingen, aght mergen lants, anno 1599 aangebraght in tien mergen op den naam van Geertruid voors., bruijcker Floris Hendricksz, op ix oudschilt viij5 str.
Nu eijgenaar sr. Cornelis van Swanenburgh, bruijker Gerrit Cornelisz Bogaart.
[Fol. 87] De heeren van Ste. Pauls t’Utrecht, vier mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selve heeren, ende bruijker Adriaan Gijsbertsz, op iij oudschilt xix strs.
Waar van de voors. heeren van Ste. Pauls als nogh eijgenaars sijn, bruijcker Jan Gerritsz Bijman.
[Fol. 87] Cornelis Otten t’Utrecht, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van den voors. Cornelis Otten als eijgenaar, ende bruijker Adriaan Gijsbertsz voornt., op j oudschilt xxxiij st.
Nu eijgenaar Gerrit Gerritsen Webben, bruijker den voors. Jan Gerritsz Bijman.
[Fol. 94]
[Fol. 88] De heeren van Oudemunster t’Utrecht, vj5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vande selve heeren, ende Willem Eersten als bruijcker, op vj oudschilt viij sts.
Waar van de voors. heeren van Oudemunster als nogh eijgenaars sijn, bruijker Dirck Jacobsz Blom.
[Fol. 88] Ste. Nicolaas outaar, in St. Jacobs Kerck t’Utregt, vijff mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam van ‘t voors. autaar als eijgenaar, ende Willem voors. als bruijker op v oudschilt xl sts.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van heer Pieter Blancheteste, bruijcker Dirck Jacobsz Blom voornoemt.
[Fol. 88] Joost Arisz Glaasemaaker, ij5 mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven, ende bruijcker Willem voors., op ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaars de voornde. erffgenaamen, bruijker Dirck Jacobsz Blom voornt.
[Bestand 99, fol. 94v]
[Fol. 88] Lambert de Wever t’Utrecht, een mergen een ende een halff hond lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven als eijgenaar ende bruijcker Willem Eersten voors., om j oudschilt viij5 str.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen van heer Blancheteste, bruijker Dirck Jacobsz Blom voornoemt.
[Fol. 88] Willem Eersten voors., een mergen een ende een halff hond lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven als eijgenaar ende bruijker, met nogh iij5 mergen, anno voors. mede aangebraght op den naam van den voors. Willem Eersten als eijgenaar ende bruijker, dese twee parcelen t’samen v oudschilt xxvij5 str.
Nu eijgenaars de voornde. erffgenamen, bruijker den voors. Dirck Jacobsz Blom.
[Fol. 89] Jan Winter t’Utrecht, drie mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden selven Winter als eijgenaar, ende Willem voors. als bruijcker, op iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen, ende bruijcker Dirck Jacobsz Blom voors.
[Fol. 95]
[Fol. 89] Jan Jansz Kremer t’Utrecht, een mergen lants, anno 1599 aangebraght op den naam vanden voors. Kremer als eijgenaar, ende bruijker Willem voors., op xl stuijvers.
Nu eijgenaars de voors. erffgenaamen, ende bruijker Dirck Jacobsz Blom voornt.
128 mergen lants
143 oudschilt 12 stuijvers
in geld bedragende 257-18-6
[Bestand 100, fol. 96]
Vleuten der heeren geregt van Oudemunster t'Utregt
[Fol. 90] Die heeren van St. Catharinen ‘t Utrecht, bruijcken uit dat Hoff ter Weij hen eijgen toebehorende cxlviij mergen lants, bij eede s’jaars de mergen om een oudschilt facit cxlviij oudschilt.
Den eijgendom blijft, ende bruijcken die heeren van St. Catarijnen cxxvij mergen, Jan van Coten negen mergen, ende Frans Willemsz twaalff mergen.
Anno 1685. Nogh eijgenaars t’voors. convent van 134 mergen 292 roeden, bruijker Jan Cornelisz van Esch van 91 mergen 292 roeden, Claas Splintersz weduwe bruijckersse van 20 mergen, Paulus Jansz Hollander van 8 mergen, Dirk Jaspersz weduwe van seven mergen 300 roeden, Goijert Jansz van Spijck van vier mergen 300 roeden, de erffgenamen van den heer Schot van drie mergen, ende den heere Loduwijck Plucque eijgenaar ende bruijcker van tien mergen 214 roeden, mitsgaders de erffgenaamen vande heer Frederick Ruijsch, heere vanden Engh, eijgenaar ende bruijcker van drie mergen vier en t’negentigh roeden.
Frederick de Coninck, een bruijckweer genaamt Bottenstein, groot twee ende veertigh mergen lants, bruijckt Cornelis Gerritsz van Rewijck s’jaars om jCxx k. gls. facit lvij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar Gerbrand Verduijn, bruijcker Jan Cornelisz op Bottesteijn.
Nu eijgenaar ende bruijcker jonr. Pieter van Raveswaeij, heere van Heijgen, van een mergen vier hond vier en sestigh roeden. Ende jonr. Cornelis van Eghmondt vander Nieuwburgh eijgenaar van ‘t resterende, bruijcker Steven Dircksz van den Neerdijck.
[Bestand 101, fol. 96v]
Nogh den Heijligen Geest t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Cornelis voors., om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Cornelisz voorschreve.
Den eijgendom blijft, en is nu bruijker Gijsbert Jansz van Cothen.
Nogh het convent van Jerusalem ‘t Utregt, twee mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om ij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Johan Cornelisz voors.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijcker Gijsbert Jansz van Cothen voors.
[Fol. 97]
Nogh Evert de Saalmaker t’Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om ij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Cornelisz voors.
Nu eijgenaars de diaconije vande kercke tot Vleuten ende bruijcker Gijsbert Jansz voors.
[Fol. 90 verso] Die heer van Rennenborgh, vier ende twintigh mergen lants, bruijckt Jan Gerritsz van Rewijck, s’jaars om liij k. gls. facit xxv oudschilt x sts.
Nu eijgenaar Wessel Loijen heer van Dussen ende bruijcker Frans Willemsz.
Nu eijgenaarsche de weduwe vande heere Coenraat Wegewaart, ende bruijcker Jan van der Laack.
[Bestand 102, fol. 97v]
Juffr. van der Mij opte Haar, ses mergen lants, bruijckt Aart Willemsz s’jaars bij eede de mergen een gouden gln. facit iiij oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Johan Deuvenvoorde heere van Warmont ende Herman Valckenaar, bruijker Joris Willemsz. [doorgehaald]
NB. uit crachte van den appnte. verleent op de reqte. van jonr. Johan van Zuijlen van den Haar, heere van Zevender, van date den 5e maij 1625 soo sijn dese ende navolgende drie parcelen van landerijen geteekent met dusdanigen notule # en beneffens dien geroijeert uit den gerechte van Vleuten geëximeert, ende de heerlijckheit van de Haar aengeschreven, als te sien is in ped.
[Fol. 91] # Nogh Willem Lobe t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Aart voors. bij eede s’jaars den mergen om xxviij sst. facit iiij oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Duijvenvoorde heere van Warmont ende Herman Valckenaar, bruijcker Joris Willemsz. [doorgehaald]
Nogh Herman van Raveswaeij t’Utrecht, twee ende een halff mergen lants, bruijckt Aart voors., s’jaars om vij5 k. gln. facit iij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar Folckert van Schoerdijck van een mergen ende bruijckt selffs, Westrenen eijgenaar van j5 mergen, bruijker Wouter Jansz.
Nu eijgenaars de kinderen vande heere ende vrouwe van Wulven van een halve mergen, bruijker Jan Gijsbertsz op Themaat. Ende van een mergen eijgenaar ende bruijcker jonr. Huijbert Frederick Uittenham, heere van den Ham, mitsgaders vande resterende eene mergen eijgenaar ende bruijcker Dirck Jansz Deurgoot.
[Fol. 98]
Nogh Onse Lieven Vrouwen Broederschap te prekers, een mergen lants, bruijckt Aart voors. s’jaars om xl stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Gijsbertsz schout op Themaat.
Nu eijgenaar Cornelis Leegburgh, wijncoper tot Utrecht, ende bruijckersse de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
[Fol. 91 verso] # Die heeren van St. Jans t’Utrecht, acht mergen lants, bruijckt Cornelis Dircksz opten Eijck s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Joris Thonisz. [doorgehaald]
[Bestand 103, fol. 98v]
Nogh Herman van Raveswaeij t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om iiij oudschilt.
Nu bruijcker Willem Adriaansz.
Nu eijgenaarsche de weduwe vande heere Isbrand van Raveswaeij heere van den Heggen ende bruijckersche selffs.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, veertigh mergen lants, bruijckt Gerrit Dircksz tot Vleuten op Zeldenrijck, s’jaars om xx oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aart Jaspertsz op Zeldenrijck.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker de heere Frans van Halewijn, heere van den Werven.
[Fol. 99]
[Fol. 92] Nogh die heeren van Ste. Marrien t’Utrecht, vijfftien mergen lants, bruijkt Gerrit voors. s’jaars om vij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Aart Jaspersz op Zeldenrijck.
Nu eijgenaar ende bruijker in erffpacht de voornde. heere Francois Halewijn, heere van de Werven.
Nogh Wouter Uittenham, een camp van drie mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om vijftien k. gls. facit vij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Wanroij Uittenham, bruijcker Aart Jaspertsz voors.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster t’Utrecht, en bruijcker de heere van de Werven voorschreve.
Die heeren van St. Catharijnen t’Utregt vier ende een halff mergen lants, bruijkt Jan Cornelisz Hotteman aanden Breudijck.
Den eijgendom blijft, bruijker Roeloff de Man inde Breudijck.
[Bestand 104, fol. 99v]
Nogh die selve heeren dardehalff mergen lants, bruijckt Jan Gijsbertsz Verwoert aanden Breudijck s’jaars om xv k. gls. facit vij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Willem Adriaansz tot Vleuten.
Den eijgendom blijft aan ‘t voors. convent ende is nu bruijcker Gijsbert Thonisz Veen op de Welhofstede.
[Fol. 92 verso] Jonge Bernt Grauwert in Nederlanghbroeck, veertien mergen lants, bruijckt Antonis Splintersz tot Vleuten s’jaars om xviij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Johan van Mierlo.
Nu eijgenaars de erffgenaamen vande heere Johan Schade, ende bruijckersse de weduwe van Anthonis Gerritsz.
Melis Uittenengh, sestien mergen lants, bruijckt Anthonis Herbertsz tot Vleuten, s’jaars om xiij oudschilt xvj st.
Nu eijgenaarsse juffr. van Amstel van Mijnden, bruijcker Wier Dircksz.
Nu eijgenaar de heere Jacob Taats van Amerongen nomine uxoris, ende bruijker Sander Cornelisz.
[Fol. 100]
Nogh die heeren van Ste. Marrien t’Utregt, vijff mergen lants, bruijckt Anthonis voors. s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Wier Dircksz voors.
Nu eijgenaar de heere Jacob Taats van Amerongen voors. van vier mergen twee hondert roeden, bruijker Sander Cornelisz voors. Ende vande resterende vier hond eijgenaar ende bruijker Willem Claassen aan den Heldam.
[Fol. 93] Nogh die heeren van Ste. Catharijnen t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Anthonis voors. s’jaars om iiij Phls. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Wier Dircksz voorschreve.
Nu eijgenaar de heere Jacob Taats van Amerongen voors., ende bruijker Sander Cornelisz voornt.
[Bestand 105, fol. 100v]
Nogh Isbrand Zas sijn weduwe tot Utrecht, iiij5 mergen lants, bruijckt Anthonis voors., s’jaars om xij5 k. gln. facit v oudschilt xl sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Wier Dirksz voors.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Claasz aan den Heldam.
Nogh Gerrit Dirksz tot Vleuten, iiij5 mergen lants, bruijkt Anthonis voors. s’jaars om xv k. gls. facit vij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar de heere Jacob Taats van Amerongen, ende bruijker Sander Cornelisz.
[Fol. 101]
Nogh juffr. van Lievendaal t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Anthonis voors., s’jaars om vj oudschilt.
Nu eijgenaar de heere van Nijenrode, bruijcker Wijer Dircksz voors.
Nu eijgenaar de heere Jacob Taats van Amerongen, bruijker Sander Cornelisz.
[Fol. 93 verso] De heeren van Oudemunster t’Utreght, vier mergen lants, bruijkt Jacob Dirksz aande Meern, s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Claas Dirksz.
Den eijgendom blijft, bruijker Gijsbert Jansz van Cothen.
Nogh die heeren van St. Marrien t’Utregt, vier mergen lants, bruijkt Jacob voors., s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Claas Dircksz.
Den eijgendom blijft, en is nu bruijker Gijsbert Jansen van Coten voornt.
[Bestand 106, fol. 101v]
Nogh Hillegond Wouter Janses weduwe tot Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Jacob voors., s’jaars om viij oudschilt.
Nu eijgenaar Bernt Uittenengh, bruijker Adriaan Adriaansz.
Nu eijgenaar ende bruijker Herman Adriaansz van Nijveld op Veldhuijsen.
[Fol. 94] Heer Claas Mathijsz, pastoor St. Jacob tot Utrecht, twaalff mergen lants, bruijckt Jan Meertensz tot Vleuten s’jaars om xx mudtt weijts, elcke mudt weijts xxxv sts. twee mud havers t’mudt x sts. facit xvij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar ofte gisters van sekere vicarie d’erffgenaamen van Jacob Kuijff, bruijker Gijsbert Cosijnsz.
Nu eijgenaar de heer en mr. … van den Berch advt. ende bruijkt selffs off Lodewijk Aartsz van Pappelendam.
Noch t’clooster van St. Cecilien tot Utrecht, negen mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om xiij5 oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Gijsbert Cosijnsz.
Nu eijgenaar ende bruijker den heere advt. van den Bergh voornt. off Lodewijk Aartsz.
[Fol. 102]
Nogh die heeren van St. Jans t’Utrecht, aght mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Gijsbert voors.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijcker den heer advt. van den Bergh voornt.
Nogh heer Aart de Jonge, vicaris tot Oudemunster t’Utrecht iiij5 mergen lants, bruijckt Jan voors., s’jaars om tien k. gls. facit iiij oudschilt xxxij st.
Nu Hoochland vicaris t’Oudemunster possesseur, bruijker Gijsbert Cosijnsz voors.
Nu eijgenaar ende bruijker den heer advt. van den Bergh voornt.
[Bestand 107, fol. 102v]
[Fol. 94 verso] Nogh Bruijn van Cuijck, twee mergen lants, bruijckt Jan voors., s’jaars om een oudschilt de mergen facit ij oudschilt.
Nu de weduwe van Dirck de Gouda eijgenaarsche Gijsbert Cousijnsz bruijcker.
Nu eijgenaar ende bruijker den heer advt. van den Bergh voornt.
Nogh Dirck Jan Egbertsz bij Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Jan voors. bij eede s’jaars den mergen om iij k. gls. facit iiij oudschilt xij sts.
Nu eijgenaarsche Marrighjen Dirk Janses dochter, bruijker Gijsbert Cousijnsz van twee mergen, ende Jan Gijsbertsz schout op Themaat van een mergen.
Nu eijgenaar ende bruijcker van twee mergen Jan van der Laeck. Ende vande eene mergen eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
[Fol. 95] Die heeren van Ste. Marrien t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Lenardt Adriaansz tot Vleuten, s’jaars om xiiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Jansz van Veen.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijker Joris Cornelisz off Cornelis Jorisz kinderen.
[Fol. 103]
Lambert Snoeijen weduwe, wonende inden lande van Cleeff, dartien mergen lants, bruijckt Jan Adriaansz tot Vleuten, s’jaars om vijff en twintigh k. gls. facit xj oudschilt xxxviij st.
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham, bruijkers Hendrick Petersz Stoeck ende Dirck Phillips ider van ses mergen, ende Peter Berentsz een mergen.
Nu eijgenaar jonr. Frederick Uittenham ende bruijckers de heer van den Ham van ses mergen, de weduwe van Jan Lambertsz van gelijke ses mergen ende Claas Gosensz van de resterende eene mergen.
Die heeren van St. Catharijnen t’Utrecht, veertigh mergen lants, bruijckt Hendrick Gerritsz Preijt s’jaars om lxiiij k. gls. facit xxx oudschilt xx sts.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz van Coten.
Nu eijgenaar ende bruijcker den heere Lodewijck Plucque.
[Bestand 108, fol. 103v]
[Fol. 95 verso] Frederick Uittenham, vijff en vijftig mergen lands, bruijckt Thonis Gerritsz tot Vleuten, s’jaars om hondert goude guldens ende veertig ende een halff vat botteren om viij k. gls. facit xCvij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaars van liiij mergen Francois van Sneeck, bruijcker Peter Cornelisz, ende van eene mergen eijgenaar ende bruijcker jonr. Johan van Wanroij Uittenham.
Nu eijgenaar ende bruijker van eene mergen den heere van den Ham. Ende vande resterende vier en vijftig mergen eijgenaarsche ende bruijckersche de vrouwe van Wijnesteijn.
Nogh Cornelis Jansz tot Vleuten, vijff mergen lants, bruijkt Thonis voors. s’jaars om xvj5 k. gln. facit vij oudschilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Floris Foeijt, bruijckersche de weduwe van Gerrit op Spijck.
Nu eijgenaarsse de vrouwe van Emiclaar, ende bruijker Gijsbert Thonisz op de Well.
[Fol. 104]
Nogh bruijckt Thonis voors. anderhalff mergen lands, welke sijn huijsvrouwe in lijftochte besit, s’jaars om iij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Cornelis Jansz.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Gerrit Stevensz van Rossum en selfs bruijckers.
[Fol. 96] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht vijftien mergen lants, bruijckt Jan Willem Albertsz op Themaat, s’jaars den hoop om xiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz op Themaat van tien mergen, ende Cornelis Adriaansz vijff mergen.
Den eijgendom blijft, ende bruijckers Pieter Cornelisz op Themaat van tien mergen. Ende vande resterende vijff mergen bruijker mr. Joachim van Veen chirurgijn.
[Bestand 109, fol. 104v]
Nogh die pastoor tot Vleuten, vier mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om twaalff k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Nu bruijker Jan Jansz op Themaat.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijckersche de weduwe van Jan Lambertsz van den Bergh.
Nogh die weduwe van Teijlingen t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om twaalff k. gls. ende een mudt havers om tien sts. facit v oudschilt xl sts.
Nu eijgenaar jonr. Willem van Winssen, bruijckers van drie mergen Jan Jansz op Themaat ende van den eene mergen Gerrit Gerritsz.
Nu eijgenaarsche de weduwe vande heere Isbrand van Raveswaaij heer van Heggen ende bruijkers Govert Cornelisz op Themaat van drie mergen. Ende vande eene mergen bruijckersche de eijgenaarsche selfs.
[Fol. 105]
[Fol. 96 verso] Nogh bruijkt Jan voors. twee mergen lants, hem selver toebehorende, s’jaars bij eede om iij oudschilt.
Nu eijgenaar Cornelis Roelofsz in Vrieslandt, bruijker Jan Jansz op Themaat.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dircksz van Bijleveld, brouwer tot Vleuten.
Nogh die heeren van Oudemunster tot Utrecht, een mergen lants, bruijkt Jan voors. in erffpacht bij eede s’jaars den mergen om j5 oudschilt.
Nu eijgenaar in erffpacht Cornelis Roelofsz voors., bruijker Jan Jansz voors.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dircksz van Bijleveld voorschreve.
[Bestand 110, fol. 105v]
Splinters weduwe Uittenham, j5 mergen lants bruijkt Jacob Evertsz s’jaars om viij5 gouden gulden facit v oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar den boedel van Uittenham, bruijker Willem Adriaansz.
Nu eijgenaar ende bruijker van eene mergen twee hondert roeden Gerrit Petersen tot Vleuten. Ende vande resterende 100 roeden eijgenaar ende bruijker Willem Dirksz van Bijleveld.
[Fol. 97] Nogh die selve weduwe, een hond lants, bruijkt Cornelis Meijnertsz, s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj st.
Nu jonr. Johan van Wanroij Uittenham en den gemenen boedel, bruijckersche de weduwe van Aart Cornelisz.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dircksz van Bijleveld voorschreve.
[Fol. 106]
Heer Cornelis van Bemmel vicaris den Dom t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj st.
Nu eijgenaar Proeijs, bruijker Willem Adriaansz.
Nu eijgenaar jonr. Proeijs, ende bruijckersse Cornelis van Sijls weduwe.
Die heeren van St. Catarijnen t’Utrecht, xxij5 mergen lants, bruijckt Jan Gerritsz van Rhijn s’jaars om twee k. gls. facit xxj oudschilt xviij st.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Baars.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Dirck Aartsz van Schaijck.
[Fol. 97 verso] t’Convent van Bethlehem, ses mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Baars voorschreve.
Den eijgendom blijft, bruijcker Dirck Aartsz voorschreve.
[Bestand 111, fol. 106v]
Nogh die vicarien inde Buurkerk tot Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om twaalff k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Baars voorschreve.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Dirck Aartsz van Schaijck voornt.
Nogh die heer Jacob van Gheer vicaris Ste. Marrien t’Utrecht, een mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om xx stuijvers.
Nu possesseur heer Peter Vereem, bruijker Jan Baars voors.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Aartsz van Schaijck voors.
[Fol. 97 verso] Nogh het convent van Oostbroeck, twee mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om xxxv stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Baars.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Aartsz van Schaijck voornt.
[Fol. 107]
[Fol. 98] Nogh Lubbert Jansz t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om ij oudschilt.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Cornelis van Rhijn, bruijcker Jan Baars voorschreve.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Aartsz van Schaijck voorschreve.
Nogh Cornelis Proeijt tot Vleuten, twee mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om ij oudschilt.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Cornelis van Rhijn, bruijcker Jan Baars voors.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Aartsz voors.
Dirck van Zuijlen Gijsbertsz, vijff mergen lants, bruijckt Jan Claasz inde Kreeck s’jaars om sestien k. gls. facit vij oudschilt xxvj st.
Nu eijgenaar jonr. Nicolaas van Zuijlen van Drakenburgh, ende bruijker Jan Aartsz op Ockhuijsen van iij5 mergen, ende Cornelis Gijsbert Jansz anderhalff mergen.
Nu eijgenaar de heer Anthoni van Stember, heere vande Haar, ende bruijckt selffs j5 mergen. Ende vande resterende iij5 mergen bruijker Gijsbert Thonisz opde Well.
[Bestand 112, fol. 107v]
[Fol. 98 verso] Nogh Cornelis van Merenborgh t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Jan Claasz voors. s’jaars om iiij oudschilt.
Nu eijgenaar Gerrit van Merenborgh, ende bruijker Cornelis den Boer Jansz.
Nu eijgenaar t’Convent van den Wittevrouwen, ende bruijker Govert Cornelisz op Themaat.
De vicarien van St. Nicolaas autaar tot Vleuten, twee hond lants, bruijkt Herman Gerritsz van Osch s’jaars om j oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Wanroij Uittenham, bruijker Claas Hendricksz.
Nu eijgenaar den heer van den Ham, ende bruijckerssche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
[Fol. 108]
Mr. Jan van Amerongen, vicarius St. Marrien t’Utrecht, ses mergen lants, bruijkt Cornelis Petersz s’jaars om viij oudschilt.
Nu eijgenaars St. Bartholomeus Gasthuijs t’Utrecht, bruijker Goort Jansz.
Den eijgendom blijft aan ‘t Gasthuijs, ende bruijckerssche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
Nogh Peter Hermensz brouwer t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Cornelis voors. den mergen s’jaars om twee k. gls. facit iiij oudschilt xxxij st.
Nu eijgenaar ende bruijker Claas Michielsz.
Nu eijgenaar den heere Thomas Doncker, bruijker Jan Jansz van Montfoort.
[Fol. 99] Wouter Uittenham, ses ende een halff mergen lants, bruijckt Gijsbert Berentsz tot Vleuten s’jaars om xxxvj k. gls. facit xvij oudschilt vj st.s
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham, ende bruijkt vier mergen, ende Gerrit van Rewijck dardehalff mergen.
Nu eijgenaar jonr. Frederick Uittenham van twee ende een halff mergen, bruijker Jan Jansz van de Engh. Ende vande resterende vier mergen, bruijker den heer vande Ham.
[Bestand 113, fol. 108v]
t’Convent van St. Cicilien t’Utrecht, thien mergen lants, bruijckt Jan Harmense aan den Ouden Rhijn s’jaars om xvj oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Jan Jansz Sas inden Ouden Rhijn.
Den eijgendom blijft, bruijker Anthonis Tucker.
Joncker Gerrit van Renesse tot Leijden, sestien mergen lants, bruijkt Hendrick Egbertsz aande Haar s’jaars om lj k. gls. facit xxiiij oudschilt xij sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers van ses mergen jonr. Renesse van der Aa, ende jonr. Johan van Wanroij comt negen d’halve mergen, Jan van Heusden anderhalff mergen, bruijckerssche de weduwe van Peter Cornelisz.
Nu eijgenaar van thien mergen joncker Frederick Uittenham, ende bruijckerssche de weduwe van Goijert Jansz Buijs. Ende vande resterende ses mergen eijgenaar den heere van Obdam, ende bruijker Simon Cornelisz de Jongh.
[Fol. 109]
[Fol. 99 verso] Mr. Jan Goch ende heer Herman Verwer vicarijen t’Oudemunster t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Engel Willem Cornelisz s’jaars om ses gouden gulden facit iiij oudschilt.
Nu heer Peter Vereem cum socio als possesseur, ende bruijker Gerrit van Rewijck.
Nu eijgenaar [leeg] possesseur van den voors. vicarije, ende bruijker Jan Jansz van den Engh.
Lambert Snoijens weduwe inden lande van Cleeff, twaalff mergen lants, bruijct Engel voornt. s’jaars om xvj Phls. gls. facit ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham van ses mergen lants, ende bruijckt daar van selffs vijftalve mergen, Gerrit van Rewijck bruijckt de anderhalve mergen, nogh comt Rewijck eijgen ende bruijckt drie mergen, Herman van Raveswaaij comt anderhalve mergen, bruijker Gosen Jansen ende de resterende anderhalve mergen competeert Cornelis Adriaansz ende bruijckt die selffs.
Nu eijgenaar de heer van den Ham van ses mergen, ende bruijkt selffs iiij5 mergen vande resterende j5 mergen bruijcker Jan Jansz van de Engh. Van drie mergen eijgenaar ende bruijker Cornelis Dircksz van Bijleveld. Van j5 mergen eijgenaar Cornelis Leechburgh, bruijckerssche Goijert Jansz Buijs weduwe. Ende vande resterende j5 mergen eijgenaarsse de vrouwe van de Heggen ende bruijcker Eerst Jansz van de Bergh.
[Bestand 114, fol. 109v]
[Fol. 100] Heer Jacob van Gheer vicarius Ste. Marrien t’Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Loeff Pelgrumsz tot Vleuten s’jaars om v oudschilt xxj sts.
Nu heer Peter Vereem vicarius als possesseur, bruijker Gijsbert Cornelisz van Schoonrewoert.
Nu eijgenaar jonr. Cornelis van Eghmont van der Nieuwburch, ende bruijcker Cornelis Jansz Hovelingh.
[Fol. 110]
Nogh bruijckt Loeff voors. vier mergen lants, hem selver toebehorende, s’jaars om vj oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar Gijsbert Willemsz, bruijker Goort Jansz.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz van den Engh.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, achtien mergen lants, bruijkt Gijsbert Cornelisz tot Vleuten s’jaars om xx oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Steven Baars.
Den eijgendom blijft, ende bruijckerssche de weduwe van Eerst Elbertsz.
[Bestand 115, fol. 110v]
Nogh die heeren voors., veertien mergen lants, bruijkt Gijsbert voors. s’jaars om veertien Phls. gls. facit viij oudschilt xiiij sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Steven Baars voors.
Den eijgendom blijft, ende bruijckerssche de weduwe van Eerst Elbertsz.
[Fol. 100 verso] Nogh St. Jans clooster t’Amersfoort, acht mergen lants, bruijkt Gijsbert voors., des jaars om achtien mudt weijts, het mudt xxxv sts. facit xv oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Steven Baars.
Nu eijgenaar de heere Mamuchet van Houdringen, bruijker Peter de Cruijff.
Nogh een vicarie in St. Jacob kerck tot Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Gijbsert voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu Gerrit van Merenborch gifter, bruijcker Steven Baars voorschreve.
Nu eijgenaar den heere Mamuchet van Houdringen voors., ende bruijcker Peter de Cruijff voornoemt.
[Fol. 111]
Catarijn Hendrick Huijbertsz weduwe, vier mergen lants, bruijkt Claasjen Jacob Pons weduwe, s’jaars om dartien k. gls. facit vj oudschilt viij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz op Themaat.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Martensz Hollaar op Themaat.
[Fol. 101] Nogh het convent van St. Servaas tot Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Claasjen voors. s’jaars om seven k. gls. facit iij oudschilt xiiij st.
Den eijgendom blijft, nu bruijckerssche de weduwe van Peter Cornelisz.
Den eijgendom blijft, bruijker Govert Cornelisz.
[Bestand 116, fol. 111v]
Die heeren van St. Peters t’Utrecht, iij5 mergen lants, bruijkt Marten Hendricksz tot Vleuten s’jaars om iiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, Adriaan Cornelisz Montfoort bruijker.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Jansz van Montfoort.
Nogh die kerckmeesters van St. Jacobs tot Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Marten voors. s’jaars om vier k. gls. facit j oudschilt xxxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijker Adriaan Cornelisz voors.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Thonisz op Themaat.
Die pastoor tot Vleuten, een mergen lants, hem selver toebehorende ende hij bruijckt s’jaars om j oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Cornelisz op Bottesteijn.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dircksz van Bijleveldt, brouwer tot Vleuten.
[Fol. 112]
[Fol. 101 verso] Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht, vijftien mergen lants, bruijckt Jan Gerritsz op Alendorp s’jaars de mergen om ij oudschilt facit xxx oudschilt.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Egbert Thoboecop, te weten Philibert de Wolff ende Ruerick van Harderwijck, bruijker Huijbert Jansz op Alendorp.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Jacob de Cruijff, ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom.
Nogh t’convent van de Regulieren binnen Utrecht, iij5 mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars den mergen om iiij5 Phls. gls. facit ij oudschilt xxviij5 st.
Den eijgendom blijft, bruijker Huijbert Jansz voorschreve.
Den eijgendom blijft, bruijcker Cornelis Cornelisz Blom.
[Bestand 117, fol. 112v]
Den Heijligen Geest binnen Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars den mergen om een gouden gln. facit ij oudschilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan Jansz op Alenderp.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Paulus Jansz Hollander op Alendorp.
[Fol. 102] Nogh Anthonis Bol t’Utrecht, vier mergen twee hondt lants, bruijkt Jan voors. ten halven, s’jaars bij eede den mergen om drie k. gls. facit vj oudschilt viij sts.
Nu eijgenaarssche juffr. Roecken, bruijker Jan Jansz op Alendorp.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Cornelis Jansz de Roij ende bruijcker Paulus Jansz Hollander.
[Fol. 113]
Nogh die heeren van Oudemunster t’Utrecht, een mergen lants, bruijkt Jan voors. in erffpaght bij eede de mergen s’jaars om ij5 oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijcker in erffpacht Huijbert Jansz.
Nu eijgenaar den heere Lodewijck Plucque in erffpaght, ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom.
Nogh bruijkt Jan Gerritsz voors., een mergen lants hem selver toebehorende, s’jaars om iij k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar Jan Berentsz, ende bruijker Huijbert Jansz.
Nu eijgenaar den heere Lodewijck Plucque, ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom.
Nogh het convent van Soest bij Amersfoort xj5 mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om xviij oudschilt.
Nu eijgenaars de kinderen van Jonge Jacob van Asch, bruijker Jan Jansz op Alenderp.
Nu eijgenaar de heere de Milaan, ende bruijker Paulus Jansz Hollander.
[Bestand 118, fol. 113v]
[Fol. 102 verso] Nogh Wouter van Weede met sijn medewerckers, vj5 mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om twintig Phls. gls. facit xj oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaar Jan Jansz van Buijtendijck, bruijker Jan Jansz voorschreve.
Nu eijgenaar den heere de Milaan, ende bruijker Paulus Jansz Hollander.
Nogh Cornelis Woutersz t’Utrecht, ses mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om xix Phls. gls. x sts. facit xj oudschilt xxiij sts.
Nu eijgenaar Lucas van de Poll, bruijker Jan Jansz voors. van vier mergen, ende Huijbert Jansz twee mergen.
Nu eijgenaar ende bruijker Goijert Jansz van Spijck off sijne kinderen van vier mergen lants. Ende Herman Adriaansz eijgenaar ende bruijker vande resterende twee mergen.
[Fol. 114]
Die heeren van Oudemunster t’Utregt, ses en twintig mergen lants, bruijckt Gerrit Willemsz van Masch s’jaars om xxvj oudschilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, bruijker Gerrit van Rewijck.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Jan Jansz van den Engh.
Nogh die heeren van St. Marrien t’Utregt, vijftien mergen lants, bruijkt Gerrit voors. s’jaars om xxiiij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit van Rewijck.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Jan Jansz voorschreve.
[Bestand 119, fol. 114v]
[Fol. 103] Nogh die heeren van St. Jans t’Utrecht, acht mergen lants, bruijckt Gerrit voors. s’jaars om xij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Gerrit van Rewijck.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt Willem Dircksz van Bijleveld.
Nogh bruijckt Gerrit voors., een mergen lants, hem ende die coster tot Vleuten toebehorende bij eede s’jaars om xxx stuijvers.
Nu bruijker Goort Jansz.
Nu eijgenaar de heer van den Ham ende sijn suster, ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
Nogh heer Baldewijn vicarius tot Vleuten, twee hond lants, bruijkt Gerrit voors. s’jaars om xx stuijvers.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Wanroij, bruijcker Gerrit van Rewijck.
Nu eijgenaar jonr. Frederick Uittenham, ende bruijker Jan Jansz van den Engh.
[Fol. 115]
Nogh heeft Hendrick van Eemskerck, vijff mergen lants, bruijkt Ghijss Beren, des jaars om seen en twintig k. gls. facit xij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar jonr. Maximiliaan van Baxen, bruijker Jacob Sandersz.
Nu eijgenaars de erffgenaamen vande heere van der Aa, ende bruijker Seger Jansz Hovelingh.
[Fol. 103 verso] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, seventien mergen lants, bruijkt Hendrick Claasz op Alendorp, s’jaars om xxv oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Hendrick Antonisz op Alendorp.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Jan Thonisz op Alendorp.
[Bestand 120, fol. 115v]
Nogh die heeren voornt., veertien mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om ix oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Hendrick Antonisz op Alendorp.
Den eijgendom blijft, ende bruijkt om Jan Anthonisz voors.
Nogh Jan de With, borger t’Utrecht, veertien mergen lants, bruijkt Hendrick voors., des jaars om xxiij oudschilt.
Nu eijgenaars mr. Johan van den Bergh cum suis, bruijcker Hendrick Anthonisz.
Nu eijgenaar jonr. Anthoni van Sweserengh, ende bruijcker Jan Thonisz voors.
[Fol. 104] Nogh die Zijel Bruederschap te Buurkerck, vijff mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om viij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Hendrick Anthonisz voors.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jacobsz op Veldhuijsen.
[Fol. 116]
Nogh bruijckt Hendrick voors., vier mergen lants, hem selver toebehorende, den mergen s’jaars om j5 oudschilt facit vj oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Hendrick Anthonisz voorschreve.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Anthonisz op Alendorp.
Nogh bruijkt Hendrick voors. een mergen lants, hem ende die kerck tot Vleuten toebehorende s’jaars om xx stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijcker Sander Cornelisz aan de Meern.
Nu eijgenaar ende bruijker Goijert Jansz van Spijck op Veldhuijsen van drie hondert roeden. De weduwe van Cornelis van Zijll van hondert vijftigh roeden. Ende Jan Jacobsz op Veldhuijsen van gelijcke hondert vijfftigh roeden.
Nogh Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om vij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar Dirck Thoboecop, bruijker Hendrick Anthonisz.
Nu eijgenaar jonr. Boecop ende bruijker Jan Anthonisz op Alendorp.
[Bestand 121, fol. 116v]
[Fol. 104 verso] t’Convent van Vrouwen clooster buijten Utrecht, acht mergen lants, bruijckt Goijert Jacobsz aande Meern s’jaars om xxiiij k. gls. facit xj oudschilt xviij sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Steven Baars.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijker Cornelis Jansz van Miltenburgh op Veldhuijsen.
Nogh het convent van Wittevrouwen tot Utrecht, aght mergen lants, bruijckt Goijert voors. s’jaars om viij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker jonr. Aart Berck ende Claas Jacobsz.
Den eijgendom blijft ende is nu bruijker Herman Jacobsz op Veldhuijsen.
[Fol. 117]
Nogh Huijbert Hendricksz t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Goijert voors. s’jaars om twaalff k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Claas Jacobsz.
Nu eijgenaar ende bruijker Herman Jacobsz voors.
Nogh die proost van Leijden, ses mergen lants, bruijkt Goijert voors., ende daar staat noch een huijs ende boomgaard op, bruijkt Claas Coenensz s’jaars om xj oudschilt xxxvij sts.
Nu heer Willem Acrijsz possesseur van den pastorije aan de Meern ende bruijkt vijff ende een halff mergen, ende Sander Cornelisz een halve mergen.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Hessels van Zijll van eene mergen. Goijert Jansz van Spijck op Veldhuijsen van twee mergen hondert ende vijftig roeden. Jan Jacobsz op Veldhuijsen van eene mergen vijff en seventigh roeden. De weduwe van Cornelis van Zijll van gelijcke een mergen vijff en seventig roeden. Ende Cornelis Wernartsz van den Bosch vande resterende drie hondert roeden.
[Fol. 105] Nogh die heeren van Oudemunster tot Utrecht, een mergen lants, bruijkt Goijert voors. s’jaars om xxxij stuijvers.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Claas Jacobsz.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Herman Jacobsz op Velthuijsen.
[Bestand 122, fol. 117v]
Jacob Ansemsz t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Aart Huijgensz aan den Haar s’jaars om iiij oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Folckard van Schoordijck.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Jacobsz Deurgoet.
Mijns van Isseld, veertien mergen lants, bruijkt Cornelis Gijsbertsz s’jaars den hoop om xiiij oudschilt.
Nu eijgenaars van dartien mergen lants Herbert van Haaften ende Splinter van Hamersfeld ende vande eene mergen eijgenaer Adriaan Cornelisz op Themaat, bruijker van veertien mergen.
Nu eijgenaar Nicolaas van Vechten notaris van elff mergen, bruijker Jan Thonisz op Themaat. Willem Dircksz van Bijleveld, brouwer tot Vleuten, eijgenaar ende bruijker van twee mergen. Ende Jan Jansz van Montfoort eijgenaar ende bruijker van den resterende eene mergen.
[Fol. 105 verso] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Jan Willemsz den Brunen s’jaars om vij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Gijsbert Cornelisz op Themaat.
Den eijgendom blijft ende bruijkt nu Jan Jansz van Montfoort voors.
Nogh Peter Hermansz, brouwer t’Utrecht, een mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om vier k. gls. facit j oudschilt xxxviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Willemsz inde Weerdt.
Nu eijgenaar ende bruijcker Jan Jansz van Montfoort voors.
[Bestand 123, fol. 118v]
t’Convent van Jerusalem ‘t Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Jan Mathijsz Bosch tot Vleuten s’jaars om agt Phls. guldens facit v oudschilt x sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Goijert Jansz.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
Nogh het Heijligh Sacraments Broederschap te Buurkerk t’Utrecht, ses mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om ix oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijker Goijert Jansz voors.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs tot Vleuten.
[Fol. 119]
[Fol. 106] Nogh die heeren van St. Jans t’Utrecht, seven mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Goort Jansz van vijff mergen, ende Cornelis den Boer van twee mergen.
Nu nogh eijgenaars de heeren van St. Jan van vijff mergen, bruijckerssche de weduwe van Goijert Jansz Buijs. Ende vande resterende twee mergen eijgenaar t’convent van Wittevrouwen t’Utrecht, bruijcker Govert Cornelisz op Themaat.
Nogh die gemeen vicarien t’Buurkerck ‘t Utrecht, j5 mergen lants, bruijckt Jan voors. bij eede s’jaars om xxiiij stuijvers.
Den eijgendom blijft, bruijker Goort Jansz voorschreve.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
Die heeren van Ste. Marrien ‘t Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Jan voors. des jaars om iij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Goort Jansz voorschreve.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
[Bestand 124, fol. 119v]
[Fol. 106 verso] Jonr. Johan van Rossum tot Bommel, acht mergen lants, bruijckt Gijsbert Jan Lubbertsz aande Meern s’jaars om x oudschilt.
Nu eijgenaar Francois van Sneeck, bruijker Dirck Thonisz op Veldhuijsen.
Nu eijgenaar de heere Blocklandt, ende bruijker Isaack Dircksz Vien.
Ste. Barbaren Gasthuijs t’Utrecht, seven mergen lants, bruijckt Jacob Aalbertsz s’jaars om sestien k. gls. facit vij oudschilt xxvj sts.
Den eijgendom blijft, ende bruijcker Andries Thonisz van Zijll.
Den eijgendom blijft, nu bruijckerssche de weduwe van Cornelis van Zijll.
[Fol. 120]
Die gemeen vicarien te Buurkerck tot Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Jacob voors. s’jaars om tien k. gls. facit iiij oudschilt xxxij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Andries Thonisz van Zijll.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de voors. weduwe van Cornelis van Zijll.
Nogh die heeren van Oudemunster tot Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars om ij oudschilt.
Den eijgendom blijft, bruijcker Andries Thonisz van Zijll.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Cornelis van Zijll voors.
[Fol. 107] Nogh heer Cornelis van Bemmel vicarius ten Dom t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars om v k. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu bruijcker Andries Thonisz van Zijll.
Nu eijgenaar jonr. Proeijs, bruijckerssche de weduwe van Cornelis van Zijll voornt.
[Bestand 125, fol. 120v]
Nogh Herman van Cuijcks weduwe tot Cuijlenborgh, twintigh mergen lants, bruijckt Jacob voors. s’jaars om xxxvj oudschilt.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster, bruijker Andries Thonisz van Zijll.
Den eijgendom blijft, bruijckers de erffgenaamen van Jacob de Cruijff.
Nogh die Melaten buijten Utrecht, acht mergen lants, bruijkt Jacob voors. des jaars om vijff en dartig k. gls. facit xvj oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Andries van Zijll voorschreve.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Cornelis van Zijll voors.
[Fol. 107 verso] Nogh Joost van Giessen int landt van Gelre, seven mergen lants, bruijkt Jacob voors. s’jaars om acht en twintig k. gls. facit xiij oudschilt xiiij st.
Nu eijgenaar Gerbrand Verduijn, ende bruijker Andries Thonisz van Zijll.
Nu eijgenaar jonr. Cornelis van Eghmond van der Nieuwburch, bruijckersche de weduwe van Cornelis van Zijll voors.
[Fol. 121]
Nogh Willem van Amerongen tot Wijck, een mergen lants, bruijkt Jacob voors. s’jaars om j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Andries Thonisz van Zijll voors.
Nu eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Cornelis van Zijll.
Nogh Goert de Gruijters weduwe t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Elbert Willemsz Bijl tot Hermelen s’jaars om ses Phls. schildt facit iiij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz van Veen.
Nu eijgenaars ende bruijckers de kinderen van Cornelis Jorisz van de Well.
[Bestand 126, fol. 121v]
Nogh Frederick Evertsz t’Utrecht, seven mergen lants, bruijkt Elbert voors. s’jaars den mergen om twee k. gls. facit vj oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz van Veen.
Nu eijgenaars ende bruijkers de kinderen van Cornelis Jorisz van de Well.
[Fol. 108] Nogh den Heijligen Geest t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Elbert voors. s’jaars den mergen om tien sts. facit xl stuijvers.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Weijer Dircksz.
Nu eijgenaar ende bruijcker Johan van Aalst.
Nogh het Bagijnhoff t’Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Elbert voors. den mergen s’jaars om viij st. j oert facit xxiiij sts. ix wit.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Jan Jansz van Veen.
Den eijgendom blijft, bruijkers de kinderen van Cornelis Jorisz van de Well.
[Fol. 122]
Nogh Jan van Doeijenborghs weduwe t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Cornelis Jansz Poel tot Vleuten s’jaars om v oudschilt.
Nu eijgenaar Cornelis Jansz Vernoij smit, bruijker Clores Dircksz.
Nu eijgenaars de kinderen van Willem Claasz Vien, ende bruijker Gijsbert Jansz van Cothen.
Nogh die weduwe van Rijneveld t’Utrecht, vier mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars om ix Phls. gls. facit v oudschilt xv sts.
Nu eijgenaarssche de weduwe van Braakel, ende bruijker Marten Jan Willemsz.
Nu eijgenaar Jan van der Laack ende bruijkersche Dirck Jaspersz weduwe.
[Fol. 108 verso] Nogh t’convent van St. Servaas t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om seven goude guldens facit iiij oudschilt xxviij st.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Marten Jansz voorschreve.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Dirck Jaspartsz.
[Bestand 127, fol. 122v]
Nogh heer Peter van Haarlem vicarius St. Jans t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om j oudschilt xxviij sts.
Nu bruijker Cornelis Hendricksz.
Nu eijgenaar Paddenburgh, vicaris, bruijckersche de weduwe van Dirck Jaspartsz.
Nogh heer Jacob Cappellaan vicarius St. Peters t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om iiij Phls. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu bruijker Cornelis Hendricksz.
Nu eijgenaar den heere Doncker vicaris, bruijckersche de weduwe van Dirck Jaspertsz.
[Fol. 109] Nogh het convent vande Wittevrouwen t’Utrecht, drie mergen lants, bruijckt Cornelis voors. s’jaars de mergen ij k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Den eijgendom blijft.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Dirck Jaspersz.
[Fol. 123]
Nogh St. Barbaren Gasthuijs t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om ses mud weijts facit v oudschilt.
Nogh die vrouwe van Rensbroeck bij Leijden, ses mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om xij Phls. gls. facit vij oudschilt vj sts.
Nu eijgenaars St. Barbaren Gasthuijs, bruijker Jan Cornelisz op Bottesteijn van vijff mergen, ende Andries Thonisz van Zijll gelijcke vijff mergen.
Den eijgendom blijft aan ‘t voors. Gasthuijs ende bruijcken nu Dirck Jaspersz weduwe vijff mergen. Ende de weduwe van Cornelis van Zijll gelijcke vijff mergen.
Nogh jonr. Jan van Rossum tot Bommel, vijff en twintigh mergen lants, bruijckt Gerrit Gijsbertsz op Nijeveld s’jaars om xxv oudschilt.
Nu eijgenaar Francois van Sneek, ende bruijker Cornelis Jorisz.
Nu eijgenaar de heer Blockland, bruijker Herman Adriaansz op Veldhuijsen.
[Bestand 128, fol. 123v]
[Fol. 109 verso] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Marten Willemsz van Masch s’jaars om ses kar. guldens facit v oudschilt x sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Gerrit Adriaan Gerritsz.
Den eijgendom blijft, bruijker Hendrick Aartsz Voorn inden Ouden Rhijn.
Nogh Aart Verhorst tot Amersfoort, vijff mergen lants, bruijkt Marten voors. s’jaars om veertien k. gls. facit vj oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar joncker Dirck Canter, bruijker Gerrit voorschreve.
Nu eijgenaar ende bruijcker Gijsbert de Cothen notaris.
[Fol. 124]
Die heeren van St. Jans ‘t Utrecht, veertien mergen lants, bruijkt Cornelis Claasz s’jaars om xviij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijkersche de weduwe van Gerrit Anthonisz op Spijck.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Jan Lambertsz.
[Fol. 110] Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, achtien mergen een ende een halff hond lants, bruijckt Dirck Berentsz tot Vleuten s’jaars om lvij k. gls. facit xxvij oudschilt vj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Claes Dircksz.
Nu eijgenaars de heeren van Oudemunster t’Utrecht van negen mergen. De Thesaurie van Oudemunster eijgenaar van ses mergen hondert ende vijftigh roeden lants. Ende de armen van Oudemunster vande resterende drie mergen.
[Bestand 129, fol. 124v]
Nogh die weduwe van Snellenbergh, een mergen lants, bruijkt Dirck voors. s’jaars om j oudschilt.
Nu eijgenaar Francois van Sneek, bruijker Cornelis Jacobsz.
Nu eijgenaar ende bruijker Herman Adriaansz op Veldhuijsen.
Hendrick van Raveswaaij, vier mergen lants, hem selver toebehorende ende hij gebruijckt s’jaars om vj oudschilt.
Nu eijgenaar het onmundige kint van Gerrit Gerritsz, ende bruijker Jan Gerritsz in Galecop, momber over t’selve kint.
Nu eijgenaar jonr. Boecop, bruijker Jan Anthonisz op Alendorp.
[Fol. 125]
[Fol. 110 verso] Hendrick Dircksz aande Haar, negen mergen lants hem selver toebehorende, bij eede s’jaars om ix oudschilt.
Nu eijgenaars Dirck de Goijer van vier mergen, bruijker Gijsbert Cornelisz op Themaat, ende van drie mergen eijgenaar Dirck Crijnen, bruijker Joris Willemsz, ende van twee mergen eijgenaar ende bruijker Jan Willemsz op Ockhuijsen.
Nu eijgenaars van twee mergen de erfgenaamen van Steven Gerritsz van Rossum ende bruijcken die selffs. Den armen van Oudemunster t’Utrecht vier mergen bruijker Jacob Jansz Kock. Ende vande resterende drie mergen eijgenaar de heer Anthoni van Stember heere vande Haar etc., bruijker Jacob Jansz Kock.
Nogh bruijkt Hendrick voors. vijff mergen lants, hem met sijn voorkinderen toebehorende bij eede s’jaars om v oudschilt.
Nu eijgenaar Dirck de Goijer, ende bruijker Dirck Vereem.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Stevensz.
Nogh die heeren van St. Catarinen tot Utrecht, aght mergen lants, bruijckt Hendrick voors. s’jaars den mergen om xvj sts. facit iij oudschilt ij sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Nijs Cornelisz inde Breudijck.
Nu eijgenaar jonr. Jan van Eck ende bruijker Gijsbert Thonisz opde Well.
[Bestand 130, fol. 125v]
[Fol. 111] Nogh Herman van Raveswaeij t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om seven k. gls. facit iij oudschilt xiiij sts.
Nu bruijker Willem Adriaansz.
Nu eijgenaarsche de weduwe van den heer Isbrand van Raveswaeij in sijn leven heere van de Heggen, ende bruijkt die selffs.
Nogh Dirck van Zuijlen van den Haar, drie mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om iij oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Nicolaas van Zuijlen van Drakenborgh, ende hier van bruijker Hendrick Petersz Stoock.
Nu eijgenaar de heer Anthonis van Stembor heere vande Haar ende bruijcker Jacob Jansz Kock.
[Fol. 126]
Nogh die heeren van den Dom t’Utrecht, twee mergen erffpacht, bruijckt Hendrick voors. s’jaars den mergen bij eede om j oudschilt facit ij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Jorisz.
Nu eijgenaarsche ende bruijckerssche de weduwe van den heere Isbrand van Raveswaeij in sijn leven heere van de Heggen.
[Fol. 111 verso] t’Convent van den Brigitten t’Utrecht, twee hond lants, bruijkt Huijgh Cornelisz des jaars om ij Phls. gls. facit j oudschilt viij sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijcker Aart Willemsz aande Haar.
Nu eijgenaar ende bruijker de heere Anthoni van Stembor heere van den Haar etc.
Nogh het convent voors. seven mergen lants, bruijkt Cornelis Baartsz aande Haar in erffpacht bij eede s’jaars om vij5 oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Aart Willemsz aande Haar.
Nu eijgenaar ende bruijker den heere Anthonis van Stembor heere van den Haar etc.
[Bestand 131, fol. 126v]
Nogh juffrouw vande Haar, ontrent een hond lants, bruijkt Cornelis voors. des jaars om xxx stuijvers.
Nu eijgenaar jonr. Renesse van de Aa.
Nu eijgenaar ende bruijker de heere Anthonis van Stembor heere van den Haar voornt.
Herman van Raveswaij, tien ende een halff mergen lants, hem selven toebehorende, bij eede s’jaars den mergen om een oudschilt facit x oudschilt xxj sts.
Nu bruijker Willem van Coten.
Nu eijgenaarsche de weduwe vande heere Isbrand van Raveswaeij heere van der Heggen van acht ende een halff mergen, bruijckt selffs seven mergen, Dirck Jansz Kock eene mergen ende Jan Gijsbertsz drie hondert roeden. Ende vande resterende twee mergen eijgenaar ende bruijker de heer van den Ham.
[Fol. 127]
[Fol. 112] Dirck Jan Egbertsz t’Utrecht bruijkt seven hondt lants hem selver toebehoorende bij eede s’jaars om vij k. gls. facit iij oudschilt xiiij sts.
Nogh Dirck voors., elff hond lants, bruijkt Jan Huijgensz Smit tot Vleuten des jaars om tien k. gls. facit iiij oudschilt xxxij sts.
Nu eijgenaars ende bruijckers van twee mergen Gijsbert Cosijnsz ende Jan Gijsbertsz schout op Themaat van eene mergen.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan van der Laack van twee mergen. Ende vande resterende eene mergen eijgenaarsche ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
Die heeren van Oudemunster t’Utrecht, tien mergen lants, bruijckt Cornelis Gijsbertsz Kuijff s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Adriaan Adriaansz ende Anthonis Dircksz inden Ouden Rhijn ider voor vijff mergen.
Den eijgendom blijft ende bruijker nu Jan Dircksen inden Ouden Rhijn.
[Bestand 132, fol. 127v]
Nogh Jan van Wijck t’Utregt, vijff mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om vj oudschilt xxj sts.
Nu eijgenaar jonr. Dirck Canter, bruijker Anthonis Dircksz.
Nu eijgenaar den heer van Buijren, ende bruijker Cornelis Jansz van Miltenburgh.
[Fol. 112 verso] Nogh heer Dirck Taats canonick ten Dom t’Utrecht, ses mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om x ouddschilt.
Nu eijgenaars Vecht ende Bor van Amerongen, bruijker Anthonis Dircksz.
Den eijgendom blijft, bruijker Gijsbert de Cothen.
[Fol. 128]
Nogh Jan Cornelisz, ij5 mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om twaalff k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaar ende bruijker in erffpacht Claas Gerritsz aande Hoochweijde.
Nu eijgenaars Jan ende Maria Cornelis Wiltschut, ende bruijken het selffs.
Jan Keijtinck ende Bruijninck Foock t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Joost Woutersz aanden Ouden Rhijn s’jaars om xxiiij5 k. gls. facit xj oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar St. Barbaren Gasthuijs, bruijker Gerrit Adriaansz van Roijen.
Den eijgendom blijft, ende bruijckt nu Antonis Tucker.
Nogh die weduwe Feijten t’Utrecht, vijff mergen lands, bruijkt Joost voors. s’jaars om xx k. gls. facit ix oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaars ende bruijkers Gijsbert Jansz ende Gerrit Hendricksen aanden Ouden Rhijn ider de helft.
Nu eijgenaarsche jo. van den Nijpoort, bruijker Anthonis Tucker voors.
[Bestand 133, fol. 128v]
[Fol. 113] Nogh Ste. Barbaren Gasthuijs t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijkt Joost voors. s’jaars om iiij goude gls. xxxjx5 sts. facit iij oudschilt x5 str.
Den eijgendom blijft, nu bruijckers Gijsbert Jansz ende Gerrit Hendricksz.
Den eijgendom blijft, bruijker Anthonis Tucker voornt.
Nogh Jacob van Mijnden, acht mergen lants, bruijkt Joost voors. s’jaars om xxiiij mudt weijts t’mudt xxxv sts. facit xx oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Huchtenbroeck, bruijker Adriaan Albertsz.
Nu eijgenaarsche jo. van de Nijpoort, bruijker Anthonis Tucker voornt.
[Fol. 129]
Nogh het convent van den Carthuijsers bijden Bosch, ses mergen lants, bruijckt Joost voors. s’jaars ten halven bij eede den hoop om xxiiij k. gls. facit xj oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar Lubbert van Parijs van Zuijdoort, bruijker Gerrit Adriaansz van Roijen.
Nu eijgenaar ende bruijker den heere Frans Hemoni heere van Voorn.
[Fol. 113 verso] Nogh Dirck van Zuijlen van der Haar, vijff mergen lants, bruijkt Joost voors. s’jaars om xxiiij k. gls. facit xj oudschilt xviij st.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Huchtenbroeck, bruijker Adriaan Aalbertsz.
Nu eijgenaarssche jo. van de Nijpoort, bruijker Anthonis Tucker.
[Bestand 134, fol. 129v]
Die proost tot Leijden ‘t Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Anthonis Gijbsertsz aande Meern s’jaars om negen Phls. gls. facit v oudschilt xv sts.
Nu heer Willem Acrijnsz als possesseur van den vicarie aande Meern ende bruijker Frans Willemsz.
Nu eijgenaarsche de weduwe vande heere Coenraat Wegewaat, ende bruijker Jan van der Laack.
Nogh die heeren van St. Marrien t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijkt Thonis voors. s’jaars om ij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Jacob Claasz aande Meern.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijcker Gijsbert de Cothen notaris.
Nogh t’convent vande Reguliers, twee mergen lants, bruijckt Thonis voors. s’jaars om ij oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijker Jacob Claasz aande Meern voorschreve.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijker Gijsbert de Cothen notaris.
[Fol. 130]
[Fol. 114] Nogh Catrijn Hendrick Huijbertsz weduwe, vijff mergen lants, bruijkt Thonis voors. des jaars om xxxij k. gls. facit xv oudschilt x sts.
Nu eijgenaars ider voorde helft Jan de Man ende Jacob Claasz voors.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Hessels van Zijll.
Nogh Jan van Weelden tot Utrecht, twee mergen lants, bruijckt Thonis voors. s’jaars den mergen om twee Phls. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Adriaan Gerritsz.
Nu eijgenaars ende bruijkers de erffgenaamen van Cornelis Gerritsz Ruijschesteijn.
[Bestand 135, fol. 130v]
Die kerckmeesters tot Vleuten, twee mergen lants, bruijkt Egbert van Wel tot Vleuten s’jaars den mergen om vijff en dartig sts. facit j oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Jan Cornelisz op Bottesteijn.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dirksz van Bijleveld, brouwer tot Vleuten.
Nogh heer Baldewijn, vicarius tot Vleuten, een mergen lants, bruijkt Egbert voors. s’jaars om xxxv stuijvers.
Nu eijgenaar jonr. Johan van Wanroij, ende bruijker Jan Cornelisz voors.
Nu eijgenaar jonr. Frederick Uittenham, ende bruijker Willem Dircksz van Bijlevelt voors.
[Fol. 114 verso] Nogh die heeren van Oudemunster tot Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Egbert voors. ende is erffpacht bij eede s’jaars om v oudschilt.
Nu Jacob Sandersz eijgenaar ende bruijker.
Nu eijgenaars Willem Dircksz van Bijlevelt cum sociis, ende bruijker Jan van Cuijll.
[Fol. 131]
Melis Uittenengh met sijn medewerkers, negen mergen lants, bruijkt Jan Loefsz Pelgrums s’jaars om ix oudschilt.
Nu eijgenaars t’Weeshuijs, de heere van Nijenrode, de weduwe van Willem de Waal ende jonr. Willem van Rijneveld, ende nu bruijker Gerrit Cornelis Gerritsz.
Nu eijgenaars t’Weeshuijs voor vier mergen vijff en seventigh roeden. Ende vande resterende vier mergen vijff hondert vijff en twintigh roeden eijgenaarsche de weduwe vande heer Isbrandt van Raveswaeij, heere van der Heggen, ende bruijker Dirck Jansz Kock vande geheele negen mergen.
Nogh Jan van Nijhoff ‘t Utrecht ende een juffr. t’Oudwijk, ij5 mergen lants, bruijkt Jan voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaars Jan van der Meer voor twee mergen, ende Herman van Raveswaij voor een halff mergen, bruijcker Gerrit Cornelis Gerritsz.
Nu eijgenaarsche de weduwe van Raveswaaij voornoemt, ende bruijker Dirck Jansz Kock voorschreve.
[Bestand 136, fol. 131v]
[Fol. 115] Nogh Herman van Raveswaaij tot Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Jan voors. s’jaars om v oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Raveswaaij.
Nu eijgenaarsche de weduwe van Raveswaaij voornt. ende bruijckt het selffs.
Nogh bruijkt Jan voors., ses mergen lants, hem selven toebehorende bij eede s’jaars den mergen om een gouden gulden facit iiij oudschilt.
Nu eijgenaar Herman de Wilt, bruijker Gerrit Cornelis Gerritsz.
Nu eijgenaar de heere Anthoni van Stember, heere van den Haar, ende bruijker Dirk Jansz Kock.
t’Convent van St. Hieronimus t’Utrecht, twee ende een halff mergen lants, bruijkt Gijsbert Jansz op Themaat s’jaars om negen ende een halff k. gln. facit iiij oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Joris Willemsz.
Nu eijgenaarsche de weduwe van Raveswaaij voornt., bruijker Jan Gijsbertsz op Themaat.
[Fol. 132]
Nogh die Heijligen Geest t’Utrecht, een halff mergen lants, bruijkt Gijsbert voors. s’jaars om xxij stuijvers.
Den eijgendom blijft, nu bruijcker Joris Willemsz voorschreve.
Nu eijgenaars de erffgenaamen vande heere van Wulven, bruijker Jan Gijsbertsz op Themaat.
[Fol. 115 verso] Die heeren vande Ste. Marrien t’Utrecht, negen mergen lants, bruijkt Luijt Jansz aande Meern s’jaars om x oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Sander Cornelisz aande Meern.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijker Goijert Jansz van Spijck.
[Bestand 138, fol. 132v]
Nogh t’convent vande Wittevrouwen ‘t Utrecht, ij5 mergen, bruijkt Luijt voors. s’jaars om iij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Andries Thonisz van Zijll.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Cornelis van Zijll.
Melis Uittenengh ‘t Utregt ende Gerrit van Renesse vier en twintigh mergen lants, bruijkt Jan Willemsz van Coten s’jaars om xxviij oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Uittenengh, bruijker Willem Thonisz op den Engh.
Nu eijgenaars de erffgenaamen vande heer Frederick Ruijsch heere vanden Engh, bruijker Claas Jansz onder den Engh.
[Fol. 116] Nogh bruijkt Jan voors. twee mergen lants hem selver toebehorende bij eede s’jaars den mergen om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj st.
Nu eijgenaar ende bruijker Dirck Phillipsz.
Nu eijgenaar den heere Loduwijck de Bas bij lijfftocht, ende bruijker Jan Jansz van Montfoort.
[Fol. 133]
Antonis Heefland ende Goijsen van Schaijck t’Utrecht, negen mergen lants, bruijckt Evert Dircksz op Alenderp s’jaars om dartien oudschilt twee mudt weijts, t’mud vijff ende dartigh stuijvers, twee mud havers, het mud tien stuijvers, facit te samen xv oudschilt vj sts.
Nu eijgenaar het onmundige kindt van Gerrit Gerritsz, bruijker van ses mergen Jan Gerritsz op Galencop ende momber over t’selve kindt, ende Huijbert Jansz bruijckt drie mergen.
Nu eijgenaar jonr. Boecop ende bruijckers Paulus Jansz Hollander van seven mergen, ende Jan Jansz van twee mergen.
Die heeren van Ste. Catharinen tot Utrecht, acht mergen lants, bruijckt Evert voors. s’jaars om ix oudschilt xxj sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Huijbert Jansz.
Nu eijgenaar ende bruijker Isaak Dircksz Veen.
[Bestand 139, fol. 133v]
[Fol. 116 verso] Nogh Cornelis de Ridder ‘t Utrecht, twaalff mergen lants, bruijkt Evert voors. s’jaars om xv oudschilt.
Nu eijgenaars ende bruijkers voor aght mergen, Goort Luijten ende Hendrik Tonisz van vier mergen.
Nu eijgenaarsche van aght mergen de weduwe van Ludolph de Roij, bruijckersche de weduwe van Eerst Elbertsz. Ende vande resterende vier mergen eijgenaar ende bruijker Jan Antonisz op Alendorp.
Nogh Frederick van Rijnevelt t’Utrecht, elff mergen lants, bruijkt Evert voors. s’jaars om vier en veertigh k. gls. ende een stop botteren vijff en dartigh stuijvers facit xxj oudschilt xxxiij st.
Nu eijgenaar jonr. Willem van Rijneveldt bruijker Joost Woutersz.
Nu eijgenaar jonr. Jacob van Renes, bruijckersche de weduwe van Eerst Elbertsz.
[Fol. 134]
Nogh die Aalmissen proeven t’Oudemunster t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Evert voors. s’jaars om vier goude guldens facit ij oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Goort Luijten.
Den eijgendom blijft, bruijker Jan van der Laak.
[Fol. 117] Nogh Catrijn Hendrick Huijbertsz weduwe tot Utrecht, j5 mergen lants, bruijkt Evert voors. den mergen s’jaars om j5 oudschilt facit ij oudschilt x5 stuijvers.
Nu eijgenaar Jan Berntsz op Alenderp, bruijker Huijbert Jansz.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Jacob de Cruijff ende bruijker Cornelis Cornelisz Blom.
Gijsbert Pieck tot Tiel, aght mergen lants, bruijkt Peter Hol aanden Ouden Rhijn om tien ende een halve goude Beijers gls. facit v oudschilt j oirt.
Nu eijgenaar Evert Ram, bruijker Frans Willemsz.
Nu eijgenaars de erffgenaamen vande heer borgemr. Wijck, bruijker Jan van der Laack.
[Bestand 140, fol. 134v]
Nogh Jan van Wijck t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijkt Peter voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar jonr. Dirck Canter, bruijker Jan Hendricksz in Jutphaas.
Nu eijgenaar de heere van Buijren, bruijker Cornelis Jansz van Miltenburgh.
[Fol. 117 verso] Nogh Pons Joostensz t’Utrecht, agt mergen lants, bruijker Peter voors. met Gijsbert sijn soon, s’jaars om negentien k. gls. een halff mud weijts tot xvij5 str. facit ix oudschilt xix5 str.
Nu den eijgendom aan het Ste. Barbaren Gasthuijs, bruijker Reijer Goortsz inden Ouden Rhijn.
Den eijgendom blijft, bruijcker Isaack Dircksz Vien.
[Fol. 135]
Gerrit Huijgensz in Westbroeck, vier mergen lants, bruijckt Gijsbert Petersz Hollander aanden Ouden Rhijn s’jaars om negen ende een halve k. gln. facit iiij oudschilt xxij sts.
Nu eijgenaar Dirck Thoboecop, bruijker Frans Willemsz aande Meern.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Boekop.
Heer Jan van Huchtenbroeck tot Isselsteijn thien mergen lants, bruijkt Gerrit Egbertsz op Themaat s’jaars om veertien gde. gls. facit ix oudschilt xiiij sts.
Nu eijgenaar Folckert van Schoordijck, bruijker Wouter Jansz.
Nu eijgenaarsche juffr. Catharina van Golsteijn, ende bruijcker Jan Gijsbertsz op Themaat.
[Bestand 141, fol. 135v]
[Fol. 118] Nogh Jan Goijertsz weduwe t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Gerrit voors. des jaars den hoop om iij5 k. gln. facit j oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaarsche Herman van Westrenens weduwe, bruijker Wouter Jansz.
Nu eijgenaar de heere Anthoni van Stembor, heere vande Haar, bruijker Jacob Jansz Kock.
Nogh bruijkt Gerrit voors. drie mergen lants hem selver toebehorende, s’jaars bij eede den mergen om eene gouden gln. facit ij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Wouter Jansz.
Nu eijgenaars de kinderen ende erffgenamen van den heer ende vrouw van Wulven etc. ende bruijker Jan Gijsbertsz op Themaat.
Dirckjen Cornelis Goijerts weduwe elff mergen lants, bruijkt Cornelis Gerrit Egbertsz tot Vleuten s’jaars om twee ende twintigh karoli. guldens ende een stoop botteren om vijff en dartig sts. facit xj oudschilt xiij sts.
Nu eijgenaar Aart Hendricksz van Meerlo, bruijkersche Peter Cornelisz weduwe.
Nu eijgenaar de heer van den Ham ende sijn suster van negen mergen, bruijker Eerst Jansz van de Bergh. Van eene mergen eijgenaar de heere Anthonis van Stember, heere van den haar, bruijker Govert Cornelisz op Themaat. Ende vande resterende eene mergen eijgenaars de erffgenamen van de weduwe van Isbrand van Raveswaeij, heer van den Heggen, bruijker Jan van den Enden.
Catrijn Hendrick Huijbertsz weduwe, drie mergen lants, bruijkt Willem Cornelisz aanden Ouden Rhijn s’jaars om negen k. gls. facit iiij oudschilt xij sts.
Nu eijgenaar Folcken Both, ende bruijker Sebastiaan Ewoutsz.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van den heer Nicolaas Schot, bruijker Augustijn van Werckhoven.
Adriaan van Linschooten t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijkt Cornelis Dircksz opte Hoeff s’jaars om xviij oudschilt.
Nu eijgenaars juffr. van Lantscroon, ende Folckert van Schoordijck ider agt mergen, bruijker Dirck Vereem.
Nu eijgenaarsche de vrouwe van Wijnesteijn in Jutphaas, bruijckersche de weduwe van Jan Lambertsz van den Bergh onder Vleuten.
[Bestand 142, fol. 136v]
[Fol. 119] Die procurators van Onsen Lieven Vrouwen Broederschap tot Vleuten, drie mergen lants, bruijkt Anna Willem Janses weduwe s’jaars om vier k. gls. vijftien stuijvers facit ij oudschilt xj sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Joris Willemsz aande Haar.
Den eijgendom blijft, bruijker Gijsbert Jansz Veen aande Haar.
Die heeren van Oudemunster t’Utregt, xxvij5 mergen lants, bruijkt Adriaan Simonsz opde Wel s’jaars om xl oudschilt.
Nu eijgenaar de heer Jacob Godin, heere van Boelesteijn, de Wel etc. van thien mergen, bruijker Gijsbert Thonisz opde Wel. Ende vande resterende xvij5 mergen eijgenaars de heeren van Oudemunster, bruijcker de heere Francois Halewijn, heere vande Werve.
[Fol. 137]
Noch jonckvrouw van Lievendaal t’Utrecht, tien mergen lants, bruijkt Adriaan voors. s’jaars om xvij oudschilt x sts.
Nu eijgenaar den heer van Nijenrode, bruijkersche de weduwe van Gerrit Anthonisz op Spijck.
Nu eijgenaar sr. Adriaan van Arcxhoeck, bruijkers de gemeene vicarissen St. Peters.
# Nogh t’convent van St. Catrijnen t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Adriaan voors. s’jaars om negen k. gls. tien sts. facit iiij oudschilt xxij sts.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Cornelis Cornelisz opde Well.
[Bestand 143, fol. 137v]
Die weduwe van Lambert Snoeij, inden lande van Cleeff, elff mergen lants, bruijkt Cornelis Gijsbertsz van Cothen s’jaars om x oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham, ende bruijkers van ses mergen Willem Cornelisz van Cothen, ende van vijff mergen Jan Aartsz.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Frederick Uittenham van vijff mergen. Ende vande resterende ses mergen eijgenaar ende bruijker de heere Huijbert Frederick Uittenham, heere vande Ham.
[Fol. 119 verso] Nogh het convent van St. Catarijnen t’Utrecht, drie mergen lants, bruijkt Cornelis voors. s’jaars om drie k. gls. facit j oudschilt xxviij sts.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Willem Cornelisz van Coten.
Nu eijgenaar de heere Anthoni van Stember heere vande Haar etc. ende bruijker Jacob Jansz Kock.
[Fol. 138]
Heer Peter Hendricksz, vicarius t’Oudemunster t’Utrecht, sestien mergen lants, bruijckt Huijgh Willemsz s’jaars om drie ende twintigh goude guldens facit xv oudschilt xiij sts.
Nu heer Jan Santvoort possesseur, bruijckersche de weduwe van Gerrit Thonisz op Spijck.
Nu eijgenaars de gemeene vicarissen St. Peters t’Utrecht, bruijker Lambert Cornelisz.
[Fol. 120] De weduwe Bollen t’Utrecht, dartien mergen lants, bruijkt Dirck Jansz op ten Hoet s’iaars om xx oudschilt xxxv sts.
Nogh die weduwe voors. ende Goort Boll Lambertsz met huijs, boomgaart ende hoffstede, seventien mergen lants, bruijkt Dirck voors. s’jaars om xlj oudschilt.
Nu eijgenaars Dirck van Westrenen van vijff en twintigh mergen lants, ende Goort Bol van vijff mergen, bruijker Jan Dircksz opten Hoet.
Nu eijgenaar de heere Lepool vande voors. dartien mergen op twintigh oudschilt ende vijff en twintigh stuijvers, als mede van negen mergen om seventien mergen lants, bruijckersche de weduwe van Claas Splintersz van de Well opten Hoet. Ende vande resterende acht mergen van den seventien mergen eijgenaar de heer Mamuchet van Houdringen, bruijker selffs.
[Bestand 144, fol. 138v]
Nogh Jan van Waal t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Dirk voors. s’jaars om v oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Hoet voors.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. van Cranevelt.
Nogh St. Barbaren Gasthuijs t’Utrecht, twee mergen lants, bruijkt Dirck voors. s’jaars om ij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijcker Jan Hoet voorschreve.
Nu eijgenaar de heere Lepool, ende bruijckersche de weduwe van Claas Splintersz van de Well opten Hoet.
[Fol. 139]
Jan van Zuijlen tot Vleuten, bruijkt een halff mergen lants, hem selven toebehorende.
[Fol. 120 verso] Nogh Jan voors. ses mergen lants, behorende tot eene vicarie in die Buurkerck, bruijkt Pons Hendrickse tot Vleuten.
Nogh Jan van Zuijlen voorgent., aght mergen lants, bruijkt Pons voors.
Nogh t’convent vande Duijtschenhuijs tot Utrecht, xxiij5 mergen lants, bruijkt Pons voors. van Jan van Zuijlen.
Nogh Jan van Zuijlen voors. ij5 mergen lants, bruijkt Pons voors. s’jaars om tien Phls. guldens facit liij oudschilt xxiiij sts.
Nu eijgenaar Gerbrand Verduijn, ende bruijker Cornelis Adriaansz.
Nu eijgenaar de heer Cornelis van Eghmondt van der Nieuwburch, bruijckersche de weduwe van Cornelis van Sijll.
[Bestand 145, fol. 139v]
Die heeren van St. Catarijnen t’Utrecht, seven mergen lants, bruijkt Peter Joostensz aanden Ouden Rhijn s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijcker Gijsbert Petersz aanden Ouden Rhijn.
Den eijgendom blijft, ende nu bruijker Jan Dircksz inden Ouden Rhijn.
Nogh Jan Zaal t’Utrecht, vijff mergen lants, bruijkt Peter voors. s’jaars om twee ende twintigh k. gls. facit x oudschilt xx sts.
Nu eijgenaar Cornelis van Merenborgh, bruijker Gijsbert Petersz voors.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van jonr. Dirck van Merenburgh, bruijker Jan Dircksz voors.
[Fol. 121] Heer Dirck Taats, canonick ten Dom t’Utrecht, vier mergen lants, bruijkt Jacob Olofsz aande Meern s’jaars om agt k. gls. tien sts. facit iiij oudschilt ij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Gerrit Adriaansz aanden Ouden Rhijn.
Nu eijgenaars ende bruijkers de erffgenaamen van Cornelis Gerritsz Ruijschesteijn.
[Fol. 140]
t’Convent vanden Duijtschenhuijs t’Utrecht, ses mergen lants, bruijkt Dirck Crijnsz aanden Ouden Rhijn s’jaars om vj oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Anthonis Dircksz aanden Ouden Rhijn.
Den eijgendom blijft, ende bruijker Gijsbert de Cothen notaris.
t’Convent vande Wittevrouwen t’Utrecht, ij5 mergen lants, bruijkt Hendrick Egbertsz t’Ochuijsen s’jaars den mergen om een Wilhelmus schildt facit j oudschilt xxx5 sts.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijker Jan Aartsz op Ockhuijsen.
Den eijgendom blijft, ende is nu bruijcker Peter Cornelisz op Themaat.
[Bestand 146, fol. 140v]
[Fol. 121 verso] Nogh Michiel Ram t’Utrecht, j5 mergen lants, bruijkt Hendrick voors. s’jaars om iij Phls. gln. facit j oudschilt xxxiij sts.
Nu eijgenaar Evert Ram, bruijker Jan Aartsz voorschreve.
Nu eijgenaar sr. Floris de Reder, ende bruijker Hendrick Dircksz van Ockhuijsen.
De weduwe van Hijndersteijn met Willem ende Adriaan haar soonen, xl mergen lants, bruijkt Adriaan Gerritsz van Roijen s’jaars om xl oudschilt.
Nu eijgenaar mr. Willem van Radelant cum suis, bruijker Claas Petersz.
Nu eijgenaar den heere Jacob Voorburgh, ende bruijker Cornelis Dircksz van Bijleveld.
[Fol. 141]
Die pastoor tot Vleuten, een mergen lants, bruijkt Willem van Hijndersteijn voors. s’jaars om j oudschilt.
Nu bruijker Claas Petersz voorschreve.
Nu eijgenaar de heere Voorburgh, ende bruijker Cornelis Dircksz van Bijlevelt voornt.
Nogh die heeren van St. Catharijnen tot Utrecht, vijff mergen lants, bruijckt Willem voors. s’jaars om viij oudschilt.
Den eijgendom blijft, nu bruijker Claas Petersz.
Nu eijgenaar de heere Voorburgh, ende bruijker Cornelis Dircksz van Bijlevelt voors.
[Fol. 122] Nogh die kerckmeesters ende procurators van Onser Lieven Vrouwen Broederschap tot Vleuten iiij5 mergen lants, bruijkt Willem voors. s’jaars om xj Phls. gls. facit vj oudschilt xxiij sts.
Den eijgendom blijft, bruijker Claas Petersz.
Nu eijgenaar den heere Voorburgh, ende bruijker Cornelis Dircksz van Bijleveldt voornoemt.
[Bestand 147, fol. 141v]
Nogh Peter Hermansz, borger t’Utrecht, iij5 mergen lants, bruijkt Willem voors. s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Adriaan Cornelisz op Themaat.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Jansz van Montfoort op Themaat.
Noch bruijkt Willem voors., ses mergen lants, hem selve toebehorende bij eede s’jaars om twaalff k. gls. facit v oudschilt xxx sts.
Nu eijgenaar mr. Willem van Radelandt cum sujs, bruijker Claas Petersz.
Nu eijgenaar den heer Jacob Voorburch, bruijker Cornelis Dircksz van Bijleveld.
[Fol. 122 verso] Sweer van Zuijlens weduwe, veertien mergen lants, bruijkt Thijman van Roijen aanden Ouden Rhijn s’jaars om xxxij oudschilt xxj sts.
Nu jonr. Lubbert van Parijs van Zuijdoort eijgenaar ende bruijker jonr. Johan van Zuijdoort van ij5 mergen, ende Jan Petersz van xj5 mergen.
Nu eijgenaar den heer Frans Hemonij, heere van Voorn, ende is selffs bruijker.
[Fol. 142]
Frederick Uittenham bruijkt vijff ende twintigh mergen lants met de hofstede van den Ham met boomgaard, singelen ende dat poortland hem toebehorende groot sijnde seven mergen lants.
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham, ende bruijkt hier van xviij5 mergen, Willem Adriaensz bruijkt seven mergen, Jan Cornelisz, Goort Jansz bruijken vijff mergen, ende die weduwe van Gerrit op Spijck een mergen.
Nogh juffr. Snoeij Fredericksz voors. [moeder], drie mergen lants, bruijkt Frederick voors. s’jaars bij eede te samen facit l oudschilt.
Nu eijgenaar jonr. Johan Uittenham, ende bruijker Willem Adriaansz.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Huijbert Frederick Uittenham, heere vande Ham, van seven ende twintigh ende een halff mergen lants. Ende vande resterende seven ende een halff mergen eijgenaar jonr. Frederick Uittenham, bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs tot Vleuten.
[Bestand 148, fol. 142v]
[Fol. 123] Geertruijd Antonis Jansz van Weseps weduwe vijff mergen lants, bruijkt Ernst Gijsbertsz Kuijff aanden Ouden Rhijn s’jaars den mergen om een oudschilt facit v oudschilt.
Nu eijgenaars de erffgenaamen van Geurt van Amerongen, bruijker Dirck Cornelisz inden Ouden Rhijn.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan van der Laack.
Cornelis Jan Fredericksz aan die Meern, bruijkt vier mergen lants, hem selven toebehorende bij eede s’jaars den mergen om een Phls. gls. facit ij oudschilt xvj sts.
Nu eijgenaar van drie mergen Jacob Jacobsz ende bruijker Cornelis Jacobsz, ende van een mergen eijgenaar ende bruijker Goort Luijten.
Nu eijgenaar ende bruijker van drie mergen Isaack Dircksz Veen. Ende de kinderen van Ludolph de Roij eijgenaars van den resterende eene mergen, bruijckersche de weduwe van Eerst Elbertsz.
[Fol. 143]
Jan van Wijck t’Utrecht, elff mergen lants, bruijkt Goort Aartsz aanden Ouden Rhijn s’jaars om xxx k. gls. xvj sts. facit xiiij oudschilt xxviij sts.
Nu eijgenaar jonr. Dirck Canter, bruijker Goort Luijten.
Nu eijgenaar ende bruijker Isaack Dircksz Vier van twee mergen. Van gelijke twee mergen eijgenaar ende bruijker Gijsbert de Cothen notaris. Ende vande resterende seven mergen eijgenaar ende bruijker den heere van Buijren.
[Fol. 123 verso] Gerrit van Lichtenbergh t’Utrecht, bruijkt vijff mergen lants, hem selver toebehorende bij eede s’jaars om vij oudschilt.
Nu eijgenaar van twee mergen Jan Berntsz, bruijker Jan Jansz sijn soon van anderhalff mergen, eijgenaarsche ende gebruijkt de weduwe van Cornelis Goortsz, ende van den resterende anderhalff mergen eijgenaar Boecop, bruijker Willem Jansz.
Nu eijgenaar jonr. Tho Boecop van anderhalff mergen bruijker Cornelis Cornelisz op Alendorp. Van twee mergen eijgenaars de erffgenamen van Cornelis Jansz de Roij, bruijker Paulus Jansz. Ende vande resterende anderhalff mergen eijgenaar ende bruijker Herman Jacobsz op Velthuijsen.
[Bestand 149, fol. 143v]
Hendrick Reijersz, bruijkt twee mergen lants, behorende Gerrit van Renes s’jaars om ses k. gls. facit ij oudschilt xxxvj sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Beernt Hendricksz.
Nu eijgenaar joncker Frederick Uittenhamme ende bruijckersche de weduwe van Goijert Jansz Buijs.
[Fol. 144]
Die heeren van St. Catrijnen t’Utrecht, een boomgaard groot ontrent een halff mergen lants, bruijckt Oth Baricxz in erffpacht bij eede s’jaars om xxx stuijvers.
Nu eijgenaars ende bruijkers Jacob Cornelisz ende Frans Willemsz.
Nu eijgenaars ende bruijkers Cornelis Gerritsz van der Kaas kinderen van 115 roeden. Jan Cornelisz Verkerck van 35 roeden. Ende vande resterende hondert vijftigh roeden eijgenaars ende bruijkers de erffgenamen van Evert Vermeulen, ofte wel van Bartholomaeus Vermeulen.
Die juffr. van Zuijlen een hofstede huijs ende boomgaard, ontrent een hond lants groot, bruijkt Jan Gerritsz geëstimeert op iij oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Johan Uittenham.
Nu eijgenaar ende bruijker jonr. Frederik Uittenham.
Cornelis Petersz een hofstede ontrent een hond lants, geëstimeert op drie k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Mathijs Jacobsz.
Nu eijgenaar ende bruijker Seger Jansz Hovelingh tot Vleuten.
[Bestand 150, fol. 144v]
[Fol. 124 verso] Wouter Uittenham een hofstede, ontrent een hond lants, geëstimeert op drie k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Nu jonr. Johan Uittenham eijgenaar, bruijker Cornelis Roelofsz.
Nu eijgenaar ende bruijker Willem Dircksz van Bijlevelt, brouwer tot Vleuten.
Jan Huijgense, een huijs ende hofstede ontrent een hond lants, geëstimeert als boven op drie k. gls. facit j oudschilt xviij sts.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Jansz Vernoij smit.
Nu eijgenaar ende bruijker Anthonis Hermansz van Overschie, smit tot Vleuten, van ses en sestig ende een halve roede. Ende vande resterende drie en dartigh ende een halve roede eijgenaar ende bruijker Willem Petersz, wever aldaar.
[Fol. 145]
Die gemeent van Themaat een laan geheeten die Groenlaan, bruijkt Cornelis Dircksz om twee k. gls. facit xl stuijvers.
Bruijker nu Dirck Vereem.
Den eijgendom blijft, bruijckersche de weduwe van Jan Lambertsz.
Reijer de Brouwer een huijs ende hofstede groot ontrent ses en twintigh roeden geëstimeert op j oudschilt.
Nu eijgenaar ende bruijker Ernst Adriaansz.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan Cornelisz Verkerck tot Vleuten.
Mr. Willem Barbier, een hofstede, ontrent agt roeden groot, geëstimeert op xiiij stuijvers.
Nu eijgenaar ende bruijker Cornelis Vernoij smith.
Nu eijgenaar ende bruijker Jan van Kuijll.
[Fol. 125] Die bueren van Themaat een laan, groot ontrent een mergen, bruijkt Hendrick Egbertsz ende Cornelis Dircksz om xiiij sts.
De bueren als nogh eijgenaars.
Nu eijgenaars ende bruijkers de voors. gebuijren van Themaat.
[Bestand 151, fol. 145v]
De pastoors huijs en hofstede, groot ontrent vijff en twintigh roeden, geëstimeert op xxj stuijvers.
Die kerck van Vleuten een hofstede van twee off drie huijsen, geëstimeert op xiiij stuijvers.
Nu eijgenaars de procurators vande Broederschap tot Vleuten en die kerck.
Nogh eijgenaars de kerck ende Broederschap tot Vleuten.
773,5 mergen lants
835 oudschilt 7 sts.
in geld
[Bestand 152, fol. 147]
Themaat Melis Uittenengs geregt, nu Egmont vande Nijenburch
[Fol. 138 verso] Melis Uittenengh ende Gerrid van Renesse vijftien mergen lants, bruijkt Van Coten om xxij oudschilt.
Nu eijgenaar Bernt Uittenengh, Willem Cornelisz, Scholtus van den Engh, bruijker van negen mergen drie hond, Jan Baars vier mergen ende Willem Cornelisz anderhalff mergen.
Nu eijgenaar Cornelis van Egmont van der Nijenburgh, bruijker Claas Jansz.
Die Balier van Ste. Catharinen t’Utrecht, elff mergen lants, bruijkt hij selver bij eede s’jaars den mergen om twee phls. gls. facit xiij oudschilt iiij sts.
Den eijgendom blijft ende bruijkt selff.
Nu eijgenaar de Balier voors., voorde eene helft bruijker Claas Jansz ende voorde andere helft de weduwe van Cornelis Bastiaansz van Sijl.
Peter Gerritsz van Merenborgh off sijn soon, ses mergen lants, bruijckt Gijsbert Loefsz s’jaars om xxxj phls. gls. facit xviij oudschilt xix sts.
Nu eijgenaar Gerrid van Merenburgh, bruijker Steven Baars.
Nu eijgenaar den heer advt. Blom, bruijker Peter de Cruijff.
32 mergen lants
96 gls. 8 stuijvers
Laatste update: 7-5-2025