Search

zoek- tips

Oudshoorn - Weeskamer 1631-1657

Op de volgende manier te vinden: Ga naar de FamilySearch-catalogus. Zoek op de plaats Oudshoorn. Onder Guardianship staan de Weesakten, 1631-1802. Via het icoontje met de camera en sleutel bij weesboek nr. 3-4 zijn de scans in te zien.

GA Alphen a/d Rijn (toegangsnr. 113.1.03), inv.nr. 1

Fol. 1, aktenr. 1, d.d. 16-12-1631
Claes Willemsz [zoon van Willem Claes Willemsz] heeft zijn goederen uit de weestkist ontvangen en met zijn broeders geliquideert. Hij bedankt zijn voogden, de schout en weesmeesters voor hun administratie en voogdij en ontheft ze van hun taak.

Fol. 1, aktenr. 2, d.d. 15-12-1631
Hendrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van Philips Jansz van Heijningen, door het Hof van Holland gesteld als zijn voogd en curator. Dit ten overstaan van de schout en weesmeesters van Oudshoorn.

Inkomsten: Heijndrick Isbrantsz (schuld), Cornelis Gerritsz Boeman (rente), Heijndrick Isbrantsz (rente), Sijmon Gerritsz Leeuwen (rente).
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (kost en inwoning), Jan Ariensz kleermaker, Jan Ghijsbertsz schoenmaker, Meesen Jan Lichten, Cornelis Pietersz Groen (eten van de vorige keer), Heijndrick Isbrantsz (declaratie), Sijmon Gerritsz Leeuwen (declaratie), Phillips van Heijningen (curator).

Aanwezig: Claes Jansz Schellingerhout schout, Bruijn Florisz Stam en Gerrit Ghijsbertsz Calckooven weesmeesters, Jacob Hermansz en Pieter Jan Heijndricksz, de voogden en de curator.
Getekend: Claes Jansz van Schellingerhout schout, Phillips van Heijningen, Heijndrick Isbrantsz, Cornelis Gerrits Bouman, Jacob Harmensen bakker, Gerrit Ghijsen Calckoven, Bruijn Florisz.

Fol. 3, aktenr. 3, d.d. 15-12-1631
Jacob Claesz Capijteijn, als voogd van de twee onmondige en nagelaten weeskinderen van Sijmon Sijmonsz, in het bijzijn van Gerrit Jansz Cort, heeft ten overstaan van de schout en weesmeesters overzicht van zijn rekening gegeven.

Inkomsten: Jan Pietersz (huur van een woning), Cornelis Dircksz (huur van land), Jan Cornelisz (rente)
Uitgaven: Steven Matheusz van Heijningen (eten), Jan Pietersz (sloot schieten), juffrouw van der Laen (pacht), Willems Sijmonsz dekker (koop van riet), Jan Dircksz (gaarder van de bede), Heijndrick Willemsz Muijen timmerman (hout), Jan Jacobsz (“van trecken van een kae aerdes”), Jan Pietersz (riet), Michiell Sijmonsz (schip met puin).

Aanwezig: Michiell Sijmonsz, Gerrit Jansz Cort en Jan Cornelisz, de schout en weesmeesters.
Getekend: Jacob Claesz, Michiell Sijmonsz, Jan Cornelisz, Gherit Jansz Kort, C. Jansz van Schellingerhout schout, Bruijn Florisz en Gerrit Gijsen Calckoven. 

Fol. 5, aktenr. 4, d.d. 16-12-1631
Overzicht van de rekening gegeven door Sijmon Adriaensz, wonend in het Schoot, als voogd van de weduwe van Pieter Cornelis Michielsz.

Inkomsten: Willem Sijmonsz (koop van de bruiker en verkoop van brief), Willem Pietersz (koop van land), Pieter Ghijsen (koop van koeien), Willemsz Pietersz (koop van koe), Jan Dircksz Buesecum, Cornelis Cornelisz Cop (koop van land).
Uitgaven: Jacob Claesz Capijteijn (obligatie), Jan Backeren (obligatie), Lucija Claesdr te Leiden (rente en rentebrief), Jan Rippersz te Leiden (obligatie), Adriaen van Leeuwen (pacht), Jan Cornelisz (huur van de bruiker), Pieter Ghijsen (obligatie), Vranck Willemsz te Leiderdorp (rente en obligatie), Willem Pietersz van de Gouwsluis (rente), Huijbert Jansz te Zoeterwoude (rentebrief), Dirck Ariensz (obligatie), Jacob Pouwelsz (ongeld), Cornelis Gerritsz Bouman (schuld), Cornelis Cornelisz Cop (spek), weduwe van Jan Woutersz aan de gouwsluis (obligatie), weduwe van Jan Allertsz bakker, Willems Pietersz (obligatie), weduwe van Pieter Cornelisz, Jan Woutersz (rente), Claes Claesz Koell (obligatie), Jan Jansz van der Vecht (rente), Jan Dircksz (ongeld).

Aanwezig: Jan Cornelis Michielsz, schout en weesmeesters.
Getekend: Sijmon Adriaensz, Jan Cornelisz, C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz en Gerrijt Gijsen Calckoven. 

Fol. 8v, aktenr. 5, d.d. 16-12-1631
Overzicht van de rekening gegeven door Jan Cornelis Michielsz, voogd van de weeskinderen van Pieter Cornelisz, ten overstaan van schout en weesmeesters. 

Inkomsten: landkoop van haar bestevaders bruiker en verkoop van roerende goederen van de bestevader.
Uitgaven: Claes Claesz Koell (schuld van bestevader), Abraham Jansz van Tholl (omdat de bestevader borg was voor Jan Jansz Quick). 

Aanwezig: Sijmon Adriaensz wonende int Schoot, schout en weesmeesters.
Getekend: Jan Cornelisz, Sijmon Adriaensz, C. Jansz van Schellingerhout, Gerrit Gijsen Calckooven en Bruijn Florisz.

Fol. 10, aktenr. 6, d.d. 25-03-1632
Overzicht van de rekening gegeven door Willem Clementsz, voor zijn zus Elijsabeth Clementsdr. 

Inkomsten: Jan Willemsz kramer te Rijnsaterwoude (rente), Willem Clementsz (huur van land), Pieter Bouwenz te Rijnsaterwoude (rente), Ghijsbert Cornelisz (rente), ouwe Jan Leendert Jan Huijgen vanwege jonge Jan Leendertsz (koop van een koe), Aris Pietersz te Rijnsaterwoude (rente).
Uitgaven: Leendert Jan Pieter Clementsz te Rijnsaterwoude (principaal schuldenaar), Jan Willemsz Craemer (borg), Magtelt Clementsdr, Willem Clementsz, Cornelis Dircksz zijde- en zijverkoper te Leiden, Gerrit Willemsz van Heijningen schout te Rijnsaterwoude, Huijch Jacobsz Gaell lakenkoper te Leiden (wollen laken), Ghijsbert Corneliszoon (geleverde linnen laken), Jan Gerritsz van Heijningen wat zij aan Cornelis Fransz van Leeuwen lakenkoper te Leiden verschoten heeft i.v.m. gehaald laken, Schouten Dircken te Jacobswoude (morgengeld van het veenland), Cornelis Jansz getrouwd met Elijsabeth Clementsdr.

Aanwezig: Willem Clementsz en Gerrit Willemsz schout te Rijnsaterwoude, Cornelis Jansz man en voogd van Elijsabeth Clementsdr, Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester.
Getekend: Cornelis Jansz scheepmaker, Gerrit Willemsz van Heijningen, Willem Clementsz, Bruijn Florisz, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 13, aktenr. 7, d.d. 25-03-1632
Cornelis Jansz, man en voogd van Elijsabeth Clementsdr, compareert voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester. Hij heeft de rekeningen, obligaties en andere zaken uit de weeskist ontvangen. Hij bedankt zijn oom en zwager als voogden van zijn vrouw en de schout en weesmeesters voor hun voogdij en administratie. Hij ontheft allen van hun functie.
Getekend: Cornelis Jansoon schepmaker 

Fol. 13v, aktenr. 8, d.d. 15-04-1632
Willem Cornelisz en Willem Claesz hebben als ooms en voogden van de onmondige en nagelaten weeskinderen van Arien Dircksz overzicht gegeven van hun rekening ten overstaan van Claes Jansz Schellingerhout schot en Bruijn Florisz Stam weesmeester te Oudshoorn.

Inkomsten: Willem Cornelisz (rente van de obligatie sprekende op Ewout Cornelisz), Arien Dircksz vader (rente), de verkoop van wollen klederen die de kinderen opbestorven zijn bij Marijtgen Claesdr.
Uitgaven: Arien Dircksz vader (schuld), Willem Claesz te Koudekerk oom (rente). 

Aanwezig: Arien Dircksz, schout en weesmeesters.
Getekend: Willem Cornelisz merk, Willem Claessoon, Arien Dircksz merk, Bruijn Florisz, C. Jansz van Schellingerhout schout. 

Fol. 14v, aktenr. 9, d.d. 03-12-1632
Jacob Claesz Cappiteijn heeft als administrerende voogd van de twee onmondige en nagelaten weeskinderen van Sijmon Sijmonsz, in het bijzijn van Gerrit Jansz Cort, ten overstaan van de schout en weesmeesters van Oudshoorn, overzicht van de rekening gegeven. 

Inkomsten: Jacob Claesz Cappiteijn (schuld), Jan Pietersz (huur van woning), Gerrit Jansz Cort (huur van land), Cornelis Dircksz de Heer (huur van land), Jan Cornelisz (rente).
Uitgaven: Steven Matheusz van Heijningen (eten), Gerrit Jansz Cort (rente), juffrouw van der Laen (pacht), Michiell Sijmons, Willem Sijmonsz dekker.

Aanwezig: Michiell Sijmonsz, Gerrit Jansz Cort en Jan Cornelisz, schout en weesmeesters.
Getekend: Michiel Sijmonsz, Jacob Claesz Captijn, Jan Cornelisz, Gerrijt Gijsen Calckoven, Bruijn Florisz, C. Jansz van Schellingerhout 

Fol. 16v, aktenr. 10, d.d. 03-12-1632
Michiell Sijmonsz compareert voor Claes Jansz Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Gerrit Ghijsbertsz Calckooven weesmeesters. Hij heeft de brieven, obligaties en andere zaken ontvangen die hem door blinde loting zijn toegekomen. Hij bedankt Jacob Claesz Capijteijn en Jan Cornelisz [Jan Cornelis Michielsz], zijn voogden, evenals de schout en weesmeesters, voor hun voogdij en administratie. Hij ontheft allen van hun taak.
Getekend: Michiel Sijmonsz  

Fol. 16v, aktenr. 11, d.d. 11-02-1633
Ghijsbert Pietersz als vader en Gerrit Dircksz [Vaendrager] als medevoogd van Pieter Ghijsbertsz hebben ten overstaan van de schout en weesmeester (tevens neef) van Oudshoorn overzicht van de rekening gegeven. 

Inkomsten: Cornelis Dirck Jan Pietersz (huur van land)
Uitgaven: Dirck Dircksz Vaendraeger (rente), Jan Ariensz kleermaker (wollen laken, kleren), mr. Dircken (iets met Pieter Ghijsz), Neeltgen Jans van Tholl (rente). 

Aanwezig: Claes Jansz van Schellingerhout schout en Gerrit Ghijsbertsz Calckooven.
Getekend: Ghijsbert Pieterssoon, Gerrijt Dircksoon, Gerrijt Gijsen Calckoven, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 18, aktenr. 12, d.d. 12-02-1633
Floris en Jacob Gerritsz Craen als voogden van het onmondige en nagelaten weeskind van Aechgen Leendertsdr hebben ten overstaan van de vader Arien Dircksz overzicht gegeven van de rekening, in het bijzijn van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. 

Inkomsten: Jacob Gerritsz Craen (schuld).
Uitgaven: Steven Matheusz (eten), Jacob Gerritsz Craen (schuld), Arien Dircksz vader (kost en inwoning), Jan Dircksz van Buesecum (bede), Willem Jansz Vos (“van dat hij een niendt hooffden int kints lant gesteecken heeff en het hout daer toe gedaen”), Jan Jansz Ockers(?) (200e penning)

Aanwezig: de vader, schout en weesmeesters.
Getekend: C. Jansz van Schellingerhout, Jacob Gerritsz Craen, Floris Gerritsz, Arien Dircksz merk, Bruijn Florisz en Gerrijt Gijsen Calckoven. 

Fol. 19v, aktenr. 13, d.d. 16-04-1635
Ghijsbert Dircksz [Euverendam], vervangende zijn broer Cornelis Dircksz, als voogd over de nagelaten weeskinderen van Cornelis Dircksz zaliger, heeft ten overstaan van de schout en weesmeesters overzicht gegeven van de rekening. 

Inkomsten: Aelbert Pietersz (rente), Pons Cornelisz (rente).
Uitgaven: Steven Matheusz (eten), Pons Cornelisz stiefvader (kost en inwoning). 

Aanwezige: de voogden, stiefvader, schout en weesmeesters
Getekend: Ghijsbert Dircxsz, Pons Cornelisz van Dobben, Aelbert Pietersz, …, C. Jansz van Schellingerhout, Gerrijt Gijsen Calckoven en Bruijn Florisz. 

Fol. 21v, aktenr. 14, d.d. 05-10-1634
Administratie van de ontvangsten en uitgaven door Jacob Claesz Capijteijn als grootvader van de minderjarige weeskinderen en de weduwe van Willem Jacobsz Admiraell. 

Inkomsten: Jan Jacobsz Capijteijn (koop van land).
Uitgaven: Steven Matheusz, Jan Dircksz van Buesecum (ongeld), Cornelis Jan ver Aeren (schip), Gerrit Jansz Cort (huur), Cornelis Jansz bakker te Woubrugge (brood), Maerten Ceessen (vlees), Jan Ghijs Bossen (schoenen), Jeroen Jansz (bier), Jan Jansz Cort (varken), Guert Pietersz Coomen (viskorven), Herper Gerritsz (ongeld), Claesgen Claesdr (obligatie), Huijch Claes.

Aanwezig: Jacob Claesz Capijteijn en Claes Claesz Coolen.
Getekend: Jacob Claesz, Claes Claes en C. Jansz van Schellingerhout. 

Fol. 22v, aktenr. 15, d.d. 08-12-1634
Hendrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van Philips Jansz van Heijningen, door het Hof van Holland gesteld als zijn voogd en curator. Dit ten overstaan van de schout van Oudshoorn. 

Inkomsten: Sijmon Gerritsz Leeuwen (rente), Cornelis Pietersz Groen (rente), Heijndrick Isbrantsz (rente), Cornelis Gerritsz Bouman (rente).
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (kost en inwoning), Jan Ariensz kleermaker, Jan Ghijsz schoenmaker, Heijndrick Isbrantsz, mr. Jan Lichten (scheren), Jan Matheusz, Cornelis Gerritsz Bouman (kost en inwoning), Phillips van Heijningen (voorschieten en curator). 

Getekend: Phillips van Heijningen, Heijnderick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz, Cornelis Gerritsz Bouman, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 25, aktenr. 16, d.d. 12-03-1635
Jacob Claesz Capijteijn, als voogd van Annitgen Sijmonsdr het weeskind van Sijmon Sijmonsz, geeft in het bijzijn van Michiell Sijmonsz en Dirck Cornelisz van Swieten, nu getrouwd met de genoemde Annetgen Sijmonsdr, overzicht van de rekening gegeven ten overstaan van de schout en weesmeesters. 

Inkomsten: Jan Cornelisz (rente), Cornelis Dircksz de Heer (huur van land), Gerrit Jansz Cort (huur van land).
Uitgaven: Steven Matheusz (eten tijdens de boedelscheiding tussen het weeskind en haar broer), juffrouw van der Laen (pacht), Dirck Willemz en Jan Jacobsz (kade trekken en arbeidsloon), Cornelis Pietersz Groen, Dirck Cornelisz van Swieten, Huijch Claesz (obligatie), Capijteijn (o.a. huur van land).

Getekend: Jacob Claesz, Dirck Cornelis, Michiell Sijmonsz, Jan Cornelisz [Jan Cornelis Michielsz], C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck.

Fol. 26v, aktenr. 17, d.d. 12-03-1635
Dirck Cornelisz van Swieten getrouwd met Annitgen Sijmonsdr, dochter van Sijmon Sijmonsz zaliger, heeft de doos brieven, rekeningen en andere zaken uit de weeskist van Oudshoorn ontvangen. Hij bedankt de voogden van zijn huisvrouw en de schout en weesmeesters voor hun voogdij, administratie en trouwe dienst.
Getekend: Dirck Cornelisz 

Fol. 26v, aktenr. 18, d.d. 04-12-1635
Hendrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout van Oudshoorn. 

Inkomsten: Cornelis Gerritsz Boeman, Cornelis Pietersz Groen (rente)
Uitgaven: Cornelis Gerritsz Boeman (kost en inwoning), Sijmon Gerritsz Leeuwen (linnen laken betaald en voorschieten), Jan Matheusz, Heijndrick Isbrantsz (voorschieten), Jan Ariensz kleermaker, Jan Ghijsbertsz schoenmaker. 

Getekend: Heijnderick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz, Cornelis Gerrits Bouman, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 28, aktenr. 19, d.d. 04-03-1636
Floris en Jacob Gerritsz Craenen als voogden van het onmondige en nagelaten weeskind van Aechgen Leendertsdr hebben ten overstaan van de vader Arien Dircksz overzicht gegeven van de rekening, in het bijzijn van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. 

Inkomsten: Jacob Gerritsz Craen (schuld).
Uitgaven: Steven Matheusz van Heijningen (eten), Jacob Gerritsz Craen (schuld), Arien Dircksz vader (kost en inwoning), Jan Dircksz van Buessecum (bede).

Getekend: Arien Dircksz merk, Floris Gerritsz, Jacob Gerritsz Craen, C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz en Claes Claessen.

Fol. 29, aktenr. 20, d.d. 06-03-1636
Cornelis Willemsz, jongman wonende te Oudshoorn, compareerde voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester. Hij heeft de doos brieven en andere zaken ontvangen uit de weeskist van Oudshoorn. Hij bedankt zijn voogden en de schout en weesmeesters voor hun trouwe dienst en adminstratie.
Getekend: Cornelis Willemsz 

Fol. 29v, aktenr. 21, d.d. 01-04-1636
Ghijsbert Dircksz [Euverendam], vervangende zijn broer Cornelis Dircksz en geholpen door Jacob Claesz Capijteijn, als voogd over de twee nagelaten weeskinderen van Cornelis Dircksz zaliger, heeft ten overstaan van de schout en weesmeesters overzicht gegeven van de rekening, in het bijzijn van Pons Cornelisz en Aelbert Pietersz. 

Inkomsten: Ghijsbert Dircksz, Aelbert Pietersz (rente).
Uitgaven: Jan Cornelisz Fictorij (obligatie), Steven Matheusz (eten), Pons Cornelisz (kost en inwoning). 

De voogden en stiefvader hebben ten overstaan van en met consent van de schout en de weesmeesters een besloten dat de stiefvader van de kinderen het eten, drinken en de kleding verzorgd, zoals hij dat steeds heeft gedaan, en dat de stiefvader jaarlijks 50 gulden rente moet betalen vanwege een obligatie van 350 gulden die vandaag is gepasseerd.

Getekend: Ghijsbert Dircxsz, Jacop Claesz, Aelbert Pietersz, Pons Cornelisz van Dobben, Bruijn Florisz, Claes Claessen en C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 31, aktenr. 22, d.d. 01-06-1637
Jeroen Sijmonsz en Pieter Sijmonsz, voogden van de nagelaten kinderen van Crijntgen Sijmonsdr, gekregen bij Crijn Pietersz Fits, compareerden voor Jan Claesz van Schellingerhout geauthoriseerd schout van Oudshoorn in plaats van zijn vader en Bruijn Florisz Stam Verhoeff, vervangende en zich sterk makend voor zijn mede-weesmeester Claes Claesz Vranck. Zij menen dat ze in het verleden een door Philips Jansz van Heijningen, schout van Oudshoorn en Gnephoek, verzegelde brief d.d. 24-11-1623 uit de weeskist hebben gelicht. Deze brief is echter vermist. De voogden willen dat, als de brief ooit weer gevonden wordt, de inhoud niet meer rechtsgeldig is. De voogden ontheffen Crijn Pietersz van de schulden die hij heeft volgens die brief.
Getekend: Jeroen Sijmonsoon, Pieter Sijmonsz, Bruijn Florisz, C.J. van Schellingerhout. 

Fol. 31v, aktenr. 23, d.d. 16-08-1637
Staat en inventaris van de obligaties en andere zaken toekomende Dirck Ariensz en Floris Ariensz, nu mondige kinderen, en Cornelis Ariensz nog onmondig, elk voor een gerechte derde deel, geërfd van Catharijna Aelbertsdr hun overleden grootmoeder.
[Zie ORA Koudekerk, inv.nr. 4, f. 160 d.d. 17-3-1636] 

Cornelis Ariensz krijgt een obligatie sprekend op Leendert Willemsz Keijser en een bedrag dat zijn vader Arien Dircksz nog schuldig is volgens de scheidsbrief. Dirck Ariensz krijgt een obligatie sprekend op Cornelis Jorisz van Batelaen en een bedrag in geld. Floris Ariensz krijgt obligaties sprekend op Willem Claesz en Ewout Cornelisz en een bedrag in geld.

Aanwezig: Dirck en Floris Arienszoonen, Willem Claesz, Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester.
Getekend: Dirck Adriaensz, Floris Adriaensz, Willem Claesz, Bruijn Florisz, C. Jansz van Schellingerhout. 

Fol. 32v, aktenr. 24, d.d. 16-08-1637
Voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester compareerden Dirck Adriaensz en Florisz Adriaensz. Ze hebben hun voogdij overgenomen en hun obligaties en andere zaken uit de weeskist van Oudshoorn ontvangen. Ze bedanken hun voogden en de schout en weesmeesters voor hun getrouwe dienst en administratie.
Getekend: Dirck Adriaensz Floris Adriaensz 

Fol. 33, aktenr. 25, d.d. 19-11-1637
Heijndrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Boeman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout en Claes Claesz Vranck weesmeester. 

Inkomsten: Cornelis Gerritsz (schuld).
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (kost en inwoning), Jan Ariensz kleermaker, Heijndrick Isbrantsz (voorschieten), Jan Ghijs Bossen (schoenen), de erfgenamen van Corn. Pietersz Groen (rente). 

Getekend: Heijndrick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz, Cornelis Gerritsz, Claes Claessen Vranck, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 34, aktenr. 26, d.d. 29-12-1637
Staat en inventaris van de brieven, obligaties en andere zaken, toebehorend Dirck Cornelisz en Marritgen Cornelisdr, kinderen van de overleden Cornelis Dircksz en Maritgen Pieters, die zich in de weestkist van Oudshoorn bevinden, elk voor de helft. 

Dirck Cornelisz krijgt obligaties sprekend op Pons Cornelisz, Annitgen Cornelis weduwe van Amsom Pietersz te Bodegraven en Jan Cornelisz Victorij. Dirck Jacobsz Onderwaeter als getrouwd hebbend Marritgen Cornelisdr is toegevallen obligaties op Pons Cornelisz, Aelbert Pietersz en Jan Heijndricksz Schinckell en een rentebrief op Ghijsbert Dircksz.

Aanwezig: Ghijsbert Dircksz, Cornelis Dircksz, Pons Cornelisz en Aelbert Pietersz, schout en weesmeesters.
Getekend: Ghijsbert Dircxsz, Cornelis Dirckssen, Aelbert Pietersz, Pons Cornelisz van Dobben, C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz en Claes Claessen. 

Fol. 35, aktenr. 27, d.d. 29-12-1637
Voor Claes Jansz Schellingerhout schout van Oudshoorn en Gnephoek en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeester aldaar compareerden Dirck Cornelisz en Dirck Jacobsz Onderwater, man en voogd van Marritgen Cornelisdr. Ze hebben de doos met brieven, obligaties, rekeningen en andere zaken ontvangen uit de weeskist van Oudshoorn die Dirck Cornelisz en Marritgen Cornelisdr toebehoorden. De comparanten hebben de rekening goed bekeken en vonden dat het goed was gedaan. Ze bedanken Ghijsbert Dircksz en Cornelis Dircksz als voogden van Dirck Cornelisz en zijn voornoemde huisvrouw, evenals de schout en weesmeesters van Oudshoorn voor hun administratie, voogdij en getrouwe dienst en ontheffen allen van hun taak.
Getekend: Dierck Cornelisz D.J. Onderwater 

Fol. 35v, aktenr. 28, d.d. 16-11-1639
Heijndrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout en Claes Claesz Vranck weesmeester. 

Inkomsten: de erfgenamen van Cornelis Pietersz Groen (rente)
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (kost en inwoning), de weduwe van Jan Adriaensz Suijder, Jan Ghijsbertsz schoenmaker (schoenen), Heijndrick Isbrantsz timmerman te Koudekerk, Sijmon Gerritsz Leeuwen, Wouter Gerritsz Toledo (laken en gehaalde waren). 

Getekend: C. Jansz van Schellingerhout, Heijnderick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz, Cornelis Gerrits, Claes Claessen Vranck.

Fol. 37v, aktenr. 29, d.d. 09-01-1641
Voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claesz Vranck weesmeesters compareerde Pieter Ghijsbertsz. Hij heeft de doos met brieven, rekeningen en andere zaken uit de weeskist van Oudshoorn ontvangen. Hij bedankt zijn vader Ghijsbert Pietersz en zijn oom Gerrit Dircksz Vaendrager, zijn voogden, voor hun voogdij en de schout en weesmeesters voor hun administratie en trouwe dienst.
Getekend: Pieter Ghijsbertssoon 

Fol. 37v, aktenr. 30, d.d. 12-04-1641
Voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam weesmeester compareerde Pieter Cornelis Honcoop. Hij heeft zijn doos met brieven, obligaties, rekening en andere zaken uit de weeskist van Oudshoorn ontvangen en zijn voogdij overgenomen. Hij bedankt zijn voogden en de schout en weesmeesters voor hun voogdij, administratie en trouwe dienst.
Getekend: bij mij Pieter Cornelis 

Fol. 38, aktenr. 31, d.d. 12-11-1641
Heijndrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek. 

Inkomsten: Cornelis Pietersz Groen (rente)
Uitgaven: Cornelis Gerritsz Bouman (kost en inwoning), Sijmon Gerritsz Leeuwen (linnen laken, broek, enz.), Heijndrick Isbrantsz (voorschieten), Wouter Gerritsz kleermaker, Jan Ghijsbertsz Bossen schoenmaker, Jan Matheusz van der Sluijs. 

Getekend: Heijnderick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz van Leeuwen, Cornelis Gerrits Booman, Claes Claessen Vranck en C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 39v, aktenr. 32, d.d. 06-03-1642
Floris en Jacob Gerritsz Craenen als voogden van het onmondige en nagelaten weeskind van Aechgen Leendertsdr hebben ten overstaan van Dirck Ariensz en Floris Ariensz overzicht gegeven van de rekening, in het bijzijn van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. 

Inkomsten: Jacob Gerritsz Craen (schuld), Trijntgen Pietersdr (rente), Floris Gerritsz (teveel ontvangen).
Uitgaven: Steven Matheusz van Heijningen (eten), Jan Backers (eten), Trijntgen Pietersdr (onderhoud van Leendert Ariensz), Louwerens Monden (vanwege de boedelscheiding van Arien Dircksz en etten), Jan Jansz Orles (200e penning). 

Getekend: C. Jansz van Schellingerhout, Jacob Gerritsz Craen, Floris Gerritsz, Dirck Adriaensz, Floris Adriaensen backer, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck.

Fol. 41v, aktenr. 33, d.d. 23-12-1642
Sijmon Adriaensz [Klinckert], wonend in het Schoot, en Jan Cornelisz [Jan Cornelis Michielsz]als voogden van de drie weeskinderen van Trijntgen Claesdr die zijn heeft gekregen met Pieter Cornelis Michielsz hebben overzicht gegeven van de rekening, ten overstaan van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. 

Op 01-04-1653 heeft Claes Claesz Vranck weesmeester met consent van de Schout en Gijsbert Dircxsz, mede-weesmeester te Oudshoorn, 302 gulden 6 stuivers en 8 penningen inclusief rente aan de drie kinderen van Pieter Cornelis Michielsz en Trijntjen Claes, met namen Claes Pietersz, Trijntjen Pietersdr en Neeltjen Pietersdr, voldaan volgens de kwitantie geregistreerd in het weesboek.

Inkomsten: Jan Jansz Konneken (rente), Jan Cornelis Michielsz (rente) 

Getekend: Sijmon Adriaensz Klijnckert, Jan Cornelisz, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck, Claes Pietersz, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 42, aktenr. 34, d.d. 24-11-1643
Heijndrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Matheusz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout en weesmeesters. 

Inkomsten: Heijndrick Isbrantsz (rente), Dirck Cornelisz (rente).
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (kost en inwoning), Wouter Gerritsz (laken), Jan Ghijsbertsz schoenmaker, Heijndrick Isbrantsz, Jan Mathewisz. 

Getekend: Heijnderick Isbrantsz, Sijmon Gerritsz van Leeuwen, C. Jansz van Schellingerhout, Claes Claessen Vranck en Cornlis Gerrits Bouman.

Fol. 44, aktenr. 35, d.d. 12-02-1644
Floris en Jacob Gerritsz Craenen als voogden van het onmondige en nagelaten weeskind van Aechgen Leendertsdr hebben ten overstaan van Dirck Ariensz en Floris Ariensz overzicht gegeven van de rekening, in het bijzijn van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. Ook present: Leendert Ariensz. 

Inkomsten: Jacob Gerritsz Craen (schuld), Trijntgen Pietersdr (rente), Floris Gerritsz (voor Floris Gerritsz).
Uitgaven: Louwereus Monden (eten), mr. Dirck Engelodt (“voor Leendert Ariensz van meesterloon van zijne zeere been”). 

Getekend: Jacob Gerritsz Craen, Floris Gerritsz, Dirck Aderijaensz, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck, Leendert Arienssoon, C. Jansz van Schellingerhout.

Fol. 45, aktenr. 36, d.d. 03-10-1645
Gerrit Dircksz Vaendraeger en Sijmon Cornelisz, administrerende voogden van de boedel en goederen van Cornelis Pietersz en Barber Dircksdr, geven overzicht van hun ontvangsten en  uitgaven, in het bijzijn van Gerrit Willemsz Vos en Dirck Cornelisz, ten overstaan van Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claesz Vranck weesmeesters. 

Gerrit Dircksz Vaendraeger is schuldig 638-16-11. Sijmon Cornelisz is schuldig 185-7-2. Cornelis Cornelisz is schuldig 150-11-2, wat hem uit de boedelcedulle was toegekomen. Elijsabeth Cornelisdr is schuldig 54-15-0, wat haar uit de boedelcedulle was toegekomen. Pieter Cornelisz is schuldig twee maanden gage van 76-0-0, hem komt nog toe 5-7-0, dus hij is schuldig 70-13-0. Dirck Cornelisz is schuldig 315-0-0, wat hem in zijn huwelijk was meegegeven en 3-16-0 van wat hetgeen hij “int erff huijs hadde gecost”. Op 02-02-1645 is 100-0-0 uitgeleend aan Michiell Sijmonsz, waar hij rente over zal betalen. Op 15-05-[1645] is aan Pieter Ghijs Huijbertsz 800-0-0 uitgeleend, waar hij rente over zal betalen. Het gaat in totaal om 2318-19-0. Hier gaan de bedragen van 68-6-8 en 11-7-0 vanaf, waardoor er 2239-5-8 overblijft. Verdeeld in vijven is dat 447-17-0.

Getekend: Gerrit Dircksz Vaendraeger, Gerrit Willemsz Vos, Sijmon Cornelisz, Dirck Cornelisz Vaendraeger, C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz.

Fol. 46, aktenr. 37, d.d. 16-11-1645
Heijndrick Isbrantsz en Sijmon Gerritsz Leeuwen, in het bijzijn van Cornelis Gerritsz Bouman, geven overzicht van hun ontvangsten en uitgaven van de goederen van Jan Mathewisz, hun innocente zwager, ten overstaan van de schout en weesmeesters van Oudshoorn. 

Inkomsten: Heijndrick Isbrantsz (rente), Dirck Cornelisz (rente).
Uitgaven: Sijmon Gerritsz Leeuwen (specificatie, kost, voorschieten), Wouter Gerritsz (declaratie, laken), Ghijsbert Dircksz schoenmaker, Jan Mathewisz, Cornelis Gerritsz Bouman (mondkost), Heijndrick Isbrantsz (declaratie). 

Getekend: Heijndrick Isbrantsz van Muijen, Sijmon Gerritsz van Leeuwen, Cornelis Gerrits Bouman, C. Jansz van Schellingerhout, Claes Claesz Vranck.

Fol. 47v, aktenr. 38, d.d. 07-08-1646
Voor Claes Jansz van Schellingerhout en Bruijn Florisz Stam weesmeester compareerde Pieter Cornelisz zoon van Cornelis Pietersz en Barber Dircksdr, beiden overleden. Hij heeft overzicht gekregen in de inkomsten, bijgehouden door zijn oom Gerrit Dircksz Vaendraeger, en uitgaven, deze goed bevonden en zijn voogdij overgenomen. Hij bedankt zijn oom en verdere voogden, evenals de schout en weesmeesters voor hun voordij, administratie en trouwe dienst.
Getekend: Pieter Cornelisz 

Fol. 48, aktenr. 39, d.d. 20-11-1647
Heijndrick Isbrantsz, Sijmon Gerritssen Leeuwen en Cornelis Gerritsen Bouman, voogden van de innocente Jan Mathewisen, geven overzicht van de rekening, ten overstaan van Claes Jansz van Schellingerhout schout en Claes Claessen Vranck en Bruijn Florisen Stam weesmeesters. 

Inkomsten: Corn. Gerritsen Bouman (schuld), Dirck Cornelisen Overendam (rente), Heijndrick Isbrantsz (rente), Sijmon Gerritsz Leeuwen (rente).
Uitgaven: Sijmon Gerritsen Leeuwen (kost en inwoning), Heijndrick Isbrantsen, Sijmon Gerritsen van Leeuwen, Jan Mathewijsen (i.v.m. huur) 

Getekend: C. Jansz van Schellingerhout, Claes Claesz Vranck, Heijndrick Isbrantsz timmer. tot Coudekerk, Sijmon Gerritsz van Leeuwen, Cornelis Gerrits Booman.

Fol. 49, aktenr. 40, d.d. 1647
Jan Jansz Vermij, oom van vaderskant, en Jacob Engelsz oom van moederkant, beiden voogden van de zes onmondige en nagelaten weeskinderen van Cornelis Jansz Vermij zaliger, geven overzicht van de rekening ten overstaan van Claes Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claesz Vranck weesmeesters. 

Inkomsten: Pieter Jansz int Velt (rente), Jan Jansz Vermij (rente), Sijmon Jansz (hoofdsom van 450 gulden), Maerten Aertsz Rossen (huur van land).
Uitgaven: Maerten Aertsz van Rossen, Pieter Jansz vuijt Velt (obligatie), Leentgen Engelsdr, Claes Maeten (hout), Corn. Stevensz Steeckelenburch (eten en kost), Willem Sijmonz dekker, Sijmon Gerrit Leeuwen (schip zand), Leendert Claesz Vlasman (riet).

Getekend: Jan Jansz merk, Jacob Engelsz merk, Bruijn Florisz en Claes Claesz Vranck.

Fol. 51, aktenr. 41
Inkomsten die ik Gerrit Dircxzn Vaendrager heb ontvangen voor de kinderen van Cornelis Pietersz en Barber Dircxdr zaliger: Gerrit Dircxzoon Kuper en Sijmon Gerrit Leeuwen (huur van land), Jan Dircx Buijkum (uit de boedelcedulle), Willem Dircxzoon Joor, Claas Claasz Kool (1/4e huis), Dirc Willemsz Suijlen (veenland), Louweris Sijmonsz (hooiland), Evert Aertsz, Michiel Sijmonszn (huur van de stal).
Uitgaven die ik Gerrit Dircxsz Vaendrager heb gedaan voor de kinderen van Cornelis Pietersz en Barber Dircxdr zaliger:
Dirc Dircxz Vaendrager (“offlossijnge van een hanteijcken”, verlopen rente, pacht), Hester Salomons vant Lach (eten), “noch gegeven vant lach tot Woubrugge op ten dach vant brieven tegen Willem Dirc Jooren vijer gulden tien stuivers”, Dirc Cornelisz vant sluis, Arien Dircx van schoelappen, Jacob Jacopsz Burch (obligatie, rente), Evert Aert Sniders (hoorngeld), Jan Dirc Dircxz Buijskum (verponding, morgengeld, penninggeld, molengeld en “vant garen van de boel-seel”), Michiel Sijmonsz, Pr. Ghijsbertsz.

Hier volgt wat Sijmon Cornelisz Cleermaker van hun boedel heeft ontvangen en uitgegeven:
Inkomsten: Jan Neel Jongens (koop van veenland), Willem Dircxsz Joor (veenland), Dirc Claasz (huur van schuur), Pieter Gerritsz (laarzen), Gerrit Dircksz Cuper, Jacob Jacobsz Verburch.
Uitgaven: Jan Thonisz, Arien Dircxzn Noortlander, Dirc Maertensz biersteker, Cees Baessen houtkoper, Pieter Hugenszn, Claes Albertsz smid te Koudekerk, Dirc Dircxsz, Floris Arienszoon, Wouter Gerritszn, Meijcken Stocmans, Barenden, Jan Pieter Ghijsz, Claes Aertsz, Dirc Cornelisz Honscoop, Willem Gerritszoon, Dirc Jacobszn, Gerrit Dircxzn Vaandrager, mr. Dircken, Willem Gerritsz (vissen), Jan Dircxsz Bues-sekom (ongeld). 

Fol. 58v, d.d. 11-06-1647
De kinderen en erfgenamen van Cornelis Pietersz en Barber Dircxdochter hebben overzicht gegeven van de rekening. Gerrit Dircxsz Vaendrager en Gerrit Willemsz Vos, voogden van de weeskinderen van Cornelis Pietersz en Barber Dircxdr, hebben van verscheidene personen ontvangen, voor land, een huis en andere zaken, tesamen 2502-10-0. Dit is verdeeld in vijf delen, met aftrek van 19-0-0 voor elk deel, komt elk kind toe 496-15-0. 

Cornelis Cornelisz heeft uitgegeven een bedrag van 454-5-0, Dirc Cornelisz een bedrag van 200-0-0, Sijmon Cornelisz een bedrag van 231-5-0, Pieter Cornelisz een bedrag van 200-0-0. Alle kinderen krijgen 496-15-0. Elijsabeth Cornelisdr krijgt ook nog een obligatie sprekend op Henric IJsbrantsz.

Fol. 60, d.d. 12-06-1647
De erfgenamen van Dirc Dircsz Vaendrager en Grietgen Willemsdr hebben overzicht gegeven van de rekening ten overstaan van de schout en weesmeesters. 

Genoemd: Gerrit Dircxsz Vaendrager, de weduwe van Gerrit Dircxzn Cuijper (schuld), Adriaan Willemsz Witters, Sijmon Cornelisz snijder, Pr. Ghijsz te Oudshoorn (obligatie), Pieter Ghijsz van Swieten (obligatie), Dirc Jacobsz van der Burch (obligatie), Pieter Ghijs Huijbertsz (rente), Pieter Ghijsz (rente), Dirc Cornelisz Bestebroer.

De erfgenamen hebben een bedrag van 2992-16-2 verdeeld in vijf delen, dus ieder komt toe 598-16-0.

Fol. 61v, d.d. 20-09-1647
Gerrit Dircxzn Vaandrager en Gerrit Willemsz Vos, voogden van de twee nagelaten weeskinderen van Cornelis Pietersz en Barber Dircxdr, beiden overleden, overzicht gegeven van de rekening, ten overstaan van Claas Jansz van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Clas Claesz Vranc weesmeesters. 

Elisabeth Cornelisdr krijgt ter slot van rekening nog een bedrag van 135-15-0. Aan Sijmon Corneliszoon kleermaker is op naam van Elisabeth Cornelisdr nog een obligatie verstrekt van 225-0-0. Dat maakt het bedrag op naam van Elisabeth Cornelisdr 360-15-0. Ook Cornelis Corneliszoon krijgt een obligatie van 175 gulden. Cornelis Cornelisz komt dan nog 10-9-0 tekort, maar dat wordt betaald via rente.

Getekend: Gerrijt Dircxzn Vaendrager, Gerrit Willemsen Vos, C. Jansz van Schellingerhout en Claes Claessen Vranck.

Inkomsten: Claes Claesz Kool (huis, 14-11-1645, 02-07-1646, 08-06-1647), Dirc Willemsz van Suijlen (verkocht veenland, 15-05-1646, 12-05-1647), Louweris Sijmonsz (verkocht hooiland, 24-05-1646, 07-06-1647), Pieter Ghijsbertsz te Oudshoorn (rente, 17-10-?, 09-06-?), Michiel Sijmonsz (rente, 02-04-?).
Uitgaven: Heijndric Isbrantsz, Dirc Cornelisz van Sluijs, Sijmon Cornelisz de snijder, Pieter Cornelisz. 

Fol. 64, d.d. 06-07-1648
Ik Elisabeth Cornelisdr, nagelaten bejaarde dochter van Cornelis Pieterszoon van Swieten en Barbara Dirxdr, beiden overleden, geholpen door Jan Adriaan Jan Dirc Govertsz als bijstaande hulp, ben ik Elisabeth bij voornoemde schout en weesmeesters van het ambacht van Oudshoorn en Gnephoek, op advies van mijn voogden, van de voogdij van de weeskamer ontslagen en heb het lichten van mijn goederen uit deweeskamer toegelaten. Ik ben bij dezen voor mijn erven en nakomelingen uit handen van Pieter Dircxzn van Leeuwen schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claasz Franc weesmeester van het voornoemde ambacht, en van mijn oom Gerrit Dircxzn Vaandrager en mijn aangetrouwde oom Gerrit Willemszn Vosch, mijn voormalige voogden, met volkomen genoegen ontvangen alle goederen, geld, obligaties en papieren die mij zijn toegekomen door het overlijden van mijn ouders en die ik geërfd heb van mijn overleden oom Dirc Dircxzn Vaandrager, geen uitgezonderd. Ik onthef de voornoemde schout en weesmeesters en mijn voogden van hun taak, met vriendelijke dankzegging, belovende niets meer te eisen, te goeder trouw en zonder argelist.
Getekend: Lisbet Cornelis, Jan Adriaen J.D. Govertsz 

Fol. 65v, aktenr. 42, d.d. 22-02-1645 

Overzicht van de ontvangsten en uitgaven die Dirc Cornelisz van Outshoorn en Willem Clementsz hebben gehad sinds de laatste rekening gedaan op 20-06 1640. Mitsgaders [de ontvangsten en uitgaven] van Jan Ghijsen, nagelaten weeskind van Gijsbert Cornelisz van Outshoorn en Annitgen Clemmentsdr, beiden overleden.

Inkomsten: Willem en jonge Dirc Cornelisz (koop van hooiland over de nieuwe sloot 9 hond, 24-06-1640, 07-04-1641, 02-06-1641, 22-06-1642, 15-06-1643), Huijbert Jacopsz Blonck (huur van woning, 07-12-1640, 02-06-1641, 21-06-1642), Heijndrick Jansz van Koudekerk (vergoeding voor dienstjaar van Jan Gijsen, 08-12-1640, voor een half jaar 09-12-1641, driekwart jaar 15-01-1643, een jaar 12-12-1643), Jan Leendertsz te Leimuiden aan de brug (rente, 03-05-1641), jonge Dirc Cornelisz van Outshoorn (schuld, 26-03-1642), Willem Clemmetsz (rest van de rekening, 07-05-1642), Tonis Arentsz van Woubrugge (huur van veenland, 06-12-1642), Harper Gerritsz van Leeuwen te Woubrugge (vanwege een obligatie, 03-05-1643), Pieter Willemsz (huur van woning, 14-06-1643, 01-11-1643, 04-11-1643, 05-06-1644, 04-08-1644, 12-11-1644), Louweris Daneelsz te Koudekerk (geleend geld op een obligatie, 04-08-1644).
Totaal aan inkomsten 3009-9-8. Totaal aan uitgaven 3129-15-4. Meer uitgegeven dan ingekomen 120-5-12.

Getekend: Willem Clementsz, het merk van Dirck Cornelisz Outshoorn, C. Jansz van Schellingerhout, Claes Claesz Vranck, Bruijn Florisz

Uitgaven: Gerrit Cornelisz van Outshoorn (koop van 11 hond land), Willem Clemmentsz (riet), Claes Maet Aertsz aan de Oostheul (waren en loon), Pieter Claesz Rapert (puin), Louweris Monde waard in De Prins (eten), Huijbert Jacopsz Blonck, Wouter Gerritsz te Alphen (waren, laken en kousen), Krijn Gerritsz de Suijer te Alphen (kleren verstellen) – in 1640. Marritgen Jansdr te Alphen aan de lage zijde bij de brug (rente), Gerrit Cornelisz Besuijen (mondkost en leren), Claes Claesz Vranck buurman (rente), Willem en jonge Dirck Cornelisz (“scheijdinge tussen Trijntgen Honscoop ende de erffgenamen tussen seuntges”), Gerrit Cornelisz (koop van land), Frans de Hoeij op de Breestraat te Leiden (nieuwe hoed), Harmen Roeten (palen voor een erfscheiding), Jan Dircksen Beusecum (“garen van de laeste boel seel”), Jan Leendertsz (rente), Knier te Leiden (linnen laken), Willem Clemmentsz (laken), Louweris Londe (arrest) en Hubert Jacopsz (touw) – in 1641. Claes Aelbertsz smid te Koudekerk (schaven), Claes Maet Aertsz timmerman aan de Oostheul (hout, waren en loon), Aerien Meesen schoenmaker te Koudekerk, Huijbertgen Claesdr aan de steenplaats in de Hogewaard, Willem Clemensz (kost en inwoning), oude Dirck Cornelisz van Outshoorn, Claes Claessen Vranck (rente), Claes Jansz Schipper waard aan ‘s Molenaarsbrug (eten met Dirck Cornelisz, Willem Clementsz en Huijbert Jaep Bloncken), Willem Cornelisz Neeleman (kalk), Jan Leendertsz aan de Leimuiderbrug (rente), Gerrit Cornelisz van Outshoorn (koop van land), Arij Otten te Koudekerk (linnen laken), Aeltgen Jansdr te Voorschoten vanwege Marrijtgen Jansdr (rente), Jan Meesen smid te Alphen, Jan jonge Leenderden te Alphen (rente) – in 1642. Aerijen Meesen schoenmaker te Koudekerk, Krijn Gerritsz de Snijder te Alphen (kleding), Wouter Gerritsz te Alphen (laken), Jan Leendertsz aan de Leimuiderbrug (geleend geld met rente), Willem Clementsz oom van Jan Ghijsbertsz (rekening), Gangeloff Janse van der Voort (huur van een schip), Huijbert Jacopsz Blonck (puin), advocaat Huijbertus te Leiden, Gerrit Cornelisz van Outshoorn (koop van land), Claes Maet Aertsz aan de Oostheul (waren en loon), Pieter Willemsz Beelij (“een neeus aende kinck van een deur”), Marrijtgen Jansdr te Voorschoten (rente) – in 1643. Arijen Meesen schoenmaker te Koudekerk, Frans de Hoeij te Leiden (nieuwe hoed), Nelletgen Gangeloffs (zakdoeken), Willem Clementsz (kost en inwoning), Jan Leendertsz te Alphen onder Aarlanderveen (rente), Marritgen Fockers (puin), Wouter Gerritsz te Alphen (laken e.d.), Krijn Gerritsz te Alphen (kleren maken), Gerrit Cornelisz waard te Rijnsaterwoude (koop van land), Paulus de Kramer te Alphen (witte hemdrok), Reijer Mouweren te Voorschoten voor Marritgen Jansdr (rente), Harper Gerritsz te Woubrugge (rente), Jan Fransen aan de Heimansbrug (puin) – in 1644.
Totaal aan uitgaven: 3130-19-4.

Fol. 79, d.d. 20-06-1640
Overzicht van de inkomsten vanaf 18-08-1637, en de uitgaven die Dirck Cornelis Outshooren en Willem Clementsz hebben gehad, mitsgaders Jan Ghijsbert nagelaten weeskind van de overleden Ghijsbert Cornelisz en Anna Clementsdr. 

Inkomsten: Ghijsbert Cornelisz (geld), Jacob Alberten te Alphen (koeienkaas), Claes Claesz Vranck, Trijn Jansdr kaaskoper te Alphen (boter), Sijmon Cornelissen Bosman (kaas), Willem Clementsz (geleend geld), Kors Senten te Leiderdorp (geleend geld), Dirck Jansz de Koudekerk (Jan Ghijsbertsz heeft vijf weken bij hem gewoond “in den hoijbou”), Gangeloff Jansen (“koop van de hooge werf”) – in 1637. Willem en jonge Dirck Cornelisz van Outshoorn (9 hond land over de nieuwe sloot), Gerrit Cornelisz van Outshooren te Rijnsaterwoude (koeienkaas), Claes Claesz Vranck (geleend geld), Willem en jonge Dirck Cornelisz van Outshooren (koop van land), Willem Aldertsz kuiper te Alphen (“hoep houdt”), Huijbert Jacobs Blonck (huur van woning) – in 1638. Cornelis Dircksz Soontges (“deel van sijn beestevaers”), Willem en jonge Dirck Cornelisz van Outshooren (koop van land), Huijbert Jacobsz Blonck (huur) – in 1639. oude Dirck Cornelisz van Oudshooren (huur, inwoning van Jan Ghijsbert), Dirck Jansz Nortlander te Koudekerk (dienstjaar), Huijbert Jacobsz Blonck (huur), Willem en jonge Dircksz van Outshooren (koop van land), Jan Dircksz Buijt (schip potaarde) – in 1640.  

De gehele inkomsten zijn 4161-7-10. De uitgaven komen 4203-8-2. Er is 42-0-8 meer uitgegeven dan ingekomen. Van Jan Dircksz Beussecum komt nog 752-12-0 vanwege de tweede boedelcedulle. Er is nog 720-13-14 uitgegeven volgens een specificatie. Er moet nog 23-9-0 geïnd worden, maarmee de totale uitgaven komen op 744-2-14. Het verschil is 8-9-2 wat Jan Dircksz schuldig is. Op de dag van de rekening betaalt Jan Dircksz aan Willem Clementsz 6-0-0, waarmee Jan Dircksz nog 2-9-2 schuldig blijft.

Getekend: C. Jansz van Schellingerhout, Willem Clementsz, het merk van Dirck Cornelisz van Outshoorn, Jan Diercks Buesecum, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck

Uitgaven: Ghijs de Weener (voor het rouwen om Ghijsbert Cornelisz), Neeltgen Leendertsdr de bewaerster, Jacob Aertsz (hoorngeld), Claes Maet Aertsz (doodskist), Pieter van Goeden (gehaalde waren), oude Dirck Cornelisz (rekening, wierook), Willem Clementsz (voorgeschoten geld), Sijmon Cornelis Bosman (voer van koeien), Jan Dircksz Buesekom (verponding en molengeld), de zonen van Gerrit Ghijsz (sloten in de woning), Adrijen Cornelisz koster te Alphen (graf), Huijch Jansz waard (doodsmalen van Anna Clements en Ghijsbert Cornelisz), Tonis Ariensz te Woubrugge (turf maken), Cornelis Jacobsz bakker te Woubrugge (roggebrood), een fles bier voor de schoolmeester te Roelofarendsveen, zodat Jan Ghijsbert daar naar school kan, Cornelis Jansz te Nieuwkoop (voorgeschoten geld voor kleding, mondkost voor zes weken), Willem Cornelisz (“een glas anneuer water voor Martgen Meertensdr”), Dirck Willemsz van Rijn (bieraccijns), Beertgen Aerrinsdr (gehaald waren), Pieter Huijgen (spijkers), Davit Jansen drukker te Leiden (biljetten en spijkers), Dirck Dircksz Joor (vis), de slotenmaker te Leiden in Het Vergulde Slot (linnenschaar, omdat de vrouw van Willem Clementsz van Machtelt Clementsdr een schaar had geleend), Gangelof Jansz, Martgen Meertgendr (schoonmaak), Jan Pieter Ghijsen biersteker (bier en brood), Jan Meesen smid te Alphen (ijzerwerk), Crijntgen Aertsdr (gehaalde waren), Krijn Gerritsz (naaien van linnen), Haes Neleuaer (eten), Aerijaen Gerrit Nelen (eten), Heijndrick Aerts Suijer (linnen “bocxsen”), Willem Allertsz kuiper te Alphen, Willem Claesz Koolen (schip met zand) – in 1637. Dirck Cornelisz Outshoorn, Jan van Griecken, Cornelis Jansz bakker (eten), Neeltgen Dirckdr te Leiden (“int meesieck boock ter sake van een grade uale”), Ghijsbert Jansen schoolmeester te Alphen (schoolgeld), Cornelis Jansz schemaker te Nieuwkoop (koop van land), Gerrit Ghijsen (boter, kade verhogen), Cornelis Cornelisz Outshooren, Willem Dircksz Doorbus (bier), Willem Clementsz (rekening en rente), Jan Claesz van Schellingerhout (schoorsteengeld), Dirck Cornelisz van Outshooren (puin, loon, boter), Trijntgen Dircxdr (geleend geld), Gerrit Sijmonsz (geleend geld), Gerrit Cornelisz van Outshoorn (koop van land, eten), Machtelt Clementsdr, Dirck Cornelisz Tomasz (rente), Cornelis Willemsz Schap (hout), Sijmon Cornelisz (zout voor de boter en kaas), Engel Willemsz te Roelofarendsveen (klompen), de schoolmeester te Roelofarendsveen (34 weken schoolgeld, mondkost, papier, pennen en een blauwe muts), Trijntgen Dircksdr (rente), Cornelis Corlisz Ramaker (kruiwagen), Geerte Groenen (schuld), Griete Roelendr zeilmaakster te Alphen (zeil), Jacob Aertsz te Alphen (bieraccijns), Eevert Aertsz te Alphen (turfaccijns), Cornelis Dircksz van Egmont (waren), Dirck Dircksz Joer of zijn zoon (aardevletten), Gerrit Cornelis zangmeester (16 weken zangles), Cornelis Willemsz Schap te Alphen, Dirck Cornelisz Tonis (hemden), Huijbert Jacobsz Blonck (voorgeschoten), Wouter Gerritsz te Alphen (“een paer kuijssen”), Neeltgen Dircksdr te Leiden (“van een paradijs lietboeck”), Cors Senten te Leiderdorp (geleend geld en rente) – in 1638. Gerrit Gijsbertsz (zand), Huijbrecht Jacops Blonck, Claesmaet Aertsz aan de Oostheul, Dirck Clementsz (mondkost), meester Dirck te Alphen, Krijntgen Aertsdr (wit laken), Joest de schoenlapper te Leiderdorp, Kors Senten te Leiderdorp (laken en bombazijn), Gangelof Jansz (“dat hij voort weeskint tot sijnen last genomen heeft aen de gasthuijsmeesters”), Willem Sijmonsz Decker te Alphen (riet en loon), Dirck Gerrit Ghijsbertsz (zand), Gerrit Cornelisz van Outshooren (koop van land), Claes Claesz Vranck (geleend geld), Jacop Meesen (puin), Gerrit Cornelisz Besuijen (schoolgeld, boeken, pennen, papier en inkt), Heijndrick Albertsz Koomen te Woubrugge (verponding van veenland) – in 1639. oude Dirck Cornelisz van Outshooren (voorgeschoten), Ariaen Meesen schoenmaker te Koudekerk, Willem Clementsz (rekening, turf, brandewijn), Dirck Cornelisz van Suijeten [Swieten] (rente), de schoolmeester te Roelofarendsveen (13 weken mondkost en schoolgeld, papier, pennen, inkt, e.d.), Frans Hoeij (hoed en kousen), Jan Claesz van Schellingerhout (schrijven van een obligatie van Jan jonge Leenderden), Elisabet Jan Backars (eten), Claes Claesz Vranck (rente), Jan Dircksz Buijsekum (molengeld).
De totale uitgaven bedragen 4203-8-2. 

Fol. 95, d.d. 31-12-1647
Overzicht van de inkomsten en uitgaven door Willem Clementsz en Dirck Cornelisz van Outshoorn, samen voogden van Jan Ghijsbertsz het nagelaten weeskind van de overleden Ghijsbert Cornelisz van Outshoorn en Annitgen Clementsdr. Begonnen op 22-02-1645. 

Inkomsten: Cornelis Cornelis Arinsz (dienstjaar), Pieter Willemsz (huur) – in 1645. Pieter Willemsz (huur), Cornelis Arinsz (dienstjaar) – in 1646. Pieter Willemsz (huur) – in 1647.
Totaal ontvangen 780-0-0 en geld in de beurs 45-0-0. Totaal 825-0-0.
In totaal uitgegeven 950-0-8, waarmee er 124-11-8 meer is uitgegeven dan ontvangen.

Getekend: Willem Clementsz, het merk van Dirck Cornelisz Zoenen, C. Jansz van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck

Uitgaven: Willem Clementsz (rekening, mondkost), Huijbert Jacob Bloncken, Krijn Gerritsz Suijer te Alphen (kleding), Steffen Heijndricksdr (hemd), Sijmon Cornelisz Suijer (kleding), Gerrit de Monet te Leiden (hoed), Gerrit Cornelisz van Outshooren waard te Rijnsaterwoude (koop van land), Aerijen Meessen schoenmaker te Koudekerk, Jan Leendertsz te Aarlanderveen onder Alphen (rente) – in 1645. Stef Heijndrick (laken), Arien Evvetdens steenplaats, Louris Danielsz in de Hogewaard (rente), Pieter Willemsz en Wouter Huijgen (“een schiep vijllens datter op Jan Ghijsbert sijn lant geloost is”), Ghijsbert Jansen Boos, Jan Ghijsen Bosten schoenmaker, Huijbert Jaep Bloncken, Cornelis Isbrantsz Suijer te Alphen (scheren), Jan Leendertsz te Aarlanderveen (rente), Wouter Gerritsz lakenverkoper te Alphen (laken), Harper Gerritsz te Woubrugge (rente), Willem Clementsz (zand), Lourijs Danijels te Koudekerk (rente), Adriaentgen Jacobsdr kousenverkoopster te Leiden, Claes Aertsen timmerman aan de Oostheul (schuur, loon, spijkers, e.d.) in 1646. Dirck Pietersz pannenbakker in de Hogewaard (pannen voor de schuur), Willem Clementsz (rekening), Adriaen Jacobsz lakenverkoper te Leiden, Wouter Huijgen (“een schiep vijllens geloost op het lant”), Isenout de Bije (eten), Adriaen Jacopsz lakenverkoper te Leiden (kleding), Pieter Clementsz (baggeraarde), Willem Clementsz (rekening, zand), Dirck Cornelis Outshooren (hemden maken van laken), Jan Toenssen Blecker (laken), Claes Maet Aertsz aan de Oostheul (verstellen van het varkenshok), Pieter Willem Ouens (baggeren), Wouter Huijgen (“een schiep vijllens”), Harper Geritsz te Woubrugge (rente), Jan Leendertsz te Aarlanderveen (rente), Louris Danelsz (rente), Klaesmaet Aertsz timmerman (hout).
Totale uitgaven 950-0-8. 

Fol. 103v, aktenr. 43, d.d. 20-09-1648
Claes Claasz Pols, oom, en Cornelis Jansz Victori, aangetrouwde oom, “in den name ende als naast in maachschap bestaande vrinden” van Jacob ca. 19 jaar, Machtelt ca. 14 jaar en Annatgen ca. 8 jaar, nagelaten weeskinderen van Hillegont Claasdr Pols zaliger gekregen met Cornelis Arisz van Swieten. Ze vertonen de testamentaire dispositie door Claes Jacobsz Besteman, de grootvader van de kinderen, opgesteld op 26-05-1643 bij notaris Henr. Brasser te Leiden. Hiermee worden de schout en weesmeesters ontlast van de voogdij. Claes en Cornelis hebben de voogdij aangenomen, zoals in het testament was aangegeven, en ze beloven tegenover de schout van Oudshoorn en Gnephoek om zich te gedragen als trouwe voogden. 

Fol. 104, aktenr. 44, d.d. 26-05-1643
Kopie. Voor Henrick Melchiorsz Brasser publieke notaris te Leiden, geadmitteerd door het Hof van Holland, en getuigen, compareerde Claes Jacobsz Besteman, wonende in de Gnephoek onder Oudshoorn, gaande en staande, zijn verstand, redenen en geheugen in orde, alles goed verwoordend. Hij wil zijn na te laten goederen die door minderjarigen worden geërfd goed verdelen. Hij stelt tot voogden twee naaste verwanten, maar niet zijn zoon Cors Claesz Besteman, omdat hij in de scheepvaart zit. De voogden moeten na zijn overlijden de boedel inventariseren, scheiden en delen, bij blinde loting of anderszins. Ze mogen de roerende en onroerende goederen verkopen, het geld vervolgens beleggen of op een andere manier te gebruiken ten gunste van de minderjarigen. Als een voogd komt te overlijden, onbekwaam is of de voogdij te zwaar vindt, kan de langstlevende voogd iemand anders aanwijzen. Dit alles tot de kinderen volwassen zijn. De voogden mogen alles doen wat goede en trouwe voogden behoren te doen, zonder bemoeienis van de schout en weesmeesters. Gepasseerd ten kantore de notaris met Tomas Carbassuis en Pieter Mathijsz van Egmont als getuigen.
Hetwelk ik met mijn notariële zegel en handtekening bevestigd. “daer beneffens op t’pac.. een opgedruct segel in groenen wasse overdect met uijtgesneden wit papier”.
[Zie: ELO, ONA Leiden (toegangsnr. 506), inv.nr. 397, aktenr. 104, d.d. 26-05-1643 (scan 160)]

Fol. 105v, aktenr. 45, d.d. 15-01-1649
Pieter Dircxz van Leeuwen schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claasz Franc weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek hebben tot voogden aangesteld Dirc Adriaensz Doeff en Floris Adriaensz Doeff, ooms van vaderskant, over Ghijsbert ca. 18 jaar, Willem, ca. 14 jaar, Jannetgen ca. 21 jaar en Aachgen ca. 20 jaar, nagelaten weeskinderen van Adriaen Dircxz Doeff zaliger, gekregen met Catharijntgen Pietersdr van der Graft. De schout en weesmeesters geven de voogden de volledige macht en authoriteit om de personen en goederen van de weeskinderen te beheren en administreren, niet nalatend te doen wat van goede en trouwe voogden vereist is. De voogden beloven zich te gedragen zoals hiervoor gezegd en geven aan dat de schout en weestmeesters ten alle tijden de rekening mogen inzien, alles ter goede trouw en zonder argelist.

Fol. 106v, aktenr. 46, d.d. 20-01-1647
Kopie. Voor Arent Joachimsz Raven, openbare notaris van het Hof van Holland geadmitteerd te Leiden, en getuigen, compareerde Stijntghen Willemsdr weduwe van de overleden Willem Pietersz, woonachtig in de ambacht van Oudshoorn, haar redenen, geheugen en verstand goed machtig en gebruikend. Ze verklaarde dat ze wil voorzien en op orde stellen de voogdij van haar nagelaten erfgenamen, die minderjarig en onmondig zijn. Ze heeft tot voogden gesteld Cornelis Dircxsz de Heer en Jacob Cornelisz IJperlaen, woonachtig aan de Hoge Rijndijk te Hazerswoude. Ze geeft de voogden zodanige last, macht en authoriteit als de voogden toekomt. Bij het overlijden van een voogd, onbillijkheid of onbekwaamheid, kan de langstlevende een nieuwe voogd aanstellen. Dit alles tot de minderjarige kinderen 25 jaar oud zijn of in het huwelijk treden. Het is niet de bedoeling dat de schout en weesmeesters zich bemoeien met de voogdij. Aldus gedaan in de ambacht van Oudshoorn, in het bijzijn van Cornelis Cornelisz Jongesel en Cornelis Cornelisz Jongenduijser als getuigen, die aangeven de comparante goed te kennen en dat zij degene is die in de akte is genoemd.
[Zie: ELO, ONA Leiden (toegangsnr. 506), inv.nr. 753, aktenr. 12, d.d. 20-01-1647 (scan 37)]

Fol. 108v, aktenr. 47, d.d. 01-06-1649
Rekening, bewijs en reliqua van Jan Jansz Vermij, oom en voogd van de zes nagelaten onmondige weeskinderen van Cornelis Jansz Vermij zaliger, waar Leuntgen Engelsdr moeder van is. Overzicht van hetgeen hij namens de kinderen heeft ontvangen en uitgegeven sinds 17-12-1647 tot vandaag.

Inkomsten: de erfgenaam van Claes Leendertsz (huur van land), Cornelis Huijgen (rente), Thonis Cornelisz (huur van land), Pieter Jansz en Jan Jansz int Velt broers (rente). Totaal 486 gulden 5 stuivers.
Uitgaven: Leuntgen Engelsdr moeder, Cornelis Stevensz Steeckelenburch (eten), Jan Cornelisz van Veen timmerman (“opt aennemen van Jan Cornelisz Vermij, een van de voorschreve ses kinderen”), Jan Dircxsz Beusecum, Marcus van Waelwijck (“over het cureren vant seere hooft van Jan Cornelisz Vermij”), Jan Huijgen (zand), Jan Cornelisz van Veen timmerman (“over sesendartich weecken onderhoudinge ende leeringe van de voorsz. Jan Cornelisz Vermij die bij hem besteet was het timmeren te leeren, dan geen lust daer toe hebbende, met den voorschreven Van Veen met consent van Cornelis van Schellingerhout schout ende Bruijn Florisz Stam Verhoeff weesmeester op huijden veraccordeert”). Totale uitgaven 407 gulden 12 stuivers.
Meer inkomsten dan uitgaven: 78 gulden 13 stuivers.  

Getekend: het merk van Jan Jansz Vermij, C. van Schellingerhout, Bruijn Florisz, het merk van Leuntgen Engelsdr, Johann. A[dria]. Ooms (klerk), Ick Claes Claesz Vranck

Fol. 112v, aktenr. 48, d.d. 03-11-1649
Inventaris van alle goederen die Claesgen Claesdr, ongehuwde persoon, onlangs te Oudshoorn overleden, met haar dood heeft achtergelaten.  

O.a. een rentebrief op Dirck Claesz Reijnsburger, een rentebrief op Gerrit Jansz Vermij, een rentebrief op Jacob Claesz Capiteijn, een obligatie op Huijch Claesz, een obligatie op Dirck jacobsz, een obligatie op Claes Willemsz Lelijevelt, een obligatie op Cornelis Willemsz Lelijevelt, twee obligaties op Leendert Jansz Schouten, twee obligaties op Jan Aertsz Cop, twee obligaties op Dirck Claesz Reijnsburger en een obligatie op Pieter Dircxsz Verschij.

Aldus geïnventariseerd door Jan Claesz, Dirck Claesz, Gerrit Jansz Vermij getrouwd met Maritgen Claesdr en Jan Jacobsz Capiteijn voor hun zelf en vervangende de verdere erfgenamen van Claesgen Claesdr. De inventaris presenteren ze aan Cornelis van Schellingerhoudt schout en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek.

Fol. 114v, d.d. 04-11-1649
De goederen van Claesgen Claesdr moeten gedeeld worden in zeven delen. Het zevende deel van Jacob Claesz is voor een vijfde deel voor de vier nagelaten kinderen van Willem Jacobsz Capiteijn. Drie zijn onmondig [mondig?] en nog een onmondig kind genaamd Maritgen Willems. De schout en weesmeesters hebben tot voogd over Maritgen benoemd Jan Jacobsz Capiteijn met de macht om tegen de overige erfgenamen te procederen om te zorgen voor een behoorlijke scheiding en deling van de goederen. Jan Jacobsz Capiteijn zal aan de schout en weesmeesters een behoorlijk overzicht moeten geven van de rekening, bewijs en reliqua van het aan Maritgen toegekomen deel.

Fol. 115v, aktenr. 49, d.d. 16-11-1649
Rekening, bewijs en reliqua van Jacob Gerritsz Craen wonende te Koudekerk als oom en administrerende voogd over Leendert Ariensz van der Doeff nagelaten soon van Adriaen Dircxsz Doeff en Aechtgen Leendertsdr, beiden te Oudshoorn overleden. Overzicht van alle inkomsten en uitgaven namens het weeskind sinds 12-02-1644 tot vandaag.

Inkomsten: Floris Gerritsz van Rijnhoven te Hazerswoude (huur van 6 morgen 5,5 hond land te Koudekerk, rente). Totaal is het 1419-7-11.
Uitgaven: Cornelis van Steeckelenb. (eten), Leendert Ariensz Doeff, Flors Cornelisz timmerman te Koudekerk (ijzerwerk, loon), Dirck Adriaensz Doeff te Koudekerk (rente), Floris Gerritsz Rijnhoven te Hazerswoude (rente). Totale uitgaven zijn 659-9-8.
Er zijn meer inkomsten dan uitgaven van 759-18-3.  

Getekend: C. van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck, Leendert Adriaens, Floris Gerritsz Rijnhoven, Dirck Adriaensz Dooff, Floris Adriaensz Dooff, Jacob Gerritsz Craen

Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn compareerde Leendert Ariensz Doeff, nagelaten weeszoon van Adriaen Dircxsz Doeff en Aechtgen Leendertsdr, beiden in de ambacht van Oudshoorn overleden. Hij verklaarde nu ca. 26 jaar oud te zijn en zelf graag zijn goederen te beheren. Dus hebben zijn ooms en voogden Jacob Gerritsz Craen en Floris Gerritsz van Rijnhoven evenals zijn halfbroers Dirck Ariensz en Floris Ariensz toegestemd dat Leendert Ariensz Doeff voortaan zijn eigen goederen beheert, wat Leendert dankbaar accepteert. Hij bedankt de schout en weesmeesters voor hun toezicht.
Getekend: Leendert Adriaens [“lager stont in kennisse van mij ende was geteijckent Corn. Vermeer”]  

Staat van de goederen van Leendert Ariensz die ter weeskamer van Oudshoorn en Gnephoek berusten: 6 morgen 5,5 hond land gelegen te Koudekerk in de Lagewaard, dit huis wordt door Floris Gerritsz Rijnhoven gehuurd, een obligatie op Floris Gerritsz Rijnhoven, een obligatie op Dirck Ariensz Doeff biersteker te Koudekerk, een obligatie op Trijntgen Pietersdr weduwe van Adriaen Dircxsz Doeff wonende in de Gnephoek, een schuld van Jacob Gerritsz Craen. Deze staat gemaakt op 25-11-1649 en getekend door C. van Schellingerhout, Corn. Vermeer en Leendert Adriaensz [Doeff].

Fol. 121, d.d. 25-11-1649
Kopie. “Ick Leendert Adriaensz Doeff, jegenwoordich woonende in de Gnephoeck” verklaar alle voorgaande stukken (eigenbrief, rentebrief en obligaties) uit de weeskist te hebben ontvangen. Ik heb ontvangen van Jacob Gerritsz Craen 759-18-3 per slot van rekening en bedankt en kwijteer hem verder, alles ter goeder trouw en zonder argelist.

Fol. 122, aktenr. 50, d.d. 25-01-1650
Bij de weeskamer van Oudshoorn en Gnephoek berust een verzegelde brief. Deze brief is gepasseerd te Leiden bij Sijmon Willemsz van Kerchem en Dirck Ghijsbertsz Schaek, sechepenen te Leiden, en publieke notaris Jan Mote die ook procureur is voor de Vierschaar te Leiden. Hij heeft speciale procuratie van Annitgen Willemsdr, weduwe van Jan Maes, ook te Leiden woonachtig, als naaste bloedverwant en erfgenaam van Bouwen Dircxsz, Niesgen Dircxsdr en het weeskind van Jan Dircxsz, die al ca. 40 jaar uitlandig is. Ze vervant en maakt zich sterk voor de overige erfgenamen en bloefverwanten. Met datum 25-01-1630. Hij bekent ontvangen te hebben van Claes Jansz schout en Bruijn Florisz Stam en Gerrit Ghijsbertsz weesmeesters van Oudshoorn een bedrag van 277-14-14 die wijlen Joris Huijbertsz van Eijck, destijds schout van Aarlanderveen, waarover hij rente betaald, en een bedrag van 330-19-0 over 18 jaar aan rente die Van Eijck moest betalen aan de weesmeesters. Notaris Mote belooft dit bedrag van 591-14-0 te betalen aan de persoon die daar recht op heeft. Nu komt dit bedrag toe aan Fijtgen Franckendr, weduwe van Fredrick Cornelisz schipper, die zich borg had gesteld voor de voornoemde Annitgen Willemsdr, haar nicht. Fijtgen had haar huis te Leiden hieraan verbonden als onderpand, gelegen aan de zuidkant van de Lange Koppenhinksteeg, aan de ene kant belend door Jan Block “porsemaker” en aan de andere kant door de weduwe van Mathieu Gesschier “zwart verruwer”, strekkend van voren aan de Koppenhinksteeg tot achter aan Tobias Moijaert “couseverruwer” blijkens de brief waarvan een kopie is toegevoegd. Fijtgen Franckendr is inmiddels overleden en laat als enige erfgenaam na haar innocente dochter. Deze dochter woont in het dolhuis van het St. Catharinagasthuis te Leiden. Daardoor heeft het gasthuis recht op de goederen van deze dochter. De regenten en weesmeesters van het gasthuis vragen om de brief uit de weeskist te halen, ontslag van de verbintenis en vernietiging van de brief. Dit verzoek hebben wij, Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek, in overweging genomen en zijn geneigd de meesters en regenenten tegemoet te komen. Het huisje en erf is van de speciale verbintenis ontslagen, de brief is uit de weeskist gelicht en mag volgens het protocol van de stad Leiden vernietigd worden.

Fol. 123, aktenr. 51, d.d. 25-01-1650
Harmen Adriaensz, Pieter Heijndricksz van Gosen en Cornelis Mouringsz van der Aa meesters en regenten van het St. Catharinagasthuis te Leiden bekennen gelicht en ontvangen te hebben, uit handen van Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Outshoorn en Gnephoek, de originele brief “van belofte ende verbintenisse” door Jan Mote en Fijtgen Franckendr weduwe van Fredrick Cornelisz schipper op 25-01-1630 voor schepenen van Leiden is gepasseerd, ten behoeve van de schout en weesmeesters van Outshoorn. Ze beloven de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek kosteloos en schadeloos te indemneren in verband met het bedrag van 591-14-0.

Fol. 124, aktenr. 52, d.d. 03-01-1651
Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoef en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek “als opsienders over de wesen ende miserabele persoonen toesicht behoevende” tot voogden aangesteld, over Jan Matheeusz van der Sluijs innocente persoon, nagelaten zoon van Matheeus Cornelisz van der Sluijs en Maritgen Pietersdr in de ambacht van Gnephoek overleden, Heindrick IJsbrantsz timmerman te Koudekerk, getrouwd met Maritgen Matheeusdr en Sijmen Gerritsz van Leeuwen te Oudshoorn getrouwd met Geertjen Matheeusdr, beide zwagers van de voornoemde Jan Matheeusz. Om de boedel te beheren en administreren, daarvan behoorlijke rekening te geven voor schout en weesmeesters. Heindrick en Sijmen hebben de voogdij aangenomen en aan de schout een belofte gedaan van trouwe dienst.

Getekend: C. van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claessen, Heijnderick Isbrants, Simon Gerritsz van Leeuwen

Fol. 124v, aktenr. 53, d.d. 03-01-1651
“Ick Jan Cornelisz van der Bijl” wonende aan de Aardijk te Aarlanderveen, getrouwd met Maritgen Cornelisdr, nagelaten dochter van Cornelis Cornelisz en Geertjen Matheeusdr, nu getrouwd met Sijmen Gerritsz van Leeuwen, heb ontvangen, uit handen van Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoef en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek, een uitkoopbrief van mijn schoonvaders bewijs, door Geertjen Matheeusdr voor schout en schepenen gepasseerd d.d. 03-12-1618 (?). Ook een zekere akte voor Claes Jansz van Schellingerhout schout en Gerrit Ghijsbertsz Calckoven weesmeester van Oudshoorn gepasseerd, tussen Jan Cornelisz als oom en bloedvoogd via zijn huisvrouw ter ene, en Sijmen Gerritsz van Leeuwen getrouwd met mijn schoonmoeder ter andere zijde, die gaat over de betaling van een jaarlijkse rente over een hoofdsom van 1050 gulden d.d. 11-03-1633. Ik bedank de schout en weesmeesters van de goede toezicht op mijn huisvrouw en kwijteer hen bij dezen.
Getekend: Jan Cornelis Bijllevelt 

Fol. 125, aktenr. 54, d.d. 16-05-1651
Rekening, bewijs en reliqua van Jan Jansz Vermij als oom en voogd van de zes nagelaten onmondige weeskinderen van Cornelis Jansz Vermij zaliger, waar moeder van is Leuntgen Engelsdr. Wat hij in naam van de kinderen heeft ontvangen en uitgegeven sinds 01-06-1649 tot vandaag.  

Inkomsten: Cornelis Huijgen (obligatie, rente), Thonis Cornelisz Outshoorn (huur van land), Pieter en Jan Jansz in ‘t Velt (rente). In totaal 601-11-0.
Uitgaven: Cornelis Stevensz Stekelenburch bode en herbergier (eten), Leuntgen Engelsdr (onderhoud), Claes Maet Aertsz timmerman (hout, spijkers, loon), Jan Huijgen (zand). Totale uitgaven 442-15-4.
Er is dus 158-15-12 meer ontvangen dan uitgegeven.  

Getekend: C. van Schellingerhout, het merk van Jan Jansz Vermij, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck, het merk van Leuntgen Engelsdr, het merk van Jacob Engelsz (voogd), Cornelis Cornelisz van Loondersloot/wielmaker (getrouwd met Marritgen Cornelisdr, één van de zes kinderen)

Fol. 128v, aktenr. 55, d.d. 16-05-1651
Staat van alle goederen die de zes nagelaten kinderen van Cornelis Jansz Vermij, waar de moeder van is Leuntgen Engelsdr, toekomen, gekomen van Jan Jansz Vermij de ouden en Marritgen Cornelisdr, de grootvader en grootmoeder van de kinderen.

Een huis, berg, schuur en 2 morgen 4 hond land in de Ridderbuurt te Oudshoorn en 3,5 morgen hooiland in de Grotepolder die Leuntgen Engelsdr gebruikt, 3 morgen weiland in de Grotepolder gehuurd door Thonis Cornelisz Oudshoorn, twee obligaties op Jan Jansz Vermij, twee obligaties op Pieter en Jan Jansz in ‘t Velt, schuld van Cornelis Huijgen (rente), de slot van rekening van Jan Jansz Vermij, spaargeld, huisraad en “rommelingen”.

Fol. 130v, aktenr. 56, d.d. 16-05-1651
Cornelis Cornelisz Wielmaecker wonende te Leiderdorp en getrouwd met Marritgen Cornelisdr Vermij, een dochter van Cornelis Jansz Vermij en Leuntgen Engelsdr, compareerde voor de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek. Hij ontvangt op rekening van zijn vrouw het bedrag van 1000 gulden en is tevreden over de scheiding van de goederen die de zes kinderen toebehoren. De schout en weesmeesters zijn, na het horen van Jan Jansz Vermij en Jacob Engelsz, de voogden van de zes kinderen, akkoord met het verzoek van Cornelis Cornelisz en hebben Jan Jansz Vermij de opdracht gegeven om aan Cornelis Cornelisz 1000 gulden uit te keren.  

Fol. 130v, aktenr. 57, d.d. 16-05-1651
De schout en weesmeesters geven Jan Jansz Vermij als voogd de opdracht om alle obligaties en bescheiden van de kinderen naar de weeskist te brengen, zodat het daar in een doos kan worden bewaard.  

Fol. 131v, aktenr. 58, d.d. 28-07-1651
Rekening, bewijs en reliqua van Gerrit Dircxsz Vaendrager als oom en administrerende voogd over de goederen die Cornelis Cornelisz van Swieten, nagelaten weeskind van Cornelis Pietersz van Swieten en Barber Dircxdr, beiden in het ambacht van Oudshoorn overleden, toekomen. Wat hij in naam van de kinderen heeft ontvangen en uitgegeven sinds 20-09-1647 tot vandaag. 

Inkomsten: Louris Sijmonsz van der Laen, Adrijaen Willemsz Wittert, Sijmon Cornelisz, Pieter Ghijsbertsz van Dam (rente), Jan Ariensz (rente). Totaal 124-19-8.
Uitgaven: Hester Salomons (bier, eten). Totaal 20-16-8.
Meer ingekomen dan uitgegeven 129-19-0.  

Getekend: Gerrit Dircxsz Vaendrager, C. van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck, Gerrit Willemsz Vos, Cornelis Cornelisz (van Swieten)

Fol. 133, aktenr. 59, d.d. 28-07-1651
Staat van de goederen die Cornelis Cornelisz van Swieten, nagelaten zoon van Cornelis Pietersz en Barbara Dircxdr, toekomen.  

Een obligatie op Sijmon Cornelisz kleermaker, een obligatie op Michiel Sijmonsen, een obligatie op Pieter Ghijsbertsz van Dam, Gerrit Dircxsz Vaendrager (per slot van rekening). Totaal 634-9-8.

Fol. 134, aktenr. 60, 28-07-1651
Voor de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Cornelis Cornelisz van Swieten timmerman, mede nagelaten zoon van Cornelis Pietersz en Barbara Dircxdr ca. 26 jaar oud. Hij verzoekt uit van de voogdij ontheven te worden en zijn goederen uit de weeskamer van Oudshoorn te ontvangen. Gerrit Dircxsz Vaendrager en Gerrit Willemsz Vos ooms en voogden eindigen de voogdij van Cornelis Cornelisz en dragen zijn goederen over inclusief een behoorlijke kwitantie. 

Fol. 134v, aktenr. 61, d.d. 28-07-1651
Ik Cornelis Cornelisz van Swieten beken ontvangen te hebben uit handen van mijn voogden Gerrit Dircxsz Vaendrager, oom van moederkants, en Gerrits Willemsz Vos mijn aangetrouwde oom, de drie obligaties op naam van Sijmon Cornelisz van Swieten en zijn borgen Michiel Sijmonsz en Pieter Ghijsbertsz van Dam, evenals een bedrag van 104-2-0. Bedankende de voornoemde Gerrit Dircxsz Vaendrager en Gerrit Willemsz Vos, evenals de de schout en weesmeesters van Oudshoorn, voor hun goede administratie, opzicht en regering, ontheffende deze personen van hun taak, dit alles ter goeder trouwe en zonder arglist.
Getekend: Corn. Cornelisz 

Fol. 135, aktenr. 62, d.d. 10-08-1651 

Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoef en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Barent Heijndricxsz pannenbakker, weduwnaar en boedelhouder van Trijntgen Heijndricxdr, wonende aan de Heimanswetering in de ambacht van de Gnephoek. Hij geeft te kennen dat Trijntgen Heijndricxdr rond Allerheiligen in het jaar 1649 in de ambacht van de Gnephoek is overleden, nalatende tien onmondige kinderen met de volgende namen: Heijndrick ca. 20 jaar, Heijndrick 17 jaar, Pieter 15 jaar, Gerrit 13 jaar, Jan 9 jaar, Lambert 8 jaar, Grietgen 19 jaar, Geertgen 16 jaar, Jannitgen 12 jaar en Theuntgen 10 jaar, allen bij de comparant geprocreëert. De comparant is van plan om in het huwelijk te treden met Maritgen Harmensdr weduwe van Heijndrick, in zijn leven steenvormer te Koudekerk, zodat hij en de kinderen “beter gedient ende onderhouden soude werden”. Hij wil voor die tijd de erfenis van de moeder van de kinderen regelen, maar de boedel is met veel schulden belast, volgens de inventaris die ervan is gemaakt. Compareerde mede Harmen Jansz Schuddeboom, pannenbakker te Koudekerk, neef van de voornoemde Trijntgen Heijndricxdr, zijn overleden tante, naaste bloedvriend en bestorven voogd over de tien kinderen. De schout en weesmeesters hebben de inventaris geëxamineerd en verklaren bij dezen het niet raadzaam te vinden, vanwege de schulden, om de kinderen als erfgenaam van Trijntgen Heijndricxdr aan te wijzen, waarna de voornoemde Harmen Jansz Schuddeboom als naaste vriend en bestorven voogd van de kinderen de erfenis heeft afgewezen.

Getekend: het merk van Barent Heijndricsz pannenbakker, het merk van Harmen Jansz Schuddeboom, C. van Schellingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck

Fol. 136, aktenr. 63, d.d. 10-08-1651
Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoef en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Barent Heijndricxsz pannenbakker, weduwnaar van Trijntgen Heijndricxdr. Hij zal uit vaderlijke liefde en gunst zijn tien kinderen, die hij bij voornoemde Trijntgen Heijndricxdr heeft geprocreëerd, met namen Heijndrick ca. 22 jaar, Heijndrick 19 jaar, Pieter 17 jaar, Gerrit 15 jaar, Jan 11 jaar, Lambert 10 jaar, Grietgen 21 jaar, Geertjen 18 jaar, Jannetjen 14 jaar en Theuntgen 12 jaar oud, onderhouden en te onderwijzen in christelijke deugden, zoals het een eerlijke vader betaamt, tot de kinderen in het huwelijk zijn getreden en het jongste kind de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt. Hij belooft de kinderen als ze trouwen of 20 jaar oud worden een uitzet mee te geven, naar zijn staat en vermogen, vergelijkbaar als de buurkinderen dat krijgen, en te schenken waar God de Heer almachtig hem mee zegent, waar ook zijn goederen onder vallen die op dit moment in bedwang zijn door het Hof van Holland. Mede compareerde Harmen Jansz Schuddeboom pannenbakker te Koudekerk, neef en bloedvoogd van de tien kinderen, en accepteerde in naam van de kinderen met dank de vrijwillige gunst van de voornoemde Barent Heijndricxsz pannenbakker, alles zonder arglist.

Fol. 137v, aktenr. 64, d.d. 05-12-1651
Rekening, bewijs en reliqua van Heijndirck Isbrantsz Muijen, timmerman te Koudekerk, en Sijmon Gerritsz van Leeuwen, wonende te Oudshoorn, opnieuw geordonneerde voogd over Jan Matheusz van der Sluijs innocent persoon. Een overzicht van de inkomsten en uitgaven van voornoemde Jan Matheusz’ goederen, vanaf 11-11-1649 tot vandaag. 

Inkomsten: Cornelis Gerritsz Booman (rente), Sijmon Gerritsz van Leeuwen (rente), Heijndrick Isbrantsz timmerman (rente), Dirck Cornelisz Euverendam (rente, huis overgenomen van Cornelis Pietersz Groen). Totale inkomsten zijn 323-6-0.
Uitgaven: Cornelis Gerritsz Booman (kost en inwoning), Sijmon Gerritsz van Leeuwen (linnen), Wouter Gerritsz van Toledo lakenkoper (stof), Cors Michielsz schoenmaker, Heijndrick Isbrantsz (voorgeschoten, administratie), Cornelis Stevensz Steeckelenb. (eten), Cornelis Vermeer secretaris, Totale uitgaven zijn 245-6-8.
Meer ingekomen dan uitgegeven 78-1-0.  

Getekend: C. van Schelingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claessen Vranck, Sijmon Gerritsz van Leeuwen, Cornelis Gerritsz Booman, Heijndrick Isbrantsz Muijen

Fol. 141, aktenr. 65, d.d. 05-12-1651
Staat van de goederen toekomende Jan Matheusz innocent persoon.

Cornelis Gerritsz Booman (scheidbrief, obligatie), Sijmon Gerritsz van Leeuwen (obligatie), Heijndrick Isbrantsz (scheidbrief, obligatie, slot van rekening), Dirck Cornelisz Euverendam (huis, overgenomen van Cornelis Pietersz Groen). De gehelen staat bedraagt 2903-10-8.

Fol. 143, aktenr. 66, d.d. 21-12-1651
Willem Clemmentsz als administraterende voogd en Dirck Cornelisz van Outshoorn, wonende te Koudekerk, als mede-voogd van Jan Ghijsbertsz Outshoorn, nagelaten zoon van Ghijsbert Cornelisz Outshoorn en Annitgen Clemmentsdr, beiden overleden, geven rekening van de inkomsten en uitgaven, vanaf 31-12-1647 tot vandaag. 

Inkomsten: Willem Clemmentsz (rest), Pieter Willemsz Maes (huur van woning en land), Clemment Willemsz. Totale inkomsten zijn 1320-0-0.
Uitgaven: de vrouw van Cornelis Stevensz Steeckelenb. (eten), Clemment Willemsz (zand), Pieter Willemsz Maes (schepen met vuilnis), Jan Leendertsz te Alphen (rente), Harper Gerritsz van Leeuwen te Woubrugge (hoofdsom en rente), Gerrit Sijmonsz van Leeuwen (zand), Jan Ghijsbertsz (reis naar Brabant), Louris Danielsz te Koudekerk (rente), Pieter Ariensz (schoenwerk), Claes Maet Aertsz timmerman (loon, hout, spijkers), Adrijaen Jacobsz lakenkoper te Leiden (laken), Mathijs de Smith (“voor een vitte oir ende een vit nagel aenden barch gelevert”). Totale uitgaven bedragen 1492-6-8.
Meer uitgaven dan inkomsten van 172-6-8. Er was een fout gemaakt, dus het juiste bedrag is 168-16-8.

Getekend: Willem Clemmentsz, C. van Schelingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck, Jan Ghijsbertsz Outshoorn [in het bijzijn van Dirck Cornelisz Outshoorn]

Fol. 151, d.d. 21-12-1651
Staat van de goederen toekomende Jan Ghijsbertsz Outshoorn.  

Een huis, erf en ca. 6,5 morgen land in de Kalkovenspolder, nog 2 morgen 2 hond 15 roeden land in de Heuvelpolder, nog ca. 2 morgen land aan de Heijmanswetering op het buitenwater, allemaal in Oudshoorn, nog 1/3e deel van 2 hond veenland te Esselijkerwoude. Pieter Willemsz Maes (huur).
Schulden en lasten: Jan Leendertsz bij de Aarsluis te Aarlanderveen (obligatie), Clemment Willemsz (hoofdsom, slot van rekening)

Fol. 152v, d.d. 21-12-1651
Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Jan Ghijsbertsz Outshoorn, nagelaten zoon van Ghijsbert Cornelisz Outshoorn en Annitgen Clemmentsdr, 25 jaar oud. Hij verzoekt uit de voogdij gesteld te worden en zelf zijn goederen te mogen beheren. Daarop is advies gevraagd van zijn ooms en voogden Dirck Cornelisz Outshoorn en Willem Clemmentsz, die de beslissing aan de schout en weesmeesters laten. De schout en weesmeesters hebben Jan Ghijsbertsz uit de voogdij gesteld en toestemming gegeven om zijn eigen goederen te beheren.

Fol. 152v, d.d. 21-12-1651
Ik Jan Ghijsbertsz Outshoorn nagelaten zoon van Ghijsbert Cornelisz en Annitgen Clemmentsdr bedank Dirck Cornelisz Outshoorn en Willem Clemmensz mijn ooms en voogden, evenals de schout en weesmeesters, voor hun goede regering, opzicht en administratie over mij, en verklaar dat ik mijn brieven en bescheiden hebn ontvangen.
Getekend: Jan Ghijsbertsz Outshoorn 

Fol. 153v, aktenr. 67, d.d. 10-08-1651
Inventaris van alle roerende en onroerende goederen door Barent Henricxsz pannenbakker en Trijntgen Hendricxdr, wonende in de ambacht van de Gnephoek onder Oudshoorn, in het gemeen bezeten en door de dood van Trijntjen Henricxdr ontruimd en nagelaten. 

Onroerende goederen: een pannenbakkerij, huis en erf, gelegen aan de Heimanswetering in de ambacht van de Gnephoek onder Oudshoorn. Belend ten oosten de Heimanswetering, ten zuiden Jan Jansz Quick, ten westen Gerrit Dammisz Dusseldorp en ten noorden Euwout Pieter Ghijsen bruiker.
Schulden: de weduwe van Reijer Jansz Lelivelt timmerman (geld), Willem Cornelisz Oostenrijck of Cornelis Willemsz zijn zoon timmerman (verzegelde brief), Grietgen Hendricx ongehuwd persoon te Leiden (geleend geld), Jacob Hermensz Keijser bakker (obligatie), Cornelis Herbertsz de Jager lakenkoper (geld), Evert Aertsz te Alphen (geld), Hendrick Jansz lakenkoper te Zwammerdam (geld), Joris van Homade te Middelburg (geld), Harmen Matheusz lakenkoper te Leiden (geld), Jan Jacobsz Cluijs bakker (geld), Arien Dircxsz Noorlander schoenmaker (geld).

Ik Barent Hendricxsz pannenbakker, weduwnaar en boedelhouder van Trijntjen Hendricxdr, wonende in de ambacht van de Gnephoek, verklaar naar mijn beste weten dat deze inventaris deugdelijk en oprecht is opgesteld, zonder iets te verzwijgen, en beloof dat als meer baten of schaden tot mijn kennis komen, deze door mij gemeld zullen worden.
Getekend: het merk van Barent Hendricxsz 

Fol. 157v, aktenr. 68, d.d. 14-02-1652
Staat van de goederen, toekomende Maritgen Dircxdr Hontscoop, nagelaten dochter van Lijsbeth Willemsdr, in de ambacht van Oudshoorn overleden, die in de weeskamer behoren.
[Zie ORA Oudshoorn (toegangsnr. 113.1.02), inv.nr. 3, p. 170, d.d. 04-11-1636] 

De goederen uit de uitkoopbrief van 04-11-1636: 175-0-0, een gouden koningsdaalder, een ketting met zilveren penning, het bedrag dat de tas en zilveren ketting opleverden en 5-0-0 i.p.v. twee Spaanse matten. Als erfgenaam van Cornelis Willemsz en Meijnsjen Willemsdr, haar overleden oom en tante, een bedrag van 222-1-8. Een obligatie op naam van Cornelis Willemsz Lelivelt d.d. 27-02-1642. Als erfgenaam van Grietjen Willems weduwe van Dirck Dircxsz Vaendrager, te Oudshoorn overleden oudtante in totaal 94-18-14.

Andere staat van hetgeen het voornoemde weeskind toekomt.

Dirck Cornelisz Honscoop (schuld, koningsdaalder, ketting met zilveren penning), Cornelis Willemsz Lelievelt (obligatie), Dirck Cornelisz Honscoop (obligatie), Leendert Jansz Korff (obligatie), Sijmon Jansz Vermij (obligatie, “van desselfs besterffebusse ebde verkiioeb ubteresse was geprocedeert”), Willem Willemsz (rente). De gehele staat 732-18-14. Na nog enkele uitgaven is het goed van het voornoemde kind 669-16-14.

Aldus deze staat en vorm van rekening gemaakt door Willem Willemsz Ouwen als oom en voogd over de voornoemde Marijtgen Dircxdr, in het bijzijn van Pieter Willemsz Ouwen zijn broer, Dirck Cornelisz Hontscoop haar vader en Cornelis Jansz Hontscoop getrouwd met voornoemde Maritgen Dircxdr, ten overstaan van Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en de Gnephoek.

Getekend: Willem Willemsz, Pieter Willemsz, het merk van Dirck Cornelisz Hontscoop, het merk van Cornelis Jansz Hontscoop, C. van Schelingerhout, Bruijn Florisz, Claes Claesz Vranck

Fol. 160v, aktenr. 69, d.d. 14-02-1652
Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Bruijn Florisz Stam Verhoeff en Claes Claesz Vranck weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Cornelis Jansz Hontscoop, getrouwd met Marijtgen Dircxdr, nagelaten dochter van Lijsbeth Willems, waar vader van is Dirck Cornelisz Hontscoop wonende te Zwammerdam. Hij verzoekt om zijn vrouw Marijtgen Dircxdr buiten voogdij te stellen en om de goederen van zijn voornoemde huisvrouw te ontvangen. Er is advies gevraagd aan de ooms en voogden Willem Willemsz Ouwen en Pieter Willemsz Ouwen, evenals aan de vader Dirck Cornelisz Hontscoop, die Marijtgen Dircxdr buiten voogdij hebben gesteld en toestemming geven om de goederen uit de weeskamer te overhandigen aan Cornelis Jansz Hontscoop.

Fol. 161, aktenr. 70, d.d. 14-02-1652
Ik Cornelis Jansz Hontscoop, getrouwd met Marijtgen Dircxdr Hontscoop, nagelaten dochter van Lijsbeth Willems, waar vader van is Dirck Cornelis Hontscoop, beken ontvangen te hebben uit handen van Willem Willemsz Ouwen, de oom en voogd van mijn huisvrouw: een uitkoopbrief door Dirck Cornelisz Hontscoop, een obligatie op naam van Cornelis Willemsz Lelivelt d.d. 27-02-1642, een obligatie op Dirck Cornelisz Hontscoop d.d. 14-06-1647, een obligatie op Leendert Jansz Korff d.d. 14-01-1650 en een bedrag van 58-7-14, een gouden koningsdaalder en een ketting met zilveren penning, in volle voldoening van de goederen van mijn huisvrouw. Bedankende mijn oom Willem Willemsz Ouwen voor zijn goede regering en administratie, evenals de schout en weesmeesters voor hun goede opzicht.

Fol. 161v, aktenr. 71, d.d. 01-04-1653
Floris Bruijnen Stam Verhoeff, oudste zoon en mede-erfgenaam van Bruijn Florisz Stam zijn overleden vader, in zijn leven weesmeester van Oudshoorn en Gnephoek, na insinuatie aan hem gedaan, overhandigt in het bijzijn van Cornelis van Schellingerhout schout en Gijsbert Dircxsz Euverendam weesmeester van Oudshoorn aan Claes Claesz Vranck, mede weesmeester, de sleutel van de weeskist, die de voornoemde Bruijn Florisz tot zijn overleden in het bezit had. Daarnaast ook nog een zakje met een notariële obligatie d.d. 25-06-1652 op naam van de ambachtsbewaarders en gecommiteerde schepenen van Esselijkerwoude voor 390 gulden, een memorie d.d. 21-03-1652, een kwitantie d.d. 25-06-1652 van 10 gulden en aan los geld 11-15-0. Dit behoort allemaal toe aan de nagelaten kinderen van Jan en Adriaen Pietersz Groen. Alles is in de weeskist gelegd, zodat er bewijs, rekening en reliqua van gedaan kan worden.

Fol. 162v, aktenr. 72, d.d. 22-10-1652
Inventaris van alle roerende en onroerende goederen, acties en crediten van Dirck Claesz Reijnsburger en Maritgen Gijsbertsdr in het gemeen bezeten en door de dood van voornoemde Dirck Claesz Reijnsburger ontruimd en nagelaten. 

Onroerende goederen: een huis met ca. 5,5 morgen land in de Grote Polder van Oudshoorn, 1 morgen veenland in de Grote Polder van Oudshoorn, strekkend van de Oudshoornseweg zuidwaarts, 1,5 hond turfland gelegen als voren, 7,5 morgen land in de Grote Polder strekkend van Claes Claesz’ land tot aan de Aar, 1/2 morgen hooiland te Esselijkerwoude strekkend van de Duikerwetering tot de Honskoperdijk, 1/2 morgen slagturfland gelegen als voren, 1/2 morgen slagturfland gelegen als voren strekkend van de Duikerwetering tot Willem Dircxsz’ land, 1/2 morgen slagturfland gelegen als voren strekkend van de Honskoper[dijk] tot Willem Dircxsz’ land, 8,5 hond slagturfland gelegen als voren strekkend van de Duikerwetering tot Willem Claesz’ land, 1 morgen slagturfland strekkend van de Honskoperdijk tot Dirck Dircksz Joren land.
Roerende goederen: 7 koeien waaronder 2 vaarzen, 1 slachtbeest, 1 hokkeling, 2 kalveren, 3 varkens, een hooiberg, ca. 400 tonnen turf, 3 pramen en 3 schuiten.
Inkomende schulden: Cornelis Dircksz (obligatie, schuld), Pieter Dircxsz (schuld), Sijmon Dircxsz (schuld), Leendert Jansz Korff (turf).
Uitschulden: Willem Dircxsz, Jan Dircxsz, Claes Claesz Vranck (obligatie), Claes Jansz in Oudshoorn (rente).  

Aldus gedaan en geïnventariseerd door Maritgen Gijsbertsdr, weduwe van voornoemde Dirck Claesz Reijnsburger, evenals Cornelis, Pieter, Sijmon, Claes, Willem en Jan Dircxsz Reijnsburger, alle kinderen en erfgenamen van voornoemde Dirck Claesz, geassisteerd met de ooms Jan Claesz en Huijbert Ghijsen, omdat Willem en Jan Dircxsz nog minderjarig zijn. Ten overstaan van Cornelis van Schellingerhout schout en Claes Claesz Vranck weesmeester van Oudshoorn en Gnephoek, aan wie Maritgen Gijsbertsdr de inventaris presenteerde, met de toezegging niets verzwegen te hebben. Als  blijkt dat er nog baten en schaden zijn, dan zal ze dit direct melden.

Fol. 165v, aktenr. 73, d.d. 29-08-1645
Extract. Voor Willem van Leeuwen, openbaar notaris door het provinciale Hof van Holland, aangesteld te Leiden, en nagenoemde getuigen, compareerden de eerzame Mourijn Pietersz van Lindenb. en de eerbare Neeltgen Jansdr van Butterkercq, echtelieden wonende in de ban van Oudshoorn aan de Rijn in de Gnephoek in de buurt van de Heimandsbrugge of ‘s Molenaars, mij notaris wel bekend. Beiden zijn gezond van lichaam, gaande en staande, hun verstand, redenen en geheugen in orde en gebruikende. Zij verklaren, in acht nemend de algemene zwakheid en broosheid van de mens en het feit dat de dood elk moment kan plaatsvinden, dat ze graag de voogdij en regering, beleid en bestuur willen regelen van de personen en goederen die de na te laten minderjarige en onmondige erfgenamen, of andere toezicht behoevende, van de comparanten zullen erven. Zo hebben zij beiden benoemt tot absolute voogd of voogdes de langstlevende van hun beiden, met daarnaast Jan Pietersz Lindenburch zijn broer of Elbert Jansz Butterkerck haar broer. Gevende zij de langstlevende van beiden, zolang die persoon leeft en ongehuwd blijft, in de tussentijd de voogdij. Ze geven aan de voornoemde andere voogden de macht en authoriteit die hen als testamentaire voogden toekomen, met macht om in naam van de minderjarige en onmondige of andere toezicht behoevenden, indien de langstlevende overlijdt. Dan is het de bedoeling dat ze een behoorlijke inventaris opmaken, dit op een juiste manier te beheren, eventueel door te verkopen of te verhuren. De langstlevende mag een andere voogd aanwijzen indien een voogd overlijdt of onbekwaam is geworden. Dit alles tot de minderjarige, onmondige of anders toezicht behoevende 25 jaar oud is of in het huwelijk treedt. [Nog een heel verhaal of wat een voogd moet doen met de boedel.] Aldus gedaan en gepasseerd te Leiden, in het woonhuis van de notaris genaamd De Pelikaan, staande in de Nieuwsteeg. Present zijn de eerzame Pieter Dircx van Leeuwen mede-notaris en Wouter Jansz IJser kantoorklerk als getuigen naast mij notaris. Ondertekend met Mouweren Pietersz Lindenburch, Neeltgen Jans Butterkercq, P. van Leeuwen, W. IJser. 

Toevoeging 1: Getrokken uit de protocollen van mij notaris beginnend bij 1 januari j.l. Voor zover het voornoemde extract aangaat, is dit akkoord bevonden op heden 30-08-1645. Ondertekend door W. van Leeuwen nots. publ. 

Toevoeging 2: Aangezien Elbert Jansz Buijterkerck als gestelde voogd in dezen door het overlijden van Jan Pietersz Lindenburch een tweede voogd moest kiezen, heeft hij tot tweede voogd genomineert en verkoren Matheus Cornelisz Lindenburch om alles nevens Elbert Jansz volgens het voorgaande testament te verrichten en verhandelen. Daardoor ik Mathijs Cornelisz verklaar de gemelde voogdij aan te nemen en te accepteren, getekend 10-01-1653 door Matheus Cornelisz Lindenburch.

Fol. 168, aktenr. 74, d.d. 17-09-1652
Op 17 september 1652 ongeveer 12 uur ‘s middags compareerde voor mij, Johannes Ooms publieke notaris door het Hof van Holland geadmitteerd in de jurisdictie van Aarlanderveen, residerende te Alphen, en ondergenoemde getuigen, Gijsbert Huijbertsz en Jannetgen Cornelisdr, echtelieden, wonende in de Ridderbuurt in de ambacht van Oudshoorn, mij notaris en getuigen wel bekend. De voornoemde Gijsbert Huijbertsz ziek bij het vuur liggend en Jannetje Cornelisdr gaande en staande, beiden hun verstand, redenen en geheugen in orde. Ze verklaren de broosheid van het leven te overdenken, wetende dat de dood onverwachts kan komen, en willen daarom de voogdij van hun minderjarige na te laten kinderen regelen. Ze geven de langstlevende de mocht om een of twee bekwame voogden te kiezen uit hun naasten. De langstlevende zal met de voogden de macht hebben om de goederen van de kinderen van de testateuren te delen en scheiden, te verkopen en transporteren, maar ook te belasten en bewaren, waarvoor ze geen consent nodig hebben van het Hof van Holland of de schout en weesmeesters. De comparanten willen de schout en weesmeesters van Oudshoorn uitsluiten uit de boedel en evenzo de schout en weesmeesters van de plaats waar het sterhuis van de eerststervende of langstlevende zal zijn. Dit alles is door mij aan de comparanten voorgelezen en ze hebben verklaard dat dit hun uiterste wil en intentie is. Gedaan ten huize van de testateuren in het bijzijn en ten overstaan van Jan Claes Willemen en Claes Jansz als getuigen, die deze akte nevens mij hebben getekend. Getekend door: Gijsbert Huijbertsz, Jannetjen Cornelis, Jan Claes Willemen, Claes Jansz van Outshoorn, mij present Johan Ooms nots. publ.

Fol. 169, aktenr. 75, d.d. 06-01-1653
Op 6 januari 1653 compareerde voor mij, Johannes Ooms publieke notaris door het Hof van Holland geadmitteerd in de jurisdictie van Aarlanderveen en daar residerende, en ondergenoemde getuigen, Jan Pietersz van der Graft de jonge en Maritgen Jansdr van Swanevelt, echtelieden, wonende aan de Rijn in Oudshoorn, mij notaris en getuigen wel bekend. De voornoemde Jan Pietersz van der Graft ziek in bed liggend en Marijtgen Jansdr van Swanevelt gaande en staande, beiden hun verstand, redenen en geheugen in orde. Ze verklaren de broosheid van het leven te overdenken, wetende dat de dood onverwachts kan komen, en willen daarom de voogdij en alimentatie van hun minderjarige na te laten kinderen regelen die ze bij elkaar hebben geprocreëerd. Ze verklaren dat de onmondige kinderen uit de boedel worden gealimenteerd, geleerd, gestuurd en uitgezet tot de kinderen in het huwelijk treden of 20 jaar oud zijn. Ze benoemen tot voogden over hun onmondige of toezicht behoevende kinderen van zijn kant zijn broers Jan Pietersz van der Graft de oude en Ewout Pietersz van der Graft en van haar kant haar broers Dircq Jansz van Swanevelt en Cornelis Jansz van Swanevelt. Bij het overlijden van een voogd, mogen ze een bekwame vervanger uit de naasten aanstellen. Ze voogden zullen volkomen macht en authoriteit hebben om naast de langslevende goederen uit de boedel te verkopen zonder te hoeven overleggen met het Hof van Holland. De comparanten willen de schout en weesmeesters van Oudshoorn uitsluiten uit de boedel en evenzo de schout en weesmeesters van de plaats waar het sterhuis van de eerststervende of langstlevende zal zijn. Dit alles is door mij aan de comparanten voorgelezen en ze hebben verklaard dat dit hun uiterste wil en intentie is. Gedaan ten huize van de testateuren in het bijzijn en ten overstaan van Sijmon Gerritsz van Leeuwen en Claes Maet Aertsz als getuigen, die deze akte nevens mij hebben getekend. Getekend door: Jan Pietersz, het merk van Maritgen Jansdr van Swanevelt, Simon Gerritsz van Leeuwen, Claes Maet Aertsz, mij present Johan Ooms nots. Publ.

Fol. 170, aktenr. 75, d.d. 05-01-1654
Op 13-06-1652 ongeveer om 12 uur ‘s middags compareerden voor mij, Nicolaes Straffintvelt openbaar notaris, door het Hof van Holland geadmitteerd en residerende te Gouda, en onderstaande getuigen, Pieter Jansz in ‘t Velt en Jannetgen Reijers, echtelieden, wonend onder het gerecht van Oudshoorn, mij notaris en getuigen bekend gemaakt. Beiden kloek en gezond van lichaam, gaande en staande, hun verstand, redenen en geheugen in orde. Zich bewust van de zekerheid van de dood en de onzekerheid wanneer de dood komt, willen ze de erfenis van hun tijdelijke goederen goed regelen. Ze nomineren tot hun enige en universele erfgenaam van alle goederen de langstlevende, met de voorwaarde dat de na te laten kinderen kunnen rekenen op de goede zorg. De bedoeling is dat de boedel ingedeeld blijft tot de kinderen de mondig worden of in het huwelijk treden. Ze benoemen elkaar tot enige voogd of voogdes van de kinderen, uitsluitende andere voogden en de schout, secretaris, het gerecht en de weesmannen van Oudshoorn of een andere plaats waar ze wonen. De langstlevende zal geen rekening hoeven af te leggen, staat of inventaris van de boedel hoeven op te geven. Mocht de langstlevende opnieuw in het huwelijk treden, dan mogen alleen de bloedvoogden van de kinderen zich bemoeien met de erfenis. De langstlevende moet dan met de bloedvoogden komen tot een deling, schifting en scheiding van de gezamenlijke boedel. Ook hier mogen de schout en weesmeesters zich niet mee bemoeien. Aldus gedaan te Gouda, ter huize van de kinderen van Joost Pietersz de Jonge, in het bijzijn van Pieter en Cornelis Joosten de Jonge als getuigen. Ondertekend door: Pieter Jansz int Velt, het merk van Jannitgen Reijers, Pieter Joosten de Jonge, Cornelis Joosten de Jonge. N. Straffintvelt nots. publ.
Geëxtraheerd uit het protocol van mij ondertekende notaris en na vergelijking met het origineel akkoord bevonden op 27-08-1653. N. Straffintvelt nots. Publ.

Fol. 172v, aktenr. 77, d.d. 31-12-1653
Rekening, bewijs en reliqua van Jan Jansz Vermij als oom en voogd over de onmondige weeskinderen van Cornelis Jansz Vermij, waar moeder van is Leuntjen Engelsdr, van de inkomsten en uitgaven vanwege de kinderen, vanaf 16-05-1651 tot vandaag.  

Inkomsten: Jan Jansz Vermij (rest, rente), Tonis Cornelisz Outshoorn (huur van land), Leuntjen Engelsdr. Totale inkomsten zijn 1181-4-12.
Uitgaven: Cornelis Cornelisz Wielmaecker getrouwd met Maertjen Cornelisdr Vermij (erfportie), Leuntjen Engelsdr (onderhoud), Leendert Claesz (riet), Cornelis Huijgen (stenen), Dirck Dircxsz Joor (riet), Cornelis Cornelisz van der Aer houtkoper (hout), Jan Pieter Gijsen (beden), Sijmon Willemsz dekker (loon), Claes Maet Aertsz timmerman (hout, loon), Jan Huijgen (zand). Totale uitgaven 1291-15-0.
Meer uitgegeven dan ingekomen 110-10-4. Nog extra inkomsten van Jan Jansz int Velt voor hem en de weduwe van Pieter Jansz int Velt (rente) en een obligatie afbetaald. Jan Jansz Vermij heeft in het verleden het overschot van 654-5-0 ontvangen. Hiervan blijft over 543-12-12.

Getekend: het merk van Jan Jansz Vermij, het merk van Leuntjen Engelsdr, Cornelis Cornelisz van Loendersloot [wielmaecker], het merk van Jacob Engelsz (oom van moederskant en voogd), C. van Schellingerhout, Claes Claessen Vranck [ook aanwezig Sijmon Jansz Vermij, oom van vaderskant]

Fol. 177, aktenr. 78, d.d. 05-01-1654
Staat van de goederen toekomende de kinderen van Cornelis Janssen Vermij  

Cornelis Cornelisz Wielmaker wonende te Leiderdorp, getrouwd met Maertjen Cornelisdr Vermij (erfportie), Jan Jansz Vermij (slot van rekening, obligatie), Jan Jansz int Velt en de weduwe van Pieter Jansz int Velt (obligatie), Cornelis Huijgen (rente), een huis met landen en spaargeld.

Aldus deze staat gemaakt op de laatste december 1653 in het bijzijn van de personen die in de vorige rekening worden genoemd.

Fol. 178v, aktenr. 79, d.d. 18-10-1654
Inventaris van alle roerende en onroerende goederen, niks uitgezonderd, die door Geertjen Gerrits Kalckoven, die in haar leven met Cornelis Cornelisz Cop woonde in de ambacht van Oudshoorn, gezamenlijk bezeten en door de dood van Geertjen Gerrits ontruimd en achtergelaten zijn.  

Onroerende goederen: een weerland van 4 morgen 3 hond 50 roeden in de Kalkovenspolder te Oudshoorn, strekkend van de halve sloot van Sijmon Cornelisz Bosmans erf tot in de Heuvelwetering toe, belend ten oosten Adriaen Knotters te Leiden en ten westen Gijsbert en Aert Gerritsz Kalckoven, volgens de eigendomsbrieven.
Roerende  goederen: 6 koeien, 1 vaars, 1 hokkeling, een stapeltje hooi, een partij hennip, een kaaspers en enkele bouwgereedschappen. Enkele stuks huisraad en kleding. Er is 50 gulden aanwezig met een partij vlas en spek.
Uitschulden: Willem Cornelisz Cop (obligatie), Cornelis Cornelisz Cop de oude (huur van land), Jan Cornelisz Ram (borstel), Sijmon Cornelisz Bosman (huur van huis). Samen 1170 gulden.  

Aldus deze inventaris gedaan door de voornoemde Cornelis Cornelisz Cop de jonge, in het bijzijn en ten overstaan van Cornelis van Schellingerhout schout en Claes Claesz Vranck vervangende Gijsbert Dircxsz beide weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek, evenals Gijsbert en Dirck Gerritsz Kalckoven, ooms van moederskant en bloedvoogden over Ermken Cornelisdr nagelaten weeskind van voornoemde Geertjen Gerritsdr Kalckoven waar vader van is de voornoemde Cornelis Cop, en Willem Clemmentsz buurman. Deze inventaris is gepresenteerd door Cornelis Cornelisz Cop met de eed dat er niet is verzwegen en als er nog baten en schulden bekend worden, deze direct gemeld zullen worden. Op 19-03-1654 getekend door Cornelis Cornelisz Kop.

Fol. 181, aktenr. 80, d.d. 03-10-1654
Rekening van Neeltjen Reijersdr, weduwe en boedelhoudster van Jan Jansz Vermij, in zijn leven administraterende voogd over de zes meerder- en minderjarige kinderen van Cornelis Jansz Vermij, waar moeder van is Leuntjen Engelsdr. Het gaat om de inkomsten en uitgaven die Jan Jansz Vermij heeft gehad voor de kinderen vanaf 31-12-1653 tot vandaag.  

Inkomsten: Jan Jansz Vermij (slot van rekening, obligaties, rente). In totaal 1855-13-9.
Uitgaven: Simon Florisz getrouwd met Jannitgen Cornelisdr Vermij (erfenis), Leuntjen Engelsdr (eten, onderhoud, obligatie), Hillegont Reijersdr weduwe van Simon Jansz Vermij (voorschot), Cornelis Vermeer secretaris, Maerten Roeten bode. In totaal 718-14-8.
De uitgaven afgetrokken van de inkomsten is 1136-19-1.  

Getekend: C. van Schellingerhout, Claes Claesz Vranck, Gijsbert Dircxsz, het merk van Leuntjen Engelsdr, Cornelis Cornelisz van Loendersloot [getrouwd met Maritgen Cornelisdr Vermij], Simon Florisz [getrouwd met Jannitgen Cornelisdr Vermij], Jan Cornelisz [Vermij], Jan Cornelisz van de Voort [ook Jan Cornelisz Veraer scheepmaker], het merk van Jacob Engelsz [oom en voogd van moederskant], het merk van Neeltjen Reijersdr, mij present Johan Ooms

Fol. 183v, aktenr. 81, d.d. 19-10-1654
Voor Cornelis van Schellingerhout schout en Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircxsz weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek compareerde Cornelis Cornelisz Loendersloot, getrouwd met Maritgen Cornelisdr Vermij, Simon Florisz, getrouwd met Jannitgen Cornelisdr Vermij, Jan Cornelisz Vermij en Jan Cornelisz van der Voort, getrouwd met Baertjen Cornelisdr Vermij, mede nagelaten kinderen van Cornelis Jansz Vermij, waar Leuntjen Engelsdr moeder van is. Zij verzoeken buiten de voogdij gesteld te worden en zelf over hun goederen te mogen beslissen. Op advies van Leuntjen Engelsdr moeder en Jacob Engelsz oom van moederkant van de vier kinderen. Jan en Simon Jansz Vermij ooms van vaderskant en voogden zijn enige weken geleden overleden. Daarom hebben de schout en weesmeesters de vier kinderen buiten voogdij gesteld en hun de zeggenschap over de goederen gegeven. De comparanten hebben dit geaccepteert, en hebben de schout, weesmeesters en voogden voor hun goede opzicht, zorg, administratie en regering bedankt. Actum 03-10-1654. 

Fol. 184v, aktenr. 82, d.d. 19-10-1654
Staat en liquidatie van de goederen die de zes nagelaten kinderen van Cornelis Jansz Vermij toekomen, van wie Leuntjen Engelsdr de moeder is.  

Engeltjen en Neeltjen Cornelis Vermij krijgen een huis met 2 morgen 4 hond. Jan Cornelisz Vermij en Sijmon Florisz krijgen 3 morgen weiland. Cornelis Cornelisz Loendersloot en Jan Cornelisz van de Voort krijgen 2 morgen 3 hond 50 roeden hooiland. Cornelis Cornelisz Loendersloot en Sijmon Florisz hebben al een bedrag ontvangen. Jan Jansz in ‘t Velt en de weduwe van Pieter Jansz in ‘t Velt zijn geld schuldig i.v.m. een obligatie. Neeltjen Reijers weduwe van Jan Jansz Vermij heeft recht op een bedrag per slot van rekening. Ieder kind krijgt 1450-6-8.
[Op de volgende bladzijden worden de bedragen met elkaar verrekend, zodat ieder kind krijgt waar het recht op heeft.]

Deze staat en liquidatie zijn gemaakt op 03-10-1654 ten overstaan van Cornelis van Schellingerhout schout en Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircxsz weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek.

Fol. 188, aktenr. 83, d.d. 12-12-1654
Op vrijdagavond 15 maart 1652 rond 8 uur, compareerden voor mij, Gillis Americx openbaar notaris door het Hof van Holland geadmitteerd, residerende te Aarlanderveen, in het bijzijn van van onderstaande getuigen, Jan Jansz Vermij en Neeltgen Reijers echtlieden, wonende in de heerlijkheid van Oudshoorn, mij notaris en één van de getuigen bekend gemaakt, hij testateur gezond van lichaam, zij testatrice ziek bij het vuur zittend, allebei hun verstand en geheugen in orde. Zij zijn zich bewust van de broosheid van het leven, zeker te zijn van de dood, maar niet wanneer de dood komt. De eerststervende institueert de langslevende in het vruchtgebruik en lijftoch van alle goederen die de eerststervende achterlaat. De langstlevende moet hun kinderen onderhouden. Bij een eventueel hertrouwen moet de boedel gescheiden worden. De goederen van de kinderen zullen worden beheerd door de langstlevende en twee bekwame en naaste bloedvoogden van de eerststervende, zonder dat de schout en weesmeesters zich mogen bemoeien met de goederen. Zo verklaren de testateuren dat dit hun testament en uiterste wil is. Gepasseerd in het huis in de woonplaats van de testateuren in het bijzijn van de getuigen Dirck Willemsz en Dirck Jansz de Groot. 

Fol. 190, aktenr. 84, d.d. 07-09-1656
Inventaris van de roerende en onroerende goederen door Willem Gerritsz Vaendrager en Trijntjen Jansdr in gemeenschap van goederen bezeten en door de dood van Trijntjen Jansdr ontruimt en nagelaten. 

Onroerende goederen: Een huis, erf en getimmerte, aan de westzijde van de Lage Rijndijk in Oudshoorn, ten oosten de Lage Rijndijk, ten zuiden Leendert Jansz Korff, ten westen en noorden de Rijn.
Uitschulden: Willem Pietersz Maes (geleend geld)  

Aldus gedaan en geïnventariseerd door Willem Gerritsz Vaendraeger, weduwnaar en boedelhouder van Trijntjen Jansdr, in het bijzijn van Leendert Jansz Korff en Dirck Gerritsz van Tol getrouwd met Neeltjen Jansdr, beiden ooms van moederskant en voogden over de vier nagelaten kinderen van de voornoemde Trijntjen Jansdr met namen Cornelis Willemsz 18 jaar, Jan Willemsz 13 jaar, Dirck Willemsz 9 jaar en Neeltjen Willemsdr 17 jaar, waar Willem Gerritsz Vaendrager vader van is. Ik verklaar naar mijn beste weten, deugdelijk en oprecht te wezen, zonder ten kwade trouw iets verzwegen te hebben, presenterende dezelve met de belofte om eventuele later blijkende baten of schaden te melden. Getekend 19-02-1655 door Willem Gerritsz Vaendrager.

Fol. 193v, aktenr. 85, d.d. 07-09-1656
Wij, Cornelis van Schellingerhout schout, Dirck Willemsz Lelievelt en Claes Jansz Velsen schepenen en Cornelis Vermeer secretaris in de ambachten van Oudshoorn en Gnephoek, hebben op het verzoek van Aechjen Cornelisdr, weduwe van Willem Pietersz Schenckevelt, nu wonende te Langeraar, volgens onze ambtseed, getaxeerd een huis en erf gelegen in de Ridderbuurt van Oudshoorn, belend ten oosten Cornelis Huijgen, ten westen Willem Huijgen, ten zuiden de Oudshoornseweg en ten noorden de voornoemde Aechjen Cornelisdr, nu Claes Huijgen. Het huis tegenwoordig toebehorende de voornoemde Claes Huijgen, door de requirant aan Claes Huijgen verkocht voor 700 gulden. Het huis en erf zijn verbonden aan de alimentatie, het grootbrengen en de uitzet van haar zes kinderen bij de voornoemde Willem Pietersz Schenckevelt geprocreëert, ieder tot 25 gulden, volgens de uitkoopbrief van 08-06-1648. De bedoeling is dat de voorgaande verbintenis wordt verbroken, op verzoek van de koper Claes Huijgen, die de resterende kooppeningen niet wilde betalen. Daarop zijn gehoord Jan Pietersz Schenckevelt, wonende in de Ridderbuurt, en Gerrit Jansz Vermij, wonende aan de Aardijk in Aarlanderveen, oom en oudoom en voogden van de voornoemde zes kinderen, die instemden met het verzoek. Daarom heb ik schout en Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircksz Euverendam weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek het voorgaande huis en erf van de speciale en legale verbintenis ontslagen, met de opdracht de uitkoopbroef in het weesboek zal worden geregistreerd. Dit alles op 29-07-1655 en getekend door C. van Schellingerhout, Dirck Willemsz Lelievelt, Claes Jansz Velsen, Claes Claesz Vranck, Gijsbert Dircxsz, Corn. Vermeer.

Fol. 194, aktenr. 86, d.d. 07-09-1656
Wij, Cornelis van Schellingerhout schout en Dirck Willemsz Lelievelt en Claes Jansz Velsen schepenen in de ambachten van Oudshoorn en Gnephoek, oorkonden dat voor ons zijn gecompareerd Cornelis Cornelisz vader en Cornelis Cornelisz jongeduijser broer van Aechjen Cornelisdr, weduwe van Willem Pietersz Scheckevelt, allen wonende te Langeraar. Constitueren zij comparanten zich borg voor de zes kinderen van hun voornoemde dochter en zus, verwekt bij Willem Pietersz Schenckevelt, voor een bedrag van 700 gulden, vanwege het huis en erf die de voornoemde Aechjen Cornelisdr heeft toebehoord en door haar is verkocht aan Claes Huijgen. Dit huis is heden door de schout, schepenen en secretaris getaxeerd en door de voogden, schout en weesmeesters van de speciale en legale verbintenis ontslagen. Verbinden zij comparanten tot verzekering van voorgaande borgtocht elk hun persoon en generale goederen. Getekend 29-07-1655 door C. van Schellingerhout, Dirck Willemsz Lelievelt, Claes Jansz Velsen.

Fol. 195, aktenr. 87, d.d. 07-09-1656
Inventaris van de roerende en onroerende goederen, niks uitgezonderd, door Claes Claesz de jonge en Aeltgen Cornelis in gemeenschap bezeten en door de dood van Aeltgen Cornelisdr ontruimd en nagelaten.  

Onroerende goederen: 2 morgen land gelegen in de Grote Oudshoornsepolder, 4,5 morgen glegen in de Uiteindsepolder in Ter Aar.
Inkomende schulden: Cornelis Aertsz te Noorden (obligatie), Claes Claes den ouden (obligatie), Gijs Corsen te Nieuwkoop (koop van een koe), Heijndrick Cornelis Swaen (varken)
Uitschulden: de weeskinderen van Jan Cornelis Aertsz, Gijsbert Gerritsz (obligatie), Claes Claesz den ouden (huur van land)  

Aldus gedaan en geïnventariseerd ten huize van Claes Claesz de jonge, welke inventaris ik Claes Claesz verklaar naar mijn beste weten, deugdelijk en oprecht te wezen, zonder daarin iets ten kwade trouw te hebben verzwegen. Met de belofte dat, mocht er nieuwe baten of schaden aan het licht komen, deze onverwijld te melden. Actum 01-02-1656 present Reijer Cornelisz wonende te Willis, Cornelis Cornelisz, Dirck Cornelisz wonende te Noorden onder Zevenhoven, ooms en voogden van Cornelis Claesz, nagelaten kind van voornoemde Aeltgen Cornelisdr, mitsgaders Cornelis Vermeer secretaris vervangende de schout, Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircksz weesmeesters en getekend Claes Claesz van Velsen.

Fol. 198, aktenr. 88, d.d.  07-09-1656
Inventaris van de roerende en onroerende acties en uitschulden van Eeuwout Pietersz van der Gracht, nog ongetrouwd, wonende in de Gnephoek onder Oudshoorn, geen kinderen nalatende, ten behoeve van zijn collaterale vrienden met de dood ontruimd en achtergelaten. 

Onroerende goederen: Een huis, berg, schuur en plantagie, met 12 morgen land, toebehorend aan de kerk van Hoogmade, gelegen in het ambacht van de Gnephoek, strekkende van de Rijn tot aan het Woudambacht.
Inkomende schulden: Barent Hendricxsz pannebakker (obligatie), Tijmon Claesz (custingbrief), Cornelis Jansz Victori (geld), Cornelis Adriaensz Haevenaer (koop van een koe), Jacob Thonisz Verloet (koe), Leendert Jansz Korf (koe), Huijbert Pietersz of zijn broer (“een halff ossje”), Willem Cornelis Gijsen (hout), Dirck Aertsz te Woubrugge, Jacob Cornelisz (huur van een huis), Trijntgen Pieters (koop van een varken), Crijn Cornelisz van Leeuwen schoenmaker (huis), Jan Sijmonsz Cop (koe), Wijbrant Pietersz schipper te Amsterdam (vaars), Bruijn Jacobsz, de weduwe van Cornelis Gerritsz van Nierop.
Uitschulden: Pieter Cornelisz van der Gracht te Koudekerk (obligatie), Trijntgen Pieters weduwe van Adriaen Dircxsz Doeff (kostgeld), Pieter van Rijssum chirurgijn (meesterloon), Jan Warnartsz kleermaker (scheergeld), Crijn Sijmonsz te Koudekerk wagenmaker (kruiwagen), Evert Aertsz Blaserus pachter van de impost (slacht van een koe).  

Aldus gedaan en geïnventariseerd via aantekeningen en mondeling door Jan Pietersz van der Gracht den ouden en Trijntgen Pietersdr van der Gracht, broer en zus van voornoemde Eeuwout Pietersz van der Gracht, die in haar huis is overleden. Wij Jan Pietersz van der Gracht en Trijntgen Pietersdr van der Gracht verklaren deze inventaris naar ons beste weten te hebben opgesteld, deugdelijk en oprecht te wezen, niets ten kwade trouw te hebben verzewegen. Presenterende dezelve, met de belofte dat, mocht er nieuwe baten of schaden aan het licht komen, deze onverwijld te melden. Getekend 18-02-1656 door Jan Pietersz van der Gracht en het merk van Trijntgen Pietersdr.

Fol. 201v, aktenr. 89, d.d. 07-09-1656
Ik, Cornelis van Schellingerhout schout in het ambacht van Oudshoorn en Gnephoek, laat weten dat voor mij en voor Abraham Ariensz van der Schilde tegenwoordig schepen en Crijn Pietersz van der Fits oud-schepen van dit ambacht, gecompareerd zijn Heijndrick Isbrantsz Muijen, wonende te Koudekerk, getrouwd met Maritgen Mattheeusdr van der Sluijs, en Cornelis Gerritsz Booman, onze inwoner, getrouwd met Lijsbet Mattheeusdr van der Sluijs, samen voor een helft erfgenamen van Jan Matheeusz van der Sluijs, innocente persoon, cica 3 jaar gelegen te Oudshoorn overleden. Naast voornoemde Hendrick IJsbrantsz Muijen en Cornelis Gerritsz Booman in de voornoemde qualite, zijn ook Sijmon Gerritsz van Leeuwen, wonende te Aarlanderveen, weduwnaar van Geertgen Matheeusdr en Evert Aertsz Blaser, getrouwd met Maritgen Cornelisdr, wonende te Alphen aanwezig, voor hem zelf, vervangende en zich sterkmakende voor Stijntgen Cornelisdr ongehuwde persoon, wonende te Rijnsburg en Pieter Claesz Schouten wonende te Alphen, als vader en voogd van Claes Pietersz Schouten, verwekt bij Fijtjen Cornelisdr, die was vervangende en zich sterkmakende voor Gijsbert Dircxsz de Jongh, wonende te Rijnsburg, getrouwd met Geertgen Cornelisdr van der Sluijs, allen kinderen en kleinkinderen van Cornelis Matheeusz van der Sluijs en samen erfgenamen van de andere helft van de voornoemde Jan Matheeusz van der Sluijs. Zo bekenden de comparanten in de voornoemde qualite, met consent en ten overstaan van mij schout, Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircxsz weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek als oppervoogden van de voornoemde Claes Pietersz Schouten, met elkaar in goed overleg gepaard, gescheiden en gedeeld te hebben alle goederen, niks uitgezonderd, die voornoemde Jan Matheeusz van der Sluijs door zijn dood ontruimd en nagelaten heeft. Aan Sijmon Gerritsz van Leeuwen en de kinderen en kleinkinderen van Cornelis Matheeusz van der Sluijs is te beurt gevallen een rentebrief van 545 gulden, sprekende op het huis en erf nagelaten door Cornelis Pietersz Groen, waar Dirck Cornelisz Euverendam de huidige eigenaar van is, met een rente van 5% [“tegens de penningen twintich”, dus 100/20 = 5%], gepasseerd voor de schout en schepenen alhier met datum 17-12-1626, met alle verlopen rente vandien, welke rentebrief door voornoemde kinderen en kleinkinderen van Cornelis Matheeusz van der Sluijs is toebedeeld aan Sijmon Gerritsz van Leeuwen, die het als zijn vrije eigendom zal behouden, waarop geen rechten meer rusten van de voornoemde erfgenamen van Cornelis Matheeusz. De comparanten geven aan hiermee de boel gescheiden en gedeeld te hebben, niet meer om een scheiding of deling te vragen. Deze oorkonde heb ik schout met mijn zegel bezegeld, nevens de schepenen in het publiek getekend.

Fol. 202v, aktenr. 90, d.d. 07-09-1656
Wij, Heijndrick Isbrantsz Muijen, wonende te Koudekerk en getrouwd met Maritgen Matheeusdr van der Sluijs, en Cornelis Gerritsz Booman, wonende te Oudshoorn en getrouwd met Lijsbet Matheeusdr van der Sluijs, samen voor de ene helft erfgenamen van Jan Mattheeusz van der Sluijs, innocente persoon, circa drie jaar geleden te Oudshoorn overleden, mitsgaders voornoemde Heijndrick Isbrantsz Muijen en Cornelis Gerritsz Booman in de voornoemde qualite nevens Sijmon Gerritsz van Leeuwen, wonende te Aarlanderveen en weduwnaar van Geertgen Matheeusdr van der Sluijs, Evert Aertsz Blaeser, wonende te Alphen en getrouwd met Maritgen Cornelisdr, voor zichzelf en vervangende en zich sterkmakende voor Stijntgen Cornelis, ongehuwde persoon wonende te Rijnsburg, en Pieter Claesz Schouten, wonende te Alphen als vader en voogd van Claes Pietersz Schouten, verwekt bij Fijtjen Cornelisdr, vervangende en zich sterkmakende voor Gijsbert Dircxsz de Jongh, wonende te Rijnsburg en getrouwd met Geertgen Cornelisdr, allen kinderen en kleinkinderen van Cornelis Matheeusz van der Sluijs, tezamen erfgenamen van de andere helft van voornoemde Jan Mattheusz van der Sluijs. Ze hebben in hun voornoemde qualite ter secretarije van Oudshoorn twee rekeningen tot zich genomen, beiden over de goederen van voornoemde Jan Mattheeusz van der Sluijs, met bij een rekening de staat van zijn goederen, de eerste met datum 11-11-1649 en de tweede met datum 05-12-1652. Ze bedanken de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek voor hun goede opzicht, hen van hun taak ontheffend. Akte getekend 31-08-1656 Heijndrick Isbrantsz Muijen, Cornelis Gerritsz Booman, Eevert Aertsz, Pieter Claesz Schouten, Sijmon Gerritsz van Leeuwen

Fol. 203, aktenr. 91, d.d. 10-10-1656
Aangezien de twee minderjarige kinderen van Jan Jansz Vermij en Neeltgen Reijersdr, beiden in de ambacht van Oudshoorn overleden, mede-erfgenamen zijn van de nagelaten goederen van Maritgen Reijersdr, ongehuwde persoon, de tante van moederskant van de voornoemde twee kinderen, die enige weken geleden in de jurisdictie van Aarlanderveen is overleden, en aangezien de overige erfgenamen van voornoemde Maritgen Reijersdr graag willen overgaan tot de scheiding en deling van diens nagelaten goederen, en aangezien de voornoemde kinderen geen voogden hebben wat betreft deze erfportie, zo hebben de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek bij dezen tot voogden aangesteld over de voornoemde kinderen Gijsbert Pietersz van der Sluijs, wonende te Aarlanderveen, en Jan Gerritsz Vermij, wonende te Oudshoorn, om ten overstaan van de weesmeesters alhier met de overige erfgenamen van voornoemde Maritgen Reijersdr over te gaan tot een behoorlijke scheiding en deling. Bovendien is het de bedoeling dat de goederen die de kinderen toekomen, ondergebracht worden bij de weeskamer, om ze aldaar te beheren. Gedaan door Cornelis van Schellingerhout schout en Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircxsz Euverendam weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek op 05-10-1656. 

Fol. 203v, aktenr. 92, d.d. 03-07-1657
Rekening van de inkomsten en uitgaven van de boedel van de overleden Ewout Pietersz van der Graft.

Inkomsten: Jan Sijmonsz Cop (koe), Leen Jan Korve (koe), Jacob Thonisz (koe), Cornelis Ariensz Havenanaer (koe), Huijbert Pietersz en zijn broer (“een halff beesgen”), Willem Cornelis Ghijsen (nagras, hout), Bruijn Jacobsz (nagras), Anna Keessen (nagras), Jacob Cornelisz (huishuur), Trijntge Pietersdr (varken), Krijn de schoenmaker (huid), Cornelis Jansz Fictorij (bier), Pouwels Hiet te Hogewaard (“twee bessen”)
Uitgaven: Pieter Cornelis Cornelisz van der Graft te Koudekerk (obligatie), Trijntge Pietersdr (een jaar kost, eten en drinken), meester Pieter (meesterloon), Jan Warrenaerse (scheren), Crijn de Raemmaecker te Koudekerk (kruiwagen), Evert Aertsz (pachter slachtgeld, bierimpost), Thijmen Claesz biersteker (bier)  

Geaccordeerd door Jan Pietersz van der Gracht den ouden, door mij secretaris.

Fol. 207, aktenr. 93, d.d. 03-07-1657
Rekening van hetgeen Jan Pietersz van der Gracht voor de boedel van Eeuwout Pietersz van der Gracht, zijn overleden broer, ontvangen en uitgegeven heeft.  

Inkomsten: de gezamenlijke erfgenamen van Eeuwout Pietersz van der Gracht hebben verkocht aan Jacob Cornelisz Victori het huis en erf met 12 morgen land, toebehorend de kerk van Hoogmade, voor 1.725 gulden contant geld, wat nadien in zes delen is verdeeld, namelijk Jan Pietersz van der Gracht, Trijntgen Pietersdr van der Gracht, de kinderen van jonge Jan Pietersz van der Gracht, Pieter Cornelisz van der Gracht zoon van Cornelis Pietersz van der Gracht, de zeven kinderen van Grietgen Pietersdr van der Gracht en de twee kinderen van Gerrit Pietersz van der Gracht.
Uitgaven: doodschulden, landpacht, verpondingen, mergen- en molengeld en andere ongelden.  

Aldus gehoord en gesloten ten overstaan van Cornelis Vermeer secretaris, vervanger van Cornelis van Schellingerhout schout, en Claes Claesz Vranck weesmeester van Oudshoorn en Gnephoek op 04-05-1657. Pieter Cornelisz van der Gracht, Sijmon Jelisz Bos getrouwd met Jannetgen Gerritsdr van der Gracht, Huijbert Pietersz Loopicker getrouwd met Neeltgen Gerritsdr van der Gracht, alsmede Gijsbert Ariensz Doeff, zoon en als last hebbende van Trijntge Pietersdr van der Gracht, zijn moeder, getekend datum ins. Getekend: Cornelis Vermeer, Claes Claesse Vranck, het merk van Pieter Cornelisz, Jan Pietersz van der Graft, het merk van Huijbert Pietersz Loopicker, Sijmon Jellissen Bon, Ghijsber Adrijaens Doof.

Fol. 210v, aktenr. 94, d.d. 24-08-1657
Rekening van Jan Cornelisz Vermij en Sijmon Floris [Vermij] als aangestelde voogden van Engeltgen Cornelisdr en Neeltgen Cornelisdr Vermij, hun zussen en schoonzussen, beide mede nagelaten en minderjarige kinderen van Cornelis Jansz Vermij, waar Leuntgen Engelsdr de moeder van is, van al hetgeen zij vanwege de voornoemde twee kinderen sinds het aanvaarden van de voordij ontvangen en uitgegeven hebben.  

Inkomsten: Jan Jansz int Velt en de weduwe van Pieter Jansz int Velt (obligatie), Cornelis Cornelisz Loondersloot, Jan Cornelisz Vermij (huis- en landhuur), Dirck Cornelisz de Heer (rente), Pieter Gijsen van Dam (rente). Totaal 1040-13-8.
Uitgaven: Pieter Gijsen van Dam, Dirck Cornelisz de Heer, Jan Cornelisz Vermij, Cornelis Huijgen (geld, stenen), Cornelis van Schellingerhout (kwitantie), Claes Maet Aertsz Verhoeff timmerman (arbeidsloon, hout, spijkers), Gijsbert Dircxsz Cop (schoenen), Machtel Louris vrouw van Maerten Roeten van Heijningen bode/herbergier (eten), Cornelis Vermeer secr. (schrijfloon), Claes Jansz Onnosel (eten). Totale uitgaven 702-12-0 voor hen samen. Alleen voor Engeltgen Cornelisdr: Jan Cornelisz van de Voort, Leeutngen Engels (linnen laken), Arien Cornelisz schoenmaker te Koudekerk (schoenen), Willem Cornelisz van de Voort nu getrouwd met Engeltje Cornelisdr Vermij, Joost Heijndricksz van der Vaeck lakenkoper (winkelwaren), Pieter Ariensz Verbeeck lakenkoper (waren). Samen 251-4-8. Alleen voor Neeltge Cornelisdr: Joost Heijndricxsz van der Vaeck lakenkoper (winkelwaren), Arien Cornelis schoenmaker te Koudekerk, Abraham Haringen kleermaker te Koudekerk (waren), Leuntgen Engels (laken), Pieter Ariensz Verbeeck lakenkoper (waren), mr. Willem chirurgijn te Koudekerk (medicijnen), Jan Heijndircksz van der Vaeck (winkelwaren), Neeltgen Reijersdr weduwe van Jan Jansz Vermij. Samen 80-8-0. De totale som van de rekening bedraagt 1034-4-8.
Dit afgetrokken van de ontvangsten, zo heeft Sijmon Florisz Vermij nog te betalen 6-9-0 wat meer is ontvangen dan uitgegeven. Hij is ook nog schuldig aan Neeltgen Cornelis alleen hetgeen zij van Jan Cornelisz Vermij, ook hij Sijmon Florisz, Cornelis Cornelisz Londersloot getrouwd met Marijtgen Cornelisdr Vermij en Jan Cornelisz van de Voort getrouwd met Baertje Cornelisdr Vermij vanwege voornoemde Neeltgen Cornelisdr van ieder 10 gulden genoten heeft of zelf schuldig was. Dit te samen 40 gulden.

Aldus gedaan, gehoord, gerekend en gesloten door Cornelis Vermeer secretaris in plaats van Cornelis van Schellingerhout en Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircksz Euverendam weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek, mitsgaders Leuntgen Engelsdr moeder, Willem Cornelisz van de Voort getrouwd met Engeltge Cornelisdr Vermij, ondertekend op 24-08-1657.

Fol. 215v, aktenr. 95, d.d. 03-09-1657
Staat van de goederen toebehorend aan Engeltge en Neeltge Cornelisdochters Vermij, waar Leuntgen Engelsdr moeder van is.

Huis en erf met ca. 2 morgen 4 hond land, gelegen in de Ridderbuurt van Oudshoorn, verhuurd aan Jan Cornelisz Vermij. Dirck Cornelisz de Heer (obligatie), Pieter Gijsen van Dam (obligatie), Cornelis Huijgen (obligatie), Jan Cornelisz Vermij (obligatie), Willem Cornelisz van der Voort man van Engeltgen Cornelisdr Vermij (voorgeschoten), Neeltgen Cornelisdr (voorgeschoten), Sijmon Florisz (slot van rekening). Samen 959-3-8. Gedeeld door twee is 479-11-12.

Aldus deze staat gemaakt en deling uitgevoerd op 24-08-1657. Willem Cornelisz van der Voort heeft de obligatie op Pieter Gijsen van Dam gekregen en Sijmon Florisz de drie andere obligaties voor Neeltgen Cornelisdr Vermij. Getekend Cornelis Vermeer, Claes Claesz Vranck, Ghijsbert Dircksz Euverendam, Willem Cornelisz van de Voort, Sijmon Florisz, Jan Cornelisz

Compareerde voor Cornelis Vermeer secretaris vervanger voor Cornelis van Schellingerhout schout, Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircxsz Euverendam weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek, Willem Cornelisz van de Voort scheepmaker getrouwd met Engeltgen Cornelisdr Vermij die verzocht om zijn vrouw uit de voogdij te ontheffen en haar goederen te ontvangen, waarna haar moeder Leuntgen Engelsdr is gehoord, evenals haar broer Jan Cornelisz Vermij en haar zwager Sijmon Florisz getrouwd met Jannitgen Cornelisdr Vermij, voogden over de voornoemde Engeltgen Cornelisdr Vermij, die instemden met het verzoek. Daarom hebben de schout en weesmeester voornoemde Engeltgen Cornelisdr uit de voogdij ontheven en aan haar voornoemde man haar goederen verstrekt, wat voornoemde Willem Cornelisz van de Voort dankbaar accepteerde en hij bedankte de schout, weesmeesters en voogden voor hun zorg en opzicht, en ontheffende van hun taak. Akte 24-08-1657. Getekend Willem Cornelisz van de Voort

Fol. 218, aktenr. 96, d.d. 30-11-1657
Rekening van de nagelaten en verkochte goederen van Grietgen Heijndricksdr, ongehuwd persoon, 19-09-1655 te Leiden overleden, die ter weeskamer van Oudshoorn en Gnephoek en daar ten overstaan van schout en weesmeesters zijn verkocht en zijn nagelaten aan Heijndrick Barentsz en Geertje Barentsdr, Geertje Barentsdr nog minderjarig zijnde, nagelaten kinderen van Barent Heijndricksz Pannebacker en Trijntje Heijndricx, beiden in de ambacht van Gnephoek overleden, voor zover de schout en weesmeesters van Oudshoorn en Gnephoek weten.

Inkomsten: Adriaen Engebrechtsz te Leiden (obligatie), Harmen Jansz Schuddeboom (beddengoed). Alle inkomsten bedragen 257-4-0.
Uitgaven: Johannes Ooms, Jasper den Diender (eten), Jacob Meeusz, Claes Jansz Onnosel (eten), mr. Daniel van Ceulen (advies), Cornelis Tomasz Paets (schoonvader van Heijndrick Barentsz), Harmen Jansz Schuddeboom, Johannes Ooms, Claes Verruijt, Jan Gerritsz Strijcker alias Lapper (kousen), Maerten Roeten van Heijningen bode/herbergier (eten). Totaal 218-15-0.
Blijft over 38-9-0, waarvan de helft gaat naar Heijndrick Barentsz en de andere helft naar Geertje Barentsdr, beiden nagelaten kinderen van Trijtngen Heijndricksdr in haar leven zus van voornoemde Grietgen Heijndricksdr, ieder een bedrag van 19-4-8.  

Aldus gedaan en getekend 30-11-1657 door Cornelis van Schellingerhout schout, Claes Claesz Vranck en Gijsbert Dircksz Euverendam weesmeesters van Outshoorn en Gnephoek in het bijzijn van Cornelis Thomasz Paets wonende te Alphen, last hebbende van Heijndrick Barentsz Pannebacker te Woerden, zijn zwager, Geertje Barentsdr en Harmen Jansz Schuddeboom wonende in de Lagewaard te Koudekerk, en ten oorkonde getekend.