Rijnsaterwoude - ORA 1617-1620
Hier volgen samenvattingen van de transportakten van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop tussen 1617 en 1620.
De namen zijn weergegeven zoals ze in de originele akten staan. Van Dirc maak ik dus geen Dirck.
De akten zijn in te zien via de FamilySearch-catalogus. Zoek op de plaats Rijnsaterwoude, ga naar de Court records, waar de Transportregisters staan.
Scheidbrief. Jacob Jorisz als man en voogd van Marrijtgen Aertsdr, Theus Cornelisz als man en voogd van Griete Aertsdr en Dirck Pietersz als man en voogd van Jonge Marrijtgen Aertsdr, Griete Claesdr, wonende te Katwijk met de schout als gekozen voogd, Jan Arijensz, kleermaker te Alphen, als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, zich sterkmakende voor de twee nagelaten weeskinderen van Neeltgen Claesdr, in haar leven verwekt bij Gerrit Meesz, beiden overleden, met namen Marrijtgen en Claertgen Gerritsdr, Claes Jansz, wonende te Oudshoorn, als vader en voogd van Jan en Claes Claeszonen en Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, Cornelis Claesz, wonende te Leimuiden, voor zichzelf, Jan Jacobsz als man en voogd van Aechte Claesdr, Gerrit Jansz scheepmaker voor zichzelf en met het recht van Maerten Dircxsz als man en voogd van Crijntgen Aertsdr, Aerent Claesz schoenmaker als man en voogd van Annetgen Jansdr, nog voornoemde Gerrit Jansz vervangende Gerrit Dircxsz, wonende in het Lageland, als man en voogd van Marrijtgen Jansdr, Jacob Willemsz, wonende te Leimuiden, als oom en voogd van de onmondige kinderen van zaliger Arent en Claes Janszonen, met namen Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, hun oom, aan de ene, Dirck Claesz als man en voogd van Marrijtgen Cornelisdr zaliger, aan de andere zijde, ten overstaan van de schout en weesmeesters van dit ambacht en Aarlanderveen, sluiten een akkoord over waar Dirck Claesz recht op meent te hebben uit de erfenis van Rutgen Arijensdr, de tante van zijn huisvrouw. Dirck Claesz krijgt een kampje land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 2 morgen land, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden de voornoemde erfgenamen, ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden voornoemde Dirck Claesz zelf; hij krijgt uit de boedel van Jacob Aertsz een kooi of kas en hij zal een hoofdsom van 100 gulden op zich nemen; hij zal aan Jacob Jorisz als man en voogd van Marrijtgen Aertsdr 100 gulden betalen in vier jaar; hij betaalt aan Marrijtgen Jansdr, wonende te Geervliet, 25 gulden. Alles gewaardeerd op 1.200 gulden. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, d.d. 01-12-1617 (scan 243)
Eigenbrief. Theus Cornelisz als man en voogd van Griete Aertsdr, Dirck Pietersz als man en voogd van Jonge Martgen Aertsdr, vervangende Jacob Jorisz, hun zwager, als man en voogd van Marrijtgen Aertsdr, Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, met procuratie en als voogd van Griete Claesdr, wonende te Katwijk, Jan Arijensz, kleermaker te Alphen, als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, elk voor een gerechte zestiende deel, nog dezelfde Jan Arijensz zich sterkmakende voor de twee nagelaten weeskinderen van Neeltgen Claesdr, in haar leven verwekt bij Gerrit Meesz, beide overleden, met namen Marrijtgen en Claertgen Gerritsdochters, voor een gelijk zestiende deel, Claes Jansz, wonende te Oudshoorn, als vader en voogd van Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, mede voor een gelijk zestiende deel, Cornelis en Dirck Claeszonen elk voor hen zelf, Jan Jacobsz als man en voogd van Aechte Claesdr, elk voor een gelijk zestiende deel, Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, voor zichzelf en met het recht van Maerten Dircxsz als man en voogd van Crijntgen Aertsdr, voor twee zestiende delen, nog dezelfde Gerrit Jansz met Jacob Willemsz, wonende te Leimuiden, als ooms en voogden van de onmondige kinderen van Arent en Claes Janszonen zaliger, met namen Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, voor een gelijk zestiende deel, en Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, mede voor een gelijk zestiende deel, nog voornoemde Gerrit Jansz vervangende Gerrit Dircxsz, wonende in het Lageland, als man en voogd van Marrijtgen Jansdr, mede voor een gelijk zestiende deel, de comparanten samen vervangende Aert Claesz, mede erfgenaam, “jegenwoordich niet en is te becomen”, voor het resterende zestiende deel, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Arent Claesz schoenmaker, wonende in het dorp Leimuiden, als man en voogd van Annetgen Jansdr, als mede erfgenaam voor een zestiende deel, een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jan Claesz Calverdijck en de Heerweg, ten zuiden voornoemde Gerrit Jansz, ten westen Arent Claesz de koper zelf met het navolgende erf en ten noorden voornoemde Jan Claesz Calverdijck en Pieter Foppen, te verongelden voor 1 hond land. [Er volgen nog wat voorwaarden.] De koopsom is 600 gulden. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 1, d.d. 01-12-1617 (scan 244)
Eigenbrief. Theus Cornelisz als man en voogd van Griete Aertsdr, Dirck Pietersz als man en voogd van Jonge Martgen Aertsdr, vervangende Jacob Jorisz, hun zwager, als man en voogd van Marrijtgen Aertsdr, Aerent Claesz, met procuratie en als voogd van Griete Claesdr, wonende te Katwijk, Jan Arijensz, kleermaker te Alphen, als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, elk voor een gerechte zestiende deel, nog dezelfde Jan Arijensz zich sterkmakende voor de twee nagelaten weeskinderen van Neeltgen Claesdr, in haar leven verwekt bij Gerrit Meesz, beide overleden, met namen Marrijtgen en Claertgen Gerritsdochters, voor een gelijk zestiende deel, Claes Jansz, wonende te Oudshoorn, als vader en voogd van Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, mede voor een gelijk zestiende deel, Cornelis en Arent Claeszonen elk voor hen zelf, Jan Jacobsz als man en voogd van Aechte Claesdr, elk voor een gelijk zestiende deel, Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, voor zichzelf en met het recht van Maerten Dircxsz als man en voogd van Crijntgen Aertsdr, voor twee zestiende delen, nog dezelfde Gerrit Jansz met Jacob Willemsz, wonende te Leimuiden, als ooms en voogden van de onmondige kinderen van Arent en Claes Janszonen zaliger, met namen Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, voor een gelijk zestiende deel, en Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, mede voor een gelijk zestiende deel, nog voornoemde Gerrit Jansz vervangende Gerrit Dircxsz, wonende in het Lageland, als man en voogd van Marrijtgen Jansdr, mede voor een gelijk zestiende deel, de comparanten samen vervangende Aert Claesz, mede erfgenaam, “jegenwoordich niet en is te becomen”, voor het resterende zestiende deel, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, mede erfgenaam voor een zestiende deel, een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden de Kerklaan en de Heerweg, ten westen Arent Claesz en ten noorden Gerrit Jansz, te verongelden voor 75 roeden land, belast met een hoofdsom van 100 gulden als onderdeel van een losrente van 500 gulden. [Er volgen nog wat voorwaarden.] Nog een erf gelegen achter het dorp Leimuiden, belend ten oosten Arent Claesz, ten zuiden de Kerklaan, ten westen de dwarssloot en ten noorden Pieter Foppen, te verongelden voor 1/2 hond land, belast met een derde deel van een hoofdsom van 100 gulden als deel van een losrente van 500 gulden. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 3, d.d. 01-12-1617 (scan 246)
Schuldbrief. Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Aert Claesz als zoon van Ouwe Claes Aertsz 660 gulden te betalen in zes termijnen, vanwege de bovenstaande koop. Als onderpand geldt het gekochte land. Arent Claesz schoenmaker, wonende in het dorp Leimuiden, stelt zich borg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 5v, d.d. 01-12-1617 (scan 249)
Eigenbrief. Theus Cornelisz als man en voogd van Griete Aertsdr, Dirck Pietersz als man en voogd van Jonge Marrijtgen Aertsdr, vervangende Jacob Jorisz, hun zwager, als man en voogd van Marrijtgen Aertsdr, Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, met procuratie van Griete Claesdr, wonende te Katwijk, Jan Arijensz, kleermaker te Alphen, als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, elk voor een gerechte zestiende deel, nog dezelfde Jan Arijensz zich sterkmakende voor de twee nagelaten weeskinderen van Neeltgen Claesdr, in haar leven verwekt bij Gerrit Meesz, beide overleden, met namen Marrijtgen en Claertgen Gerritsdochters, voor een gelijk zestiende deel, Claes Jansz, wonende te Oudshoorn, als vader en voogd van Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, mede voor een gelijk zestiende deel, Cornelis en Dirck Claeszonen elk voor hen zelf, Arent Claesz als man en voogd van Annetgen Jansdr, Jan Jacobsz als man en voogd van Aechte Claesdr, elk voor een gelijk zestiende deel, Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, voor zichzelf en met het recht van Maerten Dircxsz als man en voogd van Crijntgen Aertsdr, voor twee zestiende delen, Jacob Willemsz, wonende te Leimuiden, als oom en voogd van de onmondige kinderen van Arent en Claes Janszonen zaliger, met namen Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, voor een gelijk zestiende deel, en Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, mede voor een gelijk zestiende deel, nog voornoemde Arent Claesz schoenmaker vervangende Gerrit Dircxsz, wonende in het Lageland, als man en voogd van Marrijtgen Jansdr, mede voor een gelijk zestiende deel, de comparanten samen vervangende Aert Claesz, mede erfgenaam, “jegenwoordich niet en is te becomen”, voor een gelijk zestiende deel, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, voor zichzelf met het recht verkregen van Maerten Dircxsz, man en voogd van Crijntgen Aertsdr, als mede erfgenaam van twee zestiende delen, een erf gelegen in het dorp Leimuiden, te verongelden voor 75 roeden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Dirck Claesz en ten westen en noorden Arent Claesz, belast met een hoofdsom van 100 gulden, een gedeelte van een hoofdsom van 500 gulden, waarvan de rest moet worden gedragen door de erfgenamen van voornoemde Jacob Aertsz, waarvan de koper de hypotheek moet verdragen. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 6v, d.d. 01-12-1617 (scan 250)
Schuldbrief. Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, voor zichzelf met het recht verkregen van Maerten Dircxsz, man en voogd van Crijntgen Aertsdr, is schuldig aan de erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven wonende te Leimuiden, elk een zestiende deel van 437 gld. 10 st. te betalen in vijf termijnen, vanwege de bovenstaande koop. Als onderpand geldt het gekochte land. Anthonis Claesz van der Muelen, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, stelt zich borg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 8, d.d. 01-12-1617 (scan 251)
Eigenbrief. Dirck Claesz en Arent Claesz met procuratie van Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Claes Jansz als vader en voogd van zijn vier onmondige kinderen, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, Gerrit Jansz en Jacob Willemsz als ooms en voogden van de drie nagelaten weeskinderen van Arent Jansz en de twee nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, in hun leven wonende te Leimuiden, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Anthonis Claesz van der Muelen, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, een partij land met een werf vooraan gelegen, samen te verongelden voor 10 hond, gelegen te Leimuiden, belend in het geheel ten oosten de Heerweg, ten zuiden Arent Claesz c.s., ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden Dirck Claesz en Cors Senten. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 9, d.d. 01-12-1617 (scan 252)
Schuldbrief. Anthonis Claesz van der Muelen, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, is schuldig aan Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, nagelaten weeskinderen van Arijaentgen Claesdr, verwekt bij Claes Jansz, Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, nagelaten weeskinderen van Arent Jansz, Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, elk voor een gerecht vijfde deel 1.416 gulden te betalen in vijf termijnen, vanwege de bovenstaande koop. Als onderpand geldt het gekochte land. Arent Claesz schoenmaker stelt zich borg. Afgelost op 18-09-1622. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 9v, d.d. 01-12-1617 (scan 253)
Eigenbrief. Dirck Claesz met procuratie van Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Claes Jansz als vader en voogd van zijn vier onmondige kinderen, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, Gerrit Jansz en Jacob Willemsz als ooms en voogden van de drie nagelaten weeskinderen van Arent Jansz en de twee nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, in hun leven wonende te Leimuiden, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Arent Claesz, schoenmaker te Leimuiden, een stuk land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 4 hond, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Gerrit Jansz scheepmaker, ten westen Cornelis en Dirck Claesz en ten noorden Anthonis Claesz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 10v, d.d. 01-12-1617 (scan 254)
Schuldbrief. Arent Claesz schoenmaker, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, nagelaten weeskinderen van Arijaentgen Claesdr, verwekt bij Claes Jansz, Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, nagelaten weeskinderen van Arent Jansz, Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, elk voor een gerecht vijfde deel 562 gld. 10 st. te betalen in vijf termijnen, vanwege de bovenstaande koop. Als onderpand geldt het gekochte land. Gerrit Willemsz van Heijningen schout stelt zich borg. Afgelost op 06-02-1625. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 11, d.d. 01-12-1617 (scan 254)
Eigenbrief. Dirck Claesz en Arent Claesz met procuratie van Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Claes Jansz als vader en voogd van zijn vier onmondige kinderen, verwekt bij Arijaentgen Claesdr zaliger, Gerrit Jansz en Jacob Willemsz als ooms en voogden van de drie nagelaten weeskinderen van Arent Jansz en de twee nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, in hun leven wonende te Leimuiden, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, ten overstaan van schout en de weesmeesters van dit ambacht en van Aarlanderveen, verkopen aan Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, een partij land gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Gelder Cornelisz, ten westen Cornelis en Dirck Claesz en ten noorden Aerent Claesz, te verongelden voor 6 hond. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 12, d.d. 01-12-1617 (scan 255)
Schuldbrief. Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Griete Claesdr, Jan Arijensz als man en voogd van Marrijtgen Claesdr, Jan en Claes Claeszonen, Marrijtgen en Geertgen Claesdochters, nagelaten weeskinderen van Arijaentgen Claesdr, verwekt bij Claes Jansz, Jan, Willem en Trijntgen Arentszonen en -dochter, nagelaten weeskinderen van Arent Jansz, Jan Claesz en Trijntgen Claesdr, nagelaten weeskinderen van Claes Jansz, samen erfgenamen van Jacob Aertsz, in zijn leven gewoond hebbende te Leimuiden, elk voor een gerecht vijfde deel 750 gulden te betalen in vijf termijnen, vanwege de bovenstaande koop. Als onderpand geldt het gekochte land. Anthonis Claesz van der Muelen stelt zich borg. Afgelost op 14-11-1623. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 13, d.d. 01-12-1617 (scan 256)
Rentebrief. Pieter Jansz, wonende te Vriezekoop, is schuldig aan Willem Anthonisz, wonende te Nieuwveen, een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten en noorden Meerten Huijbertsz, ten zuiden de Drecht en ten westen de weduwe van Jan Cornelisz scheepmaker. In de marge: Jacob Gerritsz Groot, eigenaar van het onderpand, geeft aan dat de brief is afgelost, d.d. 20-09-1634. Getuigen: Arijen Jansz en Aelbert Aelbertsz Soon, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 14, d.d. 04-12-1617 (scan 257)
Rentebrief. Cornelis Arijen Damen, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Pieter Arentsz van IJsselendoorn, wonende te Leiden, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand gelden twee kampen land gelegen aan de Drecht onder Leimuiden, belend ten oosten de landscheiding, ten zuiden de Drecht, ten westen Mouring Huijgen en ten noorden Anthonis Huijghen. Afgelost op 09-10-1635. Getuigen: Arijen Dircxsz en Arijen Janssoon, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 15, d.d. 05-12-1617 (scan 258)
Koopbrief. Grietgen Cornelisdr, weduwe van Gerrit Willemsz, met Adrijaen Cornelisz, haar broer en voogd, voor de ene helft, en Willem Gerritsz Veijers als grootvader en voogd van de drie nagelaten weeskinderen van voornoemde Gerrit Willemsz, voor de andere helft, ten overstaan van Jacob Heijndricxsz en Gijsbert Jansz, weesmeester in deze ambachten, hebben in het openbaar verkocht aan Gerrit Willemsz van Heijningen schout twee perceeltjes land naast elkaar, gelegen te Rijnsaterwoude, belend in het geheel ten oosten Michiel Jansz en Willem Jansz, ten zuiden voornoemde Willem Jansz en Arijs Pietersz, ten westen voornoemde weduwe en kinderen en ten noorden voornoemde Michiel Jansz, te verongelden voor 7 hond. De koopsom is 685 gulden te betalen in zes termijnen. Jan Jansz van Heijningen, schout van Schrevelsgerecht, bezegelt de akte. Getuigen: Arijen Dircxsz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 16, d.d. 13-12-1617 (scan 259)
Rentebrief. Jan Gerritsz Straff, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Cornelis Claesz van de Geer een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt een huis, erf en boomgaard gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Marrij Pietersdr, ten zuiden de Drecht, ten westen Dirck Cornelisz en ten noorden Meerten Huijbertsz. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 16v, d.d. 13-12-1617 (scan 260)
Transportbrief. Joost Woutersz timmerman, wonende te Rijnsaterwoude, draagt over aan Jan Cornelisz, wonende te Rijnsaterwoude, een principaal- en transportbrief op naan van Jan Willemsz scheepmaker, inhoudende een erfje waar tegenwoordig een huisje op staat. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 17v, d.d. 15-12-1617 (scan 261)
Schuldbrief. Jan Cornelisz, wonende te Rijnsaterwoude, is schuldig aan Joost Woutersz timmerman, wonende mede aldaar, 575 gulden te betalen in twaalf termijnen vanwege de koop van het voorgenoemde huisje en erfje gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten en noorden Aelbert Aelbertsz Soon, ten zuiden Allert Jansz smi en ten westen de Heerweg. Pieter Bouwensz, wonende te Rijnsaterwoude, stelt zich borg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 18, d.d. 15-12-1617 (scan 261)
Transportbrief. Mr. Gerrit Lintlaen, chirurgijn, wonende te Leimuiden, draagt over aan mr. Pieter Remkens, thans wonende te Langeraar, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 14-01-1610, op naam van de weduwe van Arijen Jansz, inhoudende een huisje en erfje. Betaald met een schuldbrief. Allert Ariensz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, stelt zich waarborg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 18v, d.d. 18-12-1617 (scan 262)
Schuldbrief. Mr. Pieter Remkes, thans wonende te Langeraar, is schuldig aan mr. Gerrit Lintlaen, chirurgijn te Leimuiden, 745 gulden te betalen in zeven termijnen, vanwege de koop van bovengenoemd huisje en erfje gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten en noorden Machtelt Heijndricxsdr, ten zuiden Isbrant Rieuwertsz en ten westen de Heerweg. Maerten Arijensz de Groot, waard bij de Leimuiderbrug, stelt zich borg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 19v, d.d. 18-12-1617 (scan 263)
Koopbrief. Willem Cornelisz, wonende te Leimuiden, verkoopt aan Pieter Thijsz een partij land gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, te verongelden voor 2 hond land, belend ten oosten Cornelis Vrericxsz, ten zuiden Dirckgen Sijmons, weduwe van Willem Dircxsz, ten westen Eleman Jansz en ten noorden de koper zelf. De koopsom is betaald met een obligatie van 150 gulden in drie termijnen. Getuigen: Arent Jansz en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 20v, d.d. 27-12-1617 (scan 264)
Scheepswaterbrief. Pieter Anthonisz visser, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, is schuldig aan Jan Cornelis Heertges 250 gulden vanwege de koop van een waterschuitje met gereedschap, be betalen met 50 gulden en de rest in drie termijnen. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten en noorden Willem Jacobsz, ten zuiden Pieter Henricxsz de Vries en ten westen de Oude Wetering. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 21, d.d. 01-01-1618 (scan 264)
Testamentbrief. Jan Fransz schoenmaker en Marrijtgen Pietersdr, echtelieden, wonende in het dorp Leimuiden, beiden gezond, maken hun testament op. De langstlevende erft alle goederen. Getuigen: Jacob Willemsz en Phillips Jansz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 21v, d.d. 03-01-1618 (scan 265)
Koopbrief. Mr. Wouter Willemsz, wonende in het dorp Leimuiden, verkoopt aan Jan Claesz linnenwever, wonende mede aldaar, een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Cornelis Corsz kuiper, ten zuiden en westen de verkoper zelf en ten noorden de Heerweg. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Jan Claesz Calverdijck, die zich ook waarborg stelt. Getuigen: Arent Jansz en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 22v, d.d. 07-01-1618 (scan 266)
Schuldbrief. Jan Claesz linnenwever, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Jan Claesz Calverdijck 240 gulden te betalen in acht termijnen. Als onderpand geldt het gekochte huis en erf. Claes Baertsz, vader van de comparant, stelt zich borg. Getuigen: Arent Jansz en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 23v, d.d. 07-01-1618 (scan 267)
Koopbrief. Jan Arijsz als man en voogd van Eeffgen Pietersdr als erfgenaam van Willem Dircxsz Cluts zaliger verkoopt aan Cornelis Claesz Buijs stukje land gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 hond land, belend ten oosten en zuiden Jan Gerritsz, ten westen Dirck Gielen en ten noorden de koper zelf. Betaald met een obligatie van 250 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Arien Jansz en Jacop Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 24v, d.d. 10-01-1618 (scan 268)
Schuldbrief. Phillips Huijbertsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Cornelis Arijen Damen kramer 300 gulden geleend geld, te betalen in zes termijnen. Als onderpand geldt zijn huis en erf met het naastgelegen land, gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Sijmon Claesz, ten zuiden de Drecht, ten westen Marrij Pietersdr en ten noorden het Vossepad; nog 1/2 morgen land gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Thees Jansz, ten zuiden het Vossepad, ten westen Jan Lenertsz en ten noorden Ewout Wiggersz. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 25, d.d. 10-01-1618 (scan 268)
Rentebrief. Aechte Jansdr, weduwe en boedelhoudster van Gleijn Isbrantsz, met de schout als gekozen voogd, is schuldig aan Frans Arijensz, brouwer te Leiden, een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt haar huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Calslagerdijk onder Vriezekoop, belend ten oosten de weduwe van Thijmon Pietersz, ten zuiden Cornelis Dircxsz, ten westen Claes Reijersz en ten noorden de Heerweg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 25v, d.d. 10-01-1618 (scan 269)
Schuldbrief. Aechte Jansdr, weduwe en boedelhoudster van Gleijn Isbrantsz, met de schout als haar gekozen voogd, is schuldig aan Cornelis Jansz timmerman, wonende te Calslagen, 164 gulden vanwege de koop van een huis, te betalen in vier termijnen. Als onderpand geldt haar huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Calslagerdijk onder Vriezekoop, belend ten oosten de weduwe van Tijmon Pietersz, ten zuiden Cornelis Dircxsz, ten westen Claes Reijersz Vos en ten noorden de Heerweg. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 26v, d.d. 12-01-1618 (scan 270)
Koopbrief. Jan Cornelis Woutersz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, verkoopt aan Cornelis Fransz, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden een partij land, belend ten oosten Cornelis Arentsz, ten zuiden Lenert Fransz, ten westen de koper zelf en ten noorden Neeltgen Dircxdr, weduwe van Frans Dircxsz; nog een akker land, belend ten oosten en zuiden de weduwe van Cornelis Dircxsz, ten westen de weduwe van Cornelis Jacobsz en ten noorden de Rijsdrecht; nog een akker land, belend ten oosten Willem Pieter Thijsz, ten zuiden en westen Cornelis Arentsz en ten noorden de weduwe van Cornelis Vechtersz; samen te verongelden voor 6 hond land, alles gelegen te Leimuiden. De koopsom is 550 gulden. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 27v, d.d. 21-01-1618 (scan 271)
Koopbrief. Weijntgen Dircxsdr, weduwe van Pieter Claesz, met Huijch Dircxsz, haar broer en gekozen voogd, verkoopt aan Cornelis Baertsz, haar zwager, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden een huis, erf en boomgaard, belend ten oosten de koper zelf met de navolgende partij, ten zuiden Harmen Jansz, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Huijch Dircxsz; nog een partij land, belend ten oosten Huijch Dircxsz, ten zuiden de Drecht, ten westen de koper met het voornoemde huis en erf en voornoemde Harmen Jansz en ten noorden Dirck Anthonisz; nog een partij land, belend ten oosten Dirck Fransz c.s., ten zuiden Dirck Cornelisz Verdrecht, ten westen Huijch Dircxsz en ten noorden voornoemde Dirck Fransz; nog een akker land, belend ten oosten Gelder Cornelisz, ten zuiden Huijch Dircxsz, ten westen de koper zelf en ten noorden voornoemde Dirck Fransz; samen te verongelden voor 1 morgen 6 hond land gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden. De verkoopster mag haar leven lang het mede vruchtgebruik van de boomgaard en wijngaard hebben en haar leven lang bij voornoemde Cornelis Baertsz inwonen. Cornelis Baertsz zal op zijn beurt 50 manden turf ontvangen van Aelbert Dircxsz, wonende te Vriezekoop. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 28, d.d. 22-01-1618 (scan 271)
Schuldbrief. Cornelis Baertsz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden is schuldig aan Weijntgen Dircxsdr, weduwe van Pieter Claesz, 1.550 gulden te betalen in elf termijnen, vanwege de koop van eerdergenoemde huis en landen. Als onderpand gelden de gekochte huis en landen. Afgelost op 22-11-1629. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 28v, d.d. 22-01-1618 (scan 272)
Rentebrief. Luijt Arijensz lijndraaier, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Jan Claesz Calverdijck lakenkoper, wonende in het dorp Leimuiden, een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten en zuiden Vreerick Jansz, ten westen de Heerweg en ten noorden mr. Gerrit Arijensz schoolmeester. Getuigen: Jacob Willemsz en Arien Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 29v, d.d. 24-01-1618 (scan 273)
Koopbrief. Claes Ewoutsz, thans wonende te Vriezekoop, draagt over aan Grietgen en Gijsgen Maertensdr, zussen, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 20-04-1609 op naam van Pieter Jan Dircxsz, inhoudende 2,5 morgen land, zowel heel als akker, waar tegenwoordig een huisje op staat. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arent Jansz en Mees Arijensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 30v, d.d. 24-01-1618 (scan 274)
Schuldbrief. Grieten ende Gijsgen Maertensdr, zussen, met Maerten Dircxsz, hun vader en gekozen voogd, zijn schuldig aan Claes Ewoutsz 800 gulden te betalen in acht termijnen, vanwege de koop van een huis en erf met het naastgelegen land, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de landscheiding met Vriezekoop, ten zuiden Jacob Jorisz en Garrebrant Jansz, ten westen de Heerweg en ten noorden voornoemde Garrebrant Jansz en Huijbert Lenertsz. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Arent Jansz en Mees Arijensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 31, d.d. 24-01-1618 (scan 274)
Koopbrief. Aerent Claesz schoenmaker, wonende te Leimuiden, verkoopt aan Jan Claesz Calverdijck lakenkoper, wonende mede aldaar, een schuur met erf, belend ten oosten Jan Claesz zelf, ten zuiden en westen de verkoper en ten noorden Pieter Foppen, inclusief een gang strekkende van het erf oostwaarts tot de Heerweg. De koopsom is 324 gulden, te betalen in drie termijnen. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 32, d.d. 24-01-1618 (scan 275)
Transportbrief. Cornelis Dircxsz en Claes Reijersz, beiden buurluiden aan de Drecht onder Vriezekoop, erfgenamen van Aechgen Jansdr zaliger, elk voor een vijfde deel, dragen over aan Willem Anthonisz kramer te Nieuwveen een bezegelde schouten schuldbrief d.d. 02-04-1617 op naarm van Jonge Jan Reijersz, waarvan nog openstaat 900 gulden, te betalen in negen termijnen. Hoewel de hele schuldbrief gaat over 900 gulden, geldt de overdracht slechts voor de 300 gulden die de comparanten in bezit hebben, te betalen in acht termijnen. Gezien dat Willem Anthonisz nog 400 gulden tegoed heeft van Cornelis Dircxsz volgens een custingbrief met jaarlijkse rente, waaraan de woning en landen van Jan Reijersz zaliger als onderpand zijn verbonden, zo belooft Cornelis Dircxsz de brief van 400 gulden af te lossen in de komende 4,5 jaar. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Janssoen, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 32v, d.d. 07-02-1618 (scan 276)
Rentebrief. Jacob Jansz Admirael, wonende aan de Aarwetering onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Pieter Gerritsz van Heijningen, wonende in het dorp Rijnsaterwoude, een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Pieter Woutersz timmerman en Willem Gerritsz Koij, ten zuiden de Aarwetering, ten westen Marrij Jansdr, weduwe van Jacob Gerritsz, en ten noorden Jan Jaspersz. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 33, d.d. 12-02-1618 (scan 276)
Testamentbrief. Anne Claesdr, weduwe van Maerten Cornelisz Hartich, wonende in het dorp Leimuiden, gezond, maakt haar testament op. Cornelis Maertensz, haar zoon, krijgt na haar dood het huisje en erf, waar de comparante nu woont, gelegen aan de Kerklaan onder Leimuiden, belend ten oosten Jan Jansz wever, ten zuiden Vreerick Jansz, ten westen Marrijtgen Jasdr en ten noorden de Kerklaan, met nog 200 gulden. Ze benoemt verder tot haar erfgenamen haar kinderen voornoemde Cornelis Maertensz, Arijaentgen, Geertgen, Trijntgen, Marrijtgen en Weijntgen Maertensdr, elk voor een gerecht zesde deel. Cornelis Maertensz mag huis niet verkopen of bezwaren. Getuigen: Phillips Jansz en Willem Gerritsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 34v, d.d. 15-02-1618 (scan 278)
Eigenbrief. Jan Gerritsz Ooten, wonende te Woubrugge, en Cornelis Pietersz van Buijten als man en voogd van Neeltgen Gerritsdr, elk voor hen zelf, en Claes Ewoutsz als man en voogd van Annetgen Gerritsdr, vervangen voornoemde Jan Gerritsz en Cornelis Pietersz hun mede broer en zussen, met namen Arijen Gerritsz, Ootgen en Magdaleentgen Gerritsdr, samen kinderen en erfgenamen van Gerrit Jansz Ooten en Marrijtgen Arijensdr, beiden overleden, verkopen aan Heijndrick Gerritsz, wonende aan de Calslagerdijk onder Vriezekoop, hun broer, een werf met een naastgelegen partij land en teelakker, te verongelden voor 1 morgen land, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Jan Gerritsz van Cleeff c.s., ten zuiden Jochim Jacobsz, ten westen Meerten Huijbertsz c.s. en ten noorden de Heerweg. De koopsom is 260 gulden, te betalen in acht termijnen. Getuigen: Jacob Willemsz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 35v, d.d. 20-02-1618 (scan 279)
Transportbrief. Cornelis Arijen Damen, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, draagt over aan Jan van der Graft, lakenkoper te Leiden, een bezegelde schouten rentebrief d.d. 04-11-1615, inhoudende een hoofdsom van 150 gulden, waarvan Cornelis Grietebaerts de jaarlijkse rente betaalt. Getuigen: Jacob Willemsz en Arijen Dircxsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 36v, d.d. 21-02-1618 (scan 280)
Koopbrief. Annetgen Arijensdr, weduwe van Kors Aertsz, met de schout als gekozen voogd, erfgenaam van Aeltgen Claesdr zaliger, verkoopt aan Meerten Jansz 1 morgen land, zowel heel als akker, belend in het geheel ten oosten Maerten Dircxsz, ten zuiden Aelbert Dircxsz, ten westen voornoemde Maerten Jansz en ten noorden de Drecht. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Arijen Dircxsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 37, d.d. 21-02-1618 (scan 280)
Schuldbrief. Meerten Jansz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Annetgen Arijensdr, weduwe van Cors Aertsz, 300 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde 1 morgen land gelegen te Vriezekoop. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Jacob Willemsz en Arijen Dircxsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 37v, d.d. 21-02-1618 (scan 281)
Koopbrief. Gijsbert Willemsz van Tol en Jan Willemsz van Tol, vervangende Lenert Willemsz en Arijen Willemsz van Tol, Claes Jansz visser als man en voogd van Luentgen Willemsdr, voor een gerecht zesde deel, en Gijsbert Pietersz van Tol, een zoon van Pieter Willemsz van Tol zaliger, voor een gerecht twaalfde deel, kinderen en erfgenamen van Willem Jeronimusz van Tol en Marrijtgen Jansdr, beiden overleden, dragen over aan Jan Jansz schoenmaker als man en voogd van Anne Pietersdr, een dochter van voornoemde overleden Pieter Willemsz, mede erfgenaam voor een twaalfde deel, een huis en erf gelegen in het dorp Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen voornoemde Gijsbert Pietersz en ten noorden Pouwels Chrijnen, belast met een losrente van 3 gulden per jaar als deel van een losrente van 6 gulden per jaar, waarvan de andere 3 gulden gedragen wordt door Gijsbert Pietersz Tol. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 38, d.d. 26-02-1618 (scan 281)
Koopbrief. Gijsbert Willemsz van Tol en Jan Willemsz van Tol, vervangende Lenert Willemsz en Arijen Willemsz van Tol, Claes Jansz visser als man en voogd van Luentgen Willemsdr, hun broers en zwager, voor een gerecht zesde deel, en Jan Jansz schoenmaker als man en voogd van Anne Pietersdr, een dochter van de overleden Pieter Willemsz van Tol, voor een gerecht twaalfde deel, kinderen en erfgenamen van Willem Jeronimusz van Tol en Marrijtgen Jansdr, beiden overleden, dragen over aan Gijsbert Pietersz van Tol, een zoon van de voornoemde overleden Pieter Willemsz, mede erfgenaam voor een twaalfde deel, een huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg en Jan Jansz schoenmaker, ten zuiden Jan Cornelis bode en Jan Cornelis Damen, ten westen Pieter Gerritsz van Heijningen en ten noorden voornoemde Jan Jansz en Pouwels Chrijnen. Belast met een losrente van 3 gulden per jaar, de helft van een losrente van 6 gulden per jaar, waarvan de andere helft wordt gedragen door voornoemde Jan Jansz Croon. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 39, d.d. 26-02-1618 (scan 282)
Schuldbrief. Gijsbert Pietersz van Tol en Jan Jansz Chroon, zwagers, wonende in het dorp Rijnsaterwoude, zijn samen schuldig aan Gijsbert Willemsz van Tol, Arijen Willemsz van Tol en Claes Jansz visser, man en voogd van Luentgen Willemsdr, 200 gulden te betalen in vier termijnen, vanwege de koop van twee huisen en erven in het dorp Rijnsaterwoude, belend in het geheel ten oosten de Heerweg, ten zuiden Jan Cornelisz bode en Jan Cornelisz waard, ten westen Pieter Gerritsz en ten noorden Pouwels Chrijnen. Gijsbert Pietersz moet 117 gulden betalen en Jan Jansz Croon 83 gulden. Als onderpand gelden de gekochte huizen en erven. Getuigen: Aelbert Aelbertsz Soon en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 40, d.d. 26-02-1618 (scan 283)
Koopbrief. Grietgen Cornelisdr met Arijen Cornelisz, haar broer en voogd, voor de ene helft, en Willem Gerritsz als grootvader en voogd zich sterkmakende voor de drie nagelaten weeskinderen van Gerrit Willemsz zaliger, die hij verwekt heeft bij voornoemde Grietgen Cornelisdr, met goedkeuring van de schout en weesmeesters, verkoopt aan Jan Willem Gerritsz, wonende in het noordeinde van Rijnsaterwoude, een partij land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 1,5 morgen land, belend ten oosten Willem Cornelisz, ten zuiden Marrij Jansdr, weduwe van Jacob Gerritsz, ten westen Jan Willemsz en ten noorden de Vriezenweg. De koopsom is 100 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Dirck Cornelisz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 40v, d.d. 07-03-1618 (scan 284)
Schuldbrief. Gijsbert Pietersz van Tol, wonende in het dorp Rijnsaterwoude, is schuldig aan Jurijaen Santman, brouwer in De Kroon te Haarlem, 150 gulden aan gehaald bier, te betalen in vijf termijnen. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Jan Cornelisz bode en Jan Cornelis Damen, ten westen Pieter Gerritsz van Heijningen en ten noorden Pouwels Chrijnen en Jan Jansz schoenmaker. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 41v, d.d. 08-03-1618 (scan 285)
Transportbrief. Lenert Bruijnensz als vader en erfgenaam van Dirck Lenertsz, zijn overleden zoon, draagt over aan Dirck Michielsz een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 25-03-1615 op naam van Jan Dircxsz koster, inhoudende 2 hond land. De koopsom is 10 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz, schepen, en Pieter Jansz, gezworene.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 42, d.d. 13-03-1618 (scan 285)
Transportbrief. Cornelis Pietersz Ruijch, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade, draagt over aan Cornelis Claesz, wonende te Leimuiden, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 20-12-1615 op naam van Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, inhoudende 4 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Jansz, gezworene, en Pieter Bouwensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 42v, d.d. 13-03-1618 (scan 286)
Schuldbrief. Cornelis Claesz, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Cornelis Pietersz Ruijch 666 gulden 10 st. te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van twee naast elkaar gelegen partijen land, gelegen te Leimuiden, belend in het geheel ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden de kinderen van Groot Dirck Jansz, ten westen Cleijn Dirck Jansz en ten noorden Dirck Claesz. Als onderpand geldt het gekochte land. Vreerick Jansz Ruijter, wonende te Leimuiden, stelt zich borg. Getuigen: Pieter Jansz, gezworene, en Pieter Bouwensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 43, d.d. 13-03-1618 (scan 286)
Koopbrief. Jacob Willemsz, wonende in het dorp Leimuiden, verkoopt aan Claes Isbrantsz, wonende mede aldaar, een partij land, te verongelden voor 14 hond land, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Jan Gijsbertsz, ten zuiden Jacob Willemsz zelf en Lenert Arijensz, ten westen Vreerick Jansz en de weduwe van Jacob Floren en ten noorden Vreerick Jansz. Getuigen: Jan Jacobsz en Sijmon Claesz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 44, d.d. 14-03-1618 (scan 287)
Transportbrief. Claes Isbrantsz, wonende te Leimuiden, draagt over aan Jacob Willemsz, wonende te Leimuiden, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 18-12-1612 op naam van Dirck Willemsz, inhoudende 7 hond land. De koopsom is 200 gulden. Getuigen: Jan Jacobsz en Sijmon Claesz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 44v, d.d. 14-03-1618 (scan 288)
Rentebrief. Arent Pietersz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan de nagelaten weeskinderen van Maerten Jacobsz en Elijsabeth Willemsdr, beiden overleden, een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land, belend ten oosten Jan Pietersz, ten zuiden de Drecht, ten westen de weduwe van Dingman Gerritsz en ten noorden Dirck Jansz en Heijndrick Anthonisz; nog 5 hond 25 roeden land, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Jaspersz, ten zuiden de Drecht, ten westen Dirck Aelbertsz en ten noorden het Vossepad; alles gelegen te Vriezekoop. In de marge: de weeskinderen staan onder toezicht van de weesmannen van Outshoorn. Getuigen: Arijen Janssoen en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 45, d.d. 18-03-1618 (scan 288)
Willige decreetbrief. Jan Jansz Bol, wonende te Leimuiden, heeft op 25-03-1615 verkocht aan Willem Ewoutsz Rijcken, wonende in het dorp Leimuiden, een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jacob Willemsz, ten zuiden de Heerweg en ten westen en noorden Lenert Arijensz, belast met een hoofdsom van 75 gulden met 6,25% rente, toekomende Cornelis Gerritsz als zoon en erfgenaam van Gerrit Heijndricxsz, zijn overleden vader, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden. Er bleek sprake te zijn van verschillende schuldeisers. Op 01-11-1617 door de vierschaar toegekend. Getuigen: Adrijaen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 46v, d.d. 19-03-1618 (scan 290)
Schuldbrief. Willem Ewoutsz, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan de crediteuren van Jan Jansz Bol 562 gulden te betalen in acht termijnen vanwege eerdergenoemde koop van een huis. Als onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 47v, d.d. 19-03-1618 (scan 291)
Transportbrief. Willem Ewoutsz, wonende in het dorp Leimuiden, draagt over aan Jan Aertsz, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade een bezegelde schouten decreetbrief d.d. 19-03-1618 inhoudende een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belast met een hoofdsom van 75 gulden. Betaald met een schuldbrief, waarbij het huis ook belast is met een schuldbrief van 562 gulden toekomende de crediteuren van Jan Jansz Bol, waarvan Willem Ewoutsz de koper zal bevrijden. Baert Ewoutsz van Castijleijn, broer van de comparant, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, en Michiel Rochisz, wonende te Roelofarendsveen, stellen zich waarborg van bevrijding. Getuigen: Adrijaen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 48v, d.d. 20-03-1618 (scan 292)
Schuldbrief. Jan Aertsz, wonende aan de Oude Wetering, is schuldig aan Willem Ewoutsz den Rijcken van Casteleijn 119 gulden te betalen in één termijn vanwege de koop van een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jacob Willemsz, ten zuiden de Heerweg en ten westen en noorden Lenert Arijensz schuitvoerder. Heijndrick Heijndricxsz smid, wonende aan de Oude Wetering, stelt zich borg. Voor het huis is verder 500 gulden contant betaald. Getuigen: Adrijaen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 49, d.d. 20-03-1618 (scan 292)
Transportbrief. Claes Jansz bakker draagt over aan Jan Jan Huijberden, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, een bezegelde schout eigenbrief d.d. 18-06-1614 op naam van Gijsbert Dircxsz, inhoudende 1 morgen land, akker of water. De koopsom is 120 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 50, d.d. 21-03-1618 (scan 293)
Eigenbrief. Claes Dircxsz Ableroen, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, verkoopt aan Cornelis Vredericxsz een partij land gelegen aan de Ookweg onder Leimuiden, te verongelden voor 4 hond land, belend ten oosten de weduwe van Maerten Willemsz, ten zuiden Dirck Willemsz, ten westen Claes Lenertsz en ten noorden Claes Aelbertsz. De koopsom is 325 gulden. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 50v, d.d. 21-03-1618 (scan 294)
Eigenbrief. Dirck Willemsz, gewoond hebbende te Leimuiden, verkoopt aan Cornelis Vredericxsz, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade een huis en erf, belend ten oosten weduwe van Maerten Willemsz, ten zuiden de Ookweg, ten westen Claes Lenertsz en ten noorden Claes Dircxsz Ableroen; nog twee partijen land naast elkaar gelegen, belend ten oosten Vrederick Jansz, ten zuiden de weduwe van Maerten Willemsz, ten westen Claes Aelbertsz en ten noorden Jacop Willemsz en de voornoemde weduwe van Maerten Willemsz; samen te verongelden voor 7 hond 90 roeden land, gelegen aan de Ookweg onder Leimuiden. De koopsom is 875 gulden. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 51, d.d. 21-03-1618 (scan 294)
Eigenbrief. Marrijtgen Waligdr, weduwe van Oude Jan Flooren, wonende te Leimuiden, met de schout als gekozen voogd, verkoopt aan Cornelis Arijen Damesz, bakker te Leimuiden, 1 morgen 2 hond land, heel en akker, gelegen in twee partijen onder Vriezekoop, belend het eerste perceel ten oosten Jan Willemsz, ten zuiden en westen Jan Dirck Jannen en Huijch Sijmonsz en ten noorden de Drecht, het tweede perceel belend ten oosten Lenert Pietersz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Walich Jansz en voornoemde Jan Dirck Jannen c.s. en ten noorden Huijch Sijmonsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 51v, d.d. 21-03-1618 (scan 296)
Schuldbrief. Cornelis Arijen Damen, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, is schuldig aan Marrijtgen Waligendr, weduwe van Oude Jan Flooren, 200 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van de twee eerdergenoemde percelen. Als onderpand geldt het gekochte land. Afgelost op 16-09-1622. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 52, d.d. 21-03-1618 (scan 296)
Eigenbrief. Cornelis Aelbertsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Cornelis Jacobsz Jongebroer, mede wonende aan de Drecht, een erfje land, waar tegenwoordig een huisje op staat, gelegen aan de Drecht, belend ten oosten Cornelis Arijensz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz en ten noorden voornoemde Cornelis Aelbrechtsz, te verongelden voor 2 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 52v, d.d. 21-03-1618 (scan 297)
Schuldbrief. Cornelis Jacobsz Jongebroer, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Cornelis Aelbrechtsz, wonende mede aldaar, 170 gulden te betalen in zeven termijnen, vanwege de koop van het eerdergenoemde erfje. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 53, d.d. 21-03-1618 (scan 297)
Rentebrief. Cornelis Jacobsz Jongebroer, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Dirck Aelbrechtsz, wonende mede aldaar, een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Cornelis Arijensz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz en ten noorden Cornelis Aelbertsz. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 54, d.d. 23-03-1618 (scan 298)
Eigenbrief. Pieter Cornelisz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, draagt over aan Cornelis Cornelisz alias Cornelis Griete Baerts, mede wonende aan de Drecht, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 26-10-1611 op naam van Joost Pietersz als man en voogd van Lobberich Jacobsdr, beiden overleden, inhoudende een huis en erf te verongelden voor 1 hond land. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Pieter Crijnen, brouwer in De Akker te Haarlem. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 55, d.d. 24-03-1618 (scan 299)
Schuldbrief. Cornelis Cornelisz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Pieter Crijnensz, brouwer in De Akker te Haarlem, 3.600 gulden te betalen in twaalf termijnen vanwege de koop van Pieter Cornelisz van een huis en erf gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Lenert Ouwestijnsz, ten zuiden en westen voornoemde Pieter Cornelisz en ten noorden de Drecht. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 55v, d.d. 24-03-1618 (scan 300)
Transportbrief. Cornelis Cornelisz alias Cornelis Grietebaerts draagt over aan Adrijaen Dircxsz, thans wonende te Zoeterwoude, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 04-11-1615 op naam van Arent Pietersz, inhoudende een erfje land met tegenwoordig een huisje. De comparant verkoopt hem ook 1 morgen 3 hond land gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Ewout Wiggersz, ten zuiden Pouwels Dircxsz, ten westen Jochim Jacobsz en ten noorden Jan Jansz Coortges. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Dirck Jansz smid. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 56v, d.d. 24-03-1618 (scan 301)
Schuldbrief. Adrijaen Dircxsz, thans wonende te Zoeterwoude, is schuldig aan Dirck Jansz smid, wonende te Nieuwveen, 650 gulden te betalen in negen termijnen, vanwege de koop Cornelis Cornelisz Grietebaerts van een huisje en erfje gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Lenert Bastiaensz, ten zuiden en westen Arijaen Arentsz en ten noorden de Drecht; nog eerdergenoemde 1 morgen 3 hond te Vriezekoop. Als onderpand geldt het gekochte land en een obligatie op naam van Cornelis Dircxsz, wonende thans te Benthuizen, van 240 gulden te betalen in zes termijnen. Cornelis Cornelisz Griete Baerts, thans waard aan de Bilderdam, stelt zich borg. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 57, d.d. 24-03-1618 (scan 301)
Eigenbrief. Mr. Gerrit de Jonge met procuratie d.d. 07-12-1617 van jonkheer Willem Bardesus, heer van Warmenhuizen, verkoopt aan Bouwen Cornelisz, Cornelis Jansz en Jacob Claesz, samen wonende te Beinsdorp onder Leimuiden, een partij land gelegen op Beinsdorp aan de oostzijde van de Vennip onder Leimuiden, laatst gemeen [gemeten?] voor 6 morgen 2 hond 94 roeden land, zo groot en klein als het tegenwoordig is, vanouds belend ten zuiden Baerthoudt Dircxsz van Amsterdam, ten noorden het Gasthuis te Haarlem en de erfgenamen van Cornelis Claesz te Leiden en ten oosten en westen het Grote Meer. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 58v, d.d. 03-04-1618 (scan 303)
Schuldbrief. Bouwen Cornelisz en Jacob Claesz, hen sterkmakende voor Cornelis Jansz, samen wonende te Beinsdorp onder Leimuiden, zijn schuldig aan jonkheer Willem Hardesius, heer van Warmenhuizen, 2.000 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde partij land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 59, d.d. 03-04-1618 (scan 303)
Rentebrief. Cornelis Jacobsz Jongebroer, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan de Wael, burgemeester van de stad Haarlem, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt zijn woning, huis, erf en boomgaard gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Cornelis Arijensz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz Sap en ten noorden Cornelis Aelbertsz. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 60, d.d. 04-04-1618 (scan 304)
Rentebrief. Jan Pieter Jacobsz Ruijch, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan de Wael, burge[meester] van de stad Haarlem, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Willem Baenen, ten zuiden de Drecht, ten westen Arent Pietersz en ten noorden het Vossepad. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 61, d.d. 04-04-1618 (scan 305)
Transportbrief. Marrijtgen Jansdr, weduwe van Wouter Cornelisz timmerman, met de schout als gekozen voogd, draagt over aan Lenert Cornelisz, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, een bezegelde schouten decreetbrief d.d. 13-05-1617, inhoudende een huis, erf en boomgaard, te verongelden voor 1 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 65, d.d. 16-04-1618 (scan 309)
Schuldbrief. Lenert Cornelisz, buurman aan de Ookweg, is schuldig aan Marrijtgen Jansdr, weduwe van Wouter Cornelisz timmerman, 640 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van 1 hond land gelegen in het dorp Leimuiden, belend in het geheel ten Jonge Joris Thonisz, ten zuiden en westen Cornelis Cornelisz kuiper en ten noorden de Heerweg. Als onderpand geldt het gekochte land. Claes Aelbertsz, schoonvader van de comparant, treedt op als borg. Getuigen: Jacob Willemsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 65v, d.d. 16-04-1618 (scan 310)
Scheidbrief. Leijn Gerritsdr, weduwe van Mees Arentsz, geassisteerd door de schout als gekozen voogd, aan de ene, Gerrit Meesz, Lenert Gerritsz als oom zich sterkmakende voor Arent Meesz, thans absent, Cornelis Meesz, Willem Meesz en Geertgen Meesdr, met voornoemde Lenert Gerritsz, haar gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van voornoemde Mees Arentsz, aan de andere zijde, delen de vaderlijke erfenis van de kinderen. De moeder is aanbedeeld een huis en erf met naastgelegen land en akkers, belend ten oosten Cornelis Jacobsz dekker en Garrebrant Jansz, ten zuiden Huijbert Lenertsz en voornoemde Willem Meesz, ten westen de Heerweg en ten noorden Gerrit Jansz en Jan Heijndricxsz; nog een boomgaard tegenover het huis gelegen, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Willem Jansz Quandt, ten westen Arent Meesz met zijn deel en ten noorden Jan Jansz Quandt; nog een kamp land met een naastgelegen akker, belend ten oosten en zuiden Arent Jansz Quandt, ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden Geertgen Meesdr met haar deel; deze woningen en landen gelegen te Leimuiden, samen te verongelden voor 3 morgen 2,5 hond land; nog is ze aanbedeeld twee partijen land, akker of water, samen te verongelden voor 1 morgen, gelegen te Vriezekoop, belend het eerste perceel ten oosten en westen Dirck Claesz, ten zuiden Walich Cornelisz en ten noorden Jan Dirck Jannen, en het andere perceel ten oosten Jan Gerritsz, ten zuiden Dirck Jansz, ten westen Willem Jansz en ten noorden Anthonis Cornelisz. Gerrit Meesz is toebedeeld het westeinde van een kamp land achter voornoemde boomgaard, belend ten oosten Arent Meesz met zijn deel, ten zuiden Arent en Willem Jansz, ten westen Geertgen Mees met haar deel en ten noorden Jan en Arent Jansz, te verongelden voor 5 hond land. Arent Meesz is toebedeeld het oosteinde van het kamp achter voornoemde boomgaard, belend ten oosten voornoemde boomgaard, ten zuiden Willem Jansz, ten westen Gerrit Meesz met zijn deel en ten noorden voornoemde Jan Jansz Quandt, te verongelden voor 2,5 hond land. Cornelis Meesz ontvangt van Gerrit Meesz 200 gulden te betalen in vijf termijnen. Willem Meesz is aanbedeeld een stuk land, belend ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden Cornelis Cornelisz, ten westen Anthonis Cornelisz en ten noorden Claes Ponsz, te verongelden voor 3 hond land. Geertgen Meesdr is aanbedeeld een kamp land, belend ten oosten Gerrit Meesz met zijn deel, ten zuiden de moeder met haar deel, ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden Willem Jansz Quandt, te verongelden voor 2,5 hond land. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 66v, d.d. 18-04-1618 (scan 311)
Koopbrief. Jan Aertsz, wonende te Zevenhoven, als man en voogd van Anne Cornelisdr, verkoopt aan Jacob Gerritsz, wonende te Vriezekoop, een huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 3 hond land, belend ten oosten Gijsbert Aertsz, ten zuiden Cornelis Arijensz Baggerman, ten westen de erfgenamen van Gerrit Jacobsz en ten noorden de Drecht, belast met een hoofdsom van 80 gulden toekomende Jan Cornelisz in De Otter te Leiden. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 68v, d.d. 02-05-1618 (scan 313)
Schuldbrief. Jacob Gerritsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan Aertsz, wonende te Zevenhoven, 640 gulden te betalen in elf termijnen vanwege eerdergenoemde koop van een woning en landen. Als onderpand gelden de gekochte woning en landen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 69, d.d. 02-05-1618 (scan 313)
Koopbrief. Jan Aertsz als man en voogd van Anne Cornelisdr verkoopt aan Pouwels Dircxsz, zwager van zijn huisvrouw, 2 hond land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Phillips Huijbertsz, ten zuiden Jan Lenertsz Cappeteijn, ten westen Jochim Jacobsz en ten noorden Arijen Dircxsz. Betaald met de leverantie van 200 manden turf, door de schout en schepenen geschat op 22 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 70, d.d. 02-05-1618 (scan 314)
Koopbrief. Claes Reijersz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Pouwels Dircxsz, wonende mede aldaar, een partij land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten Dirck Michielsz, ten zuiden Lenert Bastiaensz, ten westen Huijch Claesz en ten noorden Cornelis Dircxsz. De koopsom is 43 gld. 10 st. te betalen in vier termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 70v, d.d. 20-05-1618 (scan 316)
Koopbrief. Jacob Jonge Claesz als man en voogd van Marrijtgen Dircxs, nagelaten weduwe van Cornelis Pietersz zaliger, verkoopt aan Gerrit Dircxsz en Arijen Dircxsz, broers, 1/2 morgen land, akker of water, gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, belend ten oosten Joost Jansz, ten zuiden Gerrit Pouwelsz, ten westen Jan Dircxsz en Arijen Dircxsz en ten noorden voornoemde Arijen Dircxsz. De koopsom is 40 gulden. Getuigen: Dirck Rutten en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 71, d.d. 04-06-1618 (scan 316)
Rentebrief. Maerten Dircxsz Aeckerboom, wonende bij het dorp Rijnsaterwoude, is schuldig aan de Heiligegeest van Rijnsaterwoude een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, hooihuis en boomgaard met het naastgelegen land gelegen bij het dorp Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg en Anne Claesdr, ten zuiden Gerrit Willemsz van Heijningen schout en voornoemde Anne Claesdr, ten westen het Braassemermeer en ten noorden voornoemde Anne Claesdr en Joris Claesz. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 71v, d.d. 10-06-1618 (scan 317)
Koopbrief. Isbrant Cornelisz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, verkoopt aan Jacob Jansz biersteker, wonende te Leimuiden, een huis, erf, schuur en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Gerrit Gerritsz glazenmaker, ten westen Maerten Arijensz bakker en ten noorden de Ookweg, belast met een hoofdsom van 110 gulden toekomende de erfgenamen van Jan Sijmonsz en een hoofdsom van 55 gulden toekomende Jan Jacob Sijversz, die de koper tot last neemt. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 72v, d.d. 10-06-1618 (scan 318)
Schuldbrief. Jacob Jansz biersteker, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Isbrant Cornelisz, wonende te Leimuiden, 1.000 gulden te betalen in acht termijnen vanwege de eerdergenoemde koop. Als onderpand geldt het gekochte huis. Pieter Willemsz en Cornelis Jansz, wonende te Esselijkerwoude, en Pieter Jansz, wonende te Rijnsaterwoude, ooms van de comparant, stellen zich borg voor de ene helft. Maerten Huijbertsz, wonende aan de Bilderdam, stelt zich borg voor de andere helft. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 73, d.d. 10-06-1618 (scan 318)
Koopbrief. Jan Lenertsz scheepmaker, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, vervangende Garrebrant Lenertsz, Arijaentgen, Barbara en Anne Lenerts dochters, zijn broer en zussen, samen kinderen en erfgenamen van Lenert Heijndrick Joosten en Cuijniera Garrebrantsdr, beiden overleden, verkopen aan Maerten Arijensz de Groodt, waard bij de Leimuiderbrug, een huis, erf, schuur en hooihuis gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Willem Jansz Quandt, ten zuiden de Drecht, ten westen Lenert Gerritsz Quaeckelaer en ten noorden het gemene buurpad. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 74, d.d. 10-06-1618 (scan 319)
Schuldbrief. Maerten Arijensz de Groodt, waard bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, is schuldig aan Jan Lenertsz scheepmaker, Garrebrant Lenertsz, Arijaentgen, Barbar en Anne Lenerts dochters, samen kinderen en erfgenamen van Lenert Heijndrick Joosten en Cuijniera Garrebtantsdr, beiden overleden, 550 gulden te betalen in zes termijnen vanwege eerdergenoemde koop. Als onderpand geldt het gekochte huis. Does Garrebrantsz metselaar stelt zich borg. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 74v, d.d. 10-06-1618 (scan 320)
Koopbrief. Pieter Nannicksz, wonende aan de Oude Watering onder Alkemade, verkoopt aan Willem Pietersz, wonende in de Ade onder Alkemade, de helft van een partij land gelegen op Beinsdorp onder Leimuiden, waarvan de andere helft eigendom is van Bouwen Cornelisz, wonende op Beinsdorp, in het geheel 4 morgen 2 hond 5 roeden groot, belend in het geheel ten oosten en noorden het Grote Meer, ten zuiden de weduwe van Arent Fransz en ten westen Bouwen Cornelisz. De koopsom is 550 gulden te betalen in drie termijnen. Getuigen: Jacob Willemsz en Willem Jacobsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 75v, d.d. 13-06-1618 (scan 321)
Transportbrief. Heer Cornelisz kramer, wonende in het dorp Rijnsaterwoude, draagt over aan Marritgen Aelbertsdr, weduwe van Louris Hasz, in zijn leven brouwer in de Drie Klaveren te Haarlem, een bezegelde schouten schuldbrief d.d. 13-03-1613, waarvan nog drie termijnen van 40 gulden resteren, op naam van Pieter Cornelisz bakker. De koopsom is 120 gulden te betalen in drie termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Dirck Rutten, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 76, d.d. 27-06-1618 (scan 321)
Koopbrief. Maerten Arijensz de Groodt, waard bij de Leimuiderbrug, verkoopt aan Gerrit Jansz scheepmaker, wonende mede aldaar, een erfje land gelegen aan de Drecht onder Leimuiden, te verongelden voor 25 roeden, belend ten oosten en westen de verkoper zelf, ten zuiden Does Garrebrantsz en ten noorden de Drecht, belast met een hoofdsom van 60 gulden. De koopsom is 20 gulden met overname van de losrente. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 76, d.d. 27-06-1618 (scan 321)
Custingbrief. Maerten Arijensz de Groodt, waard bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, is schuldig aan Jan de Vree, brouwer in de Twee Klimmende Leeuwen te Haarlem, 800 gulden te betalen in drie termijnen vanwege gehaalde en geleverde bieren. Als onderpand geldt als eersten zijn twee huizen en erven, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Pieter Lenertsz en Does Garrebrantsz, ten westen Gerrit Jansz en ten noorden de Drecht; nog een stuk land, mede gelegen aldaar, belend ten oosten Heijndrick Barentsz, ten zuiden Aerent Claesz, ten westen Anthonis Claesz en ten noorden de Drecht; nog twee huizen en erven , mede aldaar gelegen, belend ten oosten Gerrit Jansz, ten zuiden Does Garrebrantsz, ten westen voornoemde Heijndrick Barentsz en ten noorden de Drecht. Getuigen: Pieter Bouwensz en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 77, d.d. 13-07-1618 (scan 322)
Testamentbrief. Griete Aelbrechtsz, huisvrouw van Huijch Sijmonsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, gezond, maakt haar testament op. Ze benoemt tot erfgenamen haar drie kinderen, met namen Aelbert Dircxsz, Claes Huijgensz en Anna Dircxdr, elk voor een gerecht derde deel. Pieter Claesz, zoon van voornoemde Claes Huijgensz, verwekt bij Neeltgen Jansdr zaliger, krijgt voor uit de goederen die Claes Huijgensz zal erven een bedrag van 200 gulden, die Claes Huijgensz zal moeten uitkeren. Mocht Pieter Claesz zonder kinderen komen te overlijden, dan zal de 200 gulden vererven aan zijn naaste vrienden van vaderskant. Lijsbet Claes, dochter van Claes Willemsz Clavesier, zal bij het overlijden van de comparante voor uit krijgen haar beste rok. Getuigen: Dirck Rutgersz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 77v, d.d. 15-07-1618 (scan 323)
Koopbrief. Machtelt Heijndricxsdr, weduwe en boedelhoudster van Jacob Flooren, met de schout als haar gekozen voogd, verkoopt aan Willem Ewoutsz Rijcken, wonende te Leimuiden, een erfje land waar tegenwoordig een huisje op staat, te verongelden voor 1/2 hond, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Dirck Jansz, ten zuiden Dirck Ruttensz, ten westen Neeltgen Jacobsdr en ten noorden de Ookweg. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 78v, d.d. 15-07-1618 (scan 324)
Schuldbrief. Willem Ewoutsz Rijcken, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Machtelt Heijndricxsdr, weduwe en boedelhoudster van Jacob Florisz, 142 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd erfje land. Als onderpand geldt het gekochte erf. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 79v, d.d. 15-07-1618 (scan 325)
Eigenbrief. Mourin Huijgensz, wonende te Leimuiden, verkoopt aan Gerrit Jansz scheepmaker, wonende mede aldaar, een stukje land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten en westen Baert Meesz, ten zuiden Cornelis Cornelisz Smal Kees en ten noorden Cornelis Jansz Quandt. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 80, d.d. 15-07-1618 (scan 325)
Schuldbrief. Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Mourin Huijgensz, wonende mede aldaar, 392 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde 1/2 morgen land. Als onderpand geldt het gekochte land. Jan Gijsbertsz, wonende te Leimuiden, stelt zich borg. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 80, d.d. 15-07-1618 (scan 325)
Transportbrief. Jan Jacobsz bakker, wonende aan de Oude Wetering, zoon en erfgenaam van Jacob Ewoutsz zaliger, draagt over aan Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, alle rechten die Jacob Ewoutsz door transport aangekomen zijn van de kinderen en erfgenamen van Baert Jansz en Lijsbet Joostendr, inhoudende de principaalbrief 1/2 morgen, uitgezonderd 1 hond die ook in de principaal is beschreven, maar die Jan Jacobsz zelf behoudt. De koopsom is 270 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 81, d.d. 23-07-1618 (scan 326)
Scheidbrief. Dirck Claesz, wonende te Leimuiden, als vader, aan de ene, en Cors Centensz als man en voogd van Heijndrickgen Dircxs, in die kwaliteit erfgenaam van Marrijtgen Cornelisdr, in haar leven huisvrouw geweest van voornoemde Dirck Claesz, aan de andere zijde, delen de erfenis van voornoemde Marrijtgen Cornelisdr. Dirck Claesz is ten beurt gevallen het huis, erf, schuur en boomgaard waar hij tegenwoordig woont, met ca. 14,5 hond land ernaast gelegen, belend in het geheel ten oosten de Heerweg, ten zuiden Cors Senten en Dirck Claesz voornoemd, ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden Aeltgen Arijen Damen; nog 1/2 morgen land bij de Kerklaan van Leimuiden, belend ten oosten Jacob Aertsz, ten zuiden de Kerklaan, ten westen Jan Vreericxsz en ten noorden Claes Dircxsz van Ammerong; nog een stuk land te verongelden voor 1 morgen, belend ten oosten Cors Senten met zijn deel, ten zuiden Anthonis Claesz, ten westen de Oude Leimuiden en ten noorden voornoemde Dirck Claesz; nog 5 hond veenland gelegen te Vriezekoop. Cors Senten is in naam van zijn huisvrouw aanbedeeld drie naast elkaar gelegen partijen land, ca. 4 morgen groot, belend in het geheel ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, ten westen Claes Ponsz c.s. en ten noorden Cornelis Dircxsz bakker en Jan Heijndricxsz schoenmaker; nog een stuk land, te verongelden voor 1 morgen, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden voornoemde Anthonis Claesz en ten westen en noorden Dirck Claesz met zijn deel. Voornoemde woning en landen zijn gelegen in Leimuiden. De meubele goederen hebben ze onderling gedeeld. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 81v, d.d. 01-08-1618 (scan 327)
Koopbrief. Cors Senten als man en voogd van Heijndrickgen Dircxsdr verkoopt aan Mourin Huijgensz, wonende te Leimuiden, 1 morgen land gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden Cornelis Claesz, ten westen Cleijn Dirck Jansz en ten noorden Cors Senten zelf. De koopsom is 400 gulden, te betalen in twee termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 82, d.d. 01-08-1618 (scan 327)
Koopbrief. Cors Vincentensz als man en voogd van Heijndrickgen Dircxsdr verkoopt aan Cornelis Dircxsz bakker 10 hond land gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden de verkoper zelf, ten westen Claes Ponsz en ten noorden Jan Heijndricxsz en de koper zelf. De koopsom is 900 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 82v, d.d. 01-08-1618 (scan 328)
Koopbrief. Claes Dircxsz Ammerong, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, verkoopt aan Jonge Cornelis Claesz, wonende te Aalsmeer, een huis en erf gelegen aan de Ookweg onder Leimuiden, te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten Gijsbert Jansz, ten zuiden en westen de verkoper zelf en ten noorden de Ookweg. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Dirck Rutgersz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 83, d.d. 05-08-1618 (scan 328)
Schuldbrief. Jonge Cornelis Claesz, thans wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Claes Dircxsz Amerong, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, 600 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd huis en erf. Als onderpand geldt het gekochte huis. Afgelost op 07-04-1621. Getuigen: Dirck Rutgersz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 83v, d.d. 05-08-1618 (scan 329)
Koopbrief. Jan Dircxsz Bolckvanger verkoopt aan Gerrit Jacobsz, wonende te Leimuiden, een partij land gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 hond 75 roeden land, belend ten oosten Jan Dirck Jannen, ten zuiden Meerten Cornelisz c.s., ten westen Jan Dircxsz en ten noorden de Heerweg. De koopsom is 383 gulden te betalen in acht termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Arijen Janssoon, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 84v, d.d. 12-08-1618 (scan 331)
Koopbrief. Jan Dircxsz Bolckvanger verkoopt aan Emmetgen Aertsdr, weduwe van Cornelis Jaspersz, een kampje land met twee naastgelegen akkertjes gelegen te Vriezekoop, samen te verongelden voor 3 hond 25 roeden land, belend ten oosten Vroutgen Pietersdr, ten zuiden Jan Dirck Jannen, ten westen Meerten Cornelisz en ten noorden voornoemde Jan Dirck Jannen c.s. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Arijen Janssoon, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 84v, d.d. 12-08-1618 (scan 331)
Schuldbrief. Emmetgen Aertsdr, weduwe van Cornelis Jaspersz, met Jan Jaspersz als haar gekozen voogd, is schuldig aan Jan Dircxsz Bolckvanger 244 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd kampje land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 85, d.d. 12-08-1618 (scan 331)
Transportbrief. Huijbert Maertensz, buurman te Ter Aar, draagt over aan Maerten Huijbertsz Buijs te Nieuwveen een bezegelde custingbrief (op 29-01-1616 gepasseerd voor de schout van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop en 12-02-1616 te Ter Aar) op naam van Adrijaen Bouwensz met Gerrit Adriaensz als borg, inhoudende een bedrag van 2.650 gulden te betalen in tien termijnen. Voldaan met het transport van een huis, erf en landen gelegen te Ter Aar door Maerten Huijbertsz Buijs aan de comparant. Getuigen: Mourin Huijgensz, gezworene, en Adriaen Jansz, schepen van Rijnsaterwoude, en Bouwen Gerritsz en Huijbert Cornelisz, schepenen van Ter Aar.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 86, d.d. 04-12-1617 (scan 332)
Transportbrief. Gerrit Jansz scheepmaker, wonende bij de Leimuiderbrug, draagt over aan Meerten Cornelisz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 01-12-1617 op naam van de erfgenamen van Jacob Aertsz, inhoudende een partij land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 6 hond land. Betaald met een obligatie van 900 gulden, waarvan 150 gulden contant en de rest in vijf termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 86v, d.d. 22-08-1618 (scan 333)
Transportbrief. Cornelis Arijensz kramer, wonende bij de Leimuiderbrug, draagt over aan Cornelis van Meeckeringe, poorter van Haarlem, een bezegelde schouten schuldbrief d.d. 10-01-1618 op naam van Phillips Huijbertsz, inhoudende een bedrag van 300 gulden. De koopsom is 200 gulden. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 87v, d.d. 26-08-1618 (scan 334)
Koopbrief. Claes Dircxsz van Ammerong, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, verkoopt aan Willem Ewoutsz Rijcken, wonende mede aldaar, twee turfakkers genaamd “De lange akkers” gelegen in de polder van Willem Vreericxsz onder Leimuiden, te verongelden voor 6 hond land, belend ten oosten Cornelis Claesz en Jan Gijsbertsz, ten zuiden Vreerick Jansz en ten westen en noorden Jacob Willemsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Jansz, gezworene, en Pieter Bouwensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 88, d.d. 01-09-1618 (scan 334)
Schuldbrief. Willem Ewoutsz Rijcken, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Claes Dircxsz Ammerong, wonende mede aldaar, 50 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde 6 hond land. Als onderpand geldt het gekochte land. Cornelis Michielsz, zwager van de comparant, stelt zich borg. Getuigen: Pieter Jansz, gezworene, en Pieter Bouwensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 88v, d.d. 01-09-1618 (scan 335)
Waarbrief. Jacob Jansz Admirael heeft op 14-10-1613 verkocht aan Joost Woutersz timmerman een huis en erf gelegen in Rijnsaterwoude bij de Vroonlandsebrug, belend ten oosten Aelbert Aelbertsz Soon, ten zuiden Marrijtgen Jansdr, ten westen de Heerweg en ten noorden de weduwe van Willem Claesz en voornoemde Aelbert Aelbertsz Soon; nog een stuk land, mede gelegen aldaar, aan Pieter Woutersz, broer van voornoemde Joost Woutersz, belend ten oosten de Overbuurtsedijk, ten zuiden Willem Gerritsz Koij, ten westen Jacob Jansz zelf en ten noorden Pieter Woutersz zelf en Jan Jan Huijberden c.s. Dit alles was bezwaard met een brief ten behoeve van Maerten Jansz te Korteraar, waarbij Jacob Jansz beloofde om Maerten Jansz te bevrijden van een som van 119 gulden, die Jacob Jansz schuldig was aan Willem Dircxsz, de uitlandige broer van zijn huisvrouw. Jacob Jansz belooft Joost en Pieter Woutersz hiervan te bevrijden. Als onderpand stelt hij zijn huis en erf, waar hij tegenwoordig woont, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Pieter Woutersz en Willem Gerritsz Koij voornoemd, ten zuiden de Aarwetering, ten westen Marrij Jansdr en ten noorden Jan Jaspersz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 89, d.d. 03-09-1618 (scan 335)
Rentebrief. Luijt Arijensz lijndraaier, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Jan Claesz Calverdijck, wonende mede aldaar, een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen te Leimuiden, belend ten oosten en zuiden Vreerick Jansz, ten westen de Heerweg en Luijt Aerijensz zelf, met zijn erf dat hij onlangs aan Joris Cornelisz Focker heeft verkocht, en ten noorden het voornoemde erf, voornoemde Vreerick Jansz en de schoolmeesterswerf. Getuigen: Dirck Ruttensz en Jacob Willemsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 90, d.d. 05-09-1618 (scan 336)
Testamentbrief. Stijntgen Pietersdr, weduwe van Huijbert Woutersz, onze inwonende buurvrouw, wonende bij het dorp Rijnsaterwoude, tamelijk gezond, maakt haar testament op. Ze benoemt tot erfgenamen van haar goederen Pieter Jansz scheepmaker en Isbrant Huijbertsz, haar zonen, Marrijtgengen Huijberts, haar dochter, en Jan Huijbertsz, een zoon van Marrijtgen Jans, haar overleden dochter, elk voor een gerecht vierde deel. Mocht Jan Huijbertsz overlijden zonder kinderen na te laten, dan valt zijn deel toe aan de overige erfgenamen, elk voor een derde deel. Getuigen: … Gerritsz en Phillips Jansz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 91, d.d. 25-09-1618 (scan 337)
Testamentbrief. Sijbrant Arentsz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, onze inwonende buurman, gezond, maakt zijn testament op. Hij benoemt tot zijn erfgenaam de Heiligegeest van Leimuiden, waarbij de Heiligegeest ook zal ontvangen een obligatie van 100 gulden, waar jaarlijkse rente over wordt betaald, sprekende op Aeltgen int Ossenhoofd op het hoekje van de Weistraat te Schoonhoven, welke obligatie berust bij de erfgenamen van Gijsbert Pijl, in zijn leven gewoond hebbende te Schoonhoven in het Vergulde Schepel, onder voorwaarde dat de Heiligegeest na zijn overlijden een half vat bier regelt voor degenen die de testateur naar zijn begrafenis hebben gebracht. Getuigen: Jan Cornelisz en Phillips Jansz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 91v, d.d. 26-09-1618 (scan 338)
Rentebrief. Jan Pieter Jacobsz, gewoond hebbende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Willem Anthonisz kramer te Nieuwveen een losrente van 3 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 54 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf met een naastgelegen kamp land gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Willem Baenen, ten zuiden de Drecht, ten westen Arent Pietersz en ten noorden het Vossepad. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 92v, d.d. 01-10-1618 (scan 339)
Koopbrief. Arien Jacobsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Krijn Jansz bakker, wonende mede aldaar, 1/2 morgen land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Arijen Dircxsz en Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Arijen Dircxsz en Claes Dircxsz en ten noorden voornoemde Huijbert Cornelisz Buijs. De koopsom is 80 gulden, te betalen in zes termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Willem Jacobsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 93v, d.d. 02-10-1618 (scan 340)
Transportbrief. Aelbert Aelbertsz Soon, thans wonende te Esselijkerwoude, draagt over aan Claes Jansz bakker een transportbrief d.d. 10-10-1611 op naam van Cornelis Pietersz bakker, inhoudende een huis, schuur en werf met het naastgelegen land, samen te verongelden voor 1 morgen 1 hond land. Het betreft nu de overdracht van 1 morgen 1/2 hond land, want de andere 1/2 hond is al eerder door de comparant verkocht. Het huis, erf en land is tegenwoordig belend ten oosten Jan Claesz c.s., ten zuiden Allert Jansz en Jan Cornelisz, ten westen voornoemde Jan Cornelisz en de Heerweg en ten noorden Pieter Huijbertsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 94, d.d. 03-10-1618 (scan 340)
Schuldbrief. Claes Jansz bakker, wonende te Rijnsaterwoude, is schuldig aan Aelbert Aelbertsz Soon 1.200 gulden te betalen in zeven termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde huis, erf en boomgaard gelegen te Rijnsaterwoude. Als onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 95, d.d. 03-10-1618 (scan 341)
Koopbrief. Heijndrick Heijndricxsz biervoerder, wonende aan het Molenpad onder Rijnsaterwoude, verkoopt aan Joost de Graeff, wonende te Haarlem, een huis en erf aan het Molenpad onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Pieter Leendertsz, ten zuiden het Molenpad, ten westen Jan Meesz en ten noorden Pieter Jansz scheepmaker, te verongelden voor 25 roeden land. De comparant is 700 gulden betaald door Jacob Dircxsz van Dalen, brouwer in De Druif te Haarlem. Getuigen: Arien Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 96, d.d. 12-10-1618 (scan 342)
Koopbrief. Floorijs Arijensz, wonende in het dorp Leimuiden, verkoopt aan Jan Jansz Penninck, wonende mede aldaar, een schuur met zijn erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de verkoper zelf, ten zuiden Gerrit Florijsz, ten westen Anne Pietersdr en ten noorden de Heerweg. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 96v, d.d. 14-10-1618 (scan 343)
Schuldbrief. Jan Jansz Penninck, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Floorijs Arijensz, wonende mede aldaar, 325 gulden te betalen in dertien termijnen vanwede de koop van eerdergenoemd schuur. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 97, d.d. 14-10-1618 (scan 343)
Rentebrief. Stijntgen Thonisdr, weduwe van Willem Clementsz, met Heijndrick Willemsz, haar zoon en gekozen voogd, is schuldig aan Jan Jacobsz van Dam, lakenkoper te Leiden, een losrente van 8 gld. per jaar met een hoofdsom van 128 gulden. Als onderpand geldt haar huis, erf en boomgaard met naastgelegen teelakker gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Jan Theesz, ten zuiden de Heerweg, ten westen de weduwe van Clement Heijndricxsz en ten noorden de Koestraat. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 98, d.d. 14-10-1618 (scan 344)
Koopbrief. Willem Pietersz, wonende te Leiden [of Leimuiden], Marrij Pietersdr met de schout als gekozen voogd, Cornelis Louwerisz, wonende te Ter Aar, zoon van Trijntgen Pietersdr, nu overleden, Claes Jacobsz als man en voogd van Geertgen Pietersdr, Jochim Jacobsz als man en voogd van Griete Pietersdr, Phillips Huijbertsz als man en voogd van Tuentgen Pietersdr, samen erfgenamen van Pieter Willemsz, hun overleden vader, verkopen aan Jan Dircxsz bakker, wonende te Mijdrecht, hun zwager, een huis en erf met het naastgelegen land, te verongelden voor 6 hond, belend ten oosten Arijen Arentsz en Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz Sap en ten noorden voornoemde Arijen Arentsz, belast met een hoofdsom van 32 gld. 10 st. toekomende Aelbert Jansz te Haarlem die de koper tot last neemt; nog 1 morgen land, akker of water, belend ten oosten Jacob Gerritsz c.s., ten zuiden Jan Gerritsz Straf, ten westen Meerten Huijbertsz en ten noorden Claes Ewoutsz; nog 1/2 morgen land, akker of water, belend ten oosten Claes Huijbertsz, ten zuiden Arijen Arentsz, ten westen voornoemde Claes Huijbertsz en ten noorden Claes Chrijnen. De woning en landen zijn gelegen te Vriezekoop. De koopsom is 267 gld. 10 st. te betalen in zes termijnen. Getuigen; Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 99, d.d. 15-10-1618 (scan 345)
Transportbrief. Jan Dircxsz bakker, wonende te Mijdrecht, draagt over aan Jochim Jacobsz, zijn zwager, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 15-10-1618 op naam van Pieter Willemsz zaliger, inhoudende een huis en erf met naastgelegen land, nog 1 morgen land en nog 1/2 morgen land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 99v, d.d. 17-10-1618 (scan 346)
Schuldbrief. Jochim Jacobsz, wonende aan de Drecht, is schuldig aan Jan Dircxsz bakker, wonende aan de Kromme Mijdrecht, 50 gulden te betalen in twee termijnen vanwege de koop van een huisje en erfje gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, met het land ernaast, belend ten oosten Arijen Arentsz en Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz Sap en ten noorden Arijen Arentsz; nog een perceel akkerland van 1 morgen gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Jacob Gerritsz c.s., ten zuiden Jan Gerritsz Straff, ten westen Meerten Huijbertsz en ten noorden Claes Ewoutsz; nog 1/2 morgen land, belend ten oosten Claes Huijbertsz, ten zuiden Arijen Arentsz, ten westen Claes Huijbertsz en ten noorden Claes Chrijnen. In de marge: de schuldbrief is van 50 gulden, maar de hele koop was 215 gulden, waaronder de belasting van 32 gld. 10 st. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 100, d.d. 17-10-1618 (scan 346)
Brief van bevrijding van borgtocht. Jochim Jacobsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, geeft aan dat Jan Dircxsz bakker, wonende aan de Kromme Mijdrecht, zijn zwager, voor hem borg was geweest bij een obligatie van 100 gulden toekomende Leentgen Cornelisdr, en bevrijdt hem van deze borgtocht. Als onderpand gelden de eerdergenoemde huis en landen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 101, d.d. 17-10-1618 (scan 347)
Koopbrief. Arent Claesz schoenmaker, wonende te Leimuiden, met last van en in die kwaliteit als broer en voogd van Marrijtgen Jansdr, weduwe van Barthout Claesz, wonende thans te Mijdrecht, draagt over aan Arijen en Thomas Cornelisz van de Geer, Dirck Willemsz als man en voogd van Jannetgen Cornelisdr en Maertentgen Cornelisdr, samen kinderen en erfgenamen van Cornelis Claesz van de Geer zaliger de rechten die de voornoemde Marrijtgen Jansdr door transport zijn aangekomen van Heijndrick Dircxsz, schout te Amstelveen, inhoudende de transportbrief een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden. De koopsom is 300 gulden, te betalen in drie termijnen. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 101v, d.d. 18-10-1618 (scan 348)
Scheidbrief. Arijen en Thomas Cornelisz van de Geer, elk voor zichzelf, Dirck Willemsz als man en voogd van Jannetgen Cornelisdr en Maertentgen Cornelisdr, geassisteerd door de schout als gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van Cornelis Claesz van de Geer, hun overleden vader, delen hun vaderlijke erfenis. Arijen Cornelisz is ten deel gevallen een obligatie op naam van Bastiaen Claesz, wonende te Nieuwveen, met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Willem Corsz, wonende te Aalsmeer, met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Meerten Claesz schoenmaker met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van voornoemde Maerten Claesz met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Pieter Cornelisz Clieck met een hoofdsom vam 100 gulden; nog een obligatie op naam van Aelbert Aelbertsz Soon met een hoofdsom van 100 gulden; waarbij Arijen Cornelisz uitkeert aan Drick Willemsz de helft van de obligatie van Maerten Claesz schoenmaker. Maertentgen Cornelisdr is ten deel gevallen een rentebrief op naam van Isbrant Pietersz, wonende te Nieuwveen, met een hoofdsom van 150 gulden; nog een rentebrief op naam van Cornelis Jansz timmerman te Calslagen met een hoofdsom van 100 gulden; nog een rentebrief op naam van Baert Ewoutsz, wonende te Leimuiden, met een hoofdsom van 200 gulden; nog een rentebrief op naam van Jan Gerritsz Straf met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Cornelis Jaspersz met een hoofdsom van 100 gulden. Thomas Cornelisz is ten deel gevallen een hoofdsom van 100 gulden die hij aan de boedel schuldig was; nog een obligatie op naam van Gijsbert Kiertsz wonende bij de Bilderdam met een hoofdsom van 450 gulden. Als laatste is Dirck Willemsz uit naam van zijn huisvrouwe ten deel gevallen een obligatie op naam van Claes Michielsz met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Pieter Cornelisz scheepmaker met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Jan Dirck Corssen met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Isbrant Jonge Jannen met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Mathijs Jacobsz schoenmaker te Nieuwveen met een hoofdsom van 100 gulden. In het gemeen blijven een bezegelde custingbrief d.d. 15-01-1614 op naam van Jacob Jansz te Nieuwveen waarvan nog 240 gulden afgelost moet worden, berustend bij Arijen Cornelisz; nog een handschriftje op naam van Aeltgen Lenertsdr die nog 20 gulden moet betalen; nog een obligatie op naam van Heijndrick Cornelisz Clieck met een hoofdsom van 100 gulden; nog een obligatie op naam van Claes Aelbertsz dekker waarvan nog 37 gld. 10 st. openstaat; nog komt de boedel nog te ontvangen de huur van het achterhuisje van 8 gld. 13 st. 8 pen.; nog blijft in het gemeen het huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden. De boedel is schuldig aan Thomas Cornelisz en Dirck Willemsz samen 600 gulden in twee termijnen, waarbij ze de obligatie krijgen op naam van Jacob Jacobsz timmerman met een hoofdsom van 333 gld. 6 st. 12 pen.; nog 150 gulden aan Marrijtgen Jansdr vanwege de koop van het huis; nog 100 gulden aan de armen wat Cornelis Claesz in zijn leven had beloofd. Getuigen: Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 102, d.d. 20-10-1618 (scan 348)
Transportbrief. Arijen en Thomas Cornelisz van de Geer, Dirck Willemsz als man en voogd van Jannetgen Cornelisdr en Maertentgen Cornelisdr, met de schout als gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van Cornelis Claesz van de Geer dragen over aan Harmen Gerritsz smid, wonende in het dorp Leimuiden, alle rechten die de comparanten zijn aangekomen door transport van Arent Claesz schoenmaker, met last van en als broer en voogd van Marrijtgen Jansdr, weduwe van Barthout Claesz, inhoudende een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden. Betaald met een schuldbrief. Getuigen; Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 104v, d.d. 24-10-1618 (scan 351)
Schuldbrief. Harmen Gerritsz smid, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Arijen en Thomas Cornelisz van de Geer, Dirck Willemsz als man en voogd van Jannetgen Cornelisdr en Maertentgen Cornelisdr, samen kinderen en erfgenamen van Cornelis Claesz van de Geer 700 gulden te betalen in zeven termijnen vanwege de koop van een huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jan Fransz lapper, ten zuiden Harmen Arijensz, ten westen Machtelt Heijndricxsdr en ten noorden de Heerweg. Als onderpand geldt het gekochte land. In de marge: Adriaen Cornelisz van de Geer verklaart dat de brief is afgelost, d.d. 11-12-1636. Getuigen; Dirck Ruttensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 104v, d.d. 24-10-1618 (scan 351)
Rentebrief. Harmen Jansz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, is schuldig aan Gielis Lambrechtsz, houtkoper en poorter van Amsterdam, een losrente van 18 gld. 15 st. per jaar met een hoofdsom van 300 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten Cornelis Baertsz en Pieter Dirck Fransz, ten zuiden voornoemde Pieter Dirck Fransz en de Drecht, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Cornelis Baertsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 106, d.d. 31-10-1618 (scan 352)
Schuldbrief. Jochim Jacobsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Harmen Cornelisz Keijsser, wonende te Zevenhoven, 209 gld. 6 st. 8 pen. te betalen in drie termijnen vanwege hout, reparatie en arbeidsloon besteed aan zijn huis en schuur. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard met een naastgelegen kampje land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Arijen Arentsz c.s., ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Cornelisz Sap en ten noorden voornoemde Arijen Arentsz; nog 1,5 morgen akkerland gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Dingman Willemsz en Cornelis Aelbertsz, ten zuiden Claes Dircxsz Buijs, ten westen Jacob Cornelisz en de Brugvaart en ten noorden voornoemde Dingman Willemsz. Getuigen: Mees Arijensz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 107, d.d. 31-10-1618 (scan 353)
Transportbrief. Anne Claesdr, weduwe van Aelbert Cornelisz, met Joost Woutersz, haar zwager en gekozen voogd, draagt over aan Pieter Claesz, haar broer, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 20-05-1590 op naam van Ouwe Pieter Gerritsz zaliger, inhoudende 2,5 morgen land gelegen te Rijnsaterwoude. De koopsom is 600 gulden te betalen in acht termijnen. Hoewel de eigenbrief spreekt van 2,5 morgen land, is het land te verongelden voor 1 morgen 1 hond, want de rest is door het Braassemermeer afgespoeld. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 107v, d.d. 04-11-1618 (scan 354)
Transportbrief. Lenert Jansz, wonende te Rijnsaterwoude, draagt over aan Thomas Cornelisz van de Geer een bezegelde schouten custingbrief d.d. 17-01-1616 op naam van Huijbert Jansz met Pieter Cornelisz bakker als borg, waarvan nog drie termijnen van elk 55 gulden openstaan. De koopsom is 100 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 108, d.d. 06-11-1618 (scan 354)
Testamentbrief. Sijtgen en Jannetgen Cornelisdr, zusters, wonende te Vriezekoop, nog ongehuwd wezende, beiden gezond, maken hun testament op. Ze benoemen tot erfgenaam de langstlevende van hen beiden. Mochten ze beiden overlijden zonder nakomelingen, dan zullen hun goederen voor de ene helft vererven op Aechge Cornelisdr, hun zus, en voor de andere helft op Cornelis en Thonis Thonisz, broers, kinderen van Anthonis Cornelisz, hun overleden broer. Hun zus Aechte krijgt alleen het vruchtgebruik van de erfenis zolang haar tegenwoordige man Lenert Jacobsz in leven is. Mocht ze eerder overlijden dan haar voornoemde man, dan moeten de goederen in de familie blijven. Getuigen: Jacob Willemsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 108v, d.d. 06-11-1618 (scan 355)
Lijfrentebrief. Lenert Bastiaensz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan Claesz Calverdijck Harenkarspel, lakenkoper in het dorp Leimuiden een los- of lijfrente van 24 gulden per jaar waarvan de hoofdsom is 200 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, werf en boomgaard gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden Claes Dircxsz Bommer, ten westen Jacob Arijensz en ten noorden de Drecht. Afgelost op 15-05-1620. Getuigen: Arijen Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 110, d.d. 08-11-1618 (scan 356)
Rentebrief. Pieter Huijbertsz, wonende in de Vierhuizen van Rijnsaterwoude, is schuldig aan de Heiligegeest van Rijnsaterwoude een losrente van 18 gulden per jaar met een hoofdsom van 300 gulden. Hij heeft het geld ontvangen van Jan Huijbertsz, Heiligegeestmeester. Als onderpand geldt zijn woning met naastgelegen landen gelegen in de Vierhuizen van Rijnsaterwoude, belend ten oosten Overbuurtsedijk, ten zuiden Jan Claes Corsz, Arijs Pietersz en Claes Jansz bakker, ten westen de Heerweg en de comparant zelf met een erf en ten noorden hij zelf met het voornoemde erf en de weduwe en erfgenamen van Thonis Clementsz. Afgelost op 25-08-1624. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 111, d.d. 12-11-1618 (scan 357)
Scheidbrief. Mourijn Huijgensz, wonende te Leimuiden, aan de ene, Cornelis Jansz Quandt als zoon en voogd vervangende Claertgen Arentsdr, zijn moeder, voor de ene helft en de voornoemde Cornelis en Pouwels Jansz, broers, voor hen zelf en vervangende Jan, Arent, Bouwen en Willem Jansz, hun broers, mitsgaders Griete Jansdr, hun zus, en Jan Lenertsz scheepmaker als man en voogd van Appelonia Jansdr, samen erfgenamen van Marritgen Jansdr, in haar leven huisvrouw van voornoemde Mourijn Huijgensz, respectievelijke dochter en zus van de erfgenamen, aan de andere zijde, delen de erfenis van voornoemde Marritgen Jansdr. Mourijn Huijgen is ten deel gevallen een kamp land, belend ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden Claes Ponsz, ten westen Claes Borritsz en ten noorden Jacob Allertsz Huijch en de kinderen van Groot Dirck Jansz; nog een kamp land, belend ten oosten de Oude Leimuiden, ten zuiden Cornelis Claesz, ten westen Cleijn Dirck Jansz en ten noorden Cors Centen; het deel van Mourijn Huijgen te verongelden voor 2 morgen 3 hond land, waarbij hij nog 300 gulden ontvangt uit de gemene boedel. Claertgen Arentsdr met haar voornoemde kinderen is samen ten deel gevallen een huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land, belend in het geheel ten oosten Anthonis Huijgensz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jacop Lenertsz scheepmaker en ten noorden Thijmon Ghijsbertsz timmerman en Lenert Gerritsz; nog een akkerland, belend ten oosten Gelder Cornelisz, ten zuiden Cornelis Dircxsz bakker en Jacob Heijndrick Joosten, ten westen Dirck Cornelisz Verdrecht en ten noorden Huijch Dircxsz; hun deel te verongelden voor 1 morgen 7 hond land. De woning en landen zijn gelegen te Leimuiden. De erfgenamen betalen nog aan Anthonis Huijgensz en Cornelis Arijen Damen 14 gulden. De meubele goederen hebben ze onderling verdeeld. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 112, d.d. 12-11-1618 (scan 358)
Koopbrief. Anthonis Huijgensz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, voor zichzelf, en Cornelis Arijensz kramer of biersteker bij de Leimuiderbrug als man en voogd van Aeltgen Huijghdr, erfgenamen van Maddeleijntgen Geherritsdr, hun overleden moeder, voor twee delen, verkopen aan Mourijn Huijgensz, hun broer en zwager, een huis, erf, schuur en boomgaard met een houtakkertje aan de oostzijde gelegen, gelegen aan de Drecht bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, samen te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten Mourijn Huijgensz zelf, ten zuiden voornoemde Mourijn Huijgensz en de Drecht, ten westen Jacob Lenertsz en ten noorden Thijmon Gijsbertsz. De koopsom was 697 gld. 6 st. 2 pen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 113, d.d. 12-11-1618 (scan 359)
Testamentbrief. Pieter Cornelisz van Buijten en Leentgen Floorendr, echtelieden, wonende aan de Calslagerdijk onder Vriezekoop, beiden gezond, maken hun testament op. Tot erfgenaam benoemen ze Cornelis Pietersz, hun zoon, mitsgaders de nakomelingen van haar twee overleden kinderen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 113v, d.d. 14-11-1618 (scan 360)
Koopbrief. Lijsbet Corsdr, weduwe van Dirck Claes Borritsz, met Arien Cornelis Senten, haar gekozen voogd, voor de helft, en Bouwen Cornelisz scheepmaker voor zichzelf en vervangende Claes Dircxsz Craeckman, Arent Dircxsz, Jonge Claes Dircxsz, Borrit Dircxsz, Jan Dircxsz en Jan Cornelisz als man en voogd van Jaepgen Dircxsdr, samen kinderen en erfgenamen van Dirck Claes Borritsz zaliger, voor de andere helft, verkopen aan Kors Willemsz, wonende in het noordeinde van Rijnsaterwoude, een partij land gelegen in het noordeinde van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 1,5 morgen land, belend ten oosten Gijsbert Jansz en Huijbert Jansz, ten zuiden Sijmon Meertsz c.s., ten westen de Heerweg en ten noorden Jan Willemsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 114, d.d. 15-11-1618 (scan 360)
Schuldbrief. Cors Willemsz, wonende in het noordeinde van Rijnsaterwoude, is schuldig aan Lijsbet Corsdr, laatst weduwe van Dirck Claes Borritsz, voor de ene helft, en de kinderen en erfgenamen van voornoemde Dirck Claes Borritsz zaliger, voor de andere helft, 437 gld. 10 st. te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 115, d.d. 15-11-1618 (scan 361)
Eigenbrief. Engeltgen Banckerisdr, weduwe van Pons Ewoutsz, met Aelbert Jansz, haar zwager, en Cornelis en Pieter Jansz, haar zonen en gekozen voogden, verkoopt aan Jan Heijndricxsz schoenmaker, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade, een kamp land genaamd De Molenkamp met een akker aan de oostzijde, gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1 morgen 2 hond land, belend ten oosten Cors Senten c.s., ten zuiden Cleijn Dirck Jansz c.s., ten westen Claes Borritsz en ten noorden Cornelis Heijndricxsz, met overpad over het land van Claes Dircxsz Craeckman. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 115v, d.d. 19-11-1618 (scan 362)
Schuldbrief. Jan Heijndricxsz schoenmaker, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade, is schuldig aan Engeltgen Banckeris, weduwe van Pons Ewoutsz, 771 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde Molenkamp. Als onderpand geldt het gekochte land. Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, wonende aan de Oude Wetering, stelt zich borg. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 116v, d.d. 19-11-1618 (scan 363)
Willig decreetbrief. Pieter Cornelisz scheepmaker heeft op 22-03-1618 verkocht aan Claes Jacobsz, wonende te Alphen, een scheepmakershuis en erf aan het Molenpad onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Meesz, ten zuiden de Molenwetering of het Molenpad, ten westen Pieter Cornelisz zelf en ten noorden Lijclaes Folpertsz, belast met een hoofdsom van 150 gulden toekomende de weduwe en erfgenamen van Gerrit Dircxsz, in zijn leven brouwer in De Tol te Haarlem, die de koper tot last neemt. De verkoop is goedgekeurd door de vierschaar op 14-11-1618. De koopsom is 400 gulden te betalen in zes termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 117v, d.d. 28-11-1618 (scan 364)
Testamentbrief. Geertgen Claesdr, huisvrouw van Willem Dirck Jannen, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, gezond, maakt haar testament op. Mocht ze zonder nageslacht overlijden, dan krijgen haar vrienden en erfgenamen alles wat aan haar lijf heeft behoord, met nog 75 gulden aan geld. Tot enige erfgenaam benoemt Willem Dircxsz, haar voornoemde man. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 118v, d.d. 28-11-1618 (scan 365)
Lijfrentebrief. Maerten Jansz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan Claesz van Calverdijck Harenkarspel lakenkoper, wonende in het dorp Leimuiden, een los- of lijfrente van 12 gulden per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Maerten Dircxsz, ten zuiden en westen Claes Willemsz Clavesier en ten noorden de Drecht. Afgelost op 09-02-1625. Getuigen: Arijen Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 119v, d.d. 28-11-1618 (scan 366)
Rentebrief. Theus Cornelisz, wonende in het noordeinde van Rijnsaterwoude, is schuldig aan Claes Jacobsz, wonende te Alphen, een losrente van 3 gld. 2 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 50 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Overbuurtsedijk, ten zuiden Louweris Damen en Jan Willemsz, ten westen de Heerweg en ten noorden Sijmon Maertensz. Getuigen: Arijen Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 120v, d.d. 28-11-1618 (scan 367)
Rentebrief. Marrijtgen Pietersdr, weduwe van Cornelis Heijndricxsz, met de schout als gekozen voogd, is schuldig aan Jan Cornelisz van Leeusvelt, korenkoper in De Otter te Leiden, een losrente van 3 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 56 gulden. Als onderpand geldt haar huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Phillips Huijbertsz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Gerritsz Straff en ten noorden het Vossepad. Getuigen: Arijen Jacobsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 121v, d.d. 28-11-1618 (scan 368)
Rentebrief. Pieter Jansz, wonende bij de Bilderdam onder Vriezekoop, is schuldig aan Willem Jansz, zijn broer, een losrente van 18 gld. 15 st. per jaar met een hoofdsom van 300 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten en noorden Meerten Huijbertsz, ten westen de weduwe van Jan Cornelisz scheepmaker en ten zuiden de Drecht. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 122v, d.d. 14-12-1618 (scan 369)
Rentebrief. Willem Willemsz, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Pouwels Jansz Quant een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt een stuk land, deels toegemaakt rietland en veenland, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Pieter Gerritsz en Jan Dirck Vaers, ten zuiden Frans Dircxsz, ten westen Cornelis Borritsz en Dirck Thonisz Druijs en ten noorden ‘t Griet. Getuigen: Dirck Rutgersz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 124, d.d. 30-12-1618 (scan 370)
Koopbrief. Cors Jan Theesz, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, verkoopt aan Huijch Evertsz schoenmaker een huis, erf en boomgaard, te verongelden voor 1 hond land, gelegen aan de Rijsdrecht onder Leimuiden, belend ten oosten en zuiden Cornelis Meertsz bakker, ten westen Dirck Dircxsz Opsitter en ten noorden de Rijsdrecht. Betaald met een schuldbrief. Jan Matheusz, vader van de comparant, wonende te Aalsmeer, stelt zich waarborg voor vrijwaring van gebreken. Getuigen: Arijen Jansz, schepen, en Pieter Jansz, gezworene.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 125v, d.d. 06-01-1619 (scan 372)
Schuldbrief. Huijch Evertsz schoenmaker, thans wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, is schuldig aan Kors Jan Matheesz viskoper, buurman aldaar, 250 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd huis. Als onderpand geldt het gekochte huis. Willem Gijsbertsz, zwager van de comparant, wonende te Noorden, stelt zich borg. Getuigen: Arijen Jansz, schepen, en Pieter Jansz, gezworene.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 126, d.d. 06-01-1619 (scan 372)
Transportbrief. Isbrant Cornelisz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, draagt over aan Allert, Claes en Jan Jeroensz, broers, weeskinderen van Jeroen Pietersz, burger te Leiden, een bezegelde schouten custingbrief d.d. 10-06-1618 op naam van Jacob Jansz biersteker met Cornelis Willemsz, Cornelis Jansz, Pieter Jansz en Maerten Huijbertsz als borgen, inhoudende 1.000 gulden te betalen acht termijnen. Hiermee mogen voornoemde Jeroen Pietersz als vader en Pieter Jeroensz als broer, voogden van de voornoemde weeskinderen, het bedrag innen. Cornelis Isbrantsz stelt zich borg voor de betaling. De koopsom is 730 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 127, d.d. 14-01-1619 (scan 373)
Transportbrief. Willem Jansz alias Willem Jonge Jannen, wonende bij de Joost Tollenbrug onder Rijnsaterwoude, draagt over aan Dirck Willemsz, zijn zoon, een bezegelde schouten decreetbrief d.d. 25-08-1613 gepasseerd door Gerrit Willemsz van Heijningen schout als curator van de desolate boedel van Dirck Willemsz Bocxsen zaliger, inhoudende een woning met het naastgelegen land, ca. 3 morgen 1,5 hond groot. Het is belast met een losrente van 8 gulden en de andere 16 gld. 17 st. per jaar. De koper neemt de losrente van 8 gulden per jaar over, de andere losrente is deze dag door de verkoper afgelost. De koopsom is 475 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Pieter Jansz, gezworene, en Pieter Bouwensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 128, d.d. 18-01-1619 (scan 374)
Koopbrief. Dirck Cornelisz, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, voor de ene helft, Cornelis Dircxsz, Sijmon Dircxsz en Marrijtgen Dircxsdr, voor de andere helft, ten overstaan van de schout en Gijsbert Jansz en Jacob Heijndricxsz, weesmeesters van dit ambacht, dragen over aan Jan Dircxsz, hun zoon en broer, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 29-07-1591 op naam van Kors Meertsz, inhoudende een huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land, te verongelden voor 4,5 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 129, d.d. 28-01-1619 (scan 375)
Schuldbrief. Jan Dircxsz, buurknecht aan de Vriezenweg, is schuldig aan Dirck Cornelisz, zijn vader, en zijn broers en zus samen 300 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van een huisje en erfje gelegen aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, met een naastgelegen akker, heel en water, belend ten oosten Floris Willemsz c.s., ten zuiden Jacob Baenen, ten westen Cornelis Aelwijntsz en ten noorden de Vriezenweg. Als onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Pieter Bouwensz en Arijen Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 129v, d.d. 28-01-1619 (scan 376)
Transportbrief. Jan Jacobsz alias Groot Jan, wonende aan de Drecht bij de Bilderdam onder Vriezekoop, draagt over aan Jan Claesz, wonende aan de Bilderdam onder Calslagen, alle rechten hem aangekomen door transport van de weduwe en kinderen van Cornelis Claesz scheepmaker, de weduwe en kinderen van Baert Andriesz, de weduwe en kinderen van Cors Aertsz en Willem Cornelisz, inhoudende een huis, erf en land, belast met een hoofdsom van 250 gulden toekomende Jannetgen Meijnertsdr te Amsterdam. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 130v, d.d. 30-01-1619 (scan 377)
Schuldbrief. Jan Claesz, buurman wonende aan de Bilderdam onder Calslagen, is schuldig aan Jan Jacobsz alias Groot Jan 470 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van een woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht bij de Bilderdam onder Vriezekoop, belend ten oosten Maerten Huijbertsz en Jan Gerritsz, ten zuiden de Drecht, ten westen Claes Jacob Arijensz en Gijsbert Cornelisz Roomburger en ten noorden Gijsbert Cornelisz. Als onderpand geldt het gekochte huis. Maerten Claesz, zijn zwager, wonende mede aldaar, stelt zich borg. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 131v, d.d. 30-01-1619 (scan 378)
Schuldbrief. Jan Claesz, buurman wonende aan de Bilderdam onder Calslagen, is schuldig aan de heren regenten van het oudemannenhuis van Haarlem 430 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van Jan Jacobsz Groot Jan van eerdergenoemd huis en erf te Vriezekoop. Als voornoemde 430 gulden betaald is, moeten de regenten aan Jan Jacobsz Groot Jan een schuldbrief geven, inhoudende gelijke 430 gulden sprekende op de voornoemde woning, de regenten aangekomen door transport van Arent van Cortenbosch, poorter te Leiden. Als onderpand geldt het gekochte huis. Maerten Claesz, zijn zwager, wonende mede aldaar, stelt zich borg. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 132v, d.d. 30-01-1619 (scan 379)
Eigenbrief. Dirck Cornelisz bakker, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Thijmon Willemsz, wonende mede aldaar, 1/2 morgen land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Huijch Claesz, ten zuiden de verkoper zelf, ten westen Adrijaen Willemsz en ten noorden Marrij Pietersdr en de verkoper zelf c.s. De koopsom is 75 gulden te betalen in drie termijnen. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 133v, d.d. 06-02-1619 (scan 380)
Koopbrief. Jan Jacobsz als man en voogd van Aechte Claesdr, Theus Cornelisz als man en voogd van Griete Aertsdr, Arent Claesz schoenmaker vervangende Gerrit Dircxsz, zijn zwager, als man en voogd van Marrijtgen Jansdr, Jan Arijensz kleermaker en Willem Allertsz, hen sterkmakende voor Marrijtgen en Claertgen Gerritsdr, nagelaten weeskinderen van Neeltgen Claesdr, in haar leven verwekt bij Gerrit Meesz, beiden overleden, samen erfgenamen van Jacob Aertsz zaliger, verkopen aan Pouwels Gerritsz, wonende te Aalsmeer, een kamp land gelegen te Leimuiden genaamd de Heulkamp, te verongelden voor 14 hond land, belend ten oosten Dirck Thonisz Druijs c.s., ten zuiden Arent Claesz, ten westen Frans Dircxsz en ten noorden de Dwarssloot. De koopsom is 1.550 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 134, d.d. 14-02-1619 (scan 380)
Koopbrief. Harmen Harmensz, wonende te Aalsmeer, verkoopt aan Claes Cornelisz, wonende te Amsterdam, 1/2 morgen land gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, belend ten oosten Kors Jansz, ten zuiden Frans Dircxsz, ten westen de weduwe van Cornelis Dircxsz en ten noorden de Rijsdrecht. De koopsom is 300 gulden. Getuigen: Arijen Jansz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 134v, d.d. 20-02-1619 (scan 381)
Transportbrief. Lenert Jansz, wonende te Rijnsaterwoude, draagt over aan Flooris Cornelisz molenaar, wonende mede aldaar, alle rechten hem aangekomen door transport van Lenert Dircxsz molenaar, inhoudende een korenwindmolen met een huis en erf. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Heijndrick Arijensz. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 135, d.d. 20-02-1619 (scan 381)
Schuldbrief. Flooris Cornelisz molenaar, wonende aan het Molenpad onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Heijndrick Ariensz, wonende aan de Oude Wetering, 1.500 gulden te betalen in acht termijnen vanwege de koop van Lenert Jansz van eerdergenoemde korenwindmolen met huis, erf en boomgaard gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Cornelis Cornelisz Drooch, ten zuiden de Molenwetering, ten westen Claes Dircxsz Cort en ten noorden Lijclaes Folpertsz. Als onderpand geldt het gekochte huis. Heijndrick Willemsz, wonende te Alphen, Cornelis Matheeusz bakker, wonende te Woubrugge onder Esselijkerwoude, en voornoemde Lenert Jansz, wonende te Rijnsaterwoude, stellen zich borg voor de comparant. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 136, d.d. 20-02-1619 (scan 382)
Koopbrief. Jan Meesz en Pieter Baenensz verkopen samen aan Joost Baenen een veenakker, land en water, gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 1 morgen land, belend ten oosten Cornelis Aelwijntsz c.s., ten zuiden Tamis Pietersz, ten westen de Doyssen en ten noorden Marritgen Cornelis Coorents. De koopsom is 260 gulden te betalen in twee termijnen. Getuigen: Arijen Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 137, d.d. 20-02-1619 (scan 383)
Rentebrief. Gerrit Jansz Collen, woneende te Calslagen, is schuldig aan Frans Arijensz van Leeuwen en Jan Deijman, brouwers in De Schenkkan te Leiden, een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden vanwege de levering van goede Leidse bieren. Als onderpand geldt zijn huis en erf, ca. 100 roeden groot, gelegen bij de Bilderdam onder Calslagen, belend ten oosten, westen en noorden Jacob Willemsz en ten zuiden de Drecht; nog ca. 4 morgen 5 hond land of water, tegenwoordig rietland, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Thonis Jaspersz en Lijsbet Dingmans c.s., ten zuiden Claes Dircxsz Buijs, ten westen Pieter Pietersz snijder en Aert Cornelisz c.s. en ten noorden de Heerweg. Getuigen: Arien Meesz en Cornelis Jansz, schepenen van Calslagen, en Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen van Rijnsaterwoude.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 137v, d.d. 20-02-1619 (scan 384)
Testamentbrief. Claes Isbrantsz van Geijlwijck en Annetgen Pietersdr, echtelieden, wonende bij de Bilderdam onder Calslagen, gezond, maken hun testament op. Ze benoemen tot erfgenamen Jannetgen Claes, hun dochter, en haar kinderen voor een zevende deel, de kinderen van IJsbrant Claesz, hun overleden zoon, voor een gelijk zevende deel, de kinderen van Joosgen Claes, hun overleden dochter, voor een evenredig zevende deel, Cornelis en Willem Claesz, hun zonen, Appelonia en Marrijtgen Claesdr, hun overige kinderen, mede elk voor een zevende deel. Getuigen: Jacob Willemsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 138v, d.d. 24-02-1619 (scan 385)
Brief van bevrijding van borgtocht. Dirck Corssen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, bevrijdt Pieter Claesz, zijn zwager, van zijn borgstelling voor drie obligaties, de eerste twee obligaties toekomende de Heiligegeest van Rijnsaterwoude, met de hoofdsommen van 25 en 50 gulden, en de derde obligatie toekomende de dochter van Lange Arijsz, wonende aan de Rijpwetering, met een hoofdsom van ca. 81 gulden. Als onderpand stelt hij zijn woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jochim Thijmonsz en Arijen Jonge Jannen, ten zuiden de kinderen van Cornelis Claes Corssen, ten westen de Overbuurtsedijk en ten noorden Aert Jacobsz, de weduwe van Lenert Joppen en voornoemde kinderen van Cornelis Claesz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 139v, d.d. 12-03-1619 (scan 386)
Rentebrief. Jan Dircxsz, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, is schuldig aan Cleijn Dirck Jansz scheepmaker een losrente van 12 gld. 10 st. met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, boomgaard en met naastgelegen land gelegen aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, belend ten oosten Floris Willemsz en Thijmon Corsz, ten zuiden Jacob Baenen, ten westen Cornelis Aelwijntsz en ten noorden de Vriezenweg. Dirck Cornelisz van Westen, zijn vader, stelt zich borg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 140, d.d. 16-03-1619 (scan 386)
Koopbrief. Claes Aertsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, verkoopt aan Jan Heijndricxsz 2 hond land, deels riet deels veen, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Arijen Dircxsz c.s., ten zuiden Jan Heijndricxsz, ten westen Bastiaen Dircxsz en ten noorden Claes Aertsz. De koopsom is 202 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Gherrit Gherritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 141v, d.d. 18-03-1619 (scan 388)
Transportbrief. Heer Cornelisz kramer, wonende in het dorp Rijnsaterwoude, draagt over aan Jan Dirck Corssen, wonende te Rijnsaterwoude, alle rechten en door transport aangekomen van Lenert Jansz, inhoudende 1/2 morgen land. De koopsom is 20 gulden te betalen in twee termijnen. Getuigen: Jan Jansz, gezworene, en Dirck Ruttensz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 142, d.d. 18-03-1619 (scan 388)
Transportbrief. Jacob Jansz als zoon en erfgenaam van Marritgen Jansdr, zijn overleden moeder, die in haar leven huisvrouw was van Jan Harmensz, draagt over aan Sijmon Heijndricxsz (of Pietersz) een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 19-07-1592 op naam van Harmen Aelwijntsz te Ter Aar, inhoudende ca. 2 morgen min 2 hond land. De koopsom is 200 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Sijmon Claesz en Claes Dircxsz Buijs, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 142v, d.d. 19-03-1619 (scan 389)
Koopbrief. Pieter Jansz, wonende te Kudelstaart, verkoopt aan Adrijaen Jacobsz, zijn zwager, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een stuk heelland gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Huijch Sijmonsz, ten zuiden Cornelis Fransz, ten westen Baert Cornelisz en ten noorden de weduwe van Chrijn Jansz bakker. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 143, d.d. 20-03-1619 (scan 389)
Schuldbrief. Adrijaen Jacobsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Pieter Jansz, zijn zwager, 400 gulden te betalen in acht termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 143v, d.d. 20-03-1619 (scan 390)
Scheidbrief. Grietgen Cornelisdr, weduwe van Allert Arentsz, met Cornelis Thijsz en Claes Dircxsz Buijs als haar gerechte voogden, aan de ene, en Arijen Arentsz als broer van de voornoemde Allert Arentsz zaliger, aan de andere zijde, delen de erfenis van voornoemde Allert Arentsz. Grietgen Cornelisdr als weduwe wordt gedeeld een partij land genaamd De Polder, belend ten oosten Arijen Arentsz, Bastiaen Cornelisz en Borrit Thonisz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Claes Dircxsz Buijs, Dingman Willemsz, Dirck Jansz en Arijen Arentsz met zijn deel en ten noorden de Drecht; nog een kampje land met twee naastgelegen akkertjes, belend ten oosten Arijen Arentsz, ten zuiden Borrit Thonisz, ten westen voornoemde Arijen Arentsz en ten noorden de Drecht; de weduwe zal haar deel verongelden voor 5 morgen 4 hond 75 roeden land. Arijen Arentsz is gedeeld een huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land, belend ten oosten de voornoemde weduwe met haar deel en Dirck en Ewout Jansz, ten zuiden Bastiaen Cornelisz en Arijen Arentsz zelf, ten westen Bastiaen Cornelisz, voornoemde Arijen Arentsz, Claes Dircxsz Buijs, Maerten Arijsz en Dingman Willemsz en ten noorden de Drecht; nog een partij land, belend ten oosten Cornelis Aelbertsz, ten zuiden de Drecht, ten westen Claes Huijbertsz en Arijen Arijntsz zelf en ten noorden het Vossepad; Arijen Arentsz zal zijn deel verongelden voor 5 morgen 4 hond 75 roeden. De woning en landen zijn samen gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop. De meubele goederen hebben ze onderling gedeeld. Allert Arentsz had in zijn leven aan de Heiligegeest en de kerk van Leimuiden samen toegezegd een rentebrief op naam van Heijnrick Barentsz, buurman te Leimuiden, met een hoofdsom van 100 gulden. In de marge: de woning en landen zijn getaxeerd op 5.600 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 144, d.d. 21-03-1619 (scan 390)
Transportbrief. Dirck Cornelisz Verdrecht scheepmaker, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, draagt over aan Gerrit Jansz scheepmaker alle rechten hem door transport aangekomen van Garrebrant Jansz, inhoudende 1/2 morgen land. De koopsom is 80 gulden te betalen in twee termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 145v, d.d. 23-03-1619 (scan 392)
Koopbrief. Adrijaen Arentsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Arijen Arijensz, zijn zoon, een huis, erf en boomgaard met naastgelegen partijen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend in het geheel ten oosten de weduwe van Allert Arentsz en Ewout Jansz c.s., ten zuiden Bastiaen Cornelisz, ten westen voornoemde Bastiaen Cornelisz, Arijen Arentsz zelf, Claes Dircxsz Buijs, Meerten Arijsz en Dingman Willemsz en ten noorden de Drecht, samen te verongelden voor 3 morgen 4 hond 75 roeden. De koopsom is 1.300 gulden te betalen in zeventien termijnen. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 146, d.d. 01-04-1619 (scan 392)
Koopbrief. Arijen Arentsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Arent Arijensz, Jacob Arijensz en Cornelisz Arijensz, zijn zonen, een stuk heelland gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 2 morgen land, belend ten oosten Cornelis Aelbertsz, ten zuiden de Drecht, ten westen de weduwe van Claes Huijbertsz en Arijen Arentsz zelf en ten noorden het Vossepad. Het betreft een gift. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 146v, d.d. 01-04-1619 (scan 393)
Eigenbrief. Jan Dircxsz Dirckvaer, waard in het dorp Leimuiden, verkoopt aan Gerrit Cornelisz Vos, brouwer in Het Zwaard te Haarlem, een huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, zoals de verkoper het heeft bewoond, belend ten oosten Cornelis Borritsz, ten zuiden de Heerweg, ten westen de verkoper zelf met een erfscheiding en ten noorden de voornoemde verkoper. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 147, d.d. 03-04-1619 (scan 393)
Schuldbrief. Gerrit Cornelisz Vos, brouwer in Het Zwaard te Haarlem, is schuldig aan Jan Dircxsz Dirckvaer, waard in het dorp Leimuiden, 1.280 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd huis. De betaling heeft de vorm van goed Haarlems bier, ieder jaar voor 213 gld. 6 st. 11 pen., wat Jan Dircxsz verplicht moet afnemen. Mocht de koper het huis willen verhuren, dan heeft Jan Dircxsz de eerste optie om het te huren voor de komende zes jaren. Als onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 148, d.d. 03-04-1619 (scan 394)
Koopbrief. Appolonia Jansdr, weduwe van Jan Claesz Croost, met Isbrant Jansz, haar broer en gekozen voogd, voor de helft, Cornelis Claesz Croost en Cornelis Lenertsz, hen sterkmakende voor de andere erfgenamen van voornoemde Jan Claesz Croost, voor de andere helft, verkopen aan Dirck Corsen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, een partij land met een naastgelegen akker, samen te verongelden voor 1/2 morgen land, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten en zuiden de verkopers zelf c.s., ten noorden Arijen Pietersz en ten westen de Overbuurtsedijk, belast met een hoofdsom van 150 gulden aankomende Jan Heijnricxsz die de koper tot last neemt. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 149, d.d. 17-04-1619 (scan 395)
Schuldbrief. Dirck Corsen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, is schuldig aan de weduwe en erfgenamen van Jan Claesz Croost 50 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Jan Dircxsz, zijn zoon, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, stelt zich borg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 149v, d.d. 17-04-1619 (scan 396)
Naastingbrief. Cornelis Vreericxsz, wonende aan de Oude Wetering, had gekocht van Dirck Willemsz een huis en erf met nog een partij land, samen te verongelden voor 7 hond 90 roeden land, en van Claes Dircxsz Adel 4 hond land, welke woning en landen zijn gerechtelijk genaast door Thamis Gijsbertsz. Van deze woning en landen waren reeds eigendomsbrieven gepasseerd d.d. 21-03-1619, die hij overgeeft ten behoeve van voornoemde Thamis Gijsbertsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 150v, d.d. 24-04-1619 (scan 397)
Schuldbrief. Thamis Gijsbertsz, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Dirck Willemsz, gewoond hebbende te Leimuiden, 1.000 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van een huis en erf, belend ten oosten de weduwe van Maerten Willemsz, ten zuiden de Ookweg, ten westen Claes Lenertsz en ten noorden Claes Dircxsz Adel; nog twee partijen land, naast elkaar gelegen, belend in het geheel ten oosten Vreerick Jansz, ten zuiden de weduwe van Maerten Willemsz, ten westen Claes Aelbertsz en ten noorden Jacob Willemsz; nog een partij land, belend ten oosten de weduwe van Maerten Willemsz, ten zuiden Dirck Willemsz, ten westen Claes Lenertsz en ten noorden Claes Aelbertsz, welke landen en woning zijn gelegen te Leimuiden. Hij heeft de landen gerechtelijk genaast van Cornelis Vreericxsz en de eigenbrieven van hem ontvangen. Als onderpand gelden de gekochte partijen land. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 151, d.d. 24-04-1619 (scan 397)
Koopbrief. Dirck Willem Vrericxsz verkoopt aan Claes Dircxsz Abberoen een akkerland gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten Jacob Willemsz, ten zuiden Claes Dircxsz zelf, ten westen voornoemde Jacob Willemsz en de weduwe van Jan Jochumsz en ten noorden ‘t Griet. De koopsom is 36 gulden. Getuigen: Dirck Rutten en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 152, d.d. 28-04-1619 (scan 398)
Koopbrief. Pieter Stoeffelsz, wonende te Leimuiden, verkoopt aan Jan Claesz Claverdijck, wonende mede aldaar, een erf waar tegenwoordig een huisje op staat, gelegen bij het dorp Leimuiden, belend ten oosten Pieter Stoeffelsz zelf, ten zuiden Vreerick Jansz, ten westen Jan Jansz linnenwever en ten noorden de Kerklaan. Betaald met een obligatie ten behoeve van Marritgen Jansdr van 110 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 152v, d.d. 15-05-1619 (scan 399)
Transportbrief. Jacob Willem Claesz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, draagt over aan Willem Gerritsz van Heijningen een vertichtingsbrief d.d. 29-07-1611 op naam van Claes Willemsz, zijn broer, inhoudende 65 gulden vanwege de uitkoop van zijn vaderlijke erfenis. De koopsom is 65 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 153, d.d. 21-05-1619 (scan 399)
Transportbrief. Kors Jansz, lakenkoper in de Drie Mollen te Leiden, als erfgenaam van Pieter Joostensz, in zijn leven burger en poorter van de stad Leiden, zijn schoonvader, draagt over aan Jacob Pietersz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden alle rechten Pieter Joostensz door transport aangekomen van Cornelis Willemsz zeilmaker, inhoudende een huisje en erfje, belast met 1 gulden per jaar. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 153v, d.d. 21-05-1619 (scan 400)
Schuldbrief. Jacob Pietersz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, is schuldig aan Kors Jansz, lakenkoper in De Drie Mollen te Leiden, 300 gulden te betalen in twee termijnen vanwege de koop van een huisje en erfje gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten Dirck Cornelisz Verdrecht, ten zuiden Jacob Willemsz, ten westen de Oude Wetering en ten noorden de weduwe van Cornelis Gerritsz. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 154, d.d. 21-05-1619 (scan 400)
Koopbrief. Arent Cornelisz, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, verkoopt aan Lenert Cornelisz Loos. wonende mede aldaar, een akkerland gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1/2 hond land, belend ten oosten Baert Meesz, ten zuiden Baert Ewoutsz, ten westen Trijntge Gerritsdr, weduwe van Wouter Joosten, en ten noorden Jan Meesz. De koopsom is 49 gulden. Getuigen: Jan Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 155, d.d. 26-05-1619 (scan 401)
Eigenbrief. Marritgen Jansdr, laatst weduwe van Rieuwert Isbrantsz, met de schout als gekozen voogd, verkoopt aan Cornelis Claesz een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jan Gerritsz, ten zuiden de pastoriewerf, ten westen de Heerweg, Claes Pietersz en Griete Baerts en ten noorden het pad van Jan Gerritsz en Claes Pietersz voornoemd. De koopsom is 500 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Dirck Rutgersz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 155v, d.d. 27-05-1619 (scan 402)
Transportbrief. Cornelis Claesz, buurman bij het dorp Leimuiden, draagt over aan Zegert/Seger Dircxsz smid een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 27-05-1619 op naam van Maritgen Jansdr, inhoudende een huis en erf. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Dirck Rutgersz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 156, d.d. 29-05-1619 (scan 402)
Schuldbrief. Seegerdt Dircxsz smid, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Baert Willemsz, wonende te Aalsmeer, 800 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van Cornelis Claesz van een huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Jan Gerritsz, ten zuiden de pastoriewerf, ten westen de Heerweg, Claes Pietersz en Griete Baerts en ten noorden het pad van Jan Gerritsz en Claes Pietersz voornoemd. Als onderpand geldt het gekochte huis. Dirck Jansz, wonende te Nieuwveen, zijn vader, stelt zich borg. Voornoemde Cornelis Claesz stelt zich ook borg. Getuigen: Dirck Rutgersz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 156v, d.d. 29-05-1619 (scan 403)
Rentebrief. Jan Claes Anthonisz, thans waard te Langeraar, is schuldig aan Gerrit Meesz een losrente van 9 gld. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt een woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen te Rijnsaterwoude, strekkende van de Heerweg oostwaarts tot de Overbuurtsedijk, belend ten zuide Jan Jaspersz c.s. en ten noorden Thijmon Aelbertsz. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Lenertsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 157v, d.d. 29-05-1619 (scan 404)
Rentebrief. Jan Gijsbertsz, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan de Heiligegeestmeesters van Leimuiden een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Balten Dircxsz, Cornelis Claesz en Dirck Jansz, ten zuiden de Heerweg en Jan Jacobsz bakker, ten westen Jacob Willemsz en Claes Isbrantsz en ten noorden Vreerick Jansz. Getuigen: Jan Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 158v, d.d. 02-06-1619 (scan 405)
Transportbrief. Jan Jorisz, wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, draagt over aan Phillips Gerritsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, alle rechten hem door transport aangekomen van Claes Jansz bakker, inhoudende twee akkers land, te verongelden voor 2 hond. De koopsom is 60 gulden te betalen in twee termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 159v, d.d. 02-06-1619 (scan 406)
Transportbrief. Jan Cornelisz, thans buurman te Veur onder Voorschoten, draagt over aan Lenert Pietersz schoenmaker een bezegelde schouten eigenbrief met een transportbrief, inhoudende een huisje en erfje. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 160v, d.d. 03-06-1619 (scan 407)
Schuldbrief. Lenert Pietersz schoenmaker, thans wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Jan Cornelisz, wonende bij de Leidschendam, 180 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van 1/2 hond land waar een huisje op staat, gelegen in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, belend ten zuiden Allert Jansz smid, ten westen de Heerweg en ten noorden en oosten Claes Jansz bakker. Als onderpand geldt het gekochte land. Afgelost op 25-06-1623. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 161, d.d. 03-06-1619 (scan 407)
Transportbrief. Cornelis Mourintsz alias Slagen van Boshuizen draagt over aan Cornelis Jansz van Heijningen, zeilmaker aan de Oude Wetering, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 28-03-1611 op naam van Cornelis Claes Corsz zaliger, inhoudende drie turfakkers, te verongelden voor 1 morgen land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 161v, d.d. 27-06-1619 (scan 408)
Schuldbrief. Cornelis Jansz van Heijningen, zeilmaker aan de Oude Wetering, is schuldig aan Cornelis Mourintsz alias Slagen 80 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van drie turfakkers gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Jansz, ten zuiden Jan Willemsz, ten westen Willem Jansz en ten noorden voornoemde Jan Jansz c.s. Als onderpand geldt het gekochte land. Gerrit Willemsz van Heijningen schout stelt zich borg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 162, d.d. 27-06-1619 (scan 408)
Transportbrief. Claes Jansz bakker, wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, draagt over aan Cornelis Ghijsbertsz, wonende te Rijnsaterwoude, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 14-08-1616 op naam van Gerrit Willemsz van Heijningen schout, inhoudende 1/2 morgen land. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Jan Willemsz brouwer in De Leister te Haarlem. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 163, d.d. 27-06-1619 (scan 409)
Schuldbrief. Cornelis Gijsbertsz, wonende bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Jan Willemsz brouwer in De Leister te Haarlem 300 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van Claes Jansz bakker van 1/2 morgen land gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Jansz, ten zuiden en westen Pieter Woutersz timmerman en ten noorden Claes Anthonisz. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 163v, d.d. 27-06-1619 (scan 410)
Testamentbrief. Heijndrick Joostensz, wonende te Leimuiden, ziek op bed liggende, maakt zijn testament op. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Jacob en Joost Heijndricxsz, zonen, mitsgaders Catharina Heijndricxsdr, zijn nog levende kinderen, elk voor een gerecht vijfde deel, idem de kinderen van Lenert Heijndricxsz, zijn overleden zoon, samen voor een gelijk vijfde deel, en de kinderen van wijlen Pieter Heijndricxsz “mede zijn broeder was”, met namen Gerrit, Jan, Arijs en Cornelis Pietersz, samen voor het resterende vijfde deel. [Over dat laatste deel worden enkele bepalingen afgesproken.] Griete Aelbertsdr, zijn tegenwoordige huisvrouw, mag de rest van haar leven blijven wonen in hun huidige huis. Aan Gerrit, de oudste zoon van Pieter Heijndricxsz, prelegateert hij zijn nachttabbert. Getuigen: Mourin Huijgensz en Gerrit Jansz scheepmaker.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 164v, d.d. 27-06-1619 (scan 411)
Eigenbrief. Jan Jaspersz en Balten Jaspersz, elk voor hen zelf en vervangende Melten Jaspersz en Jop Jaspersz, hun broers, Cornelis Jansz Besuijen als man en voogd van Neeltgen Jaspersdr, Willem Pietersz als man en voogd van Lijsbet Jaspersdr, Gijsbert Pietersz van Tol als man en voogd van Marritgen Jaspersdr en Lenert Woutersz als man en voogd van Eechgen Jaspersdr, samen kinderen en erfgenamen van Jasper Jansz zaliger, verkopen aan Isbrant Huijbertsz scheepmaker een stuk land gelegen te Rijnsaterwoude, te verongelden voor 4,5 hond land, belend ten oosten de kinderen van Arijs Cornelisz en Eechgen Huijbertsdr, beiden overleden, ten zuiden en westen Jan Meesz en ten noorden de Molenwetering. Betaald met een obligatie van 350 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 166, d.d. 03-07-1619 (scan 412)
Eigenbrief. Appolonia Jansdr, weduwe van Jan Claesz Croost, met Isbrant Jansz, haar broer en gekozen voogd, voor de ene helft, Cornelis Claesz Croost en Cornelis Lenertsz, vervangende de andere erfgenamen van voornoemde Jan Claesz Croost, voor de andere helft, verkopen aan Jooris Cornelisz Focker een huis, erf en boomgaard gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten Lenert Joppen weduwe, ten zuiden Dirck Corssen, ten westen de Overbuurtsedijk en ten noorden voornoemde Dirck Corssen. De koopsom is 142 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 167, d.d. 07-07-1619 (scan 413)
Transportbrief. Marritgen Heijndricxsdr, weduwe van Jan Albertsz visser, met Claes Heijndricxsz, haar broer en gekozen voogd, Thijmon Albertsz als oom en voogd zich sterkmakende voor Huijbertgen, Marritgen, Grietgen, Gerritgen, Marritgen, Grietgen, Eechgen en Jan Jans, onmondig, mitsgaders zich sterkmakende voor Heijndrick Jansz, Gerrit Cornelisz als man en voogd van Lijsbet Jansdr, Dirc Willemsz als man en voogd van Annetgen Jansdr, samen kinderen en erfgenamen van voornoemde Jan Albertsz visser, dragen over aan Jan Willemsz scheepmaker een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 17-05-1616 op naam van de kinderen en erfgenamen van zaliger Dirck Jeroensz en Grietgen Dircxsdr, inhoudende een schuur met zijn erf, belast met 6 gld. 5 st. per jaar. De koopsom is 100 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Dirck Rutgensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 167v, d.d. 07-07-1619 (scan 414)
Rentebrief. Marritgen Claesdr, weduwe en boedelhoudster van Claes Huijbertsz, met Cornelis Claesz Koij, haar broer en gekozen voogd, is schuldig aan Neeltgen Claesdr, weduwe van Huijbert Cornelisz Bommer, losrente van 13 gld. 5 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 212 gld. 10 st. Als onderpand geldt haar huis, erf en boomgaard gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten de comparante zelf, ten zuiden de Drecht en ten westen en noorden voornoemde Neeltgen Claesdr. Getuigen: Jan Lenertsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 168, d.d. 14-07-1619 (scan 414)
Transportbrief. Jan Dircxsz Vos als zoon en erfgenaam van Dirck Albertsz Vos en Marritgen Jansdr, zijn overleden ouders, zich sterkmakende voor de andere kinderen en erfgenamen van voornoemde Dirck Albertsz en Maritgen Jansdr, draagt over aan Gerrit Pouwelsz alls rechten die zijn overleden vader door transport zijn aangekomen van Griete Dircxsdr, weduwe van Jan Pietersz Slijck, inhoudende een erfje land waar tegenwoordig twee huisjes op staan. De koopsom is 90 gulden. Getuigen: Dirck Rutgersz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 169, d.d. 21-07-1619 (scan 415)
Eigenbrief. Annetgen Jans, weduwe van Jan Dircxsz, met de schout als gekozen voogd, verkoopt aan Gerrit Claesz, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, een stuk land, akker of water, gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1 morgen land, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Dircxsz, ten zuiden en westen Dirck Dircxsz en ten noorden Marritgen Pietersdr, weduwe van Cornelis Jacobsz Spanjaert. De koopsom is 100 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Mourin Huijgen en Joost Woutersz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 169v, d.d. 31-07-1619 (scan 416)
Transportbrief. Ewout Jacobsz van Griecken, schout van Alkemade, draagt over aan Cornelis Vreericxsz en Jan Vreericxsz, broers, alle rechten hem door transport aangekomen van Claes Dircxsz scheepmaker als man en voogd van Grietgen Jacobsdr, erfgenaam van Jacob Jacobsz van Tol zaliger, inhoudende 1 morgen rietland gelegen in ‘t Griet. Betaald met een obligatie van 150 gulden te betalen in zes termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 170, d.d. 02-08-1619 (scan 416)
Rentebrief. Claes Dircxsz Ackerbouwer, wonende bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Jan Willemsz scheepmaker, wonende mede aldaar, een losrente van 3 gld. 2 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 50 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard gelegen bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Claes Jorisz, ten westen Pieter Jansz scheepmaker en ten noorden Lijclaes Folpertsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 170v, d.d. 04-08-1619 (scan 417)
Rentebrief. Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, is schuldig aan Neeltgen Govertsdr, weduwe en boedelhoudster van Aelbrecht Gerritsz van Hoogeveen, een losrente van 108 gulden per jaar met een hoofdsom van 1.800 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, scheepmakerij en boomgaard met een stuk naastgelegen land, ca. 3 morgen groot maar niet meer te verongelden dan 1 morgen, gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten de kinderen van Groot Dirck Jansz, ten zuiden Gerrit Heijndricxsz en Cornelis Lenertsz c.s., ten westen de Oude Wetering en ten noorden Engeltgen Banckeris, Claes Dircxsz Craeckman en de comparant zelf. Afgelost op 04-01-1641. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 171v, d.d. 13-08-1619 (scan 418)
Koopbrief. Cornelis Jansz zeilmaker, wonende bij de Bilderdam aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Arijen Cornelisz zeilmaker, zijn zoon, een huis en erf met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 1 morgen land, belend ten oosten voornoemde Cornelis Jansz, ten zuiden de Drecht, ten westen Garrebrant Jansz Graeff en Sijmon Claesz en ten noorden Claes Claesz. De koopsom is 500 gulden. Getuigen: Zijmon Claesz, gezworene, en Lenert Jansz, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 172v, d.d. 13-08-1619 (scan 419)
Rentebrief. Willem Ewoutsz Rijcken van Castaleijn, wonende te Leimuiden, is schuldig aan Jan de Vree brouwer in De Klimmende Leeuwen te Haarlem, een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Dirck Jansz, ten zuiden Dirck Rutgersz, ten westen Neeltgen Jacobsdr weduwe en ten noorden de Ookweg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 173v, d.d. 13-08-1619 (scan 420)
Rentebrief. Arijen Cornelisz zeilmaker, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan de kerk van Leimuiden een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt zijn woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten de weduwe van Cornelis Jansz zeilmaker, ten zuiden de Drecht, ten westen Sijmon Claesz en Garrebrant Jansz en ten noorden Claes Claesz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 174v, d.d. 16-08-1619 (scan 421)
Bevrijding- of waarbrief. Cornelis Arijen Damen, kramer bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, verklaart dat Cornelis Cornelisz, wonende bij de Bilderdam onder Vriezekoop, op 04-11-1615 ten behoeve van de comparant een rentebrief van 150 gulden had gepasseerd. Deze rentebrief heeft de comparant op 21-02-1618 verder getransporteerd aan Jan van der Graft, lakenkoper binnen Leiden, aan welke rentebrief Cornelis Cornelisz heeft verbonden zijn huis en erf gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Anne Cornelisdr, weduwe van Frans Sijmonsz, ten zuiden en westen Jacob Arijensz en ten noorden de Drecht. Dit huis en erf heeft Cornelis Cornelisz verkocht aan Arijen Dircxsz, zijn zwager, die het weer heeft verkocht aan Dirck Jansz, smid te Nieuwveen. De comparant bevrijdt voornoemde Dirck Jansz van de hoofdsom. Daarom stelt hij nu als onderpand een stuk land gelegen te Vriezekoop, ca. 6 hond groot, belend ten oosten Jan Willemsz, ten zuiden Pieter Jansz, ten westen voornoemde Pieter Jansz en Huijch Sijmonsz en ten noorden de Drecht. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 175v, d.d. 18-08-1619 (scan 422)
Brief van bevrijding. Cornelis Cornelisz, waard bij de Bilderdam onder Vriezekoop, geeft aan dat Cornelis Arijensz bij de Leimuiderbrug voor de comparant heeft beloord om Dirck Jansz, smid te Nieuwveen, te bevrijden van een rentebrief met een hoofdsom van 150 gulden gepasseerd ten behoeve van Cornelis Arijensz, aan welke rentebrief het huis en erf van de comparant is verbonden, die hij heeft verkocht aan Arijen Dircxsz, zijn zwager, die het weer heeft verkocht aan Dirck Jansz, smid te Nieuwveen. De comparant verbindt hieraan de erfenis die hij zal ontvangen als Griete Baertsdr, zijn moeder, zal overlijden. Griete Baerts, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, stelt zich hiervoor borg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 176, d.d. 20-08-1619 (scan 422)
Schuldbrief. Jan Anthonisz scheepmaker, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, is schuldig aan Dirck Foppensz, wonende in het dorp Leimuiden, 2.142 gld. 17 st. te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van een woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten de Oudendijk, ten zuiden Dirck Cornelisz scheepmaker en Frans Jansz Lans, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Pieter Heijndricxsz de Vries en Willem Jacobsz. Als onderpand geldt het gekochte land. Dirck Anthonisz en Claes Borritsz, zijn broer en zwager, wonende mede aldaar, stellen zich borg. Afgelost op 25-05-1622. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 177, d.d. 20-08-1619 (scan 423)
Rentebrief. Jan Claes Corssen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, is schuldig aan de nagelaten weeskinderen van Jaepgen Pietersdr zaliger, die ze in haar leven heeft verwekt bij Thijmon Corssen, een losrente van 6 gld. 5 st. met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt 1 morgen land gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Claesz zelf, ten zuiden de weduwe van Anthonis Clementsz, ten westen de Overbuurtsedijk en ten noorden Jan Jan Huijbertsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 178, d.d. 28-08-1619 (scan 424)
Koopbrief. Lenert Cornelisz, Reijer Cornelisz, Jan Cornelisz en Arijen Arijsz, samen erfgenamen van Alijt Jansdr zaliger, verkopen aan Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, een partij land gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, te verongelden voor 3 hond land; nog een derde deel van 1 hond land, belend ten oosten Pieter Thijsz, ten zuiden Cornelis Huijbertsz weduwe, ten westen de Dijksloot en de erfgenamen van Gerrit Heijndrick Vechtersz en ten noorden Cornelis Dircxsz Conckel en Eleman Jansz zelf. Betaald met vier schuldbrieven. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 179, d.d. 17-09-1619 (scan 425)
Schuldbrief. Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Lenert Cornelisz Luijtroft(?) 200 gld. 3 st. 6 pen. te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd stuk land. Als onderpand geldt het gekochte land. Afgelost op 17-07-1629. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 179v, d.d. 17-09-1619 (scan 426)
Schuldbrief. Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Reijer Cornelisz, wonende te Amsterdam, 250 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd stuk land. Als onderpand geldt het gekochte land. Afgelost op 27-07-1629. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 180, d.d. 17-09-1619 (scan 426)
Schuldbrief. Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Jan Cornelisz, wonende te Thamen onder Mijdrecht, 267 gld. 2 st. te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd stuk land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 181, d.d. 17-09-1619 (scan 427)
Schuldbrief. Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Arijen Arijsz 170 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd stuk land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 181v, d.d. 17-09-1619 (scan 428)
Brief van bevrijding van borgtocht. Marritgen Claesdr, weduwe en boedelhoudster van Claes Huijbertsz, met de schout als gekozen voogd, zal Neeltgen Claesdr, weduwe van Huijbert Cornelisz Bommer, bevrijden van haar borgtocht voor bedragen aan verschillende partijen, samen 143 gulden (Gerrit Willemsz van Heijningen schout 33 gulden; Jacob Willemsz, waard aan de Bilderdam, 9 gld. 10 st.; Cornelis Arijensz Arijenmaet aan de Drecht 9 gld. 7 st. 8 pen. en nog 25 gulden; Willem Gerritsz van Heijningen 3 gulden; Trijntgen Gerritsdr, weduwe van Wouter Joosten aan de Oude Wetering, 21 gulden; Huijch Claesz lakenkoper te Leiden 10 gulden; Cornelis Arijen Damen te Leimuiden 20 gulden; Willem Maertensz Schouten op de Uithoorn 12 gulden). Ze stelt als onderpand 1 morgen weiland gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Arent, Jacob en Cornelis Arijensz, ten zuiden de Drecht, ten westen de comparante zelf, Claes Dircxsz Buijs en Neeltgen Claesdr en ten noorden Arijen Arentsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 182, d.d. 22-09-1619 (scan 428)
Rentebrief. Dingman Willemsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan Cornelisz, nagelaten weeskind van Cuijniertgen Jansdr zaliger, in haar leven verwekt bij Cornelis Arijensz, een losrente van 3 gld. 2 st. 8 pen. met een hoofdsom van 50 gulden. Als onderpand geldt zijn woning met huis en erf met het naastgelegen land, belend ten oosten Jop Jansz, Claes Dircxsz Buijs en Meerten Arijsz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Jan Cornelisz Sap en Meerten Arijsz en ten noorden de Drecht; nog een stuk land ca. 14 hond groot, belend ten oosten Heijndric Thonisz, Meerten Jansz, Jan Willemsz en de kinderen van Mees Jansz, ten zuiden Cornelis Aelbertsz, ten westen Jochim Jacobsz en ten noorden Claes Dircxsz Buijs. De woning en landen zijn gelegen te Vriezekoop. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 183, d.d. 22-09-1619 (scan 429)
Testamentbrief. Cornelis Arijen Damensz en Aeltgen Huijgendr, echtelieden, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, beiden gezond, maken hun testament op. Ze hebben vier kinderen, met namen Adrijaen, Jan, Lijsbeth en Marritgen Cornelis. Ze hebben Adrijaen en Lijsbeth, die getrouwd zijn, bij hun huwelijk uitgekeerd 100 gulden en een bed met toebehoren. Als de eerste overlijdt, dan krijgen Arijen en Elijsabeth elk nog 25 gulden en Jan en Marritgen elk 125 gulden met een bed en toebehoren, en de langstlevende krijgt alle andere goederen. Mocht de langstlevende opnieuw trouwen, dan moet er een boedelscheiding worden uitgevoerd. Als Cornelis Arijensz als eerste overlijdt, dan wordt Dirck Arijensz, zijn broer, als voogd aangesteld. Betaald op 17-09-1629. Getuigen: Willem Gerritsz en Pieter Phillipsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 184, d.d. 25-09-1619 (scan 430)
Scheidbrief. Belijtgen Pietersdr, weduwe van Harmen Arijensz wever, met Anthonis Claesz, haar gekozen voogd, aan de ene, en Adrijaen Cornelisz van Naeldwijc als vader en erfgenaam van voornoemde Harmen Arijensz, aan de andere zijde, hebben met elkaar gedeeld erfenis van Harmen Arijensz. Belijtgen Pietersdr behoudt het huis, hof en land en alle andere goederen uit de boedel. Arijen Cornelisz krijgt de kleding van zijn zoon en 150 gulden in vier termijnen. Als onderpand geldt haar huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Gerrit Floorisz, ten zuiden Jan Gerritsz, ten westen de Heerweg en ten noorden de weduwe van Jacob Floorisz c.s. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 185v, d.d. 26-09-1619 (scan 432)
Rentebrief. Eleman Jansz Schuijt, wonende te Aalsmeer, is schuldig aan Jan Claesz Claverendijc Harenkarspel, lakenkoper te Leimuiden, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt een kampje weiland ca. 3,5 hond groot, belend ten oosten Willem Cornelisz, ten zuiden de comparant zelf, ten westen Jonge Claes Cornelisz en ten noorden Jan Dircxsz; nog twee akkers, belend ten oosten Willem Cornelisz, ten zuiden Cornelis Dircxsz, ten westen de erfgenamen van Gerrit Heijndricxsz en ten noorden Willem Jansz; nog een kampje weiland ca. 3,5 hond groot, belend ten oosten Cornelis Vreericxsz, ten zuiden Jan Pouwelsz, ten westen de Dijksloot en ten noorden de weduwe van Cornelis Huijbertsz. De landen zijn gelegen te Leimuiden. Afgelost op 22-06-1629. Getuigen: Dirck Ruttensz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 186v, d.d. 02-10-1619 (scan 433)
Transportbrief. Cornelis Arijen Damen, bakker bij de Leimuiderbrug, draagt over aan Arijen Jansz, nagelaten weeskind van Jan Cornelisz zeilmaker een bezegelde schouten scheepswaterbrief d.d. 30-11-1595 op naam van Cornelis Lenertsz, waarvan nog 140 gulden openstaat. De koopsom is 140 gulden. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 187v, d.d. 12-10-1619 (scan 434)
Eigenbrief. Anthonis Floorisz van de Twaelefffhoven Dobbe, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, verkoopt aan Claes Aelbertsz dekker, wonende mede aldaar, een stuk land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten Claes Lenertsz, ten zuiden Niclaes Floorisz van Alckemade, ten westen Claes Lenertsz en de koper zelf en ten noorden Jonge Cornelis Cornelisz Smal Kees, belast met een hoofdsom van 150 gulden toekomende Jeroen Pietersz te Leiden, die de koper tot zijn last neemt. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 188, d.d. 13-10-1619 (scan 434)
Schuldbrief. Claes Aelbertsz dekker, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, is schuldig aan Anthonis Floorisz van Twaeleffhoven Dobben, wonende mede aldaar, 150 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 189, d.d. 13-10-1619 (scan 435)
Transportbrief. Cornelis Jansz timmerman draagt over aan Jacob Dircxsz, houtkoper te Amsterdam, een bezegelde schouten schuldbrief d.d. 12-01-1618 op naam van de weduwe en boedelhoudster van Geleijn IJsbrantsz, waarvan nog 97 gulden openstaat. Cornelis Jansz timmerman stelt zich borg voor de betaling. De koopsom is 95 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 189v, d.d. 16-10-1619 (scan 436)
Testamentbrief. Dirck Cornelisz Bommer en Neeltgen Aerijensdr, echtelieden, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, beiden gezond, maken hun testament op. De langstlevende houdt het leven lang alle goederen zonder te hoeven delen met de kinderen. Als ze beiden overlijden, zijn hun erfgenamen Claes Dircxsz en Arijen Dircxsz, hun zonen, elk voor een gerechte helft. Indien de langstlevende opnieuw in het huwelijk treedt, moet de boedel worden gedeeld en zal de langstlevende recht hebben op de helft. Getuigen: Willem Gerritsz en Pieter Phillipsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 190, d.d. 25-10-1619 (scan 436)
Scheidbrief. Heijnric Dingmansz, voor een gerecht derde deel, Allert Pietersz als man en voogd van Trijntgen Dingmansdr, mede voor een derde deel, Dingman Willemsz, voor zichzelf, Reijer Cornelisz als man en voogd van Marritgen Vreericxsz en Jan Vreericxsz, geassisteerd door Pieter Cornelisz op het Legmeer onder Amstelveen, zijn gekozen voogd, kinderen en erfgenamen van Neeltgen Dingmansdr zaliger, door het resterende derde deel, samen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Lijsbet Heijnricxsdr, weduwe van Dingman Gerritsz, delen de erfenis van voornoemde Lijsbet Heijnricxsdr ten overstaan van de schout en Gijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijndricxsz, zijn mede broeder weesmeester. Heijnric Dingmansz is gedeeld een huis, erf, schuur en boomgaard met bijbehorende landen, belend ten oosten Arent Pietersz, ten zuiden de Drecht en Allert Pietersz met zijn deel, ten westen voornoemde Allert Pietersz, Heijnric Thonisz en Mees Arijensz en ten noorden voornoemde Allert Pietersz; nog een kamp land, belend ten oosten en noorden hij zelf, ten zuiden Allert Pietersz met zijn deel en ten westen voornoemde Heijnrick Thonisz Verclaver; nog enige partijen akkers, veenland of water, belend ten oosten Maerten Jansz, ten zuiden de weduwe van Cornelis Jaspersz, ten westen Claes Crijnen en Aert Cornelisz en ten noorden de Heerweg; zijn deel is te verongelden voor 3 morgen 25 roeden land; hij neemt tot last een hoofdsom van 100 gulden toekomende Jannetgen Pietersdr te Amsterdam; hij betaalt aan Allert Pietersz en de kinderen van Neeltgen Dingmansdr samen 208 gld. 6 st. 10 pen. in vier termijnen en aan voornoemde Jan Vreericxsz 113 gulden in vijf termijnen. Allert Pietersz is gedeeld in naam van zijn huisvrouw een partij weiland, belend ten oosten en noorden Heijnric Dingmansz met zijn deel, ten zuiden de Drecht en ten westen Heijnrick Thonisz Verclaver; nog een stuk veeland, belend ten oosten Arent Pietersz, ten zuiden Heijnrick Dingmansz met zijn deel, ten westen Gerrit Jan van Collen en ten noorden Arent Arijensz; zijn deel is te verongelden voor 3 hond 75 roeden. Deze woning en landen zijn allen gelegen te Vriezekoop. Reijer Cornelisz in naam van zijn huisvrouw is gedeeld een stuk land gelegen op het Legmeer onder Amstelveen, te verongelden voor 1/2 vierendeel van een .., wat voornoemde Lijsbet Heijndricxsdr in haar leven is aanbedeeld. Getuigen: Jan Lenaertsz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 191, d.d. 26-10-1619 (scan 437)
Koopbrief. Claes Arentsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, verkoopt aan Jan Jansz, wonende mede aldaar, een huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land, heel en akker, gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 5 hond land, belend ten oosten de Overbuurtsedijk, ten zuiden Arijen Dircxsz, ten westen Aeltgen Jansdr en ten noorden Joris Cornelisz Focker. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 192v, d.d. 04-11-1619 (scan 439)
Schuldbrief. Jan Jansz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, is schuldig aan Pieter Gerritsz van Heijningen 250 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van Claes Arentsz van eerdergenoemd huis. Als onderpand geldt het gekochte huis. Afgelost op 30-02-1630. Getuigen: Lenert Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 192v, d.d. 04-11-1619 (scan 439)
Koopbrief. Claes Arentsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, verkoopt aan Jop Albertsz timmerman eenhuisje en erfje gelegen in het dorp Rijnsaterwoude, belend en oosten de pastoriewerf, ten zuiden Jan Lambertsz van Campen, ten westen de Heerweg en ten noorden Gerrit Willemsz van Heijningen schout, belast met een erfpacht van 6 stuivers per jaar toekomende de pastorie van Rijnsaterwoude. De koopsom wordt betaald in vier termijnen van 36-13-5. Getuigen: Lenert Jansz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 193v, d.d. 04-11-1619 (scan 440)
Koopbrief. Pieter Cornelisz Clieck scheepmaker verkoopt aan Pieter Gerritsz van Heijningen een schuurtje met zijn erf gelegen aan het Molenpad onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Claes Jacobsz, ten zuiden het Molenpad, ten westen Jacob Jansz Admirael en ten noorden Lijclaes Folpertsz. De koopsom is 100 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 194, d.d. 12-11-1619 (scan 440)
Scheidbrief. Marritgen Woutersdr, weduwe van Jacob Arijensz Banthout, met de schout als gekozen voogd, aan de ene, Claes Jacobsz en Arijen Jacobsz, elk voor zichzelf, Arijen Cornelisz zeilmaker als man en voogd van Marritgen Jacobsdr, Jan Gerritsz Straff als man en voogd van Anne Jacobsdr, Pieter Jansz als man en voogd van Jannetgen Jacobsdr, en Neeltgen Jacobsdr, geassisteerd door Dirck Cornelisz Bommer, haar oom en gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van voornoemde Jacob Arijensz Banthout zaliger, aan de andere zijde, delen met elkaar de vaderlijke erfenis van de kinderen. Marritgen Wouters herroept alle testamenten die ze met Jacob Arijensz, haar overleden man, heeft afgesloten bij notaris Willem Claesz van Ouwenvliet met Willem Willemsz student en Lambrecht Claes Lambrechtsz als getuigen, gepasseerd te Leiden op 15-11-1602. Na haar overlijden moeten de goederen als volgt worden verdeeld. Voornoemde kinderen en erfgenamen moeten voor de weduwe een nieuw huis laten bouwen waar ze de rest van haar leven mag wonen, ze krijgt in totaal 600 gulden aan hoofdsommen met openstaande rente (van Maerten Jansz te Vriezekoop een hoofdsom van 100 gulden; van Pieter Pietersz Jonge Piet aan de Nieuwe Wetering een hoofdsom van 80 gulden; van Ghijsbert Aertsz alias Ghijsgen int Velt een hoofdsom van 200 gulden van Jan Jansz scheepmaker een hoofdsom van 100 gulden; van Michiel Joosten aan de Nieuwe Wetering een hoofdsom van 59 gulden; van Pieter Cornelisz in Kudelstaartse Banken de hoofdsom van 60 gulden) en van de kinderen en erfgenamen nog eens 101 gulden contant en elk jaar 36 gulden. Mocht de weduwe komen te overlijden, dan worden voorgaande goederen en bedragen onderling verdeeld worden, met uitzondering van 100 gulden die ze in haar leven nog zal legateren. De kinderen en erfgenamen zijn gedeeld het huis, land en alle overige goederen. Ter verzekering van het onderhoud van de weduwe verbinden de kinderen en erfgenamen als onderpand een woning met huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Dirck Cornelisz bakker en de weduwe van Willem Dircxsz, ten zuiden de Drecht, ten westen Jan Lenertsz en Arijen Willemsz en ten noorden Maerten Huijbertsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 194v, d.d. 14-11-1619 (scan 442)
Rentebrief. Cors Jan Theesz viskoper, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, is schuldig aan Willem Aelwijntsz, wonende mede aldaar onder Aalsmeer, een losrente van 4 gld. 4 st. per jaar met een hoofdsom van 70 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, belend ten oosten Jonge Dirck Dircxsz Docht, ten zuiden Lenert Bruijnen, ten westen Claes Dircxsz en ten noorden de Rijsdrecht. Afgelost op 12-02-1621. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 196, d.d. 27-11-1619 (scan 443)
Transportbrief. Lenert Jansz, wonende in de Vierhuizen van RSW, als oom en voogd zich sterkmakende voor Leentgen en Claesgen Claesdr, nagelaten weeskinderen van Maritgen Jansdr, in haar leven verwekt bij en Claes Cornelisz, beiden overleden, draagt over aan Claes Jacobsz, korenkoper te Alphen, een bezegelde schouten schuldbrief d.d. 20-05-1613 op naam van Jacob Gerritsz, eertijds waard in het dorp Rijnsaterwoude, waarvan nog 50 gulden openstaat. De koopsom is 50 gulden. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 197, d.d. 27-11-1619 (scan 444)
Koopbrief. Jan Gerritsz Ooten, wonende te Woubrugge onder Esselijkerwoude, verkoopt aan Dingman Willemsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop drie partijen land gelegen te Vriezekoop, samen te verongelden voor 1/2 morgen 75 roeden, het eerste perceel belend ten oosten Arijen Arijensz, ten zuiden Meerten Arijsz, ten westen Claes Dircxsz Buijs en ten noorden de Drecht, het tweede partij belend ten oosten Arijen Arentsz, ten zuiden Meerten Arijsz c.s., ten westen Willem Baenen en Jan Cornelisz en ten noorden Claes Dircxsz Buijs, het derde perceel belend ten oosten de erfgenamen van Allert Arenden, ten zuiden en noorden voornoemde Claes Buijs en ten westen de weduwe en kinderen van Ewout Jansz en Dirck Jansz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 197v, d.d. 08-12-1619 (scan 445)
Schuldbrief. Dingman Willemsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Jan Gerritsz Ooten, thans wonende te Woubrugge, 161 gld. 5 st. te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde drie percelen land. Als onderpand gelden de gekochte landen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 198, d.d. 08-12-1619 (scan 445)
Rentebrief. Heijndrick Dingmansz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Adrijaen Cornelisz zeilmaker, wonende te Vriezekoop, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Arent Pietersz en Reijer Cornelisz, ten zuiden de Drecht, ten westen Allert Pietersz en Heijndrick Thonisz en ten noorden voornoemde Allert Pietersz. Getuigen: Jan Lenertsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 198v, d.d. 11-12-1619 (scan 446)
Scheidbrief. Willem Cornelisz, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, als vader aan de ene, en Cornelis Willemsz als zoon en erfgenaam van Meijnsgen Heijndricxsdr, die ze in haar leven heeft verwekt bij voornoemde Willem Cornelisz, aan de andere zijde, delen de moederlijke erfenis van Cornelis Willemsz. Willem Cornelisz is gedeeld een voorhuis en schuur met het erf tot het middenschot, belend ten oosten en westen Cornelis Willemsz met zijn deel, ten zuiden de Vriezenweg en ten noorden voornoemde Cornelis met het achterhuis en erf; nog drie partijen weiland, naast elkaar gelegen, belend in het geheel ten oosten en zuiden Cornelis Willemsz met zijn deel, ten westen Huijc Sijmonsz en Arijen Dircxsz en ten noorden Cornelis Fransz; nog 1,5 morgen veenland, akker of water, belend ten oosten de weduwe van Lenert Jan Branden en Thijmon Corssen c.s., ten zuiden de Oude Doyssen, ten westen Pieter Clementsz en Jan Claesz en ten noorden de Vriezenweg; nog 3,5 hond veenland, belend ten oosten Jacob Cornelisz, ten zuiden de weduwe van Aert Thomasz, ten westen Jan Jaspersz en ten noorden de weduwe van Gleijn Isbrantsz; zijn deel is te verongelden voor 3 morgen 1 hond land; hij ontvangt tevens van zijn zoon 150 gulden te betalen in zes termijnen. Cornelis Willemsz is gedeeld het achterhuis, hooihuis en schuur met het erf tot het middenschot, met het naastgelegen land, belend in het geheel ten oosten Willem Cornelisz met zijn deel, Pieter Claesz en Arijen Dircxsz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Arijen Dircxsz en Willem Cornelisz met zijn deel en ten noorden Lenert Bastiaensz en Willem Cornelisz met zijn deel; nog 1 morgen veenakker, belend ten oosten Frans Claesz, ten zuiden de weduwe en erfgenamen van Jan Fransz, ten westen Jan Claesz en ten noorden de Vriezenweg; nog 1/2 morgen veenakker, belend ten oosten Claes Jansz Mack, ten zuiden Jacob Gerritsz zaliger, ten westen Jan Willem Gerritsz en ten noorden de Vriezenweg; nog 1 morgen 6 hond veenakker, belend ten oosten de boedel van Claes Neelemans, ten zuiden Pieter Jansz, ten westen voornoemde Pieter en Sijmon Maertensz en ten noorden de Vriezenweg; zijn deel is te verongelden voor 5,5 morgen land; hij betaalt aan zijn vader 150 gulden in zes termijnen. De woning en landen zijn samen gelegen te Vriezekoop. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 199v, d.d. 11-12-1619 (scan 447)
Transportbrief. Huijch Claesen, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, als voogd van Geertgen Sebastiaensdr, weduwe van Jonge Jan Reijgesen, in zijn leven gewoond hebbende aan de Drecht, draagt over aan Jan Claesen van Calverdijck Harenkarspel, lakenkoper in het dorp Leimuiden, een bezegelde schouten rentebrief d.d. 19-11-1616 op naam van Frans Sijmonse zaliger met een hoofdsom van 100 gulden. De koopsom is 100 gulden. Afgelost op 18-05-1620. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 201, d.d. 11-12-1619 (scan 448)
Transportbrief. Gerrit Jansz scheepmaker, wonende te Leimuiden, draagt over aan Pieter Cornelisz biersteker te Ter Aar alle rechten hem en voornoemde Pieter Cornelisz biertransporter door transport aangekomen van de voogden van het nagelaten weeskind van Cornelis Andriesz Schout en Lobberich Jacobsdr, beiden overleden, inhoudende 1,5 morgen land in twee percelen. Betaald met een custingbrief ten behoeve van de weduwe van Vreerick Willemsz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 201v, d.d. 12-12-1619 (scan 449)
Schuldbrief. Pieter Cornelisz biersteker te Ter Aar is schuldig aan de weduwe van Vreerick Willemsz 155 gulden vanwege de koop van Gerrit Jansz scheepmaker van de helft van een kamp land gelegen aan de Drecht bij de Bilderdam onder Vriezekoop, belend ten oosten Lenert Ouwestijnsz en Cornelis Grietebaertsz, ten zuiden de Bruggevaart en Jan Cornelisz c.s., ten westen Gerrit Jansz en Jacob Gerritsz en ten noorden voornoemde Cornelis Grietebaertsz en de Drecht, waarvan de andere helft reeds eigendom is van de koper. Als onderpand geldt het gekochte land. De totale koopsom is 600 gulden. Afgelost op 09-09-1624. Getuigen: Dirck Ruttensz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 202, d.d. 12-12-1619 (scan 449)
Scheidbrief. Pieter Jansz en Cornelis Jansz, elk voor een gerechte derde deel, en Ewout Ponsz, geassisteerd door Ewout Jacobsz van Griecken, schout van Alkemade, zijn gekozen voogd, voor het resterende derde deel, samen kinderen en erfgenamen van Engeltgen Banckerisdr, die ze in haar leven heeft verwekt, Pieter en Cornelis bij Jan Dircxsz scheepmaker en het andere weeskind bij Pons Ewoutsz, beiden overleden, delen met elkaar hun moederlijke erfenis. Pieter Jansz is gedeeld een stuk land, belend ten oosten Ewout Ponsz met zijn deel, ten zuiden Aelbert Jansz, ten westen voornoemde Aelbert c.s. en ten noorden Cornelis Jansz met zijn deel, met overpad van Ewout Ponsz; nog een stuk land aan de Lijksloot, belend ten oosten en zuiden Aelbert Jansz c.s. en ten westen en noorden Cornelis Jansz met zijn deel; deze landen zijn samen te verongelden voor 9,5 hond 12,5 roeden land en zijn gelegen in Alkemade; nog krijgt hij een huis en erf, belend ten oosten Claes Dircxsz Craeckman, ten zuiden Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Claes Borritsz; nog een stuk land gelegen in ‘t Griet genaamd De Swardelcamp, belend ten oosten Jacob Dircxsz Gues, ten zuiden Bouwen Cornelisz, ten westen voornoemde Ewout Jacobsz van Griecken schout en ten noorden ‘t Griet; deze stukken zijn te verongelden voor 1 morgen land en zijn gelegen te Leimuiden; nog een custingbrief op naam van Jan Heijndricxsz schoenmaker waarvan nog vijf termijnen van elk 128 gld. 10 st. openstaat. Cornelis Jansz is gedeeld een stuk land ca. 2,5 morgen groot, belend ten oosten Aelbert Jansz, ten zuiden Pieter Jansz en Ewout Ponsz met hun delen en hij zelf, ten westen het ‘s-Gravenwater en ten noorden het papelijke kamp; nog een achterhuis en een schuurtje met het erf, strekkende van het land van Pieter Jansz tot het middenschot van het voorhuis waar Aelbert Jansz woont, belend ten zuiden voornoemde Aelbert Jansz en ten noorden Cornelis Jansz zelf, met overpad van Ewout Ponsz; nog twee hennepakkers, belend ten oosten Heijndrick Maertensz c.s., ten zuiden Pieter Jansz met zijn deel, ten westen Mourin Cornelisz Cluijt en ten noorden Louweris Claesz c.s.; zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 4 hond land, waarbij hij Ewout Ponsz 600 gulden moet betalen. Ewout Ponsz met zijn voogd is gedeeld een stuk land gelegen in de polder van Aelbert Jansz, belend ten oosten Jan Aelbertsz, ten zuiden Anthonis Cornelisz c.s., ten westen Pieter Jansz met zijn deel en ten noorden Cornelis Jansz met zijn deel; nog twee hennepakkers, belend ten oosten Pieter Gerritsz, ten zuiden Claes Louwerisz, ten westen Anthonis Cornelisz en Jacob Cornelisz en ten noorden Dirc Cornelisz en Louweris Arijsz; zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 1 hond 9,5 roeden land, samen gelegen te Alkemade, waarbij hij van Cornelis Jansz 600 gulden zal ontvangen. In de marge: Ewout Ponsz heeft van Cornelis Jansz, zijn halfbroer, 600 gulden ontvangen, d.d. 03-02-1631. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 203, d.d. 18-12-1619 (scan 450)
Koopbrief. Bastiaen Jansz, wonende te Aalsmeer, als man en voogd van Sijtgen Willemsdr, verkoopt aan de gezamenlijke erfgenamen van Anthonis Jaspersz, in zijn leven wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een akker land gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 hond land, belend ten oosten Arent Arijensz, ten zuiden en westen de voornoemde erfgenamen zelf en ten noorden Jacob Jacobsz Strac. De koopsom is 30 gulden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 204v, d.d. 22-12-1619 (scan 452)
Transportbrief. Jacob Jansz Admirael, wonende te Rijnsaterwoude, draagt over aan Heijndrick Heijndricxsz biersteker alle rechten hem door transport aangekomen van Ghijsbert Pietersz van Tol, inhoudende een huis en erf, te verongelden voor 25 roeden, en nog een klein erfje. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Michiel Cornelisz te Ter Aar. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 205v, d.d. 24-12-1619 (scan 453)
Schuldbrief. Heijndrick Heijndricxsz Aeckerboom, biervoerder bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Michiel Cornelisz, wonende te Ter Aar, 200 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van Jacob Jansz Admirael van huisje en erfje gelegen aan het Molenpad bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Pieter Gerritsz van Heijningen, ten zuiden het Molenpad, ten westen Jan Willemsz en ten noorden Lijclaes Folpertsz. ALs onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 206, d.d. 24-12-1619 (scan 453)
Rentebrief. Jacob Jansz Admirael, wonende bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Jan Willemsz scheepmaker, wonende mede aldaar, een losrente van 4 gld. 13 st. 12 pen. met een hoofdsom van 75 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Willem Gerritsz Kooijman en Pieter Woutersz timmerman, ten zuiden de Aarwetering, ten westen Arent Meesz en ten noorden Jan Jaspersz. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 206v, d.d. 24-12-1619 (scan 454)
Koopbrief. Jasper Govertsz en Cornelis Govertsz, broers, Jan Jacobsz Wittebol en Louweris Damensz van Outshoorn, met last van Daem van Outshoorn, zijn vader, met speciale procuratie van Jan Cornelisz Kort, Marritgen Cornelisdr, Jan Jacobsz als man en voogd van Crijntgen Jacobsdr, Cornelis Lenertsz, Frans Cornelisz als man en voogd van Machtelt Lenertsdr, Gerrit Gerritsz getrouwd met Lijsbet Lenertsdr, Pieter Gerritsz getrouwd met Marritgen Lenertsdr, Cornelis Lenertsz, voor zichzelf en zich sterkmakende voor Aeltgen Lenertsdr, zijn zus, idem Pieter Gerritsz, zijn zwager, en voor de kinderen van Jasper Lenertsz, Cornelis Willemsz getrouwd met Neeltgen Dammesdr vervangende Dirck Pietersz getrouwd met Marritgen Dammesdr, Pieter Govertsz, Lucas Corsz, voor zichzelf en vervangende Govert Corsz, Arien Jansz als man en voogd van Geertgen Corsz en Jan Cornelisz als man en voogd van Marritgen Corssen, volgens de procuratie d.d. 15-11-1619, samen erfgenamen van Anthonis Jaspersz, in zijn leven wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkopen aan Cornelis Pietersz Ruijch, biervoerder aan de Oude Wetering onder Alkemade, als eerste twee huisjes en een turfschuur met het erf en boomgaard met een stukje heelland en een turfakkertje ernaast gelegen, belend ten oosten Arent Arijensz, ten zuiden de Drecht, ten westen Claes Isbrantsz en Aert Corsz en ten noorden Jacob Jacobsz Strack [te verongelden voor 7 hond]; nog een partij land, akker of water, belend ten oosten Lenert Gerritsz en Heijndrick Thonisz, ten zuiden Allert Pietersz, ten westen Gerrit Jansz Collem en ten noorden de Heerweg [te verongelden voor 1,5 morgen]; nog een partij akker of water, belend ten oosten, westen en zuiden Huijch Claesz en ten noorden de Heerweg [te verongelden voor 1/2 morgen]; samen te verongelden voor 2 morgen 7 hond land. De woning en landen zijn gelegen te Vriezekoop. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 207v, d.d. 26-12-1619 (scan 455)
Schuldbrief. Cornelis Pietersz Ruijch, biervoerder aan de Oude Wetering onder Alkemade, is schuldig aan Jasper Govertsz, Cornelis Govertsz, Jan Jacobsz Wittebol en Louweris Damensz van Outshoorn, samen en elk voor een vierde deel, 1.300 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde woning en landen te Vriezekoop. Als onderpand gelden de gekochte woning en landen. Gerrit Willemsz van Heijningen schout stelt zich borg. Afgelost 13-01-1630. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 208, d.d. 26-12-1619 (scan 455)
Koopbrief. Heijndrick Willemsz, voor zichzelf, Heer Jacobsz als man en voogd van Adrijana Willemsdr en Barbar Willemsdr, met de schout als gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van Willem Clementsz en Stijntgen Thonisdr, beiden overleden, verkopen aan Jan Jaspersz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een turfakker, veenland of water, gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 2 hond land, belend ten oosten Lenert Pietersz en koper zelf, ten zuiden Eecht Jaspersdr, ten westen Annetgen Arijens, wedue van Cors Aertsz, en Heijndrick Willemsz en ten noorden Albert Dircxsz c.s. De koopsom is 7 gld. 10 st. te betalen in twee termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 209v, d.d. 26-12-1619 (scan 457)
Scheidbrief. Heijndrick Willemsz, voor zichzelf, Heer Jacobsz als man en voogd van Adrijana Willemsdr en Barbar Willemsdr, met de schout als gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van Willem Clementsz en Stijntgen Thonisdr, beiden overleden, delen de boedel van hun ouders ten overstaan van de schout en Jacob Heijnen en Ghijsbert Jansz, weesmeesters. Heijndrick Willemsz is gedeeld een huis, erf en boomgaard met twee akkertje land ernaast gelegen, belend ten oosten Jan Matheesz, ten zuiden de Heerweg, ten westen de weduwe van Clement Heijndricxsz Groodt en ten noorden de landscheiding met Aalsmeer; nog twee akkers, ten oosten Aelbert Dircxsz, ten zuiden de Heerweg, ten westen Jan Matheesz en ten noorden de landscheiding; nog een perceeltje akkerland, belend ten oosten Eechte Jaspersdr en Jan Jaspersz, ten zuiden Anneten Arijensdr, ten westen Heer Jacobsz met zijn deel en ten noorden Heerweg; zijn deel is te verongelden voor 1 morgen 5 hond land, waarbij hij aan Heer Jacobsz en Barber Willemsdr samen 12 gulden moet betalen. Heer Jacobsz in naam van zijn huisvrouw is gedeeld een kampje land, belend ten oosten Krijn Dircxsz, ten zuiden de Heerweg, ten westen de weduwe van Clement Heijndricxsz Groodt en ten noorden de landscheiding; nog een partij akkerland, belend ten oosten en zuiden de Heerweg, ten westen Chrijn Dircxsz en ten noorden de landscheiding; nog de helft van een heermoesakker waarvan Barbar Willemsdr de andere helft is gedeeld, belend in het geheel ten oosten de weduwe van Clement Heijndricxsz Groodt, ten zuiden de Heerweg, ten westen Claes Pluijnen Jongeborst en ten noorden de landscheiding; nog een perceel land, belend ten oosten Heijndrick Willemsz met zijn deel, ten zuiden de weduwe van Cors Aertsz, ten westen de weduwe van Clement Heijndricxsz Groodt en ten noorden de Heerweg; zijn deel is te verongelden voor 1 morgen 5 hond land, waarbij hij van Heijndrick Willemsz 6 gulden zal ontvangen. Barbar Willemsdr met haar voogd is gedeeld een kampje met een naastgelegen akker, belend ten oosten en westen Anthonis Cornelisz, ten zuiden de Heerweg en ten noorden de erfgenamen van Jan Gerritsz Quandt; nog een werf met het naastgelegen land, belend ten oosten Heer Jacobsz met zijn deel, ten zuiden en westen Jan Jacobsz en ten noorden de Heerweg; nog de helft van een heermoesakker, waarvan de andere helft is gedeeld aan Heer Jacobsz, belend in het geheel ten oosten de weduwe van Clement Heijndricxsz Groodt, ten zuiden de Heerweg, ten westen Claes Pluijnen Jongeborst en ten noorden de landscheiding; haar deel is te verongelden voor 1 morgen 5 hond. De woning en landen zijn gelegen te Vriezekoop. Nog is dezelve gedeeld een partij akker of water gelegen te Aalsmeer, belend ten oosten Jan Barentsz, ten zuiden Claes Jonge Claesz, ten westen de Groeneweg en ten noorden Crijn Pieters; ze ontvangen nog van Heijndrick Willemsz 6 gulden. Het blijkt dat de boedel nog is bezwaard met een hoofdsom van 128 gulden met een losrente van 8 gulden per jaar toekomende Jan Jacobsz van Dam te Leiden, waarvan het aanbedeelde huis van Heijndrick Willemsz dient als onderpand. Ze nemen elk een derde hiervan tot hun last. Heijndrick en Adrijana Willems zullen samen de bruidskleding van Barbar Willemsdr bekostigen, zoals het voor hen is gebeurd. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 210, d.d. 26-12-1619 (scan 457)
Transportbrief. Aeltgen Jacobsdr, weduwe van Jacob Claesz scheepmaker, in zijn leven wonende aan de Drecht te Burggraverveen onder Leimuiden, met Lenert Vreericxsz, haar broer en gekozen voogd, draagt over aan Jacob Chrijnen scheepmaker, thans wonende te Burggraverveen, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 22-04-1613 op naam van Isbrant Sijmonsz, inhoudende een timmerhuis, schuur met het erf, te verongelden voor 75 roeden land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Dirck Ruttensz en Jan Gerritszoen, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 212, d.d. 05-01-1620 (scan 459)
Schuldbrief. Jacob Crijnen scheepmaker, thans wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, is schuldig aan Aeltgen Jacobsdr, weduwe van Jacob Claesz scheepmaker, 850 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van een timmerhuis, schuur, helling en boomgaard gelegen te Burggraverveen aan de Drecht onder Leimuiden, belend ten oosten de Rijsdrecht en Bruijn Lenertsz, ten zuiden en westen Cornelis Jansz Jongkindt en ten noorden de Rijsdrecht. Als onderpand geldt het gekochte timmerhuis. Afgelost op 09-09-1627. Getuigen: Dirck Rutgersz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 212v, d.d. 05-01-1620 (scan 460)
Scheidbrief. Maerten Claesz als man en voogd van Neeltgen Willemsdr en Cornelis Jacobsz als man en voogd van Leentgen Willemsdr hebben met elkaar gedeeld. Maerten Claesz, in naam van zijn huisvrouw, is gedeeld een boomgaartje, belend ten oosten Jan Arijen Jansz, ten zuiden de Ookweg, ten westen Machtelt Heijndricxsdr en ten noorden Claes Isbrantsz; nog een kamp land met een akker, belend ten oosten Vreerick Jansz, ten zuiden Cornelis Jacobsz met zijn deel en Vreerick Jansz, ten westen voornoemde Vreerick en ten noorden Jacob Willemsz; zijn deel is te verongelden voor 1 morgen 1/2 hond land. Cornelis, in naam van zijn huisvrouwe, is gedeeld een kamp land, belend ten oosten Machtelt Heijndricxszdr, ten zuiden de Ookweg, ten westen Vreerick Jansz, ten noorden Maerten Claesz met zijn deel; nog een kamp land, belend ten oosten Balten Dircxsz, ten zuiden voornoemde Vreerick Jansz en ten westen en noorden Jan Ghijsbertsz; zijn deel is te verongelden voor 10,5 hond land. De woning en landen zijn gelegen te Leimuiden. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 213, d.d. 21-01-1620 (scan 460)
Transportbrief. Annetgen Jansdr, weduwe van Arent Claesz schoenmaker, met Gerrit Jansz, haar broer en gekozen voogd, en Lenert Claesz, wonende te Nieuwveen, als oom en voogd zich sterkmakende voor de nagelaten weeskinderen van voornoemde Arent Claesz, verwekt bij voornoemde weduwe, dragen over aan Vreerick Jansz, wonende bij het dorp Leimuiden, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 24-05-1616 op naam van de voogd van Emmetgen Cornelisdr, nagelaten weeskind van Marritgen Gerritsdr zaliger, inhoudende een huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land, samen te verongelden voor 6 hond 75 roeden land. De koopsom is 550 gulden. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 213v, d.d. 22-01-1620 (scan 461)
Koopbrief. Maerten Claesz schoenmaker als man en voogd van Neeltgen Willemsdr verkoopt aan Balten Dircxsz, wonende in het dorp Leimuiden, een boomgaard, belend ten oosten Jan Arijen Jansz, ten zuiden de Ookweg, ten westen Machtelt Heijndricxsdr en ten noorden Claes Isbrantsz; nog een kamp land met een akker, belend ten oosten Vreerick Jansz, ten zuiden Cornelis Jacobsz en voornoemde Vreeric, ten westen voornoemde Vreerick en ten noorden Jacob Willemsz, samen te verongelden voor 8,5 hond land. De koopsom is 1.580 gulden te betalen in zestien termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Ruttensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 214v, d.d. 22-01-1620 (scan 469)
Koopbrief. Does Garrebrantsz als man en voogd van Marritgen Cornelisdr, weduwe van IJsack Jochimsz, voor de ene helft, en Jochim Isaacksz, voor zichzelf, geassisteerd door Jacob Aertsz, zijn oom, hen sterkmakende voor de andere kinderen van IJsack Jochimsz, met namen Aert, Abraham, en Cornelis IJsacks zonen, Maritgen en Machteltgen IJsacks dochters en Thijmon Gijsbertsz als man en voogd van Marritgen IJsacksdr, samen kinderen en erfgenamen van voornoemde Isac Jochimsz zaliger, voor de andere helft, verkopen aan Pieter Lenaertsz, thans buurman bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, een nieuw huis en erf gelegen bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, strekkende van de Heerweg tot de sloot, te verongelden voor 1/2 hond land. Het huis blijft onderpand voor verschillende renten. Er is ooit een akkoord gesloten tussen Anthonis Claesz en IJsaac Jochimsz over de overvaart van de dwarssloot, wat blijft gelden. De koopsom is 450 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Dirck Rutgersz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 215, d.d. 22-01-1620 (scan 469)
Transportbrief. Lenert Jansz Jonge Jannen, wonende te Ter Aar, draagt over aan Clement Thonisz, wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude alle rechten hem door transport aangekomen van Louris Jansz, inhoudende 1 morgen land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 215v, d.d. 22-01-1620 (scan 470)
Schuldbrief. Clement Thonisz, wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Lenert Jansz, wonende te Langeraar, 135 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van 1 morgen land, heel en akker, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jacob Willemsz, ten zuiden de kinderen van Cornelis Claesz, ten westen Jan Claesz Besuijen de kinderen en ten noorden Isbrant Jansz. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Lenert Jansz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 216, d.d. 22-01-1620 (scan 470)
Scheidbrief. Joris Cornelisz Focker, voor zichzelf, Jan Jansz als man en voogd van Annetgen Cornelisdr en de kinderen en erfgenamen van Wouter Cornelisz timmerman zaliger, met namen Pieter Woutersz en Joost Woutersz, elk voor zichzelf, Jop Aelbertsz als man en voogd van Appolonia Woutersdr, hen samen sterkmakende voor Jan Woutersz, voor hem zelf, en Dirck Anthonisz als man en voogd van Dirckgen Woutersdr, samen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Marritgen Joosten, delen met elkaar de erfenis van voornoemde Marritgen Joosten. Joris Cornelisz wordt gedeeld De Meerkamp, belend ten oosten de kinderen van Wouter Cornelisz en Jan Jansz met hun deel, ten zuiden de erfgenamen van Dirck Claes Borritsz, ten westen het Braassemermeer en ten noorden Willem Gerritsz, te verongelden voor 2 morgen 2 hond land. Jan Jansz, in naam van zijn huisvrouw, wordt gedeeld een stuk land, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden de kinderen van Wouter Cornelisz met hun deeld, ten westen Joris Cornelisz met zijn deel en ten noorden Claes Michielsz en Matheeus Cornelisz, te verongelden voor 11 hond land. De kinderen en erfgenamen van Wouter Cornelisz zijn samen gedeeld een partij land, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Jan Pietersz bakker en de erfgenamen van Dirck Claes Borritsz, ten westen Joris Cornelisz met zijn deel en ten noorden Jan Jansz met zijn deel, te verongelden voor 11 hond land. De landen zijn samen gelegen te Rijnsaterwoude. Jan Jansz en de kinderen van Wouter Cornelisz krijgen doorvaart door de dwarssloot en aan de zuidzijde van het land van Joris Cornelisz tot het Braassemermeer. De meubele goederen en inschulden hebben ze onderling verdeeld. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 216v, d.d. 24-01-1620 (scan 471)
Koopbrief. Pieter Woutersz en Joost Woutersz, elk voor zichzelf, Jop Aelbertsz als man en voogd van Appolonia Woutersdr, hen sterkmakende voor Jan Woutersz voor zichzelf, en Dirck Anthonisz als man en voogd van Dirckgen Woutersdr, samen kinderen van Wouter Cornelisz timmerman en daarom erfgenamen van Marritgen Joosten, beiden overleden, verkopen aan Kors Willemsz, wonende in het noordeinde van Rijnsaterwoude, een stuk heelland gelegen in het noordeinde van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 11 hond, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Jan Pietersz bakker en de erfgenamen van Dirck Claes Borritsz, ten westen Joris Cornelisz Focker en ten noorden Claes Michielsz. De koopsom is 450 gulden te betalen in vijf termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 217v, d.d. 26-01-1620 (scan 472)
Decreetbrief. Jan Cornelisz, gezworen bode, vertoont een akte van condemnatie d.d. 03-10-1618 ten voordele van Grietgen Maertensdr, weduwe en boedelhoudster van Pieter Pietersz, en ten nadele van Jan Willem Claesz, beiden wonende te Rijnsaterwoude. Jan Willem Claesz is onteigend van een huis en erf, te verongelden voor 1/2 hond, gelegen bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Aelbert Aelbertsz Zoon, ten zuiden Joost Woutersz, ten westen Heerweg en ten noorden Jan Jaspersz. Het is verkocht aan Claes Willemsz Wou, met last van Pietertgen Jansdr, weduwe van Willem Claesz, zijn moeder, voor 290 gulden. Jacob Willemsz, zijn broer, stelt zich borg volgens de koopvoorwaarden d.d. 06-02-1619. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Pieter Bouwensz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 218v, d.d. 31-01-1620 (scan 473)
Scheidbrief. Jan Claesz Harenkarspel van Calverdijck, lakenkoper te Leimuiden, is getrouwd geweest met Anna Arentsdr, nu overleden, en is schuldig aan haar erfgenamen 1.621 gld. 8 st. 9 pen. te betalen in vijf termijnen om verdeeld te worden. Alles volgens het testament van Cornelia Fransdr d.d. 26-04-1595 en opvolgende schepenbrieven door Jan Claesz Calverdijck gepasseerd te Haarlem d.d. 11-03-1616; volgens de huwelijkse voorwaarden tussen Jan Claesz Calverdijck en Anna Arentsdr d.d. 16-09-1599 en het opvolgende testament door Anna Arentsdr gepasseerd d.d. 12-05-1611. Als onderpand voor de betaling gelden als eerste twee huizen en erven, de eerste belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen de weduwe en kinderen van Arent Claesz en ten noorden Pieter Pietersz c.s.; het andere belend ten oosten Jooris Anthonisz linnenwever, ten zuiden Pieter Foppensz, ten westen Cornelis Rieuwertsz en ten noorden de Heerweg. Gerrit Willemsz van Heijningen schout, stelt zich borg. Dirck Arentsz, Arent Dircxsz, diens zoon, Cornelis Garrebrantsz en Arijs Claesz, allen wonende te Haarlem, erfgenamen van voornoemde Anna Arentsdr, vervangende de verdere erfgenamen, geven aan voldaan te wezen met het bedrag van Jan Claesz van Calverdijck. Jan Claesz van Calverdijck doet afstand van het recht om te timmeren op het erf achter het huis door Anna Arentsdr nagelaten, staande in de Dijkstraat te Haarlem. Hij zal de kosten dragen van het graf van Anna Arentsdr in de kerk van Leimuiden. Getuigen: Dirck Rutgersz en Gerrit Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, d.d. 05-02-1620 (scan 474)
Koopbrief. Arijen Cornelisz Sent dekker, wonende te Leimuiden, verkoopt aan Pouwels Jan Quandt, wonende te Leimuiden, een huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land, strekkende van de Heerweg oostwaarts tot de landscheiding met Vriezekoop, belend ten zuiden Cornelis Geldersz en ten noorden Marritgen Waligen en voornoemde Cornelis Geldersz, samen te verongelden voor 1 morgen 6 hond land, gelegen te Leimuiden. Betaald met een obligatie, de totale koopsom is 1516 gld. 18 st. 10 pen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 220, d.d. 06-02-1620 (scan 476)
Koopbrief. Jan Lenertsz scheepmaker, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, en Garrebrant Lenertsz, scheepmaker te Amsterdam, broers, elk voor hen zelf, hen sterkmakende voor en als gerechte voogden van Arijeaentgen, Barbar en Anna Lenertsdr, hun zussen, samen kinderen en erfgenamen van Lenert Heijnen Joosten en Cuijniera Garrebrantsdr, beiden overleden, verkopen aan Jan Jansz Quandt een huis, erf en schuur gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Willem Jansz Quant, ten zuiden de Drecht, ten weste Lenert Gerritsz Quaeckelaer en ten noorden het gemene buurpad. Betaald met een obligatie van 465 gulden te betalen in zes termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 220v, d.d. 06-02-1620 (scan 477)
Scheidbrief. Cornelis Anthonisz van Leeuwen, voor zichzelf, Joost Jansz als man en voogd van Willempgen Anthonisdr, kinderen en erfgenamen van Anthonis Cornelisz van Leeuwen, verwekt bij Dirckgen Coenen, beiden overleden, elk voor een gerecht derde deel, insgelijks Cornelis Arentsz van Rijckelant als man en voogd van Marritgen Cornelisdr, nagelaten kind of erfgenaam van Cornelis Jansz Bancken zaliger, verwekt bij voornoemde Dirckgen Koenen, voor het resterende derde deel, delen met elkaar de erfenis van hun ouders. Cornelis Anthonisz is gedeeld een akkerland, belend ten oosten Joost Jansz met zijn deel, ten zuiden Cornelis Arentsz met zijn deel, ten westen de Dijksloot en ten noorden Joost Morijnsz; nog een hennepakker met een schuur en een naastgelegen akkertje, belend ten oosten, zuiden en westen Cornelis Arentsz en Joost Jansz met hun delen en ten noorden Cornelis Arentsz met zijn deel; nog een partijtje land, belend ten oosten en noorden hij zelf, ten zuiden en westen Cornelis Arentsz met zijn deel; samen gelegen te Leimuiden, zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 1 hond land; nog is hem gedeeld een partij akkerland deels gelegen te Leimuiden en deels te Aalsmeer, belend in het geheel ten oosten hij zelf, ten zuiden Cornelis Jansz Brecht(?) en Meerten Allertsz, ten westen Cornelis Arentsz met zijn deel en ten noorden Joost Jansz met zijn deel. Joost Jansz, in naam van zijn huisvrouw, is gedeeld een huis en werf met een naastgelegen teelakker, belend ten oosten, zuiden en noorden Cornelis Arentsz met zijn deel en ten westen de Dijksloot; nog akker teelland, belend ten oosten Cornelis Anthonisz met zijn deel, ten zuiden Cornelis Arentsz met zijn deel en hij zelf, ten westen de Dijksloot en ten noorden voornoemde Cornelis Arentsz; nog twee akkers, land of water, belend ten oosten Cornelis Anthonisz met zijn deel en hij zelf, ten zuiden en noorden Cornelis Arentsz met zijn deel en ten westen voornoemde Cornelis Anthonisz; nog een kampje land, belend ten oosten en zuiden Cornelis Arentsz met zijn deel, ten westen en noorden hij zelf; samen gelegen te Leimuiden, zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 1,5 hond land. Cornelis Arentsz, in naam van zijn huisvrouw, is gedeeld een huis en erf met naastgelegen land, belend ten oosten Joost Jansz met zijn deel, ten zuiden Meerten Allertsz en Jan Pietersz, ten westen de Dijksloot en ten noorden voornoemde Joost Jansz en Cornelis Anthonisz met hun delen en hij zelf; nog een akkerland, belend ten oosten Cornelis Anthonisz met zijn deel, ten zuiden, westen en noorden Joost Jansz met zijn deel; nog een akkerland, belend ten oosten, zuiden en noorden voornoemde Joost met zijn deel en ten westen de Dijksloot; nog twee akkers, belend ten oosten Cornelis Anthonisz met zijn deel, ten zuiden en noorden voornoemde Joost en Cornelis met hun delen en ten westen de Dijksloot; samen gelegen te Leimuiden, zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 1,5 hond land. Een deel van de woning en landen zijn belast met een hoofdsom van 130 gulden toekomende Cornelis Gerritsz te Burggraverveen, waarvan moet betalen Cornelis Anthonisz en Joost Jansz elk 60 gulden en Cornelis Arentsz 10 gulden. Cornelis Anthonisz heeft voor Joost Jansz vanwege uitstaande rente aan het gasthuis van Leiden 18 gld. 10 st. betaald, wat Joost Jansz zal terugbetalen. De meubele goederen en inschulden hebben ze onderling verdeeld. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Janszoen, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 221, d.d. 07-02-1620 (scan 477)
Testamentbrief. Joost Andriesz, wonende te Calslagen, gezond, maakt zijn testament op. Tot zijn erfgenamen benoemt hij de kinderen van Cornelis Andriesz, zijn broer, nog in leven zijnde, met namen Arijs Cornelisz, Cornelis Cornelisz, Pieter Cornelisz, Willem Cornelisz, Ghijsbert Cornelisz, Hillegondt Cornelisdr, Annetgen Cornelisdr, Marritgen Cornelisdr, Jannetgen Cornelisdr en Grietgen Cornelisdr, elk voor een gerecht tiende deel, met de voorwaarde dat voornoemde Cornelis Andriesz de rest van zijn leven het vruchtgebruik krijgt van de goederen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 222v, d.d. 08-02-1620 (scan 479)
Schuldbrief. Pieter Stoeffelsz, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Abraham Vernaeij, burger en poorter van de stad Leiden, 450 gulden vanwege gehaalde bedden en andere roerende goederen. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden mr. Lenert Jacobsz smid, ten westen Jan Claesz Calverdijck en ten noorden de Kerklaan. Gecasseerd op door de weduwe van Pieter Stoffelsz op 07-10-1626. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 223, d.d. 16-02-1620 (scan 479)
Koopbrief. Jacob Willemsz, wonende in het dorp Leimuiden, verkoopt aan mr. Gerrit Lintlaen, chirurgijn in het dorp Leimuiden, een huis en erf gelegen in het dorp Leimuiden, te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten en noorden Jacob Willemsz zelf, ten zuiden de Heerweg en ten westen Willem Ewoutsz Rijcken. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 224, d.d. 18-02-1620 (scan 480)
Schuldbrief. Mr Gerrit chirurgijn, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Jacob Willemsz, wonende mede aldaar, 700 gulden te betalen in acht termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd huis. Als onderpand geldt het gekochte huis en een schuldbrief d.d. 18-12-1617 op naam van mr. Pieter Eemkens, waarvan nog 745 gulden openstaat, waarvan Allert Arentsz, wonende te Vriezekoop, 150 gulden moet ontvangen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 225, d.d. 18-02-1620 (scan 481)
Koopbrief. Pieter Jansz [Thooft], wonende aan de westzijde van de Oude Wetering onder Alkemade, verkoopt aan Cleijn Dirck Jansz scheepmaker een stuk land genaamd De Swardelcamp gelegen in ‘t Griet onder Leimuiden, belend ten oosten Jacob Dircxsz Gues, ten zuiden Bouwen Cornelisz, Arent Heijndricxsz en Ewout Jacobsz, schout van Alkemade, ten westen Ewout Jacobsz van Griecken schout voornoemd en voornoemde Arent Heijndricxsz en ten noorden ‘t Griet, te verongelden voor 6 hond land. De koopsom is 112 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 225v, d.d. 20-02-1620 (scan 482)
Rentebrief. Claes Dircxsz Bommer, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, is schuldig aan de Heiligegeest van Rijnsaterwoude een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn woning met huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, belend ten oosten en westen Arijen Dircxsz, ten zuiden de Vriezenweg en ten noorden Baert Cornelisz. Afgelost op 20-10-1627. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 226, d.d. 23-02-1620 (scan 483)
Koopbrief. Dirck Dircxsz Jonge Kooren, wonende aan de westzijde van de Oude Wetering onder Alkemade, verkoopt aan Jan Heijndricxsz schoenmaker, wonende te Alkemade, enkele partijen land naast elkaar gelegen, te verongelden voor 7 morgen (elke morgen 6 hond), waarvan 3 morgen leengoed van Huize Poelgeest, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Oudendijk, ten zuiden Dirck Fransz, ten westen de Oude Wetering en ten noorden de Kerklaan. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 227, d.d. 24-02-1620 (scan 484)
[Zie ook: Repetorium hofstad Poelgeest, perceel 76]
Schuldbrief. Jan Heijndricxsz schoenmaker, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade, is schuldig aan Dirck Dircxsz Jonge Coren, buurman aldaar, 1.363 gld. 10 st. te betalen in negen termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Cleijn Dirck Jansz scheepmaker, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, stelt zich borg. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 227v, d.d. 24-02-1620 (scan 485)
Koopbrief. Ewout Wiggersz, wonende te Ter Aar, verkoopt aan Wigger Ewoutsz, zijn zoon, wonende mede aldaar, een stuk veenland, akker of water, gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 7 hond land, belend ten oosten de comparant zelf, ten zuiden Mathees Jansz, ten westen Aerijen Dircxsz en ten noorden Heijnric Cornelisz en Gerrit Jacobsz. De koopsom is 200 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 228v, d.d. 05-03-1620 (scan 486)
Scheidbrief. Sijmon Claesz en Cornelis Claesz, elk voor zichzelf, Heijnrick Jansz als man en voogd van Geertgen Claesdr, Arijen Arijensz als man en voogd van Appolonia Claesdr en Jannetgen Claesdr, met voornoemde Zijmon Claesz als haar gekozen voogd, allen kinderen en erfgenamen van Claes Mooij Claesz en Jannetgen Sijmonsdr, beiden overleden, hebben in die kwaliteit gedeeld aan Claes Mooij Claesz, hun broer en zwager, een kampje van 3 hond land, belend belend ten oosten Jan Gerritsz, ten zuiden en westen Cornelis Claesz met zijn deel en ten noorden hij zelf en voornoemde Cornelis; nog 1 morgen aan akker of water, belend ten oosten Cornelis Claesz met zijn deel, ten zuiden Jacob Claesz, ten westen hij zelf en ten noorden Claes Jacobs Arijensz; nog een partij akker of water, belend ten oosten de erfgenamen van Cornelis Jansz zeilmaker, ten zuiden de voornoemde erfgenamen en Arijen Cornelisz zeilmaker, ten westen Sijmon Claesz en ten noorden Gerrit Claes Ghijssoon c.s.; nog een partij akkerland, belend ten oosten en westen Jan Lenertsz c.s., ten zuiden voornoemde Jan Lenertsz en ten noorden Dirck Jansz smid. Claes Claesz’ deel is te verongelden samen voor 2 morgen land, alles gelegen te Leimuiden. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 229, d.d. 06-03-1620 (scan 486)
Scheidbrief. Claes Moeij Claesz en Sijmon Claesz, elk voor zichzelf, Heijnric Jansz als man en voogd van Geertgen Claesdr, Arijen Arijensz als man en voogd van Appolonia Claesdr en Jannetgen Claesdr, met voornoemde Sijmon Claesz als haar gekozen voogd, samen kinderen en erfgenamen van Claes Moeij Claesz en Jannetgen Sijmonsdr, hun overleden ouders, hebben gedeeld aan Cornelis Claesz, hun broer en zwager, een woning met huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Claes Claesz met zijn deel, Gerrit Jansz Ouwe Jannen en Jan Cornelisz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Claes en Jannetgen met hun delen c.s. en ten noorden de Drecht, te verongelden voor 4 morgen 3 hond land. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 229v, d.d. 06-03-1620 (scan 487)
Scheidbrief. C;aes Moij Claesz, Sijmon en Cornelis Claesz, elk voor zichzelf, Heijnric Jansz als man en voogd van Geertgen Claesdr, Arijen Arijensz als man en voogd van Appolonia Claesdr, samen kinderen en erfgenamen van Claes Moij Claesz en Jannetgen Sijmonsdr, hun overleden ouders, hebben aan Jannetgen Claesdr, hun zus, met haar voogd gedeeld een stuk land met enkele akkertjes ernaast gelegen, te verongelden voor 1,5 morgen land, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten en noorden Cornelis Claesz met zijn deel, ten zuiden de Vriezenweg en ten westen Jacob Claesz. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 230, d.d. 06-03-1620 (scan 487)
Koopbrief. Aechgen Jordensdr, weduwe en boedelhoudster van Lenert Gerritsz, met Gerrit Lenertsz, haar zoon en voogd, verkopen aan Lenert Cornelisz Loos 1/2 morgen land, water of akker, gelegen te Leimuiden, belend ten oosten Baert Ewoutsz c.s., ten zuiden de Kerklaan, ten westen Bouwen Cornelisz en ten noorden Pouwels Willeboortsz en Cornelis Dircxsz. De koopsom is 51 gulden te betalen in vier termijnen. Getuigen: Willem Pietersz en Pieter Claesz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 230v, d.d. 09-03-1620 (scan 488)
Koopbrief. Pieter Cornelisz Vechter verkoopt aan Ouwe Arijen Dircxsz een akkertje land gelegen te Burggraverveen onder Leimuiden, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten Harman Harmansz, ten zuiden Dirck Jansz, ten westen Cornelis Gerritsz en ten noorden Lenert Bruijnen. De koopsom is 18 gulden. Getuigen: Gerrit Gerritsz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 231, d.d. 09-03-1620 (scan 488)
Koopbrief. Adriaen Dircxsz Bomer, wonende te Vriezekoop, verkoopt aan Pieter Claes Jansz 1/2 morgen land, heel en akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend in het geheel ten oosten Floris Willemsz, ten zuiden Joost Baenen, ten westen de weduwe van Cornelis Heijndricxsz Coren en ten noorden de Vriezenweg. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Claes Dircxsz Buijs en Jan Cornelisz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 231v, d.d. 10-03-1620 (scan 489)
Schuldbrief. Pieter Claes Jansz, wonende aan de Vriezenweg onder Vriezekoop, is schuldig aan Arijen Dircxsz Bomer 175 gulden te betalen in zeven termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Claes Dircxsz Buijs en Jan Cornelisz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 232, d.d. 10-03-1620 (scan 489)
Koopbrief. Aechgen Jordersdr, weduwe van Lenert Gerritsz, met Gerrit Lenertsz, haar zoon en voogd, verkoopt aan Cornelis Gerritsz Loos 1/2 morgen land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Aelbert Dircxsz, ten zuiden Heijndrick Thonisz, ten westen Cornelis Pietersz Ruijch en ten noorden de Heerweg. De koopsom is 14 gulden. Getuigen: Claes Dircxsz Buijs en Jan Cornelisz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 232v, d.d. 10-03-1620 (scan 490)
Koopbrief. Arijen Jansz Sap, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Dirck Jansz, wonende aan de Drecht voornoemd, een werf land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten en westen Claes Dircxsz Buijs, ten zuiden Arijen Jansz zelf en ten noorden de Drecht. De koopsom is 40 gulden. Getuigen: Claes Dircxsz Buijs en Jan Cornelisz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 233, d.d. 10-03-1620 (scan 490)
Koopbrief. Aert Bastiaensz, voor zichzelf, Huijch Claesz als man en voogd van Geertgen Bastiaensdr, vervangende Cornelis Dircxsz Cleijn als man en voogd van Weijntgen Bastiaensdr, samen kinderen en erfgenamen van Grietgen Lenertsdr zaliger, voor de ene helft, hen nog sterkmakende voor Bastiaen Cornelisz, hun vader, voor de andere helft, verkopen aan Anthonis Huijgensz en Willem Baenen, beiden buurluiden wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een partij heelland met twee akkertjes ernaast gelegen, te verongelden voor 1,5 morgen land, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Jacob Arijensz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen de erfgenamen van Grietgen Cornelisdr, weduwe van Allert Arentsz, beiden overleden, en ten noorden Borrit Thonisz. Het land is onderpand voor een hoofdsom van 100 gulden. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jan Cornelisz, gezworene, en Lenert Jansz schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 233v, d.d. 10-03-1620 (scan 491)
Schuldbrief. Anthonis Huijgensz en Willem Baenensz, beiden buurluiden wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, zijn schuldig aan Bastiaen Cornelisz, voor de ene helft, en de kinderen en erfgenamen van Grietgen Lenertsdr, samen voor de andere helft, 790 gulden te betalen in tien termijnen vanwge de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Jan Cornelisz, gezworene, en Lenert Jansz schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 234, d.d. 10-03-1620 (scan 491)
Koopbrief. Willem Baenensz als man en voogd van Arijaentgen Cornelisdr verkoopt aan Maerten Arijsz een akkerland gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 1 morgen land, belend ten oosten de koper zelf, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Borrit Thonisz en ten noorden de voornoemde koper en Jan Cornelisz. Geen koopsom betaald. Getuigen: Jan Cornelisz en Claes Dircxsz Buijs, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 235, d.d. 12-03-1620 (scan 492)
Scheidbrief. Marritgen Jacobsdr, weduwe van Claes Jansz, met de schout als gekozen voogd, aan de ene, Jacob Claesz, Pieter en Jan Claesz, kinderen en dus erfgenamen van voornoemde Claes Jansz zaliger, aan de andere zijde, delen met elkaar de vaderlijke erfenis. Marritgen Jacobsdr mag de rest van haar leven wonen in het navolgende aan Jan Claesz aanbedeelde huis. Ze houdt haar goederen om haarzelf in levensonderhoud te kunnen voorzien. Mocht dat op zijn, dan zullen de kinderen, elk voor een derde, zorgen voor het levensonderhoud van hun moeder. Jacob Claesz is gedeeld een stuk land van 1,5 morgen, belend ten oosten Pieter en Jan Claesz met hun delen, ten zuiden Jan Claesz met zijn deel en Pieter Maertensz, ten westen voornoemde Pieter Maertensz en ten noorden de Vriezenweg; nog een partij land, deels heel deels akker, belend ten oosten Jacob zelf, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Louweris Pietersz en ten noorden Claes Moeij Claesz; zijn deel is te verongelden voor 2,5 morgen land. Pieter Claesz is gedeeld een turfschuur met het erf, een kamp land en een naastgelegen akker, belend in het geheel ten oosten en westen Jan Claesz met zijn deel, ten zuiden de weduwe van Pieter Ghijssoon c.s. en ten noorden de Vriezenweg; zijn deel is te verongelden voor 2,5 morgen land; Jan Claesz is gedeeld een huis, erf, hooihuis, schuur en boomgaard, belend ten oosten Pieter Claesz met zijn deel c.s., ten zuiden en westen Jacob Claesz met zijn deel en ten noorden de Vriezenweg; nog een partij akkerland, belend ten oosten Cornelis Willemsz c.s., ten zuiden voornoemde Cornelis, ten westen de weduwe van Jan Jansz Janbroer, schout van Calslagen, c.s. en ten noorden Jacob Claesz met zijn deel; nog een partij akkerland, belend ten oosten voornoemde Cornelis Willemsz, ten zuiden Frans Claesz en Willem Cornelisz, ten westen Pieter Claesz met zijn deel en ten noorden de Vriezenweg; zijn deel is te verongelden voor 2 morgen 7 hond land. De woningen en landen zijn samen gelegen te Vriezekoop. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 235, d.d. 17-03-1620 (scan 492)
Koopbrief. Lenert Jansz, wonende in de Vierhuizen onder Rijnsaterwoude, verkoopt aan Arijen Dircxsz visser, buurman in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, een tuintje land gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 1 hond land, belend ten oosten de Overbuurtsedijk, ten zuiden Jan Heijnricxsz en ten westen en noorden Arijen Dircxsz zelf c.s. De koopsom is 34 gulden te betalen in twee termijnen. Getuigen: Pieter Bouwensz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 236v, d.d. 17-03-1620 (scan 494)
Transportbrief. Phillips Gerritsz visser, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, draagt over aan Arent Meesz van der Tol, waard te Rijnsaterwoude, alle rechten hem door transport aangekomen van Jan Joorisz, inhoudende 2 hond land. De koopsom is 63 gulden te betalen in drie termijnen. Getuigen: Gerrit Gerritsz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 237, d.d. 17-03-1620 (scan 494)
Huwelijkscontract. Claes Willemsz Clavesier, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, als bruidegom aan de ene, en Dirckgen Claesdr, weduwe van Jacob Michielsz, wonende te Leimuiden, als bruid aan de andere zijde, gaan trouwen. Ze trouwen niet in gemeenschap van goederen. Getuigen: Phillips Jansz en Pieter Phillipsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 237v, d.d. 17-03-1620 (scan 495)
Huwelijkscontract. Cornelis Willemsz, wonende te Nieuwveen, als bruidegom aan de ene, en Marritgen Pietersdr ,weduwe van Jan Reijersz, wonende te Aalsmeer, als bruid aan de andere zijde, gaan trouwen. Ze trouwen niet in gemeenschap van goederen. Getuigen: Pieter Bouwensz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 237v, d.d. 17-03-1620 (scan 495)
Transportbrief. Annetgen Chrijnensdr, weduwe en boedelhoudster van Chrijn Jansz bakker, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, geassisteerd door Albert Dircxsz, haar bijstaande voogd, is na het overlijden van haar man blijven zitten met een schuldenlast. Aangezien ze nog 100 gulden achterloopt bij de betaling Jan Cornelisz van Leeusvelt, korenkoper te Leiden, van de losrente van een hoofdsom van 400 gulden, waarvoor tot onderpand dient haar huis, erf en boomgaard gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, waaraan ook nog eens is verbonden tweemaal 60 gulden, waarvan de eerste 60 gulden vanouds op het huis heeft gestaan en de andere 60 gulden toekomt aan de erfgenamen van Harmen Cornelisz Keijsser, alles bij elkaar 620 gulden. Ze is met Jan Cornelisz van Leeusvelt tot een akkoord gekomen, dat hij overneemt haar huis, erf en boomgaard, belend ten oosten Huijch Sijmonsz, ten zuiden en westen Adrijaen Jacobsz en ten noorden de Drecht, belast met de tweemaal 60 gulden die van haar overneemt. Er is nog sprake van twee oude waarbrieven, waarvan de jongst d.d. 05-05-1616. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 238, d.d. 19-03-1620 (scan 495)
Koopbrief. Claes Reijersz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, verkoopt aan Huijch Claesz, buurman aldaar, een akker land of water gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 morgen 2 hond land, belend in het geheel ten oosten Meerten Jansz, ten zuiden Huijbert Cornelisz Buijs, ten westen Cornelis Jaspersz weduwe c.s. en ten noorden de Heerweg. Betaald met een schuldbrief ten behoeve van Willem Gerritsz van Heijningen. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 239, d.d. 20-03-1620 (scan 496)
Schuldbrief. Huijch Claesz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Willem Gerritsz van Heijningen 100 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van Claes Reijersz van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 239v, d.d. 20-03-1620 (scan 497)
Koopbrief. Jonkheer Didrick van Berckenrode Heijnricxsz, met speciale procuratie van jonkheer Heijnrick van Haarlem van Barckenrode Dircxsz, zijn vader, jonkheer Heijnrick van Berckenrode Arijensz, oud-burgemeester van Haarlem, voor zichzelf en vervangende voor Cornelis van Thoorenvliet, zoon van wijlen juffrouw Katharina van Berckenrode Adrijaensdr, zijn zus, heer Johan Berck ridder, eerste raadspensionaris van Dordrecht als man en voogd van Erckenraedt van Berckenrode Jansdr en juffrouw Agatha van Berckenrode Sijbrantsdr, weduwe van Johan van Alckemade, geassisteerd door jonkheer Sijbrant van Alckemade, haar zoon en gekozen voogd, allen erfgenamen van wijlen mr. Gerraerdt van Berckenrode, in zijn leven baljuw van Kennemerland, samen mede vervangende juffrouw Katharina de Jonge, weduwe van mr. Cornelis Duijst van Voorhout, van wie moeder was juffrouw Catharina van Berckenrode Heijnricxsdr, zoals blijkt uit de procuratie d.d. 14-12-1619 gepasseerd voor notaris Willem van Trier te Haarlem, verkoopt aan Phillips Dircxsz van Larom, wonende te Lisse, drie percelen land gelegen op Beinsdorp onder Leimuiden, samen te verongelden voor 3 morgen 2 hond 84 roeden land, belend in het geheel ten oosten Willem Willemsz te Amsterdam, ten zuiden Bouwen Cornelisz en Jan Thamisz, ten westen voornoemde Bouwen en Jan Thamisz en de Vennepsloot of het Grote Meer en ten noorden voornoemde Willem Willemsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 240, d.d. 22-03-1620 (scan 497)
Schuldbrief. Phillips Dircxsz van Larom, wonende te Lisse, is schuldig aan de erfgenamen van jonkheer Gerrit van Berckenrode, in zijn leven baljuw van Kennemerland, 1.120 gulden te betalen in drie termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde drie percelen land. Hij heeft van jonkheer Dirck van Berckenrode de eigenbrief ontvangen. Als onderpand geldt het gekochte land. Arijen Engelsz van Larom en Cornelis Jansz Doncker, buurlieden te Lisse, stellen zich borg. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 240v, d.d. 22-03-1620 (scan 498)
Custingbrief. Dirck Cornelisz Kouck, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, voor de ene helft, Pouwels Cornelisz, wonende in De Kaag, en Frans Dircxsz veerman, ooms en gerechte voogden, hen sterkmakende voor Marritgen Dircxsdr, nagelaten weeskind van Weijntgen Dircxsdr zaliger, voor de andere helft, ten overstaan van de schout en Ghijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijndricxsz, zijn mede broeder weesmeester, is schuldig aan Jan Anthonisz scheepmaker, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, 2.730 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van een woning met huis, erf, en schuur met het naastgelegen land gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten de Oudendijk, ten zuiden Frans Jansz Lans en Dirck Cornelisz, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Pieter Heijndricxsz de Vries en Willem Jacobsz. De comparant heeft een leenbrief ontvangen van de heer van Alkemade. Als onderpand geldt het gekochte land. Cornelis Cornelisz Kouck, wonende aan de Gooch, zijn broer, stelt zich borg, evenals Dirck Fransz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering, grootvader van het weeskind. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 241v, d.d. 26-03-1620 (scan 499)
Testamentbrief. Cornelis Jansz Jonge Jannen en Marritgen Dircxsdr, echtelieden, wonende op het Vroonland onder Esselijkerwoude, beiden gezond, maken hun testament op. De langstlevende mag de rest van het leven gebruik maken van de goederen in de boedel. Als ze beiden overlijden, zijn hun erfgenamen Dirck Cornelisz, Marritgen, Annetgen en Ermpgen Cornelisdr, hun levende kinderen, elk voor een gerecht vierde deel. Getuigen: Lenert Jansz en Phillips Jans.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 242, d.d. 26-03-1620 (scan 499)
Rentebrief. Marritgen Claesdr, weduwe en boedelhoudster van Claes Huijbertsz, geassisteerd door Cornelis Claesz Kooij, haar broer en gekozen voogd, is schuldig aan Adrijaen Andriesz, korenkoper in de stad Amsterdam, een losrente van 15 gld. 12 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 250 gulden. De comparante heeft de hoofdsom ontvangen van Aeltgen Huijgendr, weduwe van Cornelis Arijen Damen, door de levereantie van gehaalde waren. Als onderpand geldt een stuk veenland ca. 3,5 morgen groot, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Arijen Willemsz, ten zuiden en noorden voornoemde Cornelis Claesz Kooij en ten westen Cornelis Claes Chrijnen en Jochim Jacobsz. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 243, d.d. 01-04-1620 (scan 500)
Koopbrief. Dirck Corssen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, verkoopt aan Jan Dircxsz, zijn zoon, een partij land, akker of water, gelegen in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, te verongelden voor 1,5 morgen land, belend ten oosten de Overbuurtsedijk, ten zuiden Sijmon Meertensz en Jop Jansz, ten westen voornoemde Sijmon Meertensz en ten noorden Theeus Cornelisz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Isbrant Jansz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 244, d.d. 01-04-1620 (scan 501)
Schuldbrief. Jan Dirck Corsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, is schuldig aan Willem Gerritsz van Heijningen, secretaris van Calslagen en Kudelstaart, 300 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van Dirck Corssen, zijn vader, van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land en nog eens 2 morgen 1 hond land gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Cornelisz, ten zuiden en noorden Pieter Jansz en ten westen de Overbuurtsedijk. Getuigen: Jisbrant Jansz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 244v, d.d. 01-04-1620 (scan 502)
Koopbrief. Dirck Corssen, wonende aan de Overbuurt van Rijnsaterwoude, verkoopt aan Lenert Dircxsz, zijn zoon, een partij heelland met een naastgelegen akkertje, te verongelden voor 1 morgen 2 hond land, belend ten oosten en zuiden Abraham Jansz, ten westen de Overbuurtsedijk en ten noorden Claes Aertsz, gelegen te Rijnsaterwoude. De koopsom is 200 gulden te betalen in acht termijnen. Getuigen: Isbrant Jansz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 245, d.d. 01-04-1620 (scan 502)
Rentebrief. Claes Jansz bakker, getrouwd met Aeltgen Huijgendr, weduwe van Cornelis Adrijaensz [Damen], in zijn leven mede bakker te Leimuiden bij de brug, mitsgaders voornoemde Aeltgen Huijgendr, geassisteerd door haar man, zijn schuldig aan Giellis Thijmonsz van Vliet, korenkoper te Leiden, een losrente van 25 gulden per jaar met een hoofdsom van 400 gulden. Als onderpand gelden twee kampen land, samen ca. 6 hond groot, gelegen aan de Drecht onder Leimuiden, gekomen van Aeltgen Huijgens voorouders, belend in het geheel ten oosten Anthonis Huijgen, ten zuiden de Drecht, ten westen de erfgenamen van Jan Gerritsz Quandt en ten noorden de landscheiding. Afgelost op 26-10-1638. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 245, d.d. 08-04-1620 (scan 502)
Rentebrief. Jochum Jacobsz, buurman wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Adrijaen Andriesz, korenkoper in de stad Amsterdam, een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar met een hoofdsom van 200 gulden. Als onderpand geldt een stuk land ca. 1,5 morgen groot gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Cornelis Aelbertsz en Dingman Willemsz, ten zuiden Claes Dircxsz Buijs, ten westen Jacob Cornelisz en de Brugvaart en ten noorden voornoemde Dingman Willemsz. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 246v, d.d. 08-04-1620 (scan 504)
Rentebrief. Lenaert Bastiaensz, buurman aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Geertruijt van Berckenrode [weduwe van Gillis van Huessen] een losrente van 31 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 500 gulden. Als onderpand geldt zijn woning met huis, erf en het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden Claes Dircxsz Bommer, ten westen Arijen Arentsz en ten noorden de Drecht, ca. 2 morgen 2 hond groot, weiland. De woning is ook belast met een hoofdsom van 150 gulden toekomende de nagelaten weeskinderen van Cornelis Claes Corsz; nog een hoofdsom vam 100 gulden toekomende Huijch Claesz te Vriezekoop; nog een hoofdsom van 200 gulden toekomende Jan Claesz Calverdijc, waarvan de comparant de laatste twee binnen 14 dagen zal aflossen. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 247v, d.d. 15-04-1620 (scan 505)
Transportbrief. Pietertgen Jansdr, weduwe van Willem Claesz, met Phillips Jansz als gekozen voogd, draagt over aan Cornelis Dircxsz Soon, waard aan de Vroonlandsebrug, een bezegelde schouten scheidbrief, bezegeld door Aem Claesz schout, d.d. 30-07-1578, de comparante en haar overleden man aangekomen uit de erfenis van Jan Clementsz, haar overleden vader, inhoudende een erf met een schuur en berg, tegenwoordig belend ten oosten Appolonia Jansdr, weduwe van Heer Gerritsz, ten zuiden voornoemde Soon zelf, ten westen de Heerweg en ten noorden voornoemde Appolonia Jansz en Dirck Anthonisz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 248v, d.d. 15-04-1620 (scan 506)
Schuldbrief. Cornelis Dircxsz Soon, waard bij de Vroonlandsebrug onder Esselijkerwoude, is schuldig aan Pietertgen Jansdr, weduwe van Willem Claesz, zijn schoonmoeder, 235 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde erf en schuur, waar tegenwoordig een huis op staat. Als onderpand geldt het gekochte huis. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 249, d.d. 15-04-1620 (scan 506)
Koopbrief. Willem Willemsz, wonende in het dorp Leimuiden onder Aalsmeer, verkoopt aan Frans Dircxsz, buurman aldaar, een partij land gelegen te Leimuiden, te verongelden voor 1 morgen land, belend ten oosten Jan Dirck Vaers, ten zuiden Frans Dircxsz zelf, ten westen Willem Willemsz zelf en ten noorden voornoemde Willem Willemsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 249v, d.d. 18-04-1620 (scan 507)
Schuldbrief. Frans Jonge Dircken, buurman bij het dorp Leimuiden, is schuldig aan Willem Willemsz, buurman aldaar, 650 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd land. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 249v, d.d. 18-04-1620 (scan 507)
Koopbrief. Cornelis Fransz Broer, thans waard aan de Leimuiderbrug, verkoopt aan Arijen Dircxsz Bomer een partijtje land, heel en akker, gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 3 hond land, belend ten oosten Jan Arijensz, ten zuiden de Vriezenweg, ten westen Arijen zelf en ten noorden Huijch Claesz. De koopsom is 135 gulden. Getuigen: Jan Gerritsz, schepen, en Cornelis Jacobsz dekker, gezworene.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 250, d.d. 20-04-1620 (scan 507)
Huwelijkscontract. Cornelis Fransz Broer, gewoond hebbende te Vriezekoop, bruidegom aan de ene, en Aeltgen Cornelisdr, weduwe van Maerten Adrijaensz de Groodt, als bruid aan de andere zijde, wonende bij de Leimuidebrug, gaan trouwen. Geen gemeenschap van goederen. Getuigen: Cleijn Dirck Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 250v, d.d. 20-04-1620 (scan 508)
Koopbrief. Annetgen Heijnricxsdr, weduwe van Cornelis Jansz zeilmaker, met Adrijaen Cornelisz zeilmaker, haar zon en gekozen voogd, verkoopt aan Maerten Claesz, buurman thans wonende te Vriezekoop, een woning met huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 morgen 3 hond land, belend ten oosten Ghijsbert Cornelisz Roomburger en Garrebrant Jansz Graeff, ten zuiden de Drecht, ten westen voornoemde Arijen Cornelisz zeilmaker en Claes Claesz en ten noorden Gerrit Claes Ghijssoon en voornoemde Garrebrant Jansz; nog een partij veenland gelegen te Calslagen, te verongelden voor 1,5 hond, belend ten oosten Maerten Huijbertsz, ten zuiden Cornelis Baertsz, ten westen Cornelis Pietersz en ten noorden Ghijsbert Aertsz. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jan Gerritsz en Jan Lenertsz, schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, en Joost Arijsz en Cornelis Jan Louwerisz, schepenen van Calslagen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 251, d.d. 20-04-1620 (scan 508)
Schuldbrief. Maerten Claesz, buurman wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Annetgen Heijnricxsdr, weduwe van Cornelis Jansz zeilmaker, 2.900 gulden te betalen in tien termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde woning en landen. Als onderpand gelden de gekochte woning en landen. Afgelost op 15-04-1630. Getuigen: Jan Gerritsz en Jan Lenertsz, schepenen van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop, en Joost Arijsz en Cornelis Jan Louwerisz, schepenen van Calslagen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 251v, d.d. 20-04-1620 (scan 509)
Transportbrief. Jan Arijensz korenkoper, wonende te Zaandam, draagt over aan Jooris Cornelisz Focker, wonende te Rijnsaterwoude, alle rechten hem door transport aangekomen van Jan Jansz van de Geer, inhoudende 4,5 hond land. De koopsom is 200 gulden, waarvan 100 gulden contant en de rest met een obligatie. Getuigen: Lenert Jansz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 252v, d.d. 25-04-1620 (scan 510)
Transportbrief. Pieter Lenaertsz, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, verkoopt aan Gerrit Arentsz snijder, wonende mede aldaar, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 22-01-1620 op naam van Does Garrebrantsz, getrouwd met de weduwe van IJsack Jochumsz, voor de ene helft, en de kinderen en erfgenamen voor de andere helft, inhoudende een huis en erf, te verongelden voor 1/2 hond land, dat onderpand is voor verscheidene losrenten. Betaald met een custingbrief. Jacob Lenertsz scheepmaker, broer van de comparant, stelt zich waarborg voor vrijwaring van gebreken. Getuigen: Jan Gerritsz en Aelbert Cornelisz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 253, d.d. 03-05-1620 (scan 510)
Schuldbrief. Gerrit Arentsz snijder, wonende bij de Leimuiderbrug onder Leimuiden, is schuldig aan Pieter Lenertsz, buurman aldaar, 425 gulden te betalen in acht termijnen vanwege de koop van eerdergenoemd huis en erf gelegen bij de Leimuiderbrug, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Does Garrebrantsz en ten westen en noorden Aeltgen Cornelisdr, weduwe van Maerten Arijensz de Groodt. Als onderpand geldt het gekochte huis. Mourin Huijghen, Anthonis Huijghen en Claes Jansz bakker, samen buurlieden te Leimuiden, stellen zich borg. Getuigen: Jan Gerritsz en Aelbert Cornelisz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 253v, d.d. 03-05-1620 (scan 511)
Transportbrief. Thamis Cornelisz, voor de ene helft, Claes Huijghensz als man en voogd van Marritgen Thamisdr, Pons Cornelisz als man en voogd van Neeltgen Thamisdr, Cornelis Thamisz, Machtelt en Willem Thamisz, nagelaten weeskinderen, allen verwekt bij Stijntgen Bastiaensdr, in haar leven huisvrouw van voornoemde Thamis Cornelisz, geassisteerd door de schout en Ghijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijndricxsz, zijn mede broeder weesmeester, met speciale last van Bastiaen Pietersz, neef van de kinderen, elk voor een gerechte zesde deel van de andere helft, dragen over aan Willem Pietersz, hun zwager, man en voogd van Appolonia Thamisdr, erfgenaam van het resterende zesde deel, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 20-05-1615 op naam van Pieter Woutersz slager, inhoudende 1,5 morgen 1 hond land. Ze verkopen Willem Pietersz nog 1,5 morgen 1 hond land, akker of water, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Doyssen, ten zuiden de weduwe van Anthonis Clemmentsz en IJsbrant Jansz, ten westen de kinderen van Cornelis Claes Corssen en ten noorden Ghijsbert Aelwijntsz c.s. Betaald met een custingbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 254v, d.d. 10-05-1620 (scan 512)
Schuldbrief. Willem Pietersz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, is schuldig aan Thamis Cornelisz, voor de ene helft, en de kinderen van Stijntgen Bastiaensdr, voor de andere helft, 80 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van een stuk land, akker of water, gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Flooris Willemsz, ten zuiden Jan Dircxsz, ten westen de landen van Jacob Gerritsz zaliger en ten noorden de Vriezenweg; nog anderhalve morgen 1 hond land, akker of water, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Doyssen, ten zuiden de weduwe van Anthonis Clemmentsz en IJsbrant Jansz, ten westen de kinderen van Cornelis Claes Corssen en ten noorden Ghijsbert Aelwijntsz c.s. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritszoen, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 255, d.d. 10-05-1620 (scan 512)
Transportbrief. Thamis Cornelisz, voor de ene helft, Willem Pietersz als man en voogd van Appolonia Thamisdr, Pons Cornelisz als man en voogd van Neeltgen Thamisdr, Cornelis Thamisz, Machtelt en Willem Thamisz, nagelaten weeskinderen, allen verwekt bij Stijntgen Bastiaensdr, in haar leven huisvrouw van voornoemde Thamis Cornelisz, geassisteerd door de schout en Ghijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijndricxsz, zijn mede broeder weesmeester, met speciale last van Bastiaen Pietersz, neef van de kinderen, elk voor een gerechte zesde deel van de andere helft, dragen over aan Claes Huijgensz, hun zwager, man en voogd van Marritgen Thamisdr, erfgenaam van het resterende zesde deel, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 15-08-1612 op naam van Aert Corsz, inhoudende 4 hond land. Betaald met een custingbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 256, d.d. 10-05-1620 (scan 513)
Schuldbrief. Claes Huijgensz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Thamis Cornelisz, voor de ene helft, en de kinderen van Stijntgen Bastiaensdr, voor de andere helft, 188 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde 4 hond land gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Jan Dircxsz, ten zuiden en noorden Pieter Jansz en ten westen de Overbuurtsedijk. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 256v, d.d. 10-05-1620 (scan 513)
Scheidbrief. Maerten Aedrijaensz bakker, buurman in het dorp Leimuiden, getrouwd geweest met Marritgen Egbertsdr, eerder weduwe van Pieter Anthonisz bakker, beiden overleden, aan de ene, Mathijs Anthonisz, Evert Anthonisz en Willem Egbertsz als ooms en gerechte voogden hen sterkmakende voor Marritgen, Crijntgen en Jasper Pieters zoon en dochters, nagelaten weeskinderen van voornoemde Pieter Anthonisz en Marritgen Egbertsdr, aan de andere zijde, ten overstaan van Ghijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijnricxsz, zijn mede broeder weesmeester, komen tot een akkoord wat betreft de erfenis van de overleden vader en moeder van de kinderen. Maerten Arijensz houdt in eigendom een huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg c.s., ten zuiden Dirck Ruttensz, ten westen Willem Ewoutsz Rijcken en ten noorden Claes Jacobsz en Gerrit Gerritsz glazenmaker c.s. Hij krijgt ook alle andere goederen uit de boedel. Hij zal de kinderen opvoeden en onderhouden, zoals het in de scheidbrief d.d. 05-02-1617 tussen Marritgen Egbertsdr en de voogden van haar kinderen is afgesproken. Maerten Arijensz zal aan de voogden van de kinderen 60 gulden in zes termijnen betalen, en nog eens 100 gulden vanwege de vaderlijke erfenis, zoals in de scheidbrief was beloofd. Getuigen: Jan Gerritsz en Lenert Jansz, schepenen. [Onderstaande akte tussen fol. 257v en 258.]
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 257, d.d. 10-05-1620 (scan 514)
Bierstalbrief. Machtelt Heijndricxsdr, weduwe en boedehoudster van Jacob Floorisz, met de schout als gekozen voogd, is schuldig aan Jan de Vree, brouwer in De Klimmende Leeuw te Haarlem, 600 gulden te betalen in zes termijnen vanwege gehaald en geleverd Haarlems bier. Als onderpand geldt haar huis, erf, schuur en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten Harmen Gerritsz smid, ten zuiden mr. Pieter Eemkens en Belijtgen Pietersdr, weduwe van Harmen Arijensz, ten westen de Heerweg en voornoemde mr. Pieter en ten noorden de voornoemde Heerweg. Getuigen: Jan Gerritsz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, d.d. 13-05-1620 (scan 515)
Onwillig decreetbrief. Jan Cornelisz, gezworen bode, die vertoont een akte van condemnatie d.d. 08-04-1615 van dit ambacht, ten voordele van Marritgen Jansdr, weduwe van Wouter Cornelisz timmerman, en ten nadele van Claes Claesz Jut. Marritgen Jansdr, weduwe van Wouter Cornelisz, heeft in het openbaar gekocht een turfakkerland gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 1/2 hond land, belend ten oosten Lenaert Pietersz, ten zuiden Jan Cornelisz, ten westen Aelbert Dircxsz en ten noorden de Heerweg. De koopsom is 20 gulden. De schout en schepenen hebben Claes Claesz Jut van de tufakker onteigend en het eigendom toegekend aan Marritgen Jansdr. Het land dient als onderpand van een rentebrief d.d. 12-08-1615 met een hoofdsom van 421 gulden, waarvan nog 105 gld. 9 st. 9 pen. openstaat. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 258v, d.d. 13-05-1620 (scan 517)
Schuldbrief. Maerten Adrijaensz bakker, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Adrijaen Andriesz korenkoper, wonende in de stad Amsterdam, 1.000 gulden te betalen in tien termijnen vanwege geleverd koren. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg c.s., ten zuiden Dirck Ruttensz schoenmaker c.s., ten westen Willem Ewoutsz Rijcken en ten noorden Claes Jacobsz, Gerrit Gerritsz glazenmaker en de Ookweg. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 260, d.d. 15-05-1620 (scan 518)
Transportbrief. Cornelis Pietersz Ruijch, biervoerder aan de Oude Wetering onder Alkemade, draagt over aan Arent Arijensz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 26-12-1619 op naam van de erfgenamen van Anthonis Jaspersz zaliger, inhoudende een erf met twee huizen, schuur en boomgaard en drie partijen land gelegen te Vriezekoop. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 260v, d.d. 17-05-1620 (scan 519)
Schuldbrief. Arent Arijensz, buurman aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Cornelis Pietersz Ruijch, biervoerder aan de Oude Wetering onder Alkemade, 2.200 gulden te betalen in vijftien termijnen vanwege de koop van twee bewoonbare huisje, schuur en boomgaard met het naastgelegen land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, te verongelden voor 7 hond land, belend ten oosten Arijen Arentsz, ten zuiden de Drecht, ten westen Claes IJsbrantsz en ten noorden Jacob Jacobsz Strack, ; nog een partij akkerland, te verongelden voor 1,5 morgen, belend ten oosten Lenert Gerritsz, ten zuiden Allert Pietersz, ten westen Heijndrick Jansz Collem en ten noorden de Heerweg; nog een partij akkerland, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten, zuiden en westen Huijch Claesz en ten noorden de Heerweg. Als onderpand gelden de gekochte woning en landen. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 261, d.d. 17-05-1620 (scan 519)
Koopbrief. Dirck Dircxsz Docht, wonende te Burggraverveen onder Leimuiden, verkoopt aan Ouwe Claes Corsz, wonende te Amsterdam, een kampje heelland gelegen aan de Rijsdrecht onder Leimuiden, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten Michiel Claesz, ten zuiden de Rijsdrecht, ten westen de weduwe en kinderen van Anthonis Pietersz en ten noorden Cornelis Gerritsz. De koopsom is 300 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 261v, d.d. 18-05-1620 (scan 520)
Transportbrief. Barbar Jansdr, weduwe en boedelhoudster van Jan Cornelisz van Outshoorn, met Phillips Jansz secretaris, haar broer en gekozen voogd, en Louweris Damensz van Outshoorn als oudoom en voogd zich sterkmakende voor de nagelaten weeskinderen van voornoemde Jan Cornelisz, verwekt bij voornoemde weduwe, ten overstaan van de schout en Gijsbert Jansz, vervangende Jacob Heijnricxsz, zijn mede broeder weesmeester, draagt over aan Jan Claes Corsz, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, alle rechten voornoemde Jan Cornelisz zaliger door transport aangekomen van Anthonis Claesz, voor zichzelf en met procuratie van Adrijaen Cossmasz van Staeckenbrouck, inhoudende een huis, erf en boomgaard, te verongelden voor 1 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en IJsbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 262, d.d. 19-05-1620 (scan 520)
Schuldbrief. Jan Claes Corsz, wonende in de Overbuurt van Rijsaterwoude, is schuldig aan Barbar Jansdr, weduwe van Jan Cornelisz van Outshoorn, voor de ene helft, en de twee nagelaten weeskinderen van voornoemde Jan Cornelisz, voor de andere helft, 1.025 gulden te betalen in 100 gulden contant en de rest in acht termijnen vanwege de koop van een huis, twee erven en een boomgaard gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg c.s., ten zuiden Arent Meesz van der Tol, ten westen Pieter Gerritsz van Heijningen en te noorden Ghijsbert Pietersz Tol c.s. Als onderpand geldt het gekochte huis. Jan Dirck Corssen, wonende in de Overbuurt van Rijnsaterwoude, zwager van de comparant, stelt zich borg. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 263, d.d. 19-05-1620 (scan 521)
Koopbrief. Maerten Jansz, wonende te Ter Aar, verkoopt aan Jacob Baenen, buurman te Ter Aar, 4,5 hond land, akker of water, gelegen te Rijnsaterwoude, belend ten oosten Marritgen Heijndricxs en Cornelis Jansz, ten zuiden de koper zelf en Gerrit Gerritsz glazenmaker, ten westen Barbar Heijndricxsdr en ten noorden voornoemde Cornelis Jansz. De koopsom is 440 gulden, waarvan 150 gulden contant en de rest met een obligatie in twee termijnen. Getuigen: Lenaert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 263v, d.d. 28-05-1620 (scan 522)
Schuldbrief. Jochum Jacobsz, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Pieter Pietersz [snijder], lakenkoper in het dorp Leimuiden, 200 gulden te betalen in vier termijnen. Als onderpand geldt zijn huis, erf, schuur en boomgaard met het naastgelegen land, belend in het geheel ten oosten en noorden Arijen Arentsz en Huijbert Cornelisz Buijs, ten zuiden de Drecht en ten westen Jonge Jan Cornelisz Sap,; nog een partij hooiland, ca. 1,5 morgen groot, belend ten oosten Dingman Willemsz en Cornelis Aelbertsz, ten zuiden Claes Dircxsz Buijs, ten westen Jacob Cornelisz en ten noorden voornoemde Dingman Willemsz; samen gelegen te Vriezekoop. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 264, d.d. 28-05-1620 (scan 522)
Rentebrief. Aeltgen Gerritsdr, weduwe van Maerten Willemsz Blommer, met Maerten Cornelisz Schouten als gekozen voogd, is schuldig aan Arijs Jansz, nagelaten weeskind van Jan Cornelisz zeilmaker, verwekt bij Machtelt Arijsdr, een losrente van 9 gld. 7 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 150 gulden. Als onderpand geldt een huis, erf en boomgaard met het naastgelegen land gelegen te Leimuiden, gedeeltelijk eigendom van haar kinderen, belend ten oosten Claes Dircxsz Ammerong, ten zuiden de Ookweg en ten westen en noorden Thamis Ghijsbertsz; nog een stuk land gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Lambert Claesz, ten zuiden de Heerweg, ten noorden Pieter Claesz Los en ten westen Griete Jansdr. Getuigen: Willem Pietersz, gezworene, en Lenert Janszoon, schepen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 264v, d.d. 31-05-1620 (scan 523)
Rentebrief. Aelbert Barentsz smid, wonende bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Chrijstoeffel Gerritsz, ijzerkoper in de stad Amsterdam, een losrente van 5 gld. 12 st. 8 pen. per jaar met een hoofdsom van 90 gulden. Als onderpand geldt zijn huis en erf gelegen bij de Vroonlandsebrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten Pieter Woutersz timmerman, ten zuiden Jan Meesz, ten westen Jan Jaspersz en ten noorden de Molenwetering. Getuigen: Lenaert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 267, d.d. 08-06-1620 (scan 525)
Transportbrief. Heijndrick Heijndricxsz, wonende aan de Oude Wetering onder Alkemade, draagt over aan Marritgen Claesdr, weduwe van Cors Cornelisz Cluft, een bezegelde schouten en gerechte willige decreetbrief d.d. 12-09-1617, inhoudende 9 hond land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Jan Gerritsz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 268, d.d. 09-06-1620 (scan 526)
Schuldbrief. Marritgen Claesdr, weduwe van Cors Cornelisz, wonende te Lisse, met Gerrit Corssen, haar zoon en gekozen voogd, is schuldig aan Heijnric Heijndricxsz smid, wonende aan de Oude Wetering, 550 gulden te betalen in vier termijnen vanwege de koop van 9 hond land gelegen in ‘t Griet onder Leimuiden, belend ten oosten de erfgenamen van Huijch Dircxsz en Jaepgen Cornelisdr, ten zuiden ‘t Griet, ten westen Trijntgen Gerritsdr en ten noorden het Grote Meer. Als onderpand geldt het gekochte land. Getuigen: Jan Gerritsz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 268v, d.d. 09-06-1620 (scan 527)
Rentebrief. Jan Mourintsz, wonende te Leimuiden, is schuldig aan de Heiligegeestmeesters van Leimuiden een losrente van 6 gld. 5 st. per jaar met een hoofdsom van 100 gulden. Als onderpand geldt zijn huis, erf en boomgaard gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen Garrebrant Jansz en ten noorden Cornelis Huijbertsz rietdekker. Getuigen: Cleijn Dirck Jansz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 269, d.d. 09-06-1620 (scan 527)
Brief van bevrijding van borgtocht. Jan Mourintsz, wonende te Leimuiden, heeft in het verleden een schuldbrief gepasseerd ten behoeve van Pieter Cornelisz Vechter, wonende te Burggraverveen, waarvan nog 71 gulden openstaat. Pieter Cornelisz heeft de brief weer verkocht aan Jan Claesz Calverdijck, waarvoor hij Pieter Cornelisz en Cornelis Huijbertsz rietdekker, wonende te Leimuiden, samen borg waren voor de comparant. Van deze borgtocht bevrijdt de comparant voornoemde Pieter Cornelisz Vechter en Cornelis Huijbertsz dekker, waarbij hij als onderpand stelt zijn huis, erf en boomgaard gelegen te Leimuiden, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen Garrebrant Jansz en ten noorden voornoemde Cornelis Huijbertsz. Getuigen: Cleijn Dirck Jansz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 269v, d.d. 09-06-1620 (scan 528)
Scheidbrief. Claes Dircxsz Buijs, voor een gerecht derde deel, Cornelis Thijsz, mede voor een gerecht derde deel, en Aert Jacobsz als man en voogd van Geertgen Woutersdr en Pieter Dingnumsz als man en voogd van Baertgen Woutersdr, nagelaten kinderen van Wouter Kessen, samen voor het resterende derde deel, samen erfgenamen van Grietgen Cornelisdr [weduwe van Allert Arentsz], delen de erfenis van voornoemde Grietgen Cornelisdr. Claes Dircxsz Buijs is ten deel gevallen een stuk land, strekkende van de Vriezenweg tot Cornelis Thijsz en de kinderen van Wouter Kessen, belend ten oosten Anthonis Huijgensz en Willem Baenen en ten westen voornoemde Claes Dircxsz zelf en Dingman Willemsz; zijn deel is te verongelden voor 1 morgen 6 hond 92 roeden land, waarbij hij ontvangt van de kinderen van Wouter Kessen 100 gulden in twee termijnen. Cornelis Thijsz is gedeeld twee kampen land, naast elkaar gelegen, met akkertjes ernaast, strekkende van de Drecht tot Claes Dircxsz Buijs, belend ten oosten de kinderen van Wouter Kessen met hun deel en ten westen Arijen Arijensz, Dirc Jansz en Dingman Willemsz; nog een partij akkerland, belend ten oosten Jacob Arijensz, ten zuiden Borrit Anthonisz, ten westen Arijen Arentsz en ten noorden de kinderen van Wouter Kessen met hun deel; zijn deel is samen te verongelden voor 1 morgen 6 hond 92 roeden land. Aert Jacobsz, in naam van zijn huisvrouw, is gedeeld een stuk land, strekkende van de Drecht tot Pieter Dingnumsz, belend ten oosten Arijen Arentsz en ten westen Cornelis Thijsz, te verongelden voor 7 hond 46 roeden land. Pieter Dingnumsz, in naam van zijn huisvrouw, is gedeeld een partij land met een watermolentje erop, belend ten oosten Arijen Arentsz, ten zuiden Claes Dircxsz Buijs met zijn deel, ten westen Cornelis Thijsz met zijn deel en ten noorden Aert Jacobsz met zijn deel; nog een partij land, belend ten oosten Jacob Arijensz, ten zuiden Cornelis Thijsz met zijn deel, ten westen Arijen Arentsz en ten noorden de Drecht; zijn deel is te verongelden voor 7 hond 46 roeden land. Aert Jacobsz en Pieter Dingnumsz moeten eerdergenoemd bedrag van 100 gulden betalen aan Claes Dircxsz Buijs. De woning en landen zijn gelegen in Vriezekoop. De totale waarde van de erfenis is geschat op 2.800 gulden. Getuigen: Jan Gerritsz en Cleijn Dirck Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 270, d.d. 10-06-1620 (scan 528)
Koopbrief. Cornelis Lenertsz, wonende aan de oostzijde van de Oude Wetering verkoopt aan Cornelis Pietersz Ruijch, biersteker aan de Oude Wetering, een huis en erf gelegen aan de oostzijde van de Oude Wetering onder Leimuiden, belend ten oosten en zuiden Gerrit Heijnricxsz scheepmaker, ten westen de Oude Wetering en ten noorden Cleijn Dirck Jansz. Betaald met een obligatie ten behoeve van Cleijn Dirck Jansz scheepmaker. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 271v, d.d. 10-06-1620 (scan 530)
Brief tot verzekering van restitutie van voorgeschoten geld. Jacob Jansz biervoerder verklaart dat Pieter Jansz en Cornelis Jansz Jonge Jannen [zijn ooms] zich voor hem borg hebben gesteld voor een scheepswaterbrief, door de comparant gepasseerd ten behoeve van IJsbrant Cornelisz, wonende aan de Oude Wetering onder Leimuiden, waarvan nog een termijn van 100 gulden openstaat. Die 100 gulden hadden de borgen als voogden van de comparant nog in hun bewaring. Bovendien hadden ze nog eens 100 gulden voorgeschoten. De comparant belooft dit geld terug te betalen aan zijn ooms en voogden. Als onderpand geldt zijn kagerschuit met gereedschap, zoals deze in de scheepswaterbrief is genoemd. Getuigen: Phillips Jansz secretaris en Pieter Phillipsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 272, d.d. 15-06-1620 (scan 530)
Koopbrief. Cornelis Claesz Jonge Kroost als man en voogd van Aeltgen Anthonisdr, in die kwaliteit erfgenaam van Ermpgen Pietersdr zaliger, verkoopt aan Maerten Arijensz, wonende te Boskoop, een gerecht zevende deel van de navolgende woning en landen die de comparant door het overlijden van zijn schoonmoeder zijn aanbedeeld. Als eerste een huis, erf, schuur en boomgaard met een naastgelegen akkertje, strekkende van de Heerweg noordwaarts tot de erfgenamen van Cornelis Dirck Loossen, belend ten oosten Barbar Willemsdr en ten westen Lambert Claesz; nog een partij akkerland, belend ten oosten Willem Jansz Quant, ten zuiden de erfgenamen van Cornelis Dirck Loossen en ten westen en noorden Jan Gerritsz van Cleeff; nog een partij veenakker, belend ten oosten en westen voornoemde Jan Gerritsz van Cleeff, ten zuiden Willem Jansz Quant en erfgenamen van Mees Arentsz en ten noorden de landscheiding met Aalsmeer; nog een partij veenakker, belend ten oosten Heijnrick Cornelisz en voornoemde Jan Gerritsz, ten zuiden de Heerweg, ten westen Barbar Willemsdr en ten noorden voornoemde Heijnrick Cornelisz. Alles gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 2 morgen 3 hond land. De koopsom is 73 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 273, d.d. 17-06-1620 (scan 531)
Bierstalbrief. Lenaert Arijensz biersteker, wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Jan Claesz Loo, brouwer in De Drie Lelien te Haarlem, 646 gld. 9 st. te betalen in zes termijnen vanwege geleverd of gehaald Haarlems bier. Als onderpand gelden zijn twee huizen, erven en boomgaard gelegen in het dorp Leimuiden, het eerste huis belend ten oosten Jan Aertsz, ten zuiden de Ookweg, ten westen de weduwe en kinderen van Jan Arijen Jansz en ten noorden Jacob Willemsz, en het andere huis belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen Balten Dircxsz en ten noorden Anthonis Claesz. Afgelost op 02-11-1632. Getuigen: Jan Gerritsz en Lenaert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 274, d.d. 17-06-1620 (scan 532)
Transportbrief. Marritgen Pietersdr, weduwe van Thomas Cornelisz van de Geer, met Phillips Jansz secretaris als haar gekozen voogd en Adrijaen Cornelisz van de Geer als oom een voogd zich sterkmakende voor de nagelaten weeskinderen van voornoemde Thomas Cornelisz, verwekt bij voorneomde weduwe, dragen over aan Jan Claesz, thans wonende bij de Joost Tollenbrug onder Rijnsaterwoude, alle rechten voornoemde Thomas Cornelisz door transport aangekomen van Arijen Cornelis Senten, inhoudende een huis, erf, hooihuis en boomgaard met het naastgelegen land. Betaald met een schuldbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritszoen, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 274v, d.d. 22-06-1620 (scan 533)
Schuldbrief. Jan Claesz, thans wonende bij de Joost Tollenbrug onder Rijnsaterwoude, is schuldig aan Marritgen Pietersdr, weduwe van Thomas Cornelisz van de Geer, en haar weeskinderen 2.250 gulden te betalen in negen termijnen vanwege de koop van een woning met naastgelegen landen gelegen bij de Joost Tollenbrug onder Rijnsaterwoude, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden Willem Jansz, ten westen het Braassemermeer en ten noorden de weduwe en erfgenamen van Dirck Claes Borritsz. Als onderpand gelden de gekochte woning en landen. Getuigen: Lenert Jansz en Jan Gerritsz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 275, d.d. 22-06-1620 (scan 533)
Transportbrief. Jacob Allertsz Huijch, wonende in het zuideinde van Leimuiden, draagt over aan Jan Claesz, wonende bij de Joost Tollenbrug onder Rijnsaterwoude, alle rechten hem door transport aangekomen van Jan Claes Corsz, inhoudende 2 morgen 2 hond 70 roeden land gelegen te Rijnsaterwoude, belast met een hoofdsom van 200 gulden en nog een losrente van 16 gld. 17 st. per jaar. Het is tevens onderpand als vrijwaring van 3 morgen land gelegen in Leimuiden. Van dit bovenstaande land verkoopt de comparant 1 morgen 5 hond 70 roeden, de rest houdt hij zelf. Het is tegenwoordig belend ten oosten Jan Claesz Clack en verkoper zelf, ten zuiden het Braassemermeer en voornoemde Jan Claesz, ten westen Willem Jansz en ten noorden Pieter Willem Gerritsz. De koper neemt tot last een losrente van 12 gld. 10 st. per jaar. De koopsom is 425 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 276, d.d. 22-06-1620 (scan 534)
Transportbrief. Claes Jansz bakker, thans wonende bij de Leimuiderbrug, getrouwd met Aeltgen Huijgendr, weduwe en boedelhoudster van Cornelis Arijen Damen, draagt over aan Pieter Jansz een bezegelde schouten eigenbrief d.d. 21-03-1618 op naam van Marritgen Walichendr, weduwe van Oude Jan Florisz, inhoudende 1 morgen 2 hond land gelegen in twee percelen. De koopsom is 80 gulden. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 276v, d.d. 28-06-1620 (scan 535)
Rentebrief. Adrijaen Jacobsz Banthout, wonende aan de Drecht onder Vriezekoop, is schuldig aan Claes Jansz bakker, wonende bij de Leimuiderbrug, een losrente van 7 gld. 16 st. 4 pen. per jaar met een hoofdsom van 125 gulden. Als onderpand geldt een stuk land gelegen aan de Drecht onder Vriezekoop, belend ten oosten Huijch Sijmonsz, ten zuiden Cornelis Fransz, ten westen Baert Cornelisz en ten noorden Jan Cornelisz van Lijnsvelt, korenkoper te Leiden. Afgelost op 01-02-1621. Getuigen: Isbrant Jansz en Lenert Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 277, d.d. 28-06-1620 (scan 535)
Koopbrief. Jan Jansz Harrigen, wonende te Amstelveen, met speciale last van Nijclaes Floorisz [van Alckemade], burger en poorter van de stad Amsterdam, verkoopt aan Claes Aelbertsz dekker, buurman aan de Ookweg onder Leimuiden, drie percelen gelegen te Leimuiden, het eerste perceel belend ten oosten de weduwe en kinderen van Claes Lenertsz, ten zuiden de Ookweg en ten westen en noorden de koper zelf, het tweede perceel belend ten oosten Cornelis Cornelisz Smal Kees en de voornoemde weduwe en kinderen, ten zuiden de koper zelf, ten westen de voornoemde weduwe en kinderen en de voornoemde koper zelf en ten noorden ‘t Griet, het andere perceel belend ten oosten Heijndrick Arijensz, ten zuiden ‘t Griet, ten westen de erfgenamen van Huijch Dircxsz en ten noorden het Grote Meer, alles samen te verongelden voor 1 morgen 4,5 hond land. Betaald met een custingbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 277v, d.d. 29-06-1620 (scan 536)
Schuldbrief. Claes Aelbertsz dekker, wonende aan de Ookweg onder Leimuiden, is schuldig aan Claes van Alckemade Floorisz, burger van de stad Amsterdam, 675 gulden te betalen in vijf termijnen vanwege de koop van eerdergenoemde drie percelen land [waarvan het derde perceel ca. 4,5 hond groot is]. Als onderpand gelden de gekochte landen. Geroyeerd op 20-11-1635. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 278, d.d. 29-06-1620 (scan 536)
Transportbrief. Pieter Cornelisz, thans waard te Ouderkerk, draagt over aan Wiggert Ewoutsz, wonende te Ter Aar, alle rechten hem door transport aangekomen van Gerrit Jansz scheepmaker, inhoudende 1,5 morgen land, belast met een hoofdsom van 100 gulden die de koper tot last neemt; nog een hoofdsom van 100 gulden toekomende het nagelaten weeskind van Cornelis Andriesz en Lobberich Jacobsdr, beiden overleden. Betaald met een custingbrief. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 279, d.d. 01-07-1620 (scan 537)
Schuldbrief. Wigger Ewoutsz, wonende te Ter Aar, is schuldig aan Pieter Cornelisz scheepmaker, thans waard te Ouderkerk, 1.200 gulden te betalen in zes termijnen vanwege de koop van 1,5 morgen land, belend ten oosten Lenert Ouwesteijnsz, ten zuiden de Brugvaart, ten westen Gerrit Jansz Ouwe Jannen en Jan Gerrit Jacobsz en ten noorden de Drecht en Cornelis Grietebaertsz, waarvan de comparant van Frans Poorter de eigenbrief heeft ontvangen. Als onderpand geldt het gekochte land en nog 7 hond land gelegen te Vriezekoop, belend ten oosten Ewout Wiggersz, ten zuiden Mathees Bastiaensz c.s., ten westen Dirck Jansz en ten noorden Melten Jaspersz en de erfgenamen van Marrij Pieters. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 279v, d.d. 01-07-1620 (scan 538)
Schuldbrief. Pieter Pietersz lakenkoper [snijder], wonende in het dorp Leimuiden, is schuldig aan Jacob Gerritsz Honingh, burger van de stad Amsterdam, 890 gulden te betalen in zes termijnen vanwege gehaalde wollen laken. Als onderpand geldt een huis en erf, belend ten oosten de Heerweg, ten zuiden en westen Jan Claesz Calverdijc en ten noorden Jan Garrebrantsz; nog een boomgaard met twee perceeltjes land ernaast, belend ten oosten Claes Claesz Jut, ten zuiden Vreerick Jansz, ten westen Frans Willemsz wever en ten noorden Pieter Foppen. Getuigen: Lenert Jansz en Isbrant Jansz, schepenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 280v, d.d. 22-07-1620 (scan 539)
Brief van verzekering. Jan Cornelisz [Nelemans] ..bakker, thans wonende te Ter Aar in Blokland, verklaarde dat de comparant zelf en Adrijaen Jansz, zijn zoon, wonende aan de Bilderdam onder Calslagen, elk een flink bedrag schuldig zijn aan Claes Mijnesz korenkoper, wonende te Aalsmeer, vanwege geleverde rogge. Mochten de comparant of Adrijaen Jansz, zoon zoon, niet in staat zijn om te betalen, zo verbindt hij hieraan zichzelf en zijn goederen. Getuigen: Willem Gerritsz van Heijningen en Pieter Phillipsz.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 281, d.d. 25-07-1620 (scan 539)
Koopbrief. Sijtgen Cornelisdr, weduwe en boedelhoudster van Claes Lenertsz, met de schout als gekozen voogd, verkoopt aan Jan Gerritsz van Cleeff een akkerland gelegen te Vriezekoop, te verongelden voor 1/2 morgen land, belend ten oosten en zuiden Anthonis Cornelisz, ten westen Claes Dircxsz Buijs en ten noorden de landscheiding met Aalsmeer. Betaald met een obligatie van 42 gld. 10 st. te betalen in twee termijnen. Getuigen: Claes Dircxsz Buijs en Jan Cornelisz, gezworenen.
ELO, ORA Rijnsaterwoude (toegangsnr. 124.1.11), inv.nr. 2, fol. 281v, d.d. 11-08-1620 (scan 540)
Laatste update: 20-4-2024